Nieuws zonnestroom actueel
links
PV-systeem
basics
grafieken
graphs
huurwoningen
nieuws
index

SOLARENERGYERGY

Nieuws & analyses P.V. pagina actueel

meest recente bericht boven

Specials:
Nieuw dieptepunt bij nieuwbouw capaciteit in sub 1 MWac markt / energieleveren.nl update november '25
VertiCer update november 2025 - onmogelijk jaargroei volume 2024 nog hoger, cumulatie capaciteit bijna 15 GWp
Zonnestroom producties november 2025 bij Polder PV en elders in NL
CBS update deel 3. Maandelijkse zonnestroom producties, verhouding met data Energieopwek.nl,
en verhouding tot generaties bij andere hernieuwbare stroom bronnen

CBS update deel 2: de race tussen Australië en Nederland bij opgesteld PV-vermogen per inwoner

Vanaf 19 november 2025

<<< recenter

actueel 204 203 202 201 200-191 190-181 180-171 170-161 160-151 150-141 140-131
130-121
120-111 110-101 100-91 90-81 80-71 70-61 60-51 50-41>>> highlights



3 december 2025: Energieleveren.nl - sub 1 MWac PV markt november 2025: dieptepunt bij nieuwe capaciteit, 1e 11 maanden 46% lagere capaciteits-groei dan in 2024. Op de website energieleveren.nl zijn begin deze maand weer de nieuwe cijfers voor de maand november 2025 gepubliceerd, voor het marktsegment van de daar gemelde / geregistreerde PV installaties per stuk kleiner dan 1 MW omvormer capaciteit. In een eerdere rapportage werd het jaar 2024 afgesloten, met 53% minder nieuwe capaciteit in dit marktsegment, dan in record jaar 2023. In 2025 volgden door de bank genomen zeer lage maandelijkse groeicijfers, waarbij weliswaar september en oktober een licht herstel toonden, maar november wat de capaciteits-toevoeging betreft een nieuw dieptepunt liet zien, van nog maar 55 MWac. Het volume aan nieuwe registraties blijft ook nog steeds beperkt, in dit door residentiële installaties gedomineerde, grote marktsegment. Er werden voor november 10.832 nieuwe registraties genoteerd, het op 2-na-laagste volume sedert medio 2021. En wat 58% minder was dan in november 2024. In cumulatie werd een opgesteld vermogen van 19.216 MWac capaciteit bereikt, verdeeld over bijna 3,28 miljoen installaties.


In de eerste analyse van de energieleveren.nl cijfers, medio september 2024, maakte ik al gewag van de "instorting" van het kleine PV marktsegment in Nederland, op basis van de in dat jaar voor het eerst daar gepubliceerde marktcijfers van de "sub 1 MWac markt". In augustus 2024 werd een voorlopig dieptepunt bereikt, met slechts 14 duizend nieuwe installaties, met een toegevoegd omvormer vermogen van 82 MWac. Een tweet van Polder PV (toen nog op "X") over deze markt "instorting" werd zeer vaak bekeken (laatste stand van zaken: 16.400 maal).

September en oktober 2024 deden het iets beter, november liet weer een lager groeicijfer zien, en in december en in januari van het nieuwe jaar is er wederom een lichte terugval te zien. In januari, met 14.982 nieuwe geregistreerde PV installaties per stuk kleiner dan 1 MWac, slechts iets boven het dieptepunt in augustus blijvend. Echter, wat de nieuw toegevoegde capaciteit betreft dook januari 2025 onder dat van augustus in het voorgaande jaar, met een gezamenlijk vermogen van ruim 81,0 MWac. Daarna was er tijdelijk een zeer lichte stijging van de nieuwe aantallen per maand.

Door de bank genomen bleven de nieuwbouw volumes in 2025 zeer laag, tussen de 17.329 exemplaren in april, en het dieptepunt in augustus, met slechts 10.109 exemplaren. November deed het niet veel beter, met een toevoeging van 10.832 registraties bij energieleveren.nl. Het gemiddelde vermogen per nieuwe registratie, opvallend hoog in juni 2025 (6,18 kWac), viel in juli tm. november weer terug naar, uiteindelijk, nog maar 5,04 kWac per nieuwe registratie. Het niveau lag in november 2025, wat de aantallen registraties betreft, 42% lager t.o.v. de aanwas in november 2024, wat zelf al 52% minder was dan het nieuwe volume in november van het recordjaar 2023.

Grafiek met, per maand, de nieuwe aantallen registraties per maand, opgetekend door energieleveren.nl, tm. november 2025.
2024 in magenta gekleurde kolommen, die de forse terugval in nieuwe installaties in het <1 MWac segment goed laat zien.
2025 begon weer op een zeer laag niveau, al was de trend aanvankelijk zeer licht stijgend; mei belandde op een nieuw dieptepunt,
in juni - juli was er slechts een marginaal herstel te zien. Na een dip in augustus, en zeer licht herstel in september en
oktober, viel de nieuwe aanwas in november weer licht terug, naar een niveau wat slechts 21% is van dat van record november 2022.

Met de toevoeging in november zijn er begin december 2025 in totaal nu bijna 3,28 miljoen PV installaties per stuk < 1 MWac bekend bij energieleveren.nl, volgens de optelling van de drie grootte-categorieën. Hierbij nogmaals de bekende disclaimer: dat is niet het aantal woningen, of dergelijke claims. Er worden immers zeer regelmatig uitbreidingen (= "installaties") aan bestaande projecten toegevoegd, zowel residentieel, als in de projecten markt, een endemisch verschijnsel in Nederland. Het aantal "objecten", "erven", "project sites", is, derhalve, altijd (veel) lager, dan bovengenoemd getal. Wat, desondanks, natuurlijk zonder meer een spectaculair volume blijft weergeven.

Het is nog zeer onzeker of deze "sub 1 MWac" zich in enige mate zal herstellen. Voorlopig zullen de nieuwbouw cijfers waarschijnlijk erg laag blijven. Wat vooral ligt aan de "schrik" in de residentiële markt, over het ook door de Senaat aangenomen wetsvoorstel van het huidige, demissionaire kabinet, om de salderingsregeling per 1 januari 2027 definitief af te schaffen. En dat, in combinatie met de vrijwel bij alle leveranciers ingevoerde invoedings-heffingen voor kleinverbruikers met zonnepanelen, resulterend in forse extra af te dragen bedragen bij, met name, de grotere residentiële installaties. Voorlopig geeft augustus 2025 wat de aantallen betreft het nieuwe dieptepunt weer in de markt evolutie, met als enige "verzachtende omstandigheid", dat het een vakantiemaand was. In september en oktober was het echter maginaal beter (ruim 7% en 14% toenames bij de aantallen nieuwe installaties). November deed het weer 12% slechter dan de voorgaande maand.

Ruim 19,2 GWac capaciteit in cumulatie - en langzaam verder groeiend

In de september 2024 rapportage werd het passeren van de piketpaal 18 GWac gemeld, en eind augustus 2025 de 19 GWac grens, in alleen het sub 1 MWac segment. Eind november dit jaar staat nu een totaal volume van 19.216 MWac vermogen geaccumuleerd. 37% daarvan, een enorm volume van bijna 7,1 GWac, is bijna exclusief residentieel (installaties kleiner dan 5 kWac, blauwe segmenten in de grafiek).

Als we de - ter discussie te stellen - 5% meer generator vermogen dan AC vermogen volgens energieleveren.nl als uitgangspunt nemen, zou eind september voor het eerst in de geschiedenis alleen al dit sub 1 MWac marktsegment, een generator vermogen omvatten wat de 20 GWp zou zijn gepasseerd. Vermoedelijk is het echter al een stuk meer, omdat uit CBS statistieken blijkt, dat die verhouding DC / AC ver boven de 5% ligt (meer richting 10-11%). Eind november 2025 zou met de door energieleveren.nl gehanteerde 5% conversie, een mogelijk generator vermogen van bijna 20,2 GWp kunnen zijn geaccumuleerd in dit grote marktsegment.

Relatieve aandelen op totaal volumes

Eind 2024 was het volume in dit marktsegment 18.388 MWac, volgens energieleveren.nl. In heel Nederland stond begin 2025, volgens de laatste CBS update, in totaal 24.920 MWac aan PV capaciteit. De "sub 1 MWac" markt zou dan, volgens deze laatste gecombineerde cijfers een aandeel hebben van bijna 74% van het totaal volume. De verwachting is, dat het nog neerwaarts aangepast zal worden, omdat de nodige gerealiseerde grotere, meestal SDE gesubsidieerde projecten (incl. grote PV daken en zonneparken), nog niet doorgedrongen zullen zijn tot de CBS data. Daar gaat meestal lange tijd overheen. Eind 2023 was het aandeel met de huidige, "definitieve" CBS cijfers, nog bijna 76%, dus daar is reeds een daling zichtbaar in het relatieve aandeel.

Kijken we uitsluitend naar het < 5 kW marktsegment in het energieleveren.nl dossier, zou het aandeel van deze "exclusief residentiële" kleine installaties t.o.v. de totale CBS volumes, iets gedaald zijn, van 27,9% EOY 2023, naar 27,3%, EOY 2024. Eind 2022 was het 27,4%. 2023 was dan ook, zeker in het begin, een "boom-jaar" voor de residentiële sector. Vanaf 2024 is de aanwas in dat segment flink onderuit gegaan.

Groei capaciteit per maand naar nieuw dieptepunt, in november 2025

In bovenstaande grafiek wordt de maandelijkse groei van de AC capaciteit bij de drie categorieën sub 1 MWac installaties getoond, afgeleid uit de accumulatie cijfers voor het eind van de maand, getoond in het vorige exemplaar. Hierin is goed te zien dat het nieuwbouw niveau voor de capaciteit in januari 2025 iets onder dat van augustus 2024 is komen te liggen, en toen een nieuw "all-time-low" had bereikt.

In 2025 gingen de volumes gemiddeld genomen verder onderuit, met aanwas cijfers tussen de 92 MWac (maart en april), en een nieuw historisch dieptepunt in de getoonde periode, slechts 55 MWac in november 2025. De horizontale streepjeslijnen geven de jaargemiddelde maandgroei cijfers weer. Meer specifiek, de 2e jaarhelft 2021 tm. kalenderjaar 2024. Achteraan is het gemiddelde voor de eerste 11 maanden van 2025 toegevoegd, wat weer beduidend lager ligt dan het jaargemiddelde van het, t.o.v. record gemiddelde in 2023, al fors tegenvallende jaar 2024.


Ik heb in een vorige update 1 nieuwe grafiek toegevoegd, met de bekende volumes, voor de accumulatie aan het eind van het jaar, en de jaarlijkse aanwas cijfers, voor zowel de capaciteit (grote grafiek), als voor de aantallen installaties (inset linksboven), tussen 2021 en 2024. Hier onder staan de resultaten voor het de eerste drie kwartalen van 2025 weergegeven. Uiteraard moeten hier straks nog het volume van het laatste kwartaal aan worden toegevoegd inclusief december. Een volgende update verschijnt als de cijfers voor heel 2025 bekend zijn gemaakt (december rapportage, waarschijnlijk begin 2026).

Goed is te zien, dat 2023 het jaar met de hoogste toevoeging is geweest in dit grote deel-dossier, met 635 duizend nieuwe installaties en een toegevoegde capaciteit van 3.403 MWac. 2024 ging hard onderuit, met minder dan de helft van de nieuwe volumes in 2023 (298 duizend nieuwe installaties, 1.616 MWac). Het beeld is ook voor 2025 somber, met een capaciteits-volume in de 1e elf maanden, wat 46% lager ligt dan de toevoeging in dezelfde periode in het ook al tegenvallende jaar 2024.

Zie voor de mogelijke impact, andere grafieken, waaronder ook de update van het recent nieuw toegevoegde exemplaar met segmentatie in klein- en grootverbruik aansluiting, en duiding van dat alles, de bespreking van de meest recente cijfers in mijn update, hier onder gelinkt:

Bron

Hoeveel zon opwekinstallaties zijn er in Nederland? (website energieleveren.nl, "inzicht")



2 december 2025: Update gecertificeerde PV markt november 2025 volgens VertiCer data. Netto aanwas 2024 verder naar "onmogelijk" record volume van 3.816 MWp (2023 +36%); maandproductie juli 2025 evenaart record juli 2023. Voor uitgebreide toelichting van de voorliggende historie van de CertiQ data voor gecertificeerde zonnestroom in Nederland, zie de bespreking van 7 maart 2023 (februari rapportage). Voor de transitie van CertiQ naar de nieuwe organisatie VertiCer, zie introductie in de analyse, van 19 juli 2023.

In de huidige rapportage brengt Polder PV de nieuwe resultaten uit de data rapportage van VertiCer, voor november 2025, waarbij de jaargroei cijfers in de jaren 2022 en 2023 marginaal zijn aangepast. Met de huidige, verder opwaarts bijgestelde cijfers voor 2024 zou dat jaar een nieuw record niveau van inmiddels ruim 3,8 GWp groei hebben bereikt, ruim een derde hoger dan in 2023. Dit blijft, ook gezien andere gepubliceerde marktcijfers, met name voor de in 2024 fors neerwaarts (!) bijgestelde cijfers van de totale volumes in Nederland door het CBS, schier onmogelijk. En zal in een later stadium zeer waarschijnlijk aanzienlijk neerwaarts (moeten) worden bijgesteld.

Ook zijn de verstrekte Garanties van Oorsprong voor gecertificeerde PV projecten gereconstrueerd en grafisch verbeeld over de afgelopen periode. Zowel de grote februari als de in een vorige update gemelde, en door VertiCer ook erkende grote augustus 2024 anomalie zijn nog steeds niet in de publiek toegankelijke data hersteld. Bij de afgegeven Garanties van Oorsprong (GvO's), die de fysieke zonnestroom productie weerspiegelen, is inmiddels juli 2025 op gelijke hoogte gekomen als recordhouder juli 2023, en is de verwachting dat door latere bijschrijvingen, dit nog hoger zal kunnen gaan worden.

Terugkerend in de analyses van Polder PV blijft de observatie dat er regelmatig "onwaarschijnlijke", dan wel "inconsistente" cijfers in de actuele data van VertiCer zijn terug te vinden. Dit is deels het gevolg van het feit dat het bij maandelijkse verschillen altijd om netto effecten van zowel instroom als uitstroom van projecten gaat, er een toenemend aantal uitschrijvingen van meestal kleinere installaties actueel is, en, tegelijkertijd, steeds groter wordende nieuwe projecten bij de inschrijvingen. Daarnaast kunnen, vanwege wel toegezegde, maar nog steeds ontbrekende uitgangs- en ingangs-controles, al meermalen door Polder PV aangetoonde foute data entries van netbeheerders, ongecorrigeerd in de databank belanden, die pas na een lange periode zouden (kunnen) worden hersteld, etc. Het maakt het er allemaal niet overzichtelijk op. En leidt regelmatig tot zeer verwarrende cijfers.

De geaccumuleerde gecertificeerde zonnestroom capaciteit in de database van VertiCer ligt, bijvoorbeeld, voor eind november 2025, flink lager dan voor het momenteel nog veel te hoge niveau voor eind 2024 / begin 2025, op ruim 14,7 GWp. Wel is dat volume inmiddels voor het eerst iets hoger dan de huidig bekende accumulatie voor eind juli 2024, ruim een jaar eerder. De grootste project categorie (>1 MWp) zou een geaccumuleerd volume hebben bereikt van ruim 10 GWp, wat, by far, het grootste volume van alle grootte categorieën is, en ook zal blijven. De in een vorige update gemelde hoge capaciteits-toevoeging in het tweede kwartaal van 2024 is inmiddels uitgekomen op 984 MWp (pending latere updates), waarmee het record bij de netto kwartaal groeicijfers weer iets opwaarts is bijgesteld.

De in een vorige update gemelde nieuwe "anomalie", voor het nieuwe maand volume voor december 2024, is verder opgelopen, tot een "onmogelijke" netto aanwas van ruim 1.825 MWp in die maand. Dit heeft mede tot gevolg dat de 2e jaarhelft van 2024 een, gezien de markt omstandigheden onwaarschijnlijk, nieuw half-jaar record van, inmiddels, 2.118 MWp netto nieuwbouw zou hebben opgeleverd. Ook deze cijfers zullen zeer waarschijnlijk later aangepast gaan worden, ze zijn veel te hoog, en kunnen de werkelijke marktsituatie beslist niet illustreren.

Sinds 2006 is er voor bijna 60 terawattuur door VertiCer resp. haar voorgangers aan Garanties van Oorsprong (GvO's) uitgegeven aan gecertificeerde zonnestroom installaties. Ook hier worden, met name voor 2024, nog neerwaartse bijstellingen voor verwacht.


Bijstellingen - niets nieuws onder de zon

Benadrukt zal hier blijven worden, dat de voor sommigen (zelfs specialisten uit de zonnestroom sector) wellicht verwarrende, continu wijzigende maand-cijfers bij VertiCer, en haar rechtsvoorganger CertiQ, beslist géén "nieuw fenomeen" betreffen, ook al wordt regelmatig het tegendeel beweerd. Dit is altijd al staande praktijk geweest bij CertiQ, en wordt gecontinueerd onder rechtsopvolger VertiCer. Niet alleen werd dat zichtbaar in de soms fors gewijzigde cijfers in de herziene jaar rapportages tot en met het exemplaar voor 2019. Vanaf dat jaar zijn er echter helaas geen jaarlijkse revisies meer verschenen. In een tussentijdse analyse van oorspronkelijk gepubliceerde, en toen actuele, bijgestelde cijfers, werd al duidelijk, dat de databank van de destijds alleen onder TenneT vallende dochter continu wijzigingen ondergaat, zoals geïllustreerd in de Polder PV analyse van 4 november 2020. In dit opzicht, is er dan ook niets nieuws onder de zon. De wijzigingen zijn er altijd al geweest, alleen zijn ze inmiddels, met weliswaar de nodige moeite, regelmatig zichtbaar te maken, door de nieuwe wijze van rapporteren van VertiCer. De cijfermatige consequenties daarvan worden weer besproken in de huidige analyse.

Voordat we de huidige resultaten bespreken, blijft de belangrijke, al lang geleden door Polder PV geïntroduceerde, en tussentijds verder aangepaste disclaimer bij alle (zonnestroom) data van VertiCer / CertiQ recht overeind, en actueel:

* Disclaimer & verduidelijking: Status officiële VertiCer (ex CertiQ) cijfers
volgens maandelijkse rapportages !


I.v.m. omvangrijke toevoegingen sedert 2018 aan dit dossier (vrijwel exclusief gedreven door grote hoeveelheden, SDE gesubsidieerde, en gemiddeld genomen steeds groter wordende PV projecten), in combinatie met 3 ernstige data "incidenten" bij CertiQ (september 2017, juni 2019, resp. april 2020), die Polder PV meldde aan het bedrijf (waarna deels substantiële correcties werden gepubliceerd), sluit de beheerder van Polder PV niet uit, dat de huidige status bij rechts-opvolger VertiCer niet (volledig) correct zal kunnen zijn. Een vierde casus diende zich aan n.a.v. het februari rapport in 2021. Een volgende incident deed zich voor in de december rapportage van 2022. De grootste cijfer anomalie werd door Polder PV ontdekt in de rapportage over augustus 2024. Ook het bijgestelde, zeer hoge groei cijfer voor december 2024 (rapportage 2 juni 2025) lijkt op een zoveelste cijfer anomalie te wijzen. Hieruit blijkt inmiddels kristalhelder, dat (eventuele) data uitgangs-controles bij de netbeheerders richting VertiCer non-existent zijn, en/of onwerkzaam.

Met betrekking tot afgegeven Garanties van Oorsprong (GvO's), werd in de maart 2024 rapportage ook al een anomalie gevonden, die, bij navraag, wederom, op een ingave fout van een netbeheerder bleek te berusten (zie voetnoot in de april 2024 update). In de update van 4 november 2024 is helaas een nieuwe anomalie ontdekt, voor het uitgifte niveau in december 2023. Deze is kort daarna hersteld, maar voor augustus 2024 is wederom het uitgifte niveau voor de GvO's veel te hoog, en nog steeds niet hersteld.

Met name foute capaciteit opgaves van netbeheerders voor "kleinere" projecten kunnen, ondanks aangescherpte controles bij VertiCer, aan de aandacht blijven ontsnappen en over het hoofd worden gezien. Maar ook cijfermatige incidenten met opgaves van volumes van grotere projecten kunnen nog steeds niet uitgesloten worden. Deze laatsten zullen, indien onverhoopt optredend, hoge impact hebben op het volume aan maandelijkse toevoegingen, en ook, zei het in relatieve zin beperkter, invloed hebben op de totale accumulatie van gecertificeerde PV capaciteit aan het eind van de betreffende maand rapportage.

Hierbij komt ook nog het feit, dat ooit gepubliceerde volumes in de maandrapportages, al snel bijgesteld kunnen worden door continue toevoegingen en correcties voor de betreffende maanden, bij VertiCer. Wat de directe gevolgen daarvan zijn, vindt u grafisch geïllustreerd in het artikel gepubliceerd op 4 november 2020.

Voor 2020 en 2021 zijn de consequenties van deze continu optredende bijstellingen opnieuw berekend - in de rapportage voor december 2021. Deze bijstellingen werden in analyses van de maand rapportages tot en met 2022 bijgehouden door Polder PV, waaruit o.a. de meest actuele jaargroei volumes werden berekend.

Vanaf januari 2023 is er een complete revisie van de publicatie systematiek van CertiQ in gang gezet, later gecontinueerd onder de regie van rechtsopvolger VertiCer.

CertiQ heeft op basis van diverse opmerkingen en vragen van Polder PV over deze problematiek destijds stelling genomen met belangrijke achtergrond informatie over de totstandkoming van hun cijfers. Een nadere onderbouwing van de wijze waarop met correcties op data anomalieën wordt omgegaan, vindt u in het betreffende intermezzo in de rapportage voor november 2024.

Zie ook aangescherpte voorwaarden voor correcte invoer van installaties voor de VertiCer databank, gericht aan netbeheerders en meetbedrijven (bericht 6 september 2023). Hierbij is, voor meetprotocol-verplichte installaties achter grootverbruik aansluitingen (incl. alle SDE gesubsidieerde installaties), de datum van ondertekening van het meetprotocol door de producent gelijk aan de ingangsdatum van zijn productie-installatie, volgens de documentatie van VertiCer.

Het overzicht met de eerste, resp. gewijzigde cijfers voor november 2025 verscheen in de nieuwe, drastisch gewijzigde vorm op de website van VertiCer, op 1 december 2025. Referenties naar eerder verschenen historische data zijn uiteraard impliciet als CertiQ gegevens geanalyseerd, in oudere analyses.


2. Evoluties basis parameters

2a. Evolutie van drie basis parameters gecertificeerde PV-installaties VertiCer juli 2021 - november 2025

(Herziene) status tm. november 2025

In deze grafiek, met de meest recente actuele en gewijzigde data uit de 1 december 2025 rapportage van VertiCer, en deels oudere data uit de CertiQ updates, de stand van zaken vanaf juli 2021 tm. november 2025. De blauwe kolommen geven de ontwikkeling van de aantallen installaties weer (ref.: rechter Y-as), voorlopig culminerend in 35.064 exemplaren, begin december 2025. Wat, wederom, een netto negatieve groei weergeeft van 179 projecten** t.o.v. de status, eind oktober 2025 (gereviseerd, 35.243 exemplaren), en wat zelfs 1.554 exemplaren (4,2%) minder is dan het tot nog toe hoogste niveau (36.618 in, inmiddels, juli 2024, gereviseerd).

Er vindt dus, zo blijkt al een tijdje kristalhelder, in toenemende mate, een netto uitstroom van projecten plaats uit de VertiCer databank (per maand meer projecten uitgeschreven dan ingeschreven). Wel is er, t.o.v. het herziene eindejaars volume van 2022, netto bezien in kalenderjaar 2023 een groei geweest van 1.428 projecten in het VertiCer bestand (1 meer dan in vorige update). Wat 45% minder is dan de groei in 2022 (inmiddels op 2.592 nieuwe projecten; voor de half-jaar volumes, zie ook nieuwe half-jaar grafiek verderop).

In de gele kolommen (ref. rechter Y-as, in MWp) de bijbehorende geaccumuleerde gecertificeerde PV-capaciteit, die begin augustus 2024 weer verder is toegenomen, van 14.499 MWp in de vorige update, naar, inmiddels, 14.505 MWp. Dit kan uiteraard nog steeds / wederom verder gaan wijzigen in komende updates, zoals ook in alle vorige exemplaren is geschied. Afhankelijk van komende revisies van historische cijfers, lijkt de 10 GWp in dit grote PV dossier, in ieder geval inmiddels begin januari 2023 te zijn gepasseerd.

De opmerkelijke, forse wisselingen in de netto (overgebleven) volumes aan het eind van de laatste maanden, heeft uiteraard ook gevolgen gehad voor de systeemgemiddelde capaciteit, die eind maart 2024 weer flink lager is geworden, waar dit begin dat jaar nog een opvallende tóename was (groene curve). Na deze terugval, is in mei - juli 2024 het gemiddelde weer wat toegenomen.

Capaciteit verschillen lopen flink op

Eind 2022 is de geaccumuleerde capaciteit op een iets gewijzigd niveau gekomen van 9.838,9 MWp. In het eerste flink gewijzigde januari rapport voor 2023 was dat nog 9.409,3 MWp. Voor EOY 2022 is, in de loop van de tijd, dus bijna 430 MWp, 4,6% meer volume bijgeschreven dan oorspronkelijk gerapporteerd.

In nog extremere mate is het verschil bij de opgegeven EOY capaciteit voor kalenderjaar 2023. In de eerste rapportage voor eind december 2023 was er sprake van een cumulatie van 11.106,2 MWp. Dat is inmiddels gearriveerd op een veel hoger niveau, 12.648,9 MWp, een verschil van 1.543 MWp / 13,9%. Het is goed om deze flink opgelopen verschillen voor reeds "lang" verstreken jaren op het netvlies te blijven houden, want dit gaat natuurlijk ook geschieden met de cijfers voor 2024-2025. Als die tenminste een beetje "gesetteld" raken, want zelfs voor 2024 is dat nog volstrekt onduidelijk. Huidige status updates geven altijd een zeer voorlopige stand van zaken weer, en bevatten, zeker in het geval van 2024, ook nog zeer forse data fouten. De cijfers kunnen dan ook nog flink gaan wijzigen in latere rapportages.

Groei 2023 t.o.v. 2022 volume, nieuw jaargroei record houder bouwt positie verder uit

Met de huidige cijfers van de jaar volumes, is de voorlopige groei in het hele kalenderjaar 2023 2.809,9 MWp geweest. Dat geeft, in grote tegenstelling tot eerdere maandrapportages door Polder PV (in december 2023 rapportage nog slechts een jaar-aanwas van 1.298 MWp!), inmiddels een forse marktgroei t.o.v. de jaarlijkse aanwas in 2022, zelfs al weten we dat alle cijfers nog steeds regelmatig kunnen worden bijgesteld. In dezelfde periode in 2022 was het inmiddels geconsolideerde groei volume namelijk 1.991,6 MWp. De toename in 2023 is tot nog toe dus alweer ruim 41% hóger dan het nu bekende nieuwe volume in 2022 (in de update van december 2023 was het nog 34% láger!). Bij de aantallen nieuwe projecten was juist een zeer hoge netto negatieve groei vast te stellen uit de huidige cijfers (minus 45%). Deze combinatie is op zijn zachtst gezegd, "hoogst curieus", als je niet beter zou weten hoe deze cijfers tot stand komen. Want dat laatste heeft vooral te maken met een forse uitstroom van oudere projecten, die al een tijdje bij VertiCer de nieuwe instroom overvleugelt.

In ieder geval kan óók geconstateerd worden, dat 2023 al een tijdje onbetwist kampioen is geworden, en het nieuwe jaargroei record heeft, tot en met dat jaar. Het is voormalig kampioen 2020 (voorlopig laatst bekend groeicijfer: 2.436,9 MWp) inmiddels met een volume van bijna 373 MWp voorbijgestreefd, pending latere updates, waarvoor hoogstens kleine wijzigingen worden verwacht.

In de groene curve is de uit voorgaande parameters berekende systeemgemiddelde capaciteit voor de gehele, overgebleven gecertificeerde populatie PV-projecten bij VertiCer, in kWp (referentie linker Y-as) weergegeven. Dit blijft door de bank genomen almaar toenemen, en is sedert eind 2022 verder gegroeid, van 289 naar 357 kWp, eind 2023. In januari - februari 2024 nam dit flink toe, naar 394 resp. 398 kWp. Eind april nam dit echt weer stevig af, vanwege de toen doorgevoerde, forse neerwaartse capaciteits-bijstelling, en eindigde voorlopig op ruim 365 kWp gemiddeld. Vanaf mei steeg het weer naar 396 kWp in juli 2024. Ook dit niveau kan bij latere data bijstellingen weer wijzigen, zowel in negatieve, als in positieve zin.

Links in de grafiek vindt u ook de meest recent bekende EOY cijfers voor 2021 weergegeven. Die zijn net als in de vorige updates stabiel gebleven, inmiddels 31.438 projecten, respectievelijk, 7.847,3 MWp. Deze data zijn belangrijk voor de vaststelling van de aangepaste jaargroei cijfers voor 2022, zie paragraaf 3d. Het ziet er niet naar uit dat er nog substantiële wijzigingen in die eindejaars-cijfers zullen komen, op zijn hoogst nog marginale aanpassingen.

... (gigantische) anomalie in augustus - september rapportages inmiddels, in 2 grote stappen, in publiek toegankelijke data hersteld; meest recente cijfers & nieuwe anomalie december 2024

In augustus 2024 werd helaas weer een ronduit verbijsterend cijfer gemeld door VertiCer, wat met geen mogelijkheid verklaard kon worden, en wat als het grootste data incident in de lange historie (incl. rechtsvoorganger CertiQ) beschouwd kan worden in de solar statistieken. Hierover is uitvoerig gerapporteerd in een vorige maand update, en is vervolgens commentaar van VertiCer weergegeven in het intermezzo in deel II van die analyse. Met inmiddels alweer verder opgehoogde, en dus nog steeds ongeloofwaardige cijfers volgens de VertiCer tabel, een ongelofelijk volume van 18.773 MWp, wat een onwaarschijnlijke maandgroei van bijna 4,3 GWp in augustus zou geven. Uit de reactie van VertiCer blijkt, dat de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en accuraatheid van de aangeleverde cijfers bij de netbeheerders ligt, en moet Polder PV dus helaas vaststellen, dat er géén (effectieve) uitgangscontrole bij de netbeheerders is voor deze zeer belangrijke data. En dat, bovendien, een lang geleden aan Polder PV beloofde ingangscontrole bij VertiCer moet ontbreken, anders had deze enorme anomalie al snel opgemerkt geweest. Niets van dit alles, (enorm) foute ingaves van netbeheerders blijven dus nog altijd "ongeschonden" de publiek toegankelijke data van VertiCer in ernstige mate vervuilen. En van de daaruit volgende statistieken een puinhoop genereren.

In het september 2024 rapport was deze enorme anomalie helaas nog niet hersteld (met inmiddels weer bijgestelde gegevens nu 18.794 MWp). Vanwege deze onmogelijke waarden, heb ik destijds beide kolommen doorzichtig gemaakt en met een rood kader weergegeven. Kennelijk ook door aandrang van collegae bij Solar Magazine, is echter in de oktober rapportage eindelijk een eerste flinke correctie doorgevoerd. Begin november wordt nu nog "maar" een volume van 16.569 MWp in accumulatie gerapporteerd, maar ik vond het niveau in de vorige rapportages nog steeds "verdacht hoog". Het is dan ook niet verbazingwekkend, dat begin december de accumulatie verder neerwaarts werd bijgesteld, naar, inmiddels, nog maar 14.639 MWp, wat een "logisch volume" lijkt. Het ligt inmiddels 134 MWp boven het volume, eind juli 2024. Vermoedelijk is er tussentijds een tweede forse wijziging geweest, en was het volume ook voor eind oktober nog veel te hoog. Vandaar dat ik drie kolommen, met waarschijnlijk veel te hoge waarden, rood heb gemarkeerd in de grafiek (augustus tm. oktober). Of die tweede wijziging hetzelfde "project" is geweest wat kennelijk destijds foutief door een netbeheerder is aangemeld, of mogelijk zelfs een tweede (of nog meer) project(en), vertelt het verhaal verder niet. En is slechts voer voor puur giswerk, waar we verder niets mee kunnen, en wat dus een zinloze excercitie is.

De grootste wijzigingen m.b.t. de "augustus anomalie" worden vooral veroorzaakt door flinke neerwaartse bijstellingen voor de grootste project categorie (projecten groter dan 1 MWp), zie ook verderop bij segmentaties in paragraaf 4b).

Nieuwste anomalie: aanwas capaciteit december 2024

De merkwaardige cijfers blijven helaas terugkomen. Eind 2024 zouden we namelijk, na tussentijdse wijzigingen, in de huidige update een voorlopig eind-volume van 16.465 MWp hebben bereikt. Wat eind januari 2025 voorlopig zelfs op een onwaarschijnlijk niveau van ruim 17,3 GWp terechtkomt, en daarna weer stapsgewijs neerwaarts wordt bijgesteld, met tussentijdse verhogingen. Vreemde wijzigingen en accumulatie cijfers blijven dus, helaas, terugkeren in de cijfers van deze TenneT/Gasunie dochter. Het is zeer lastig om hier het hoofd koel bij te houden, en om "logische trends" in de continu wijzigende cijfers te ontdekken.

Als gevolg van de veel te hoge capaciteiten in augustus tm. oktober, en de wél "logische" aantallen netto overgebleven geregistreerde projecten in die maanden, is de daar uit berekende systeemgemiddelde capaciteit natuurlijk ook véél te hoog (groene curve, incorrecte volumes van 513 resp. 454 kWp gemiddeld per project weergevend in die maanden). In november 2024 zijn we eindelijk weer teruggekeerd naar "enigszins normale" verhoudingen. Het project gemiddelde kwam toen op een "geloofwaardig" niveau van bijna 402 kWp. Vanaf december 2024 lijkt, ondanks de zeer forse bijstelling voor die maand, voor het project gemiddelde de normale routine weer een paar maanden te zijn teruggekeerd, met aan het eind van die maand een netto project gemiddelde capaciteit van 453 kWp. Eind januari 2025 steeg het naar 477 kWp, viel eind februari terug, nam weer toe tm. eind april (452 kWp), om, in juli 2025 weer flink terug te vallen, en na enkele relatief stabiel gebleven maand updates, eind november voorlopig te eindigen op een duidelijk lager niveau, 419 kWp.

Dat gemiddelde staat wel steeds duidelijker onder invloed van de fors lagere aantallen netto geregistreerde projecten. Hoe meer (kleine) installaties uitgeschreven zullen worden, hoe hoger de te verwachten gemiddelde capaciteit van de overgebleven populatie zal worden. Zeker in combinatie met de blijvende schaalvergroting bij nieuwe, de databank van VertiCer instromende projecten, zal dat het gemiddelde op termijn vermoedelijk weer omhoog gaan drijven.

Afnemende capaciteit in VertiCer databank?

De laatste 5 maandrapportages laten duidelijk minder grote capaciteits-cijfers zien dan in de voorgaande maanden. Dit kan natuurlijk gerelateerd zijn aan de al langer zichtbare, zeer duidelijke trend van de netto afnemende aantallen registraties bij VertiCer, waarmee uiteraard ook, de facto, capaciteit uitgeschreven wordt. Omdat er veel problemen zijn met de actuele capaciteits-cijfers, is hier echter nog niets met zekerheid over te zeggen. Pas als er gedurende langere tijd duidelijk lagere capaciteiten resteren, kunnen we (ook) voor het bij VertiCer overgebleven, netto geregistreerde vermogen spreken over een neerwaartse trend.

** Beter: "het netto overblijvende nieuwe volume, wat het verschil is tussen de (niet qua volume geopenbaarde) uitschrijvingen en de volumes aan nieuwe inschrijvingen".

2b. Evolutie van drie basis parameters gecertificeerde PV-installaties VertiCer EOY 2009 - 2025

Ik geef hieronder de volledig gereviseerde grafiek met de evolutie van de eindejaars-accumulaties weer. Hierbij is gebruik gemaakt van een separaat verschenen historische update (24 augustus 2024), van de oudere jaargangen, destijds gepubliceerd in CertiQ rapportages, waarin alleen zeer marginale wijzigingen zijn te vinden, en die dus nauwelijks effect hebben gehad op de hoogte van de kolommen. En waarbij de nu bekende, inmiddels deels weer gewijzigde cijfers in het november 2025 rapport van VertiCer, voor de jaren 2021 tm. 2024, en, voor het eerst sinds de update van augustus, ook voor de groei in de eerste 11 maanden van 2025, zijn opgenomen. De cijfers voor 2023 en later zijn uiteraard nog zeer voorlopig en kunnen nog behoorlijk gaan wijzigen in komende updates (gearceerde kolommen). Het capaciteits-cijfer voor 2024 heeft inmiddels een veel realistischer niveau bereikt in vergelijking met de evident foutieve waardes in de augustus-oktober rapportages in dat jaar, vandaar dat ik de laatste kolom voor de capaciteit, weliswaar gearceerd (zeer voorlopige cijfers), weer in normale kleurstelling heb weergegeven. Echter, vanwege de onwaarschijnlijke hoge actuele opgave voor eind december, zal in ieder geval voor de capaciteit, het huidige cijfer drastisch neerwaarts aangepast gaan worden. De data voor 2025 zijn met open kolommen resp. cirkel weergegeven, omdat ze (a) nog onvolledig zijn, en (b) ze nog fors bijgesteld zullen gaan worden.

De tweede grafiek in deze sectie geeft niet de maandelijkse progressie (paragraaf 2a), maar de evolutie van de eindejaars-accumulaties van 2009 tm. 2024, en, achteraan, de eerste 11 maanden van 2025 weer, met alle ondertussen weer gewijzigde data in de huidige VertiCer update. De opbouw van de grafiek is vergelijkbaar met die voor de laatste maand-cijfers, maar om alle data in 1 grafiek te krijgen zonder extreme verschillen, is de Y-as voor alle drie de parameters hier logarithmisch gekozen. Het aantal installaties is fors toegenomen, van 3.767 exemplaren, eind 2009, naar 34.030, eind 2022, resulterend in een Compound Annual Growth Rate (CAGR) van gemiddeld 18,4% per jaar in 2009-2022. Eind december 2023 staat de teller alweer op 35.458 projecten; de CAGR voor de periode 2009-2023 heeft, met de nog voorlopige data voor met name 2023, een gemiddelde van 17,4% per jaar.

Bij de capaciteits-ontwikkeling is het echter nog veel harder gegaan. Deze nam toe van 18,7 MWp, eind 2009, tot alweer 9.838,9 MWp, eind 2022. Resulterend in een byzonder hoge CAGR, van gemiddeld 61,9% per jaar (!). Wel begint er, voorstelbaar, na zo'n langdurige, spectaculaire groei periode, een afvlakking zichtbaar te worden in de expansie. Wat veel te maken heeft met overal optredende problemen met beschikbare netcapaciteit, gestegen project kosten, forse competitie met andere CO2 besparende opties binnen de nieuwste SDE regelingen, diverse verzwarende omstandigheden voor planning en realisatie van nieuwe projecten (verzekeringen, participatie trajecten, eisen m.b.t. aansluiting en ecologie), beschikbaar personeel, etc. Eind december 2023 is de capaciteit fors doorgegroeid naar een voorlopig volume van 12.648,9 MWp, resulterend in een voorlopige CAGR van gemiddeld 59,3% per jaar, in de periode 2009-2023. Hierbij moet ook worden vermeld, dat het eindejaars-cijfer voor 2023 fors is bijgesteld in eerdere updates van VertiCer. Vermoedelijk is er toen veel capaciteit bijgeschreven na de nodige vertragingen in de administratieve verwerking ervan.

Historische bijstellingen

Dat de cijfers in de databank behoorlijk worden bijgesteld, bezien over een langere periode, laten de nu actuele eindejaars-cijfers voor 2021 weer goed zien. Die zijn al langere tijd vrijwel ongewijzigd, namelijk 31.438 installaties, en een verzamelde capaciteit van 7.847,3 MWp. In het "klassieke" maandrapport voor (eind) december 2021, alsmede in het gelijktijdig verschenen eerste jaaroverzicht, waren die volumes nog maar 30.549 installaties, resp. 7.417,8 MWp. In de laatste cijfer updates zijn de verschillen t.o.v. de oorspronkelijke, "klassieke" maandrapport opgaves van, destijds, CertiQ, derhalve, opgelopen tot 2,9% (aantallen), resp. bijna 5,8% (capaciteit). Uiteraard hebben deze continu voorkomende bijstellingen ook gevolgen voor de uit de EOY cijfers te berekenen jaargroei volumes (YOY).

Uit voorgaande twee parameters werd door Polder PV weer de gemiddelde systeem-capaciteit aan het eind van elk kalenderjaar berekend (groene curve in bovenstaande grafiek). Ook deze nam spectaculair toe, van slechts 5,0 kWp, eind 2009 (bijna uitsluitend kleinere residentiële installaties), tot alweer 356,7 kWp, eind 2023 (bestand VertiCer inmiddels gedomineerd door duizenden middelgrote tot zeer grote projecten incl. zonneparken). Een factor 72 maal zo groot, in 14 jaar tijd. Wat de enorme schaalvergroting in de projecten sector goed weergeeft.

2024

Rechts in de grafiek zijn ook de, nog premature, cijfers voor eind december 2024 getoond, met een waarschijnlijk "logisch", doch beslist nog niet definitief aantal van, resterend, 36.372 installaties. Inmiddels resulterend in een voorlopige netto toename van 914 projecten in een jaar tijd (in een vorige update was dat nog een netto verlies van 221 projecten) sedert eind 2023. En met een bijgesteld, maar, op basis van andere marktcijfers, zeer waarschijnlijk véél te hoog volume van 16.465 MWp (NB: in een vorige update nog "slechts" 14.929 MWp!) voor de capaciteit, waaraan sowieso al flinke correcties zijn voorafgegaan, na de al eerder gememoreerde "augustus anomalie". Dit resulteert voorlopig in een systeemgemiddelde capaciteit van 453 kWp, beduidend hoger dan de 357 kWp eind 2023.

Voor de nog zeer voorlopige, vermoedelijk foutieve eindstand van 2024 zou de CAGR over de periode 2009-2024 inmiddels in een nog steeds respectabele gemiddelde toename van 16,3% per jaar voor de aantallen projecten. Een percentage, wat echter onder druk komt te staan door de netto uitstroom verliezen bij VertiCer. Voor de capaciteit komt de CAGR in de periode 2009-2024 inmiddels uit op een gemiddelde groei van 57,1%/jaar. Een percentage wat waarschijnlijk neerwaarts bijgesteld zal moeten worden, gezien de reeds vastgestelde, nog niet herstelde "december 2024 anomalie".

Sowieso zal er voor kalenderjaar 2024 nog veel volume bijgeschreven en gewijzigd gaan worden in de vervolg rapportages in het nieuwe jaar. En ook de data voor de eerste maanden van 2024 zullen daarbij nog flink worden bijgesteld.

De eerste, alweer gewijzigde resultaten voor januari tm. november 2025 heb ik achteraan in open kolommen weergegeven. Het netto aantal overgebleven projecten zou begin december, met 35.064 exemplaren, nog steeds ónder het niveau van eind 2023 zijn gebleven (35.458). Bij de capaciteit, 14.696 MWp, ligt het echter al flink bóven het eindejaarsvolume van 2023. Het systeemgemiddelde vermogen zou zijn gedaald naar 419 kWp, maar omdat die berekende waarde van 2 input cijfers afhankelijk is, die nog in beide richtingen kunnen wijzigen, zegt dat nog niet zoveel.

Waar dat alles zal "eindigen", inclusief nog te verwachten andere correcties, is nog een niet te beantwoorden vraag. Er komen in ieder geval nog flink wat aanvullingen en wijzigingen aan voor zowel 2024 als 2025 aan. Veel vragen kunnen nog niet worden beantwoord op basis van deze vaak grillig verlopende cijfers. Nederland is immers Duitsland niet, waar álle solar statistieken actueel, en grondig worden bijgehouden, geregeld bij Wet.


3. Maandelijkse, kwartaal-, half-jaar- en jaarlijkse toenames aantallen en capaciteiten bij VertiCer

3a. Maandelijkse toenames van aantallen en capaciteit van gecertificeerde PV-installaties VertiCer augustus 2021 - november 2025

Ook al moet ook bij deze grafiek de blijvende waarschuwing, dat de cijfers nog lang niet zijn uitgekristalliseerd, en we nog de nodige bijstellingen kunnen verwachten, de trend bij de nieuwe (netto) aantallen projecten door VertiCer, en rechtsvoorganger CertiQ, geregistreerd van maand tot maand, laten, ook in de huidige versie van november 2025, een zeer duidelijke afkoeling van de PV-projectenmarkt zien sedert de zomer van 2021. Dit heeft deels te maken met het feit, dat er netto bezien, per maand, steeds meer (oudere) projecten uitstromen bij VertiCer, dan er nieuw worden gerapporteerd en opgenomen in de databank.

In de grafiek is tevens met Excel een voortschrijdend gemiddelde trendlijn (gestippeld) berekend, met een periode van een jaar (12 maanden), die de neerwaartse trend goed weergeeft.

Werden er in januari 2022 nog netto 385 nieuwe gecertificeerde PV-projecten bijgeschreven, is dat in de rest van het jaar al zeer duidelijk minder geworden, en vanaf augustus dat jaar zelfs zeer sterk "afgekoeld". Met wat ups en downs, is het laagste volume in dat jaar voorlopig bereikt in november 2022, met 107 (netto) nieuwe installaties. Daarna veerde het weer even op, daalde stapsgewijs, leidde tijdelijk tot een inmiddels licht positieve groei van netto 25 nieuwe projecten in augustus 2023 en verdere positieve groei in september tm. december. In 2024 zijn de aanwas cijfers per maand tm. juli in de update van maart 2025 voor het eerst netto, in de eerste updates ook vaak negatief, al in de plus geraakt, al liggen ze op een zeer "bescheiden" niveau. De aanwas cijfers voor de resterende maanden in 2024, en de eerste voor 2025, zijn nu nog negatief, maar wel weer minder sterk dan in de vorige update. Januari tm. november 2025 startten met de eerste waarde ook flink onder de nullijn, met, inmiddels weer gewijzigd, netto minus 30, -38, -38, -63, -73, -130, -182, -206, -165, -204, resp. -179 projecten. Ook dat kan / zal waarschijnlijk in latere updates omslaan in positieve, doch relatief lage groei.

Eerder getoonde negatieve groeicijfers voor 2023 zijn inmiddels, zoals gebruikelijk, omgezet in positieve aanwas, a.g.v. de voortdurend wijzigende historische cijfers in de VertiCer bestanden. In de huidige, november 2025, update zijn in totaal voor 24 maanden de waarden inmiddels weer aangepast sinds het exemplaar tm. oktober. De oudste, kleine wijzigingen zijn voor april 2022, resp. september 2023 (beiden 1 project toegevoegd). Ook alle recentere maanden hebben gewijzigde cijfers gekregen sedert de vorige update. Het volume voor de maanden januari tm. oktober 2025 is ook gewijzigd (minder negatieve groeicijfers), november is, met een nu nog flink negatief groeicijfer, toegevoegd.

Al zullen de meeste maandwaarden in positieve zin ombuigen in latere updates, zoals in het recente verleden is geschied, de trend is bij de aantallen onmiskenbaar: er worden, netto bezien, nog maar relatief weinig netgekoppelde projecten bijgeschreven bij VertiCer, per maand. Dit is goed te zien in de aan de grafiek toegevoegde trendlijn met het voorschrijdend gemiddelde. Een van de belangrijkste redenen zal zijn, dat er een toenemend aantal uitschrijvingen uit de databank van de TenneT / Gasunie dochter is begonnen, die de instroom (tijdelijk) afremt of zelfs overvleugelt. Waarschijnlijk is de oorzaak de beginnende uitval van de oudste onder SDE 2008 tm. 2010 gesubsidieerde kleine projectjes, die immers 15 jaar subsidie konden genieten. Voor de kleinste, residentiële installaties moet die uitschrijving wel actief geschieden, anders blijven ze in het VertiCer bestand aanwezig. Eenzelfde lot gaat volgend jaar de overgebleven beschikkingen uit de SDE 2011 overkomen. We moeten gaan zien hoe het verloop bij de aantallen zich ontwikkelt, nu de subsidie termijn voor de eerste projecten reeds is verstreken, of aan het aflopen is. Uiteraard betekent uitschrijving uit de VertiCer databank verder beslist niet dat de betreffende projecten fysiek zijn, of worden verwijderd. Ze kunnen nog vele jaren lang met een aardig rendement worden ge-exploiteerd door de eigenaren, zonder SDE-gerelateerde inkomsten, gezien de fysieke levensduur van ver over de 25 jaar van de PV generatoren. Hier is byzonder weinig zicht op, cijfers over het al of niet verder exploiteren van deze oudere projecten ontbreken in het geheel in statistiek moeras Nederland, en officiële, harde stats rond formeel "afgevoerde" installaties, zijn non-existent (behalve bij Polder PV, voor de afgevoerde grotere projecten die hij kent).


Een vergelijkbare grafiek als voor de aantallen (vorige exemplaar), maar ditmaal de ermee gepaard gaande netto maandelijkse toename (of tijdelijke, soms zelfs dramatische afname) van de capaciteit van gecertificeerde PV-projecten, in MWp. In een vorige update is de Y-as fors aangepast, al vallen er nog steeds extremen buiten de nieuwe grenzen. En ook ditmaal is een trendlijn met het voortschrijdend gemiddelde (periode 12 maanden), als een rode stippellijn, toegevoegd.

De evolutie laat een nogal afwijkend, zo u wilt, zeer chaotisch beeld t.o.v. dat bij de aantallen zien, met sterk fluctuerende verschillen tussen de maanden onderling. Ik heb dit exemplaar dan ook al langere tijd als koosnaampje de "chaosgrafiek" toebedeeld.

Ook deze vaak al flink aangepaste maand waardes kunnen uiteraard naderhand nog worden bijgesteld. Als voorbeeld: de "netto negatieve groei" in september 2022, al gesignaleerd in het januari 2023 rapport, is uiteindelijk in latere updates in ieder geval omgeslagen in "normale, positieve groei", van, inmiddels, 74,1 MWp. Door de extreem wisselende trend van de maandelijkse aanwas cijfers, is zelfs de trendlijn zeer grillig, en wordt deze ook in bovenmatige zin ernstig verstoord door de augustus 2024 anomalie, en de sterk negatieve "bijstelling" in juli 2025.

Bizarre nieuwe pieken voor eerste maand in jaren 2023 en 2024

Zoals al bij de eerst-rapportage gemeld (jan. 2024 rapport), is er een exceptioneel verschijnsel zichtbaar voor de maand januari 2023. Die maand had al lang de hoogste piekwaarde ooit meegekregen, en is in veel latere maandrapportages continu bijgeplust, tot het in het december 2023 rapport een al zeer hoog volume bereikte van 433 MWp. In het "klassieke" CertiQ december rapport van 2022 was nog een zeer hoge november piek zichtbaar bij de capaciteit. Het lijkt er op, dat een groot volume daarvan naar het begin van het nieuwe jaar is geschoven (de vermoedelijke feitelijke datum van netkoppeling). Ook in januari 2022 zagen we eerder al een "nieuw-jaars-piek", maar die is duidelijk kleiner, inmiddels neerkomend op 307 MWp nieuw volume (ongewijzigd in de laatste updates).

In de rapportage van januari 2024 is dat al hoge volume opeens extreem opgehoogd naar 770 MWp, en is dat momenteel aanbeland, bij 804 MWp in de huidige november 2025 update.

Tweede en derde groei piek & "negatieve pieken"

En dat is nog niet alles, want hetzelfde is geschied met het nieuwe volume voor januari 2024. Dat was in de update voor die maand nog een negatieve groei van -84,6 MWp. In de februari 2024 rapportage sloeg dat in een keer om in een "record positieve aanwas" van 973 MWp, wat inmiddels in de huidige update nog verder is opgehoogd, naar alweer 1.468 MWp (buiten de huidige Y-as vallend). Een onwaarschijnlijk hoog volume waar Polder PV, net als bij de vorige piek voor januari 2023, geen plausibele verklaring voor heeft. Ik heb in een eerste rood omkaderd venster aangegeven dat het bij beide maandgroei pieken om "uitzonderlijke", vooralsnog onverklaarbare volumes gaat.

Voor februari 2023 was er aanvankelijk een magere positieve groei van 28,1 MWp positief. Deze sloeg echter in de maart rapportage in dat jaar om in een enorme negatieve bijstelling van 316 MWp negatief (!), bij een netto aanwas van 65 nieuwe projecten. In de april 2023 update was er een marginale opwaartse correctie naar -312 MWp. In de rapportages voor mei 2023 tm. november 2025 is de negatieve "groei" verder fors geslonken naar minus 202 MWp.

In een vorige rapportage (maart 2024) heeft dit proces zich herhaald, voor het eerste groeicijfer voor die maand. Terwijl de groei in februari 2024 evolueerde van een "bescheiden" negatieve 11,7 MWp naar een inmiddels "normale" positieve 180 MWp, kwam maart opeens met een record negatief groei volume van -1.141 MWp (!). Dat is in de huidige, november 2025 update, weliswaar verminderd, maar is nog steeds sterk negatief (-934 MWp). Ook deze extreme netto negatieve groei is zeer slecht verklaarbaar. Of het moet een verder niet door VertiCer toegelichte "correctie" betreffen van het veel te hoge volume in januari dat jaar.

Het eerste beschikbare "groei" cijfer voor april 2024 was ook negatief, maar niet zo extreem als in de voorgaande maand, -219 MWp. Dit is inmiddels weer minder sterk negatief geworden, in het november 2025 rapport neerkomend op een negatieve aanwas van -118 MWp. De verwachting is dat dit volume nog opwaarts aangepast zal gaan worden.

Mei 2024 verraste weer in twee opzichten. Ten eerste, was het eerst gepubliceerde aanwas volume meteen al fors positief was, netto 198 MWp, wat tot de oktober update langzaam doorgroeide naar 208 MWp. In de november 2024 update, echter, is er een enorm volume bijgeplust, en zou de netto aanwas inmiddels zelfs neerkomen op 945 MWp, op een 4,5-voudig niveau t.o.v. de oktober update. Ook dit is weer een raadselachtige wijziging, zonder plausibele verklaring.

Juni en juli 2024 begonnen weer op een negatief niveau, maar hebben inmiddels ook positieve aanwas cijfers (158, resp. 158 MWp).

Zoals al vaker gemeld, kunnen de redenen voor zulke, soms aanzienlijke bijstellingen, en, meestal tijdelijk, zelfs fors negatieve, of positieve netto groei cijfers, zeer divers zijn, zoals destijds gerapporteerd door CertiQ na vragen van Polder PV daar over (artikel 16 januari 2023). Mogelijk zijn er, daar bovenop, deels forse correcties doorgevoerd van foutieve opgaves, al zullen we nooit weten wat precies de oorzaken zijn geweest van deze, hoge impact hebbende, merkwaardige data updates.

Augustus anomalie met gigantische impact - waarschijnlijk in twee stappen hersteld

De eerder al meermalen vermelde, grote anomalie in het augustus 2024 rapport van VertiCer heeft natuurlijk een enorme impact bij de afgeleide maandgroei cijfers. Volgens de huidige data, in het november 2025 rapport, zou namelijk in augustus een groei opgetreden zijn van 4.289 MWp. Dat is, hoe je het ook wendt of keert, een volslagen onmogelijk groeicijfer en moet op een zeer ernstige fout bij VertiCer en/of (een) data aanleverende netbeheerder(s) berusten†. Deze enorme fout is zichtbaar gebleven in de september- en oktober 2024 updates. Kennelijk is of zijn de fout(en) in twee stappen hersteld, in de oktober update ging er zeer veel volume van af, en ook in de update van november is er weer een substantieel volume verwijderd, waardoor de accumulatie op een "meer normaal" niveau is gekomen. U vindt die aanzienlijke bijstellingen onder de betreffende maand aanwas cijfers, als negatieve volumes van -2.206 resp. -1.930 MWp. Maar het aanwas volume voor augustus staat nog steeds op de onwaarschijnlijk hoge omvang, de betreffende kolom is dan ook doorzichtig gemaakt en rood omlijnd, met een extra commentaar venstertje.

Het beknopte antwoord van VertiCer, met vérstrekkende consequenties voor de betrouwbaarheid van hun (actuele) statistieken, is besproken in een apart intermezzo in het vervolg artikel van een vorige analyse, door Polder PV.

Na augustus blijvend verrassingen

September 2024 begon met minus 86 MWp, wat inmiddels minder negatief is geworden, -18,9 MWp. De verwachting is, dat dit in komende updates opwaarts zal worden aangepast, en mogelijk zelfs positief zal gaan worden, zoals in de "normale historie" van de VertiCer records.

December 2024 verraste weer in positieve zin, met een direct al hoog "start" volume wat in de april 2025 update nog neerkwam op 486 MWp. In de mei 2025 update is dat echter plotsklaps ruim ver-drie-voudigd, en komt inmiddels, in de november 2025 rapportage, op een zeer onwaarschijnlijk hoge aanwas van ruim 1.825 MWp. Een vrijwel onmogelijk nieuw volume in een maand tijd, in tijden van structurele netcongestie.

2025

Januari 2025 zat van meet af aan al hoog in de boom, en zit momenteel al resp. 857 MWp in de plus.

Daarna kwam in februari 2025 met een grote verrassing: het inmiddels weer marginaal bijgestelde volume voor die maand is wederom zeer sterk negatief, een netto groei van -1.597 MWp. Inmiddels kijkt Polder PV nergens meer van op, en moeten we dergelijke extreme wisselingen in de maandgroei cijfers bij VertiCer dus gewoon "voor lief" gaan nemen. Gelukkig is het eerste maandgroei cijfer voor maart niet al te schokkend, na de eerste entry (-18,5 MWp), is deze recent op een, geringe, positieve groei van, inmiddels, 91,3 MWp beland. April 2025 begon meteen sterk positief, en vertoont inmiddels een groei van 556 MWp. Mei en juni 2025 begonnen beiden weer negatief, met in de huidige update een netto aanwas van -167 resp. -2,0 MWp. Juli verraste weer, met een start volume van 1.422 MWp in de min, inmiddels minder sterk negatief, -1.358 MWp. Mogelijk zit hier al een correctie voor eerdere, veel te hoog opgegeven (positieve) volumes in verwerkt (?). Ook augustus tm. oktober 2025 startten aan de onderzijde van de X-as, met (inmiddels) minus 82,3, -59,8, resp. -34,0 MWp. November, tot slot, begon meteen positief, met een netto aanwas van 26,8 MWp.

Zeer forse wijzigingen in VertiCer data

In het tabelletje hier onder heb ik, voor 2023 en 2024, en voor de eerste 11 maanden van 2025, de wijzigingen tussen de oorspronkelijk gepubliceerde groeicijfers per maand en de huidige, meest recent bekende weergegeven. Waar duidelijk de, soms zeer forse, continue veranderingen uit blijken die in het VertiCer dossier worden doorgevoerd, in de loop van de tijd. Achteraan cursief weergegeven = wijziging sedert de update van oktober 2025. Voor 2023 is alleen het volume voor september iets gewijzigd, vanaf januari 2024 is het volume voor alle maanden sedert de vorige update herzien.

  • januari 2023 354,4 MWp >>> 803,5 MWp
  • februari 2023 28,1 MWp >>> -202,4 MWp
  • maart 2023 197,4 MWp >>> 342,8 MWp
  • april 2023 -15,4 MWp >>> 206,7 MWp
  • mei 2023 -0,2 MWp >>> 182,7 MWp
  • juni 2023 -0,7 MWp >>> 157,0 MWp
  • juli 2023 -14,6 MWp >>> 134,1 MWp
  • augustus 2023 -25,5 MWp >>> 177,9 MWp
  • september 2023 -41,6 MWp >>> 227,5 MWp
  • oktober 2023 82,7 MWp >>> 219,2 MWp
  • november 2023 -60,2 MWp >>> 173,6 MWp
  • december 2023 -52,5 MWp >>> 387,4 MWp

  • januari 2024 -84,6 MWp >>> 1.467,6 MWp
  • februari 2024 -11,7 MWp >>> 180,3 MWp
  • maart 2024 -1.140,9 MWp (!) >>> -934,0 MWp
  • april 2023 -218,5 MWp >>> -118,1 MWp
  • mei 2024 198,4 MWp >>> 944,5 MWp
  • juni 2024 -20,0 MWp >>> 157,7 MWp
  • juli 2024 -55,9 MWp >>> 158,0 MWp
  • augustus 2024 4.175,7 MWp >>> 4.289,3 MWp (volstrekt onmogelijke opgaves !)
  • september 2024 -86,0 MWp >>> -18,9 MWp
  • oktober 2024 -2.655,0 MWp >>> -2.206,1 MWp
  • november 2024 -2.058,3 MWp >>> -1.929,9 MWp (okt. & nov. vermoedelijk forse correcties op foute augustus ingave)
  • december 2024 450,9 MWp >>> 1.825,3 MWp (onwaarschijnlijk! NB: in april 2025 update nog slechts 485,5 MWp!)

  • januari 2025 557,7 MWp >>> 857,0 MWp
  • februari 2025 -1.716,3 MWp >>> -1.597,0 MWp
  • maart 2025 -18,5 MWp >>> 91,3 MWp
  • april 2025 414,1 MWp >>> 556,1 MWp
  • mei 2025 -355,7 MWp >>> -166,6 MWp
  • juni 2025 -123,4 MWp >>> -2,0 MWp
  • juli 2025 -1.422,3 MWp >>> -1.358,4 MWp
  • augustus 2025 -114,7 MWp >>> -82,3 MWp
  • september 2025 -101,1 MWp >>> -59,8 MWp
  • oktober 2025 -150,6 MWp >>> -34,0 MWp
  • november 2025 eerste opgave 26,8 MWp

In de huidige update zijn voor in totaal 24 maanden de nieuwe capaciteit volumes inmiddels weer, allemaal opwaarts, aangepast sinds het exemplaar tm. oktober 2025, voor 1 maandrapportage in zowel 2022 als voor 2023, alle 12 maanden in 2024, en voor januari tm. oktober 2025. De augustus 2024 opgave is en blijft onmogelijk, en berust op (een) enorme blunder(s) bij de data verstrekkende netbeheerder(s). De negatieve groei in september van dat jaar is al wat minder geworden. Oktober en november beginnen met de grootste netto negatieve groei cijfers ooit gedocumenteerd, ook al zijn ze later wat bijgesteld, en zijn vermoedelijk forse correcties voor de evident foute opgave in het augustus rapport. Ook het nieuwe, hoge volume van ruim 1,8 GWp voor december 2024 is zeer waarschijnlijk incorrect. Althans: kan nooit de marktgroei in die maand weergeven. Januari 2025 startte verrassend met een netto hoog positief volume, februari van het nieuwe jaar echter weer, "extreem negatief". Maart 2025 startte met een relatief lage negatieve groei, wat inmiddels is omgeslagen in bescheiden positieve aanwas. April 2025 begon weer met een hoge positieve aanwas, mei en juni juist met een flinke negatieve groei. Het startvolume voor juli 2025 is weer bizar hoog in negatieve zin, een netto negatieve groei van -1,36 GWp, en ook augustus tm. oktober begonnen met flink negatieve volumes. Positieve uitzondering daar weer op is november, wat met een licht positieve groei startte.

Bij de jaargroei volumes komen we inmiddels op een groei uit van bijna 1.992 MWp voor 2022. Voor 2023 was de groei in een recente update nog maar 1.298 MWp (en daarmee fors lager dan 2022), maar mede door de bizarre toename in januari, en de daar op volgende extra wijzigingen, is de jaargroei voor 2023 inmiddels stevig bijgesteld, naar een record jaarvolume van momenteel bijna 2.810 MWp. Wat inmiddels 41,1% hóger is, dan in 2022. Bij de aantallen was er een groot negatief verschil, 44,9% minder netto nieuwe projecten in 2023 (1.428), dan de 2.592 exemplaren in 2022.

De meest waarschijnlijke oorzaak van de verschillen tussen de aantallen en capaciteiten in deze 2 jaren, is de flinke terugval in aanwas cijfers bij de aantallen, grotendeels veroorzaakt wordt door wegval van (SDE gesubsidieerde) kleine installaties, en dat alleen nog maar grote(re), inclusief nieuw toegevoegde, projecten overblijven, die een zwaar stempel op de nieuwe, en de geaccumuleerde capaciteit zijn gaan zetten.

2024 komt, vooral door de zeer hoge aanpassing voor december, en de daar op volgende wijzigingen, momenteel op een volstrekt onwaarschijnlijk jaargroei volume uit van 3.816 MWp, wat zelfs bijna 36% hoger zou zijn dan het recordjaar 2023. Dit is de facto onmogelijk, en zal vermoedelijk flink aangepast gaan worden in komende updates. Een "nieuwe anomalie" lijkt alweer haar intrede te hebben gedaan, in de solar cijfers van de VertiCer databank.

3b. Kwartaal groeicijfers QIV 2021 - QIV* 2025

In een eerdere update heb ik de kwartaal cijfers weer van stal gehaald en in grafiek weergegeven tm. de toen net "volledig", geworden cijfers voor de kwartalen QIV 2021 tot en met QI 2023. In het huidige exemplaar heb ik de soms weer licht gewijzigde data gebruikt, en nog lang niet definitief vastgestelde, ook aangepaste resultaten voor QII 2023 tot het eerste resultaat voor QIV 2025 rechts toegevoegd. Met name de volumes van de meest recente kwartalen zullen nog flink wijzigen, gezien de continue wijzigingen in door Polder PV bijgehouden data historie van VertiCer en haar rechts-voorganger CertiQ. De grote anomalie voor de capaciteit in augustus 2024 heeft ook hier een enorme impact, en is dan ook wederom in een aparte kleurstelling in de betreffende kolom weergegeven ("kan niet" / geeft absoluut niet de feitelijke marktontwikkeling weer).

Ook voor deze grafiek is de Y-as aangepast, en zijn voor zowel de aantallen (blauwe stippellijn) als voor de capaciteit (rode stippellijn) trendcurves voor de voortschrijdende gemiddeldes ingetekend. Deze hebben ook een periode van 1 jaar (4 kwartalen).

Wederom met bovengenoemde disclaimer in het achterhoofd, waardoor de verhoudingen tussen kwartalen onderling dus ook nog lang niet vaststaan (deze zijn sowieso al aanzienlijk gewijzigd in recente updates), lijkt een conclusie wel al duidelijk getrokken te kunnen worden: Met name de aantallen netto nieuw geregistreerde PV projecten per kwartaal, zijn sinds het laatste kwartaal van 2021 in globale zin stapsgewijs beduidend verminderd. Het aantal nieuwe projecten per kwartaal is afgenomen van, momenteel, 903 exemplaren in QIV 2021, tot nog maar 452, met de nu bekende cijfers, voor QIV 2022, toegenomen naar 596 exemplaren in het eerste kwartaal van 2023, waarna het een bodem bereikte in QIII 2023 (157 netto nieuwe exemplaren). QIV 2023 zit momenteel op een plus van 342 nieuwe projecten. QI 2024 vertoont, mede door de bizarre negatieve groei in maart, en de later komende correcties, inmiddels, na een periode van netto negatieve aanwas, een positieve groei van netto 636 projecten. QII 2024 had in een vorige update nog een netto negatieve groei van 37 projecten, maar dat is in de december 2024 tm. november 2025 updates inmiddels omgeslagen in een netto positieve groei van 435 stuks. Wat ongetwijfeld nog verder bijgesteld zal gaan worden, in positieve zin.

Hetzelfde geldt voor QIII 2024, met in de huidige update een lichte, netto positieve aanwas van 62 projecten, in een vorige update was dit nog een licht negatieve netto groei. Het inmiddels ook weer aangepaste volume voor QIV, is nog steeds flink negatief, -219 projecten. En de resultaten voor QI tm. QIII van 2025 starten ook onder de nullijn, met inmiddels 106, 266, resp. 553 projecten netto negatief. Het eerste resultaat voor QIV 2025, voor oktober tm. november, is uiteraard ook nog flink negatief, 383 exemplaren netto in de min. We zullen later zien of voor de laatstgenoemde kwartalen uiteindelijk ook nog een "positief" resultaat gehaald zal worden, al zal dat resultaat dan bescheiden blijven t.o.v. de netto aanwas in die kwartalen in eerdere jaargangen. De trendlijn voor de netto aantallen nieuwe projecten per kwartaal spreekt in ieder geval boekdelen, die is sterk neerwaarts gericht.

Capaciteit wijzigingen per kwartaal

Bij de nieuwe gerapporteerde netto capaciteit is het verhaal compleet anders, wat vooral werd veroorzaakt door de eerder gesignaleerde "excessieve" extra netto groei voor januari 2023 en 2024, en alle tussentijdse, soms bizarre cijfer wisselingen bij die belangrijke parameter.

Het netto volume per kwartaal nam even toe, van, momenteel, 557 MWp in QIV 2021, naar 627 MWp, in QI 2022, maar is daarna ook, gemiddeld genomen, enkele kwartalen minder geworden. Om een voorlopig dieptepunt te bereiken in QIV 2022, met 375 MWp netto nieuw gerapporteerd volume, gebaseerd op de huidige, meest recente cijfers.

En toen kwam de "grote verrassing", QI 2023 telde in een vorige update nog 449 MWp nieuw volume, maar dat is, met name door de zeer hoge toevoeging in januari 2023, en de daar op volgende wijzigingen in de maandrapportages, nu alweer een voorlopig record volume van 944 MWp. Wat nu alweer de helft hoger zou zijn dan de groei in QI in 2022 (627 MWp). Voor de aanwas in QII 2023 geldt momenteel een netto groei van 546 MWp. Het niveau is daarmee, zoals eerder al voorspeld door Polder PV, gestegen, naar 11% boven het volume van 492 MWp in QII 2022. De nog premature aanwas in QIII 2023 is inmiddels 540 MWp in de plus. Zoals was te verwachten, is dat inmiddels 8,7% méér dan het nieuwe netto volume in QIII 2022 (497 MWp). Tot en met de november 2024 update lag dat nog iets lager.

Voor het laatste kwartaal van 2023 is het totale volume, al flink toegenomen in de januari 2024 update, in de versies van mei 2024 tm. november 2025 verder gegroeid, naar momenteel 780 MWp. Dit is al ruim het dubbele volume, t.o.v. de 375 MWp in QIV 2022.

2024

De tweede grote verrassing zien we bij de eerste, nog zeer voorlopige resultaten voor QI 2024. Januari was in een vorige rapportage extreem in positieve zin bijgesteld, maart vertoonde een record negatieve groei, en ook in april was de groei negatief. Met de opvolgende extra bijstellingen, is het voorlopige tussen-resultaat voor het hele kwartaal na even "negatieve aanwas" te hebben gekend, inmiddels op een positieve groei van 714 MWp beland.

Het tweede kwartaal van 2024 gaf de derde verrassing. Het startte met een negatieve aanwas, maar groeide al rap in positieve zin in de vorige updates. Door de enorme toename voor de maand mei (zie capaciteit grafiek voor de wijzigingen van maand tot maand), is dit volume abrupt toegenomen naar, inmiddels een record niveau van 984 MWp groei. Dat is 4,2% hoger dan de groei bij de vorige recordhouder, QI 2023. In een eerdere update lag het niveau voor QII 2024 zelfs nog hoger dan 1 GWp, maar dat is weer wat terug gezakt in de laatste rapportages.

Het derde kwartaal van 2024 is, met de extreme anomalie voor augustus, vooralsnog een enigma, waar natuurlijk de hoge negatieve correcties op zijn gevolgd in het laatste kwartaal. De rood gemarkeerde kolom voor dit kwartaal heeft een onverklaarbare en onwaarschijnlijke toename van, momenteel, 4.428 MWp. Goed is te zien, dat de rood gestippelde voortschrijdend gemiddelde trendlijn in ernstige mate wordt "verstoord" door genoemde, extreme, augustus anomalie.

Het vierde kwartaal van 2024 start, met eerder doorgevoerde, zeer forse negatieve correcties, én het bizarre nieuwe voorlopige aanwas volume voor december, met een resulterende "historisch negatieve groei" van maar liefst 2.311 MWp in de min. Als we de nu bekende cijfers voor QIII en QIV middelen, komen we op een gemiddelde groei van 1.059 MWp per kwartaal, wat op een onwaarschijnlijk, erg hoog niveau is komen te liggen. Uiteraard moeten we gaan afwachten wat voor verdere wijzigingen in de latere updates zullen gaan komen, voordat we hier meer klaarheid in kunnen brengen.

2025

Het eerste resultaat voor QI 2025, 649 MWp in de min (negatief volume februari overcompenseerde het positieve volume voor januari, maart had een bescheiden positieve, april een duidelijk hogere groei), is nu ook bekend.

Voor QII 2025 zijn nog slechts voorlopige eerste resultaten, voor april tm. juni, bekend, die een positieve netto groei van totaal 388 MWp laat zien.

QIII 2025, juli tm. september, laat voorlopig weer een zeer sterk negatieve netto groei zien, van 1.501 MWp.

Voor QIV is alleen het nog zeer premature resultaat voor oktober en november bekend, voorlopig een netto negatieve aanwas van -7,2 MWp.

Hoe eventuele verdere wijzigingen bij de capaciteit van gecertificeerde projecten zal gaan verlopen blijft gezien bovenstaande, soms extreme wisselingen, elke keer weer spannend.

Voor de evolutie van de gemiddelde systeem omvang (per maand), zie ook de grafiek onder paragraaf 2a.

3c. Halfjaarlijkse toenames van aantallen en capaciteit van gecertificeerde PV-installaties VertiCer 2022-2025 HII

Omdat een tijdje geleden de eerste resultaten voor het 1e half-jaar van 2023 beschikbaar waren gekomen, en alweer gewijzigd, heb ik in een vorige analyse ook weer de half-jaar grafiek van stal gehaald. Die had ik voor het laatst gepubliceerd op basis van de oude CertiQ data in het bericht van 9 januari 2023. Het huidige exemplaar bevat echter alleen de laatst bekende resultaten gebaseerd op de compleet gereviseerde publicatie systematiek bij VertiCer. In deze grafiek worden alleen de resultaten vanaf de 1e jaarhelft van 2022 getoond, tm. de eerste resultaten voor HI en HII 2024, en de nog zéér voorlopige volumes voor HI, en de eerste resultaten voor HII 2025, waarvoor we ongetwijfeld nog de nodige aanvullingen, en forse bijstellingen kunnen verwachten (gearceerde kolommen).

Ook uit deze nog zeer voorlopige halfjaarlijkse groei cijfers blijkt een duidelijke afname van het aantal (overgebleven) projecten in het VertiCer dossier, wat waarschijnlijk heeft te maken met verwijderde kleine projectjes waarvan de oudste SDE beschikkingen zijn vervallen, danwel actief uitgeschreven bij VertiCer. Bij de aantallen projecten nam de bij VertiCer geregistreerde half-jaarlijkse netto aanwas af, van 1.525 nieuwe projecten in HI 2022, via 1.067 stuks in HII 2022 (30% minder), naar nog maar een (voorlopige) groei van slechts 929 nieuw in HI 2023. Wederom bijna 13% minder. De tweede jaarhelft van 2023 heeft nog maar 499 netto nieuwe projecten (-46%), maar daar zal mogelijk nog wel e.e.a. aan gaan wijzigen. In HI 2024 is tot nog toe netto weer een duidelijk hoger volume bekend, netto 1.071 nieuwe installaties, maar vanaf HII 2024 zien we nu nog netto negatieve groeicijfers: -157 voor HII 2024, -372 voor HI 2025, resp. -936 voor de eerste vijf maanden van HII 2025.

Bij de capaciteit is het beeld compleet anders (geworden, in de meest recente updates), en is er zelfs een behoorlijke opleving te zien in beide jaarhelften van 2023 en het eerste van 2024. Met de huidige bekende cijfers 1.119 MWp nieuw in HI 2022, 872 MWp in HII 2022 (22% minder), en, vanwege de bizarre, eerder al besproken toename in 1 maand (januari 2023), nu alweer een 1.490 MWp nieuwe capaciteit in HI 2023. Dat is 33% meer dan in HI 2022, en zelfs al bijna 71% meer dan in HII 2022. In de update van december 2023 was het netto aanwas volume voor HI 2023 nog maar 923 MWp.

De tweede jaarhelft van 2023 geeft, met de netto groei van, momenteel 1.320 MWp, al een fors hoger volume te zien dan in eerdere recente updates, en laat momenteel dan ook alweer een ruim 51% hoger volume zien, dan de aanwas in HII 2022.

Voor het eerste half-jaar van 2024 zijn de data uiteraard nog zeer fluïde. Het voorlopige resultaat voor het eerste half-jaar is, van een licht negatieve aanwas tm. mei (-12 MWp), inmiddels omgeslagen in een record positieve, netto groei van al 1.698 MWp. Dat is al bijna 14% hoger dan het vorige record, in HI 2023. Het nog zeer voorlopige netto volume in HII 2024, 2.118 MWp (in april 2025 update nog maar 706 MWp!), laat een ogenschijnlijk nieuw record volume zien, maar met de waarschuwing dat hier de nieuwe "extreme" anomalie december 2024 bij zit, moeten we daar de nodige korrels zout naast leggen.

Het eerste half-jaar van 2025 bracht, met name door het flink negatieve aandeel van februari, gevolgd door de flinke negatieve aanwas in mei, een netto negatieve groei van -261 MWp met zich mee. De eerste 5 maanden van HII 2025, startte alweer met een sterk negatieve netto groei van -1.508 MWp.

Het zal nog wel even gaan duren voordat er beter zicht komt op de (definitieve) groeicijfers voor de half-jaren, met name voor de recente jaargangen. Uiteraard gaat met name voor de periode vanaf 2024 nog wel flink wat wijzigen in deze cijfers.

Mogelijk wordt de trend van véél minder netto overgebleven (want: deels bij VertiCer uitgeschreven) aantallen installaties, en nog steeds relatief hoge groeicijfers voor de capaciteit, nog verder versterkt, doordat er regelmatig kleinere projecten worden uitgeschreven bij VertiCer (zie tabellen onder paragraaf 5), terwijl de overblijvende (en nieuwe) projecten in de bestanden gemiddeld genomen zelfs al veel groter zijn dan de oude (deels zelfs residentiële) kleine installaties.

3d. Jaarlijkse toenames van aantallen en capaciteit van gecertificeerde PV-installaties VertiCer YOY 2009 - 2024*

Wederom naar analogie van de grafiek voor de eindejaars-volumes, ditmaal de daar uit afgeleide jaargroei cijfers volgens de laatste data update van VertiCer, in bovenstaande grafiek (alle drie parameters met referentie de rechter schaal, logarithmisch weergegeven). Tot en met kalenderjaar 2020 zijn de data gebruikt uit de medio vorig jaar beschikbaar gestelde update (24 aug. 2024), waarin echter nauwelijks wijzigingen zijn opgenomen. De meest recente cijfers voor 2021**, 2022**, 2023*, en 2024*, rechts toegevoegd, komen uit de huidige update van de data tm. november 2025, zoals recentelijk geopenbaard door VertiCer. De grafiek toont dus de meest recente situatie, met de laatst beschikbare bron-cijfers. Mochten toekomstige "historische" jaarcijfers alsnog wijzigen, en wereldkundig worden gemaakt, zullen die in latere updates worden toegevoegd aan deze grafiek. Het is waarschijnlijk, dat eventuele nagekomen correcties, met name voor de oudere jaargangen, marginaal zullen zijn.

Goed is te zien dat er een duidelijk verschil is in de trend bij de nieuwe jaarlijkse aantallen installaties (blauwe kolommen) en bij de nieuwe capaciteit per jaar (gele kolommen). Bij de aantallen beginnen we op een hoog niveau van 3.765 [overgebleven †† !] nieuwe installaties in 2009, het gevolg van de enkele duizenden grotendeels particuliere kleine SDE beschikkingen die in de eerste jaren van de SDE (2008 tm. 2010) werden opgeleverd. Die bron droogde al snel op omdat particuliere installaties de facto uit de opvolger regelingen werden gedwongen (eis minimaal 15 kWp, later ook nog verplicht grootverbruik aansluiting), en zakte de hoeveelheid nieuwe installaties dan ook stapsgewijs naar het dieptepunt van 259 nieuwe projecten in 2014. Daarna zwol het jaarlijkse volume weer aan door een lange reeks van (deels) succesvol geïmplementeerde SDE "+" beschikkingen, tot een voorlopig maximum van 5.503 nieuwe projecten in Corona jaar 2020.

Daarna is, zelfs met grote hoeveelheden nieuw beschikte projecten onder de SDE "++" regimes, het tempo weer fors afgenomen, ook vanwege massieve wegval van beschikte projecten, waar met name de wijdverspreide netcongestie problemen een belangrijke (maar niet de enige) oorzaak van zijn. In 2021 en 2022 zijn met de recentste cijfers nu netto 3.889, resp. 2.592 nieuwe projecten toegevoegd. Dat laatst bekende volume voor 2022 is 47,1% van het record niveau in 2020.

In 2023 is nog maar een beperkt volume van 1.428 (netto) nieuwe projecten bekend (eerste gearceerde blauwe kolom). Het inmiddels positieve volume voor 2024 is snel aan het groeien, naar, inmiddels, netto 914 projecten. Met name voor 2024 ff. kan nog het nodige aan deze data wijzigen, in de te verwachten maandelijkse cijfer updates voor 2025, en, later, in 2026. Duidelijk is, dat er netto bezien steeds minder aantallen projecten bijkomen. Zoals al vaker gememoreerd, komt dit grotendeels door een toenemende uitstroom van projecten, waarvan grotendeels de subsidie termijn is verlopen. Er komen daarvoor in de plaats slechts relatief weinig nieuwe projecten bij (grotendeels met SDE beschikking), waardoor de netto groei per jaar sterk afneemt, bij de aantallen projecten. Deze trend is duidelijk zichtbaar vanaf 2021.

Capaciteit andersoortige trend, met een nieuw record jaar (2023), 2024 nog zeer ongewis

Bij de capaciteit is de jaarlijkse aanwas in de beginjaren relatief "stabiel" geweest, met wat kleine op- en neerwaartse bewegingen, van 18,7 MWp nieuw in 2009, tijdelijk zakkend naar 13,0 MWp nieuw volume in 2010, nog eens 4 jaar iets boven dat niveau blijvend, om vanaf 2015 sterk te stijgen. Dat was in het begin vooral vanwege de implementatie van de toen succesvolle SDE 2014 regeling. Er werd elk jaar weer meer capaciteit toegevoegd, tot een voorlopig maximum van 2.436,9 MWp, wederom in het Corona jaar 2020. Maar ook de nieuwe capaciteit begon in de jaren 2021-2022 af te nemen, al was het op een veel minder dramatisch niveau dan bij de aantallen projecten.

In 2021 was het nieuwe netto volume nog 2.007,6 MWp, dat is in 2022 momenteel nog maar 1.991,6 MWp met de bekende cijfers in de huidige update. Dat is voor 2022, met 81,7% van het maximale nieuwbouw volume in 2020, in ieder geval beduidend beter dan de flinke terugval bij de (netto) aantallen nieuwe projecten (47,1%). Met, uiteraard, de blijvende disclaimer, dat ook deze jaargroei cijfers nog niet "in beton zijn gegoten", en nog verder licht kunnen wijzigen. Opvallend blijft in ieder geval, dat met de laatste updates, het jaargroei volume voor de capaciteit in 2022 continu, maar traag, dichter is toegekropen naar dat van het voorgaande jaar. Het verschil is nog maar 16,6 MWp, en is in recente updates slechts marginaal toegenomen.

In 2023 is inmiddels, vooral vanwege de eerder besproken, bizar hoge toevoeging in januari dat jaar, en de nodige toevoegingen in de meest recente updates, een netto volume bijbouw van 2.809,9 MWp geconstateerd (enkele updates hiervoor was dat nog slechts 1.223 MWp!). Dat is nu dus al hoger dan de nu bekende groei in zowel 2021 en 2022, en heeft de eerder vastgestelde record groei in Corona jaar 2020 al met bijna 373 MWp overtroefd. 2023 is dus een nieuw recordjaar, wat de groei van gecertificeerde capaciteit betreft. Met de huidige stand van zaken zou de jaargroei in 2023 dus al ruim 41% hoger hebben gelegen dan de aanwas in 2022, en 15,3% meer dan in vorig record jaar 2020. We hebben echter ook gezien dat data regelmatig (flink) worden bijgesteld, dus de relatieve verhouding van de jaargroeicijfers in deze laatste jaren ligt beslist nog niet vast.

Achteraan in de grafiek heb ik ook de capaciteits-aanwas in 2024 weergegeven. Daar moeten we helaas nog een zeer groot vraagteken bij zetten, want met de nog zeer voorlopige resultaten voor dat jaar zouden we nu al aan een "nieuw record volume" zitten, van 3.816 MWp (in de april 2025 update was dit nog "maar" 2.282 MWp). Gezien de problematische, extreme, met terugwerkende kracht bekend geworden toevoeging voor, met name, december 2024, in de analyse hierboven uitgebreid becommentarieerd, moeten we hier voorzichtig mee zijn. Want die december groei is uiterst onwaarschijnlijk, en kan nog fors neerwaarts worden bijgesteld, en/of er komen nog hoge "negatieve maandgroei cijfers" in komende maand rapportages overheen. De grote vraag is echter: wanneer kómen die bijstellingen dan wel? Dit kan erg lang duren, gezien eerder commentaar wat ik ontving van VertiCer na vragen daarover ...

Het Nationaal Solar Trendrapport 2025 van Dutch New Energy claimde voor 2024 een verkoop van 2,3 GWp PV vermogen in het zakelijke segment, wat, opvallend, véél lager is dan de afgeleide cijfers van VertiCer tot nog toe laten zien (ruim 3,8 GWp netto nieuw volume in de daar geregistreerde projecten markt). Dat verschil is "kolossaal", liefst 1,5 GWp, en neemt bovendien toe. En is daarmee "onverklaarbaar groot". Hier moeten grote fouten in zitten, met name aan de kant van VertiCer. Hier is dus beslist nog niet alles mee gezegd, de finale data voor 2024 zijn immers nog lang niet bekend!

Gemiddelde project omvang

Wederom heb ik, uit deze uit de eindejaars-data afgeleide jaargroei cijfers, uiteraard ook weer de gemiddelde systeemcapaciteit van de nieuwe aanwinsten per jaar berekend, en getoond in de groene curve in bovenstaande grafiek (vermogen in kWp gemiddeld per nieuwe installatie). Deze vertoont, na een lichte inzinking tussen 2009 en 2010, een zeer sterke progressie, van 5,0 kWp bij de nieuwe projecten in 2009, tot alweer ruim 768 kWp gemiddeld per nieuw project in 2022. Een factor 155 maal zo groot, in 13 jaar tijd. Deze enorme schaalvergroting, sterk gedreven door de oplevering van honderden zonneparken en enorme distributiecentra bomvol zonnepanelen op de uitgestrekte platte daken, is een van de belangrijkste oorzaken, van de nieuwe realiteit bij de stroomvoorziening in Nederland: de overal zichtbaar geworden netcongestie, met name op de middenspannings-netten. Voor de bijna actuele situatie, met details, zie de nieuwe gedetailleerde capaciteitskaart van Netbeheer Nederland (gescheiden in netafname resp. -invoeding, in de kaarten is reeds al lang van tevoren gereserveerde capaciteit voor nieuwe, nog te bouwen projecten, ingesloten). Wat uiteraard ook zijn weerslag heeft gekregen op de progressie van de uitbouw van de gecertificeerde nieuwe volumes in de VertiCer databank: die is sterk aan het vertragen. En slechts met veel moeite, onder anderen, door schaalvergroting van de individuele projecten, "op niveau" te houden.

Voor 2023 is een sterke toename van de gemiddelde capaciteit zichtbaar, naar inmiddels 1.968 kWp per project (!). Echter, omdat deze maatvoering van 2 input variabelen afhankelijk is (die beiden netto volumes betreffen, verschillen tussen instroom en uitstroom bij VertiCer), die beiden nog flink, in beide richtingen, kunnen gaan afwijken van de huidige waarden, is er nog niet veel te zeggen over wat dit uiteindelijk op kalenderjaar basis zal gaan opleveren. Het is echter wel waarschijnlijk, dat die gemiddelde nieuwe project capaciteit op een hoog niveau zal komen te liggen, vanweg de sterk neerwaartse trend bij het netto aantal nieuwe projecten, bij een blijvend hoog niveau voor de nieuwe totale capaciteiten.

Het voorlopige gemiddelde voor 2024 ligt nog op een veel hoger niveau, 4.175 MWp. In een vorige update was dit zelfs extreem hoog, 28,4 MWp (ver buiten het bereik van de getoonde Y-as vallend). Dit lag aan het feit dat in een eerste update een zeer laag netto positief groei volume bij de aantallen was te zien, bij een zeer hoge netto capaciteit toevoeging. De verwachting dat dit zeer stevig bijgesteld zou gaan worden, is reeds uitgekomen. Maar het eindresultaat zal nog lang op zich laten wachten. En zal mogelijk flink afwijken van het huidige niveau, vooral gezien de nog zeer onzekere, nog lang niet vaststaande, met dikke mistflarden omgeven capaciteits-data voor dat jaar.

†† Met name uit de oudere SDE regelingen, vallen regelmatig lang geleden bij VertiCer voorganger CertiQ ingeschreven projecten weg. Hier zijn verschillende redenen voor. In de uitgebreide SDE project analyses van Polder PV wordt hier regelmatig, en gedetailleerd over gerapporteerd (exemplaar 1 oktober 2025, zie hier).


4. 100 procents-grafieken en segmentatie naar grootteklasse

Een van de nieuwe mogelijkheden van de compleet herziene presentaties bij VertiCer, is de segmentatie naar grootteklasse. Daar kon tot enkele jaren geleden uitsluitend iets over gezegd worden op basis van de jaaroverzichten, waar, al lang geleden op basis van een verzoek in die richting door Polder PV, inderdaad werk van gemaakt is door rechtsvoorganger CertiQ. Zoals in de eerste analyses al duidelijk werd, is dit nu ook op maandelijkse basis mogelijk. Met, we blijven dit herhalen, de waarschuwing, dat alle cijfers bijgesteld kunnen worden in latere updates, met name m.b.t. de meest recente data. Bij de al wat oudere periodes vinden wijzingen minder vaak plaats, en zijn ze meestal van een bescheiden omvang.

In het 3e artikel over de eerste resultaten van januari 2023 heb ik al meer-jaarlijkse trends laten zien bij de evolutie van de diverse grootte klasses. Inclusief een toen nog in de bestanden van CertiQ voorkomende enorme anomalie, die niet bleek te zijn hersteld (artikel 14 februari 2023). Van dat historische overzicht is medio 2024 een recente update verschenen, maar daar blijkt nauwelijks iets in te zijn gewijzigd (marginale bijstellingen). De huidige grafiek geeft voor de kortere termijn de nieuwe data tot en met november 2025, en de aangepaste waarden voor de maanden in de meest recente periode daar aan voorafgaand.

4a. 100 procents-grafiek aantallen per categorie

Een zogenaamde "100-procents-grafiek" voor de evolutie trends van de 8 door VertiCer en haar rechtsvoorganger onderscheiden grootteklassen van de gecertificeerde PV-populatie die zij bijhouden, dit exemplaar voor de aantallen projecten aan het eind van elke maand. Voor eind november / begin december 2025 zijn de absolute waarden per grootteklasse rechts weergegeven. Globaal genomen namen in de loop van de tijd de kleinste categorieën (1-5 kWp, 5-10 kWp, en 10-50 kWp) in betekenis af sedert juli 2021, de impact van de grotere categorieën werd groter. Vervolgens kwam er een stabilisatie, omdat het tempo bij de aantallen nieuw netgekoppelde (danwel netto overgebleven) projecten onder de SDE regimes weer flink is afgenomen. Dit wordt getoond door de in de grafiek opgenomen streepjeslijn, die het "laagste" niveau voor de kleinste categorie weergeeft (derde kwartaal 2024). In de laatste maand cijfers zien we het relatieve aandeel van de kleinste project categorie weer duidelijk toenemen t.o.v. de overige categorieën, waarschijnlijk omdat de uitval (uitschrijving uit het VertiCer register) vooral wat grotere projecten betreft. Hierdoor komt het bovenste blauwe segment voor de kleinste categorie weer onder de streepjeslijn te liggen.

In de november 2025 update, is het totale aantal installaties groter of gelijk aan 50 kWp, medio 2021 al meer dan de helft, met het gezamenlijke volume al op 58,5% van het totaal gekomen (20.501 van, in totaal, 35.064 netto overgebleven projecten). De categorie 100-250 kWp omvat het grootste aantal overgebleven projecten, 7.720 exemplaren, afgezien van de kleinste installaties tot 5 kWp (overgebleven 8.550 stuks, eind november 2025). Uiteraard hebben de grotere project categorieën, vanaf 250 kWp, relatief weinig tot bescheiden aantallen. Maar schijn bedriegt: ze omvatten, by far, de allergrootste volumes bij de capaciteit, en hebben een zéér grote impact op de totale populatie, en dus ook op de te verwachten stroomproductie. Zie de volgende grafiek, in paragraaf 4b.

Plussen en minnen

Een klein deel van de afnemende betekenis van de kleinste project categorieën wordt veroorzaakt door continue uitval uit het databestand van VertiCer (diverse redenen mogelijk, ook al heel lang waargenomen bij de SDE portfolio's, analyse status 1 oktober 2025). Daar staat ook weer tegenover dat volledig buiten de populaire SDE regelingen om gerealiseerde kleinschalige projecten bijgeschreven kunnen worden in de registers van VertiCer. Een fenomeen wat compleet onbekend lijkt in de PV sector in ons land, er wordt in ieder geval nooit over gerept, behalve dan bij Polder PV. In 2023 werden er bijvoorbeeld, met de meest recente data, netto 38 installaties in de kleinste project categorie uitgeschreven, maar kwam er tegelijkertijd een verrassende hoeveelheid van 143 exemplaren bij in de categorie 5 tm. 10 kWp, waarvoor normaliter beslist géén (nieuwe) SDE beschikking afgegeven kan zijn sedert SDE 2011, vanwege de 15 kWp "onder-cap" bij de afgegeven beschikkingen (zie ook tabel paragraaf 5b). Tot nog toe waren het al netto 36 uitgeschreven projecten voor de kleinste categorie, resp. netto 25 nieuw ingeschreven projecten voor categorie 5-10 kWp, in 2024.

Dat soort kleine projecten zijn mogelijk afkomstig uit portfolio's van bedrijven zoals Powerpeers, Vandebron, en Allinpower, en het in België al actieve EnergySwap, die geoormerkt garanties van oorsprong (GvO's) van door de afnemer aangewezen projecten afboeken, ter "vergroening" van de stroomconsumptie van de klant. Daar kunnen ook (zeer) kleine residentiële projecten, of bijvoorbeeld kleine installaties op scholen, gymzalen e.d. bij zitten. Om dat soort transacties in Nederland te kunnen / mogen doen, moeten de betrokken projectjes ook verplicht geregistreerd worden bij VertiCer. En die zien we hier dus tevoorschijn komen.

Bijstellingen aantallen per categorie

De grootste categorie, projecten (of eigenlijk: "registraties") groter dan 1 MWp per stuk, omvat begin december 2025 1.826 installaties (nu weer een toename van van 11 projecten t.o.v. de vorige update, in de voorgaande update was er een netto afname van 18 projecten in deze categorie).

Wat de aantallen projecten in deze grootste project klasse betreft, is dit slechts 5,2% van het totale aantal op dit moment. Op herhaalde verzoeken van Polder PV, om deze grote "verzamelbak" verder op te splitsen, gezien de dominante hoeveelheid capaciteit in deze categorie (zie grafiek onder paragraaf 4b), is, destijds, CertiQ, helaas niet ingegaan.

4b. 100 procents-grafiek capaciteit per categorie - augustus 2024 anomalie lijkt hersteld, maar trend beslist niet stabiel

Een vergelijkbare "100 procents-grafiek" als voor de aantallen projecten, maar nu voor de periode juli 2021 tm. november 2025, voor de daarmee gepaard gaande, bij VertiCer geregistreerde capaciteiten in MWp. Voor begin december 2025 zijn wederom de absolute volumes rechts weergegeven, alsmede, voor de grootste categorie, voor de status quo vlak voor "De Grote Augustus Anomalie" (2024). Een totaal ander beeld is hier te zien, met "überdominant" de grootste project categorie (installaties groter dan 1 MWp). Ook is direct te zien, waar de enorme capaciteits-anomalie voor augustus, eerder reeds beschreven, zijn grondslag heeft. Eind juli 2024 was het volume in die categorie, met projecten per stuk groter dan 1 MWp, namelijk "nog maar" 9.742 MWp groot (wel alweer, door voortdurende bijstellingen / nagekomen volume, 18,2% meer dan de eind van die maand gerapporteerde 8.238 MWp). Wat in lijn is met de historie van de voorgaande evolutie.

In augustus tm. september 2024 zou, volgens de oorspronkelijke cijfers van VertiCer, er al een absurd hoog volume van 14,0 GWp zijn geaccumuleerd in die categorie. Dit is terug te voeren op de toen nog niet publiekelijk gecorrigeerde grote anomalie voor augustus dat jaar, en heeft een enorme impact op de kwaliteit van deze 100-procents-grafiek. In de augustus 2024 update ben ik kort ingegaan op de onmogelijkheid van deze accumulatie cijfers (paragraaf "29 Dorhoutmeessen"). Omdat de cijfers voor deze 2 maanden onwaarschijnlijk hoog zijn, heb ik deze gearceerd weergegeven, met rode kolom rand. Ook voor oktober zien we een nog steeds onwaarschijnlijk hoge status van, inmiddels, 11,8 GWp, waarbij er kennelijk al een eerste "correctie ronde" over de data heen is gegaan bij VertiCer. In november lijken de data weer "genormaliseerd", en is het volume op een voorstelbaar niveau van 9.877 MWp uitgekomen, zoals in een vorige update al was voorspeld door Polder PV. Vandaar dat ik ook oktober hier gearceerd heb weergegeven, toen was er waarschijnlijk nog steeds sprake van gedeeltelijk incorrecte (veel te hoge) data. De sterk verstorende invloed op de evolutie van alle data in deze 100% grafiek is duidelijk zichtbaar bij de maandelijkse aandeel-percentages voor augustus tm. oktober.

Status > 1 MW segment eind november 2025

De toegevoegde, alweer gewijzigde cijfers voor december 2024 en januari 2025 laten in de huidige update wederom een "onwaarschijnlijk hoog" accumulatie niveau zien voor het > 1 MW segment, van 11,7 tot ruim 12,5 GWp. In een vorige update waren die volumes nog maar 10,3 tot 11,0 GWp, hier is dus direct alweer een verdachte, waarschijnlijk veel te hoge capaciteit in de databank van VertiCer geslopen, zoals we eerder al hebben gezien. In december 2024 zou in 1 keer de 10 GWp accumulatie in de grootste categorie ruimschoots zijn gepasseerd. In de februari rapportage is er echter alweer een duidelijke neergang van 13% te zien, naar, momenteel 10,9 GWp. Zo u wilt een "normalisatie" van de capaciteit accumulatie.

In maart tm. juni 2025 is er weer globaal genomen een lichte groei cq. plateau fase te zien, naar bijna 11,5 GWp, maar in de juli update is er weer een terugval te zien, naar bijna 10,1 GWp, wat in augustus - november 2025 op een stabiel niveau bleef liggen, om, begin december, uiteindelijk, op bijna 10.062 MWp te komen. Dat volume is 68,5% van de ook flink neerwaarts bijgestelde totale capaciteit (14,7 GWp). Eind juli 2021 was dat aandeel van de grootste categorie nog 51%. Het relatieve verschil is dus, ondanks de soms curieuze cijfer bijstellingen, behoorlijk groot geworden, in ruim 4 jaar tijd. De combinatie forse opwaartse (dec. '24 / jan. '25) / neerwaartse capaciteit bijstelling in februari 2025 is in ieder geval wederom slecht verklaarbaar. Mogelijk is een van de oorzaken genoemd door, destijds, CertiQ, hier debet aan. Het kan zijn, dat de forse neerwaartse bijstelling in de juli 2025 update een van diverse later doorgevoerde correcties voor eerder opgegeven (veel) te hoge capaciteiten is geweest, maar dat blijft speculatie.

"Afwijkingen van de normaal"

Om de "afwijkingen van de normaal" voor de grootste projecten categorie (>1 MW) beter zichtbaar te maken, heb ik vanaf de mei 2025 update een rechtlijnige gele stippellijn in bovenstaande grafiek toegevoegd, interpolerend tussen de eerste en de laatste maand waarde. Daarmee is direct duidelijk waar (te) grote afwijkingen van een normaal verloop van het procentuele aandeel van die categorie opdoemen. In de periode 2023 tm. medio 2025 zijn de accumulaties in ieder geval beduidend hoger dan "normaal", in de laatste maanden van 2025 is er een stagnatie zichtbaar. De beruchte augustus 2024 anomalie, die tot in oktober dat jaar voortduurde, steekt duidelijk boven alles uit, en heeft te maken met een veel te hoge capaciteit accumulatie, die nog steeds zichtbaar is in de publiek beschikbare data van VertiCer.

Meer cijfers project categorieën

De grootste categorie heeft tegelijkertijd een relatief bescheiden aantal projecten, de hierboven al genoemde 1.826 exemplaren. Dit resulteert in een steeds hoger wordende systeemgemiddelde capaciteit binnen deze categorie. In juli 2021 was dat nog 4.024 kWp gemiddeld, begin december 2025 is dat alweer opgehoogd naar 5.510 kWp, een toename van bijna 37% in 52 maanden tijd! De grote projecten gaan een steeds hogere impact op de totale volumes krijgen bij VertiCer, dat is al lang duidelijk.

Voor de overige categorieën blijft er dan niet zeer veel "ruimte" meer over op het totaal. Nemen we ook nog de drie opvolgende categorieën mee (flinke projecten van een halve - 1 MWp, 250 - 500 kWp, resp. 100 - 250 kWp), claimen de grootste vier project categorieën het allergrootste geregistreerde volume in de totale markt. Dit was in juli 2021 al 93,3%, eind november 2025 is dat, met de meest recente data in de huidige update, 96,5% geworden. De kleinste 2 categorieën zijn op deze schaal al vrijwel niet meer zichtbaar. Hun aandeel is begin december 2025 geslonken naar nog maar 0,11% van totaal volume (15,7 MWp, projecten van elk 5 - 10 kWp), resp. 0,15% (21,7 MWp, projecten van elk 1 - 5 kWp).

Dan resteren, eind november 2025, nog relatief bescheiden volumes voor de categorieën projecten van 50-100 kWp (totaal volume nog maar 361 MWp, 2,5%), resp. 10-50 kWp (bijna 118 MWp, 0,8%).


5. Jaarvolume segmentaties 2022 - 2023 & 2024

5a. 2022 revisited - status update publicatie 1 december 2025

In de maandrapport analyse voor januari 2023 publiceerde ik ook een tabel met de nieuw gereconstrueerde cijfers voor de jaargroei voor kalenderjaar 2022. Daar zijn natuurlijk in de tussenliggende rapportages weer veel wijzigingen in gekomen, waarbij ik de laatste stand van zaken in de september 2025 update hier onder weergeef in tabelvorm. Voor nadere toelichting, zie de analyse bij het januari 2023 rapport. In de 10 voorgaande rapportages waren er geen wijzigingen meer in deze tabel. Echter, in de update van 1 december 2025 is er bij de categorie 500 - 1.000 kWp 1 installatie bijgekomen, zoals hier onder getoond:

Nieuwe jaarvolumes 2022 (YOY)
Aantallen
aandeel op totaal (%)
Capaciteit (MWp)
aandeel op totaal (%)
Gemiddelde capaciteit per nieuwe / uitgeschreven installatie (kWp)
1-5 kWp
-53
-2,0%
-0,058
-0,003%
1,1
5-10 kWp
50
1,9%
0,406
0,02%
8,1
10-50 kWp
228
8,8%
7,145
0,36%
31,3
50-100 kWp
438
16,9%
33,606
1,7%
76,7
100-250 kWp
800
30,9%
138,143
6,9%
172,7
250-500 kWp
528
20,4%
182,497
9,2%
345,6
500-1.000 kWp
271
10,5%
193,687
9,7%
714,7
> 1 MWp
330
12,7%
1.436,174
72,1%
4.352,0
Totaal
2.592
100%
1.991,600
100%
768,4

Aantallen nieuw "totaal": 2.592; capaciteit: 1.991,600 MWp. De systeemgemiddelde capaciteit van de toevoegingen in 2022 is 768,4 kWp bij de totale volumes. Zie de tabel voor de overige details bij alle segmentaties.

Overduidelijk blijft, dat de grootste groei bij de aantallen nieuwe projecten in 2022 lag bij de installaties van 100 tm. 250 kWp (inmiddels 800 nieuwe exemplaren bekend, 30,9% van totale jaarvolume), met categorie 250 tm. 500 kWp als goede tweede (528 nieuwe projecten, 20,4%). Dat zijn beide populaire categorieën PV projecten op boerderijen, kleinere industriële daken en -complexen, en bij het midden- en kleinbedrijf.

Opvallend blijft het forse volume van 330 nieuwe installaties in de grootste projecten categorie >1 MWp (12,7%), waar de meeste grondgebonden zonneparken en grote rooftop installaties op distributiecentra e.d. onder vallen. Ook valt de negatieve groei van de kleinste project categorie op, er zijn in totaal netto 53 projecten uit de databank van VertiCer "uitgeschreven" in 2022. Daarvoor zijn diverse redenen mogelijk, waar onder mogelijk eerste oude projecten met een SDE 2008 of 2009 beschikking, die door hun subsidie termijn heen zijn, en waarvan de eigenaren actief de registratie bij VertiCer hebben be-eindigd.

Bij de capaciteit is het verhaal compleet anders. Hier blijft de categorie projecten groter dan 1 MWp alles veruit domineren, met maar liefst 1.436,2 MWp van het totale 2022 jaarvolume (72,1%) op haar conto, een zoveelste illustratie van de schaalvergroting in de projecten markt. De drie opvolgende categorieën kunnen nog enigszins - op grote afstand - meekomen, met aandelen van 9,7, 9,2, resp. 6,9% van het totale toegevoegde project volume (capaciteit). De kleinste 3 categorieën doen uitsluitend voor spek en bonen mee bij dit grote projecten-geweld (aandelen 0,36% of veel minder bij de capaciteit).

5b. Groei in 2023 - status update publicatie 1 december 2025

Naar analogie van de cijfers voor de nieuwe aanwas in heel 2022 (vorige tabel), geef ik hier onder de voorlopige data voor de 12 maanden van 2023 (cumulatie januari tm. december), volgens de cijfers in het laatste maandrapport verschenen op de VertiCer website. Ook in deze tabel is t.o.v. de vorige update ditmaal 1 wijziging doorgevoerd, in de project categorie 250 - 500 kWp. De rest van de data is ongewijzigd.

Nieuwe jaarvolumes 2023 (YOY)
Aantallen
aandeel op totaal (%)
Capaciteit (MWp)
aandeel op totaal (%)
Gemiddelde capaciteit per nieuwe / uitgeschreven installatie (kWp)
1-5 kWp
-38
-2,7%
-0,040
-0,001%
1,1
5-10 kWp
143
10,0%
1,255
0,05%
8,8
10-50 kWp
75
5,3%
2,376
0,09%
31,7
50-100 kWp
267
18,7%
20,309
0,7%
76,1
100-250 kWp
332
23,2%
55,077
2,0%
165,9
250-500 kWp
222
15,5%
73,852
2,6%
332,7
500-1.000 kWp
169
11,8%
124,482
4,4%
736,6
> 1 MWp
258
18,1%
2.532,614
90,1%
9.816,3
Totaal
1.428
100%
2.809,925
100%
1.967,7

Uit dit overzicht blijken 2 zaken kristalhelder: de groei is in 2023, wat de toegevoegde capaciteit betreft, in bijna alle kleinere categorieën "niet van betekenis" geweest, en/of, vanwege de vele wijzigingen in de actuele databestanden bij VertiCer, hebben deze zelfs (tijdelijk ?) tot negatieve groeicijfers geleid t.o.v. de herziene status aan het begin van het jaar (= status EOY 2022, vorige tabel). Er zijn vanaf begin 2023 nogal wat wijzigingen geweest in de updates van de jaarcijfers. Sommige voorheen "negatieve groeicijfers" zijn inmiddels gewijzigd in positieve exemplaren, en vice versa. De categorie 10-50 kWp had eerst negatieve groeicijfers, kwam bij de aantallen op precies nul uit in de update van juli 2024, en laat nu al een positieve groei zien van 75 exemplaren. Nogmaals wijs ik op het oorspronkelijke, uitgebreide commentaar van CertiQ, hoe dergelijke (tijdelijke) negatieve groeicijfers en wijzigingen daarin tot stand kunnen komen in hun databestanden.

Negatieve groei cijfers zijn er nu alleen nog maar voor zowel aantallen als bij de capaciteit bij de categorie 1-5 kWp (-38, resp. -0,040 MWp). Het gemiddelde van die "netto afvoer" geeft een project gemiddelde van 1,1 kWp.

In totaal zijn er netto bezien in 2023 nog maar 1.428 nieuwe projecten bijgekomen. Dat kan weliswaar nog steeds bijgesteld worden in komende updates, al verwacht ik hier niet al te grote wijzigingen meer. Het blijft in ieder geval een zeer laag niveau, dat is al een tijdje duidelijk. Een neergaande trend bij de netto bijkomende projecten was al veel langer zichtbaar in de klassieke maand rapportages. Zie de eerste grafiek in de analyse van het laatste "gangbare" maandrapport van rechtsvoorganger CertiQ (december 2022). Deze trend lijkt zich te hebben versterkt, vooral bij de netto aantallen nieuwkomers (netto = nieuwe aanwas minus bij VertiCer uitgeschreven projecten per maand).

Flinke wijziging bij groei capaciteit in 2023

Wat overblijft, is het enige positieve punt, namelijk de groei van de capaciteit, ondanks de vele, structurele problemen in de markt (met name voorhanden actuele netcapaciteit en hogere project kosten). De facto is die vrijwel exclusief neergekomen op een toename in, het wordt eentonig, de grootste project categorie (registraties per stuk groter dan 1 MWp). Want daar werd tussen januari en eind december 2023 een aanzienlijk volume van 2.532,6 MWp aan toegevoegd, ruim 90% van het totale nieuwe record jaar volume van bijna 2.810 MWp. Inmiddels dus al duidelijk hoger dan de niet meer formeel gewijzigde jaargroei van voorgaand record jaar 2020 (bijna 2.437 MWp). Dit was in de update van eind 2023 nog maar 1.298 MWp, de bizarre toename van het bij VertiCer geregistreerde vermogen in januari 2023, gevolgd door de vele verdere wijzigingen in de volgende updates, is hier grotendeels debet aan. Er wordt dus heel veel volume later bijgeschreven voor reeds verstreken jaren. Het is goed dat men dit beseft. Met bovengenoemd volume is 2023 bovendien het nieuwe record jaar geworden bij de aanwas cijfers voor capaciteit in de gecertificeerde projecten markt.

Schaalvergroting nochmals

De schaalvergroting in de projecten sector wordt duidelijk geïllustreerd, door het feit dat de capaciteits-aanwas voor de grootste PV installatie categorie (projecten per stuk groter dan 1 MWp), in 2023 nu al 76% groter is dan in 2022 (2.533 MWp voor 2023, tabel 5b, versus 1.436 MWp voor 2022, tabel 5a). Dit zien we ook terug bij de gemiddelde capaciteit voor die categorie. Die was in 2022 nog, netto, 4.352 MWp per project. In 2023 is dat gemiddeld 9.816 MWp geworden, een factor 2,3 maal zo groot in 1 jaar tijd!

Ook vanwege de hoge project gemiddelde capaciteit in deze grootste categorie blijft deze een zeer dominant stempel op het totale gerealiseerde volume zetten.

De enige categorieën die nog enigszins iets voorstellen zijn de 3 op een na grootsten, met projecten tussen de 500 en 1.000 kWp, resp. 250-500 kWp, en 100-250 kWp, die momenteel cumulatief in 2023 een verzameling van 124 MWp, resp. 74 MWp en 55 MWp nieuw toegevoegde capaciteit tellen. De overige categorieën stellen weinig voor bij de nieuw opgeleverde capaciteit in deze periode.

5c. Groei in 2024 - status update publicatie 1 december 2025

In onderstaande tabel geef ik de nog premature eerste (al enkele malen flink gewijzigde) cijfers voor de groei van de volumes per categorie in kalenderjaar 2024. Cursief (broncijfers) zijn wijzigingen sedert de vorige update (in deze update alle sub-categorieën vanaf 10 kWp betreffend).

Nieuwe jaarvolumes 2024 (YOY)
Aantallen
aandeel op totaal (%)
Capaciteit (MWp)
aandeel op totaal (%)
Gemiddelde capaciteit per nieuwe / uitgeschreven installatie (kWp)
1-5 kWp
-36
-3,9%
-0,039
-0,001%
1,1
5-10 kWp
25
2,7%
0,201
0,005%
8,0
10-50 kWp
-40
-4,4%
-1,102
-0,03%
27,6
50-100 kWp
113
12,4%
9,022
0,24%
79,8
100-250 kWp
323
35,3%
51,450
1,3%
159,3
250-500 kWp
199
21,8%
73,473
1,9%
369,2
500-1.000 kWp
120
13,1%
86,309
2,3%
719,2
> 1 MWp
210
23,0%
3.596,382
94,3%
17.125,6
Totaal
914
100%
3.815,696
100%
4.174,7

Nog sterker dan in de tabel voor 2023, blijkt de enorme dominantie van de grootste project categorie, registraties groter dan 1 MWp. Daarvan zijn er tot nog toe 210 geteld, wat al 23% van alle nieuwe installaties is. Maar de capaciteit claimt, met bijna 3,6 GWp, al ruim 94% van het totale volume. De populatie nieuwe projecten in dat jaar bestaat qua capaciteit, en, derhalve, theoretische stroom productie, bijna alleen maar uit zéér grote installaties, met een gemiddelde voor die categorie van zelfs 17,1 MWp per project (!). De volumes aan kleine installaties drogen op waar je bij staat.

Deze cijfers zullen in komende updates uiteraard nog flink gaan wijzigen en verder aangevuld worden. De forse capaciteit anomaliëen in augustus en in december van dat jaar, drukken nu nog een zeer stevig stempel op de nog zeer onzekere cijfers. Die hopelijk in komende rapportages enigszins zullen normaliseren. Al blijven verrassingen endemisch, bij de VertiCer rapportages, zoals we de laatste jaren al vaak hebben gezien.

Vooralsnog is de nu bekende totale kalender jaargroei, volgens de VertiCer broncijfers, een zogenaamd record volume van 3.816 MWp in 2024, zie ook de optelling van de twee half-jaren in de grafiek in paragraaf 3c. 1.698 MWp toename in het eerste half-jaar, en nog eens 2.118 MWp (in een vorige update was dat nog maar 706 MWp!) in de tweede jaarhelft. Wat in beide gevallen hoogst onwaarschijnlijke nieuwbouw volumes in de projecten markt zijn. Maar die cijfers zullen sowieso nog dramatisch gewijzigd gaan worden. Pro memori, dus.


6. Evolutie van gecertificeerde zonnestroom productie / uitgifte van GvO's tm. oktober 2025

Ook voor deze parameter, afgegeven hoeveelheid Garanties van Oorsprong (GvO's), geldt, dat er op 24 augustus 2024 een update van de historische cijfers is gegeven. Deze zijn weergegeven in de tweede VertiCer revisie naast het voorgaande maandrapport. In het huidige bijgestelde overzicht geef ik weer alleen de meest recente cijfers weer, vanaf mei 2021. Voor een fraaie, bijgewerkte grafiek die verder terug gaat in de tijd, zie de update in de bespreking van het augustus 2024 rapport, en het commentaar daarbij. Inmiddels zijn de al flink geconsolideerde data tm. 2023, de nog voorlopige voor 2024, én de nu al bekende volumes voor de eerste 10 maanden van 2025 gepubliceerd. Met, het wordt saai, de anomalieën in februari en augustus, die ook nog steeds niet officieel zijn "gerepareerd" in de publiek beschikbare VertiCer data.***

De anomalie die Polder PV eerder ontdekte voor december 2023, en die hij uiteraard direct aan VertiCer rapporteerde, is recent wél gerepareerd, doordat er een flinke aftrekpost "ingetrokken GvO's" voor die maand is opgenomen (die wordt afgetrokken van de cumulatie netlevering en niet-netlevering). Het volume geeft inmiddels een "waarschijnlijk correct" niveau weer.

De extractie van een continue reeks van zonnestroom productie data uit de nieuwe spreadsheets van VertiCer is niet eenvoudig omdat de zonnestroom data tussen alle overige GvO cijfers in staan (diverse energie productie platforms), sterk verspreid over meerdere locaties, er terug gerekend moet worden naar maand van productie, er continu wijzigingen / bijstellingen zijn, en alle over verschillende periodes uitgegeven garanties van oorsprong (GvO's) voor gecertificeerde zonnestroom uiteindelijk per maand opgeteld moeten worden. Bovenstaande grafiek is het uiteindelijke resultaat van het bij elkaar schrapen van alle gegevens in een ordentelijk overzicht. Met de meest recent beschikbare reeks van mei 2021 tm. de eerste cijfers voor oktober 2025. In de maand rapportages lopen de productie resultaten normaliter altijd 1 maand achter op die van de opgestelde generator capaciteit. De productie is weergegeven in de blauwe curve (rechter Y-as als referentie, eenheid GWh = 1 miljoen kWh).

De curves geven het netto resultaat weer van: garanties van oorsprong uitgegeven voor zonnestroom geleverd aan het net (grootste hoeveelheden) + GvO's uitgegeven voor "niet-netlevering" (directe eigen consumptie)****, minus het aantal om wat voor reden dan ook in de betreffende maand teruggetrokken GvO's. Dat laatste is meestal een relatief bescheiden aftrekpost. In een vorige update was mei 2023 de maand met het hoogste volume wat ooit was ingetrokken (15,3 GWh), netto werd toen voor 1,37 TWh aan GvO's aangemaakt. Daar zijn inmiddels echter alweer 3 maanden overheen gekomen. Ten eerste, maart 2024, met inmiddels 46,7 GWh aan terug getrokken GvO's, en een netto aanmaak (dus minus teruggetrokken) van 786 GWh. December 2023 kwam daar overheen, met inmiddels 89,5 GWh teruggetrokken GvO's (zie ook verderop). In de huidige update heeft november 2024 haar kampioens-positie inmiddels bestendigd. In die maand werd voor maar liefst 146,6 GWh aan GvO's teruggetrokken, ten opzichte van een netto uitgave niveau van slechts 313 GWh. Mogelijk zijn dit deels correcties voor foute entries in de stam bestanden bij VertiCer, maar daar is verder geen zicht op.

**** Sedert november 2024 is de categorie "niet-netlevering" (lees: eigenverbruik) in de overzichten van VertiCer stelselmatig, voor alle opvolgende maand rapportages, op nul gesteld. Vermoedelijk is dit het gevolg van de beslissing, aangekondigd in de Kamerbrief over de openstelling van SDE 2024, om eigen verbruik bij nieuwe PV projecten niet meer te belonen met Garanties van Oorsprong, om overwinsten te voorkomen (zie bespreking kamerbrief in artikel van 11 maart 2024). Normaliter blijft voor oudere regelingen deze (contractuele) afspraak overeind, maar er zijn sinds genoemde maand in het geheel geen GvO's voor eigenverbruik meer uitgegeven door VertiCer, zoals uit hun eigen administratie blijkt.

Drijvende krachten GvO uitgifte

Er zijn twee "drijvende krachten" achter het verloop van deze curve. Ten eerste natuurlijk de seizoens-variabiliteit, die zich uit in hoge producties in de zomermaanden ("toppen"), resp. lage output in de wintermaanden ("dalen"). Meestal is december de minst producerende maand. Eerder zagen we al dat, sterk afhankelijk van de gemiddelde instralings-condities in de betreffende maand, in de zomerperiodes hetzij mei (2020), juni (2019, 2021, 2022), of juli (2017, 2018) de best performer waren bij de productie. Voor de hier getoonde recentere periode zijn de waargenomen "zomer pieken" langere tijd alle 4 in juni gevallen. Sinds enige tijd is in 2024 juli de (momenteel) beste productie maand in dat jaar geworden. Inmiddels zijn alle piekwaarden voor 2021 tm. 2025 weer opwaarts bijgesteld. Juni 2023 is nog steeds recordhouder, met inmiddels ruim 1.573 GWh tot nog toe een 11% hogere productie dan in juli 2024 (momenteel opgeplust naar 1.423 GWh). Omdat de wijzigingen in deze volumes klein zijn, is de verwachting, dat deze verhouding zal blijven bestaan.

Game-change 2025

In 2025 was het tot nog toe hoogste productie niveau langere tijd in de zonnige mei-maand bereikt, met, inmiddels, 1.563 GWh. De verwachting dat juni én juli 2025 daar overheen zouden gaan is in de huidige update deels uitgekomen. Juli heeft namelijk nu ook al (bijna) 1.573 GWh aan GvO's toebedeeld gekregen, en is dus de facto op dezelfde hoogte gekomen als kampioen juli 2023. Juni zit nu nog iets onder het niveau van mei (1.559 GWh). Juni 2025 ontving, met gemiddeld 179 kWh/m² horizontale instraling, slechts marginaal minder dan de 182 kWh/m² in mei dat jaar, volgens de in detail bijgehouden instralings-data van het KNMI, door Anton Boonstra. Met nieuwbouw van (gecertificeerde) PV capaciteit in mei, die juni grotendeels on-line zou kunnen zijn, zou de totale opbrengst in juni dus beslist wat hoger kunnen liggen dan in de voorgaande maand. Juli had een beduidend lagere instraling (2025 165 kWh/m²; 1,4% meer dan in 2024). Interessant zal zijn hoe de verhoudingen tussen deze drie maanden zullen uitpakken in komende updates, als meer GvO's bijgeschreven zullen gaan worden voor die periode.

De vijf piekwaarden in de getoonde periode zijn in bovenstaande grafiek weergegeven.

Het record niveau in juni 2023 is 26% hoger dan in juni 2022, waarvoor tot nog toe 1.252 GWh aan zonnestroom GvO's zijn uitgegeven. Anton Boonstra had voor heel Nederland, voor juni 2023, 11% meer instraling vastgesteld dan in juni 2022, de maand was dan ook "record zonnig" volgens het KNMI. Dit opmerkelijke resultaat voor juni is dus niet verbazingwekkend. Dat, in combinatie met de continu voortschrijdende nieuwbouw van PV projecten (al dan niet met SDE subsidie), maakt dat we eind juni 2023 al een (gecertificeerd) productie record te pakken hebben. Deze piek kan in theorie nog steeds iets hoger kan gaan worden in komende updates, zoals reeds in eerdere exemplaren is geschied. Voor juli 2024 verwachten we ook nog wel wat kleinere aanpassingen, het is echter onwaarschijnlijk dat juni 2023 is in te halen met latere toevoegingen voor die maand. Het verschil is daarvoor al langere tijd te groot.

Juli 2023 duidelijk minder productie dan juni dat jaar

Het resultaat voor juli 2023 laat een scherpe neerwaartse knik in de grafiek zien, en komt, voorlopig, uit op een productie van bijna 1.233 GWh in die maand, inmiddels 1,1% hoger dan de 1.219 GWh in de zeer zonnige juli maand van 2022. Ten eerste was juli 2023, i.t.t. juni, een historisch bezien "normale" maand wat het aantal zonne-uren betreft. Boonstra meldde dat er in die maand 11,3% minder instraling was dan in juli 2022, en productie is altijd direct gerelateerd aan de hoeveelheid instraling. Dat er nu toch iets meer is geproduceerd, ligt uiteraard aan de ondertussen gegroeide gecertificeerde capaciteit die, ondanks lagere zoninstraling, in totaal dus een hogere output gaf te zien.

Voor meer commentaar op het verloop van de GvO curve in 2023, zie de bespreking in de update van januari 2025.

Ook de piek volumes uit met name 2021 en 2022 kunnen later nog, zij het marginaal, worden bijgeplust. Zeker van de kleinere projecten, die niet maandelijks door een meetbedrijf worden gemeten, komen productiecijfers namelijk heel erg laat pas beschikbaar, en worden ze dan pas aan de databestanden van VertiCer toegevoegd. En worden ze "zichtbaar" in de hier getoonde productie historie. Als dit al geschiedt, zal de impact ervan echter zeer bescheiden zijn.

Nieuwe recordhouder 2025

Achteraan in de grafiek is het nieuwe record niveau voor juli 2025 met de bijbehorende getalwaarde weergegeven, 1.573 GWh, met nog e.e.a. aan later toe te voegen volumes te verwachten. Het ligt 10,5% boven het nu bekende volume voor juli 2024. Mei 2025 is daarmee nu naar de 2e plaats verdrongen voor dat jaar.

Voor drie "Casussen anomalieën bij GvO uitgifte volumes", zie de bespreking in de analyse van het juli 2025 rapport van VertiCer.

2024 - 2025: alle / andere maandcijfers

In onderstaand lijstje laat ik de verschillen zien tussen de huidige opgave van netto verstrekte GvO's per maand in 2024, en voor januari tm. oktober 2025, de opgave voor dezelfde maand in het voorgaande jaar, en het procentuele verschil t.o.v. de laatstgenoemde maand.

Maand / nieuwe netto uitgifte / idem zelfde maand voorgaande jaar / procent verschil

  • januari 2024 (t.o.v. jan. 2023) / 218,7 GWh / 159,8 GWh / 37%
  • februari 2024 (anomalie 2.143,1 GWh, nog niet publiekelijk hersteld) / 342,5 GWh / ?
  • maart 2024 / 785,8 GWh / 605,4 GWh / 30%
  • april 2024 / 1.125,9 GWh / 1.001,9 GWh / 12%
  • mei 2024 / 1.348,6 GWh / 1.367,5 GWh / -1,4%
  • juni 2024 / 1.388,8 GWh / 1.573,1 GWh / -12%
  • juli 2024 / 1.422,8 GWh / 1.233,4 GWh / 15%
  • augustus 2024 (anomalie 3.051,7 GWh, nog niet publiekelijk hersteld) / 1.094,4 GWh / ?
  • september 2024 / 937,8 GWh / 936,3 GWh / 0,2% (tijdelijk licht negatief geweest)
  • oktober 2024 / 553,7 GWh / 460,3 GWh / 20%
  • november 2024 / 313,3 GWh / 228,5 GWh / 37%
  • december 2024 / 146,0 GWh / 143,9 GWh / 1,5% (eerder nog licht negatief)

  • januari 2025 (t.o.v. jan. 2024) / 205,8 GWh / 218,7 GWh / -5,9%
  • februari 2025 / 528,9 GWh / (anomalie 2.143,1 GWh) / ?
  • maart 2025 / 1.146,1 GWh / 785,8 GWh / 46%
  • april 2025 / 1.355,6 GWh / 1.125,9 GWh / 20%
  • mei 2025 / 1.562,6 GWh / 1.348,6 GWh / 16%
  • juni 2025 / 1.558,9 GWh / 1.388,8 GWh / 12%
  • juli 2025 / 1.572,6 GWh / 1.422,8 GWh / 11%
  • augustus 2025 / 1.409,7 GWh / (anomalie 3.051,7 GWh) / ?
  • september 2025 / 961,4 GWh / 937,8 GWh / 2,5% (eerder nog licht negatief)
  • oktober 2025 / 488,4 GWh / 553,7 GWh / -12%

Met name voor de laatst gerapporteerde maanden zullen er sowieso nog het nodige aan uitgegeven GvO's bij gaan komen. Standaard bij de GvO data van VertiCer is, dat de eerstpublicatie voor een willekeurige maand al het veruit grootste volume GvO's voor die maand oplevert. Afgiftes die later worden gepubliceerd, zijn al veel geringer van omvang, en worden stapsgewijs kleiner qua volume. Het "doorsijpelen" van later afgegeven GvO's, die met terugwerkende kracht voor de betreffende maand worden bijgeschreven, kan echter zeer lang doorgaan. Dat kan langer dan een jaar duren in veel gevallen.

Opvallend is het hoge positieve verschil voor maart 2025, t.o.v. maart 2024, inmiddels al 46% meer GvO's afgegeven, zoals al de in een vorige update uitgesproken verwachting was. Maart 2025 was dan ook record zonnig, volgens het KNMI "de zonnigste maart sinds tenminste 1965". Mogelijk kan het verschil met maart 2024 nog verder gaan oplopen, als achterstallige GvO's voor die maand worden toegevoegd.

In 2024 was een groot verschil te bespeuren bij de maand januari, waarvoor al 37% meer GvO's zijn afgegeven, dan voor januari 2023. Januari 2024 had dan ook dik 20% meer instraling dan dezelfde maand in 2023, volgens de KNMI data extracten van Anton Boonstra (interne link). Ook november 2024 zat al een tijdje op 37% meer productie dan in november 2023. Dat is curieus, want de instraling was in november 2024 juist 5,6% láger dan in november 2023 (interne link, resp. bijdrage op Twitter). Mogelijk worden deze op zich tegenstrijdige percentages in latere updates recht getrokken. Het lijkt niet zeer waarschijnlijk dat er in oktober-november 2024 een zeer hoog nieuw, reeds netgekoppeld vermogen is bijgeplaatst wat het verschil zou kunnen verklaren, maar we kunnen dat ook weer niet uitsluiten.

Alleen een forse hoeveelheid afschakeling van veel grote projecten (vanwege negatieve marktprijzen in maart 2025) kan weer roet in het eten gaan gooien. Martien Visser van energieopwek.nl deed recent weer een poging om afschakeling nog beter te modelleren. Voor de ook zeer zonnige maand april schatte hij, dat maar liefst 10% van de potentiële productie uit zon- én wind afgeschakeld zou zijn onder de toen heersende marktcondities (zie zijn Blue Sky bijdrage van 6 mei 2025, met grafiek). In ook zeer zonnig mei, schat Visser zelfs 15% curtailment in bij alleen al de PV populatie ... (Blue Sky bericht van 1 juni 2025). Voor ook zonnig september 2025 schatte hij 15% afschakeling voor zowel wind als zon in (Blue Sky bericht van 16 oktober 2025).

Meer capaciteit, meer GvO's, maar ook keerzijde

De tweede drijvende kracht achter de curve in bovenstaande grafiek is uiteraard de in het recente verleden zeer onstuimige groei van de projecten markt, met telkens flink meer, gemiddeld genomen steeds grotere PV projecten, wier nieuwe productie volumes in de loop van het kalenderjaar toegevoegd worden aan de output van het eerder al bestaande productie "park". Dat is dé drijvende kracht achter de steeds hoger wordende pieken (bovenop de verschillen in instraling van jaar tot jaar). Alle nieuwe capaciteit zal bijdragen aan het verhogen van de pieken, zelfs al hebben ze in sterk toenemende mate oost-west opstellingen om de voor netbeheerders zeer vervelende "middag-output-piek" te verlagen. Ook het steeds meer om zich heen grijpende fenomeen van afschakelingen bij negatieve marktprijzen, zal in de projecten markt al te sterke stijgingen bij de afgifte van GvO's onder druk zetten. De potentiële zonnestroom productie wordt dus in toenemende mate uitgehold.

Nog niet is bekend, hoe er bij VertiCer omgegaan zal gaan worden met certificaten voor, bijvoorbeeld, door grote zonnestroom projecten tijdelijk in accu's opgeslagen elektra. Mijn vermoeden is, dat zo'n accu dan als "afnemer" gezien zal worden, en dat daarna het recht op "groenheid" bij gebruik verloren is gegaan. Er is immers al bij de productie een certificaat afgegeven, dat kan niet "verdubbeld" worden. Er is veel interesse voor accu systemen ("BESS"), en ik zie steeds meer projecten met realisaties van opslag van elektra. Het direct aan het TenneT hoogspanningsnet te koppelen 200 MWh Antares BESS systeem van Return in Waddinxveen is recent de bouw fase ingegaan, veel grotere projecten zijn al gepland, tot een 1,4 GWh BESS installatie in Borsele aan toe. De plannen voor de lang verwachte 300 MW / 1.200 MWh grote Leopard BESS op de hoogspannings-aansluiting van gefailleerd Aldel in Delfzijl worden inmiddels zeer concreet: die installatie zou in de 2e helft van 2027 opgeleverd moeten gaan worden, en Vattenfall heeft inmiddels al een claim op een derde deel van het totale opslag volume ondertekend. In de analyse van de beschikte SDE 2024 projecten kom ik bij de zonneparken al de nodige plannen tegen voor gecombineerde aansluiting met een BESS systeem, en ook op kleinere schaal kom ik, bij het midden- en kleinbedrijf, al frequent accu plaatsingen tegen.

Progressie in winter"dips"

In de productie curve was tot aan een vorige update goed te zien dat de zogenaamde "winter-dips" in de periode 2021 - 2023 ook op een steeds hoger niveau komen te liggen, a.g.v. de almaar toenemende productie capaciteiten, die ook in de winter aan een toenemende hoeveelheid zonnestroom output bijdragen. In deze laatste update blijkt december 2022 weer, achter de komma, een marginaal hoger volume te zijn toegerekend, het is inmiddels ruim 138,1 GWh geworden. Dat is al 13,9% hoger dan in december 2021 (121,3 GWh), en is zelfs al een factor 4,6 maal het niveau van de "dip" in het winterseizoen van 2017/18 (jan. 2018 29,8 GWh, zie eerder gepubliceerde historische grafiek).

Het gecorrigeerde volume voor december 2023, inmiddels 143,9 GWh aan netto afgegeven GvO's is nu 4,2% hoger dan in die wintermaand in het voorgaande jaar. En het is al een factor 4,8 maal het niveau van januari 2018.

December 2024 heeft inmiddels 146,0 GWh aan netto afgegeven GvO's. Dat ligt inmiddels, zoals in een vorige update al voorspeld, 1,5% hóger dan het volume in december 2023 (in een eerdere update was dat nog 2,4% láger), en zal waarschijnlijk nog wel verder gaan uitlopen. De tot nog toe uitgegeven, relatief bescheiden hoeveelheid GvO's in deze maand, geeft een extra aanwijzing, dat van de extreem verhoogde capaciteits-toevoeging in dezelfde maand (paragraaf 3a), niets kan kloppen, want een deel van de productie daarvan zou dan al zichtbaar moeten zijn geworden bij VertiCer. Latere updates zullen deze stellingname kunnen onderbouwen, als meer actuele productie cijfers bekend zullen worden.


7. Jaarproducties volgens Garanties van Oorsprong

Een herziene versie van de grafiek met de jaarlijkse uitgifte van Garanties van Oorsprong (GvO's) werd door Polder PV gegeven in de analyse van de augustus cijfers van 2024 (link).

Integreren we de data uit dat overzicht, met de meest recente toevoegingen (ook uit eerdere jaren) van de update van 1 december 2025, krijgen we de volgende grafiek met de totaal uitgegeven hoeveelheden GvO's (lees: zonnestroom producties) in de kalenderjaren 2006 tm. 2024, en het eerste, al fors toegenomen volume, voor (januari tm. oktober) 2025. Aangezien voor 2024 er nog steeds twee zeer grote anomalieën in de cijfers aanwezig zijn, voor februari, en, nieuw toegevoegd in een vorige update, voor augustus, zal het uiteindelijke uitgifte niveau zeer waarschijnlijk fors lager gaan worden. Tenminste, als die grote fouten ook daadwerkelijk, vermoedelijk sterk vertraagd, publiekelijk zullen worden hersteld in de cijfers van VertiCer. Vandaar dat ik de kolom voor 2024 gearceerd heb weergegeven, en, uiteraard, ook voor 2025.

De tot nog toe bekende zonnestroom productie van uitsluitend de gecertificeerde zonnestroom markt (dus exclusief vrijwel alle residentiële en andere niet bij VertiCer bekende capaciteit) groeide razendsnel. Van nog bijna onmeetbare hoeveelheden in 2006, tot een volume van 219 GWh in 2015. Vervolgens zette de groei stevig in, vooral veroorzaakt door een toenemende hoeveelheid, en steeds grotere, grotendeels via de SDE regelingen gesubsidieerde projecten. Van 556 GWh in 2016, 832 GWh in 2017, 1,6 TWh in 2018, 2,9 TWh in 2019, 5,1 TWh in toenmalig record jaar 2020, naar 6,2 TWh in 2021. Aangezien 2022 zeer zonnig was (Anton Boonstra: 13% meer horizontale instraling dan in 2021), volgt meteen een grote sprong naar ruim 8,6 TWh in 2022.

Vervolgens werden er voorlopig al 9,1 TWh aan GvO's afgegeven voor 2023. Hierbij komt ook nog, dat de nodige nakomende volumes van eerdere maanden worden bijgeplust. Het zal daarbij interessant zijn, te zien, wat de balans zal gaan worden tussen de méér productie van de (record) toegevoegde nieuwe gecertificeerde capaciteit in 2023, in relatie tot het feit, dat de cumulatieve instraling in dat jaar, 7,2% láger lag, dan in het relatief zonnige jaar 2022, aldus de data-extracten en waarnemingen van Anton Boonstra. Dat 2023 tot nog toe niet zeer veel hoger uitkomt dan 2022, zou deels ook kunnen komen door actieve curtailing van grote projecten a.g.v. lage / negatieve marktprijzen, die toen al regelmatig voorkwamen. De toename van het jaarvolume in 2023 is echter zéér laag (523 GWh, t.o.v. 2.416 GWh nieuw in 2022, resp. 4.289 GWh nieuw in 2024), wat doet vermoeden, dat ook hier weer iets niet helemaal in orde lijkt bij de officiële statistieken ...

Verrassend is, dat 2024, met nog veel updates te verwachten, nu al vér boven het kalenderjaar totaal voor 2023 uitkomt, met netto 13,4 TWh aan reeds uitgegeven GvO's. Hiermee is voor het eerst in de historie de 10 terawattuur gecertificeerde stroomproductie in een kalenderjaar al vroegtijdig "geboekt". Echter, omdat er twee zeer grote anomalieën in deze cijfers zitten (februari en augustus), zal het uiteindelijke niveau veel lager gaan worden. Hoeveel lager is helaas nog niet duidelijk.

Achteraan is het tot nog toe bekende volume voor de eerste tien maanden van 2025 toegevoegd, waarbij de 10 TWh grens al ver gepasseerd is, zonder opgetreden "anomalieën" in de beschikbare cijfers. Er werd tot nog toe al 10.790 GWh aan productie geteld. Waar uiteraard nog zeer veel, en, hoogstwaarschijnlijk, een nieuw record volume aan toegevoegd zal gaan worden. Daarmee heeft 2025 nu al 18% meer, dan de hele jaarproductie in 2023 bereikt. Met nog 2 productiemaanden te gaan, plus alle latere toevoegingen.

Reken we de nog te corrigeren fouten voor februari en augustus 2024 mee, zouden er vanaf 2006 tot en met oktober 2025 door VertiCer en haar rechts-voorgangers, inmiddels 59,7 TWh aan garanties van oorsprong zijn uitgegeven voor gecertificeerde PV capaciteit (netto resultaat van netlevering, niet netlevering, minus terug getrokken GvO's). Hoe ver we boven de 50 TWh piketpaal uit zullen komen, als februari en augustus 2024 volumes (neerwaarts) worden gecorrigeerd, zullen we in komende updates vermoedelijk gaan terugzien.


8. Bronnen

Intern - eerdere rapportages CertiQ / VertiCer

Vorige maandrapportages 2025:

Oktober 2025, gepubliceerd op 5 november 2025

September 2025, gepubliceerd op 3 oktober 2025

Augustus 2025, gepubliceerd op 3 september 2025

Juli 2025, gepubliceerd op 5 augustus 2025

Juni 2025, gepubliceerd op 4 juli 2025

Mei 2025, gepubliceerd op 11 juni 2025

April 2025, gepubliceerd op 7 mei 2025

Maart 2025, gepubliceerd op 3 april 2025

Februari 2025, gepubliceerd op 4 maart 2025

Januari 2025, gepubliceerd op 5 februari 2025

Voor 2024: zie de lijst gepubliceerd in de update van 6 januari 2025

Voor 2023: zie de lijst gepubliceerd in de update van 1 februari 2024

Voor 2022 en 2021, zie overzichtje onderaan analyse van 9 januari 2023

CertiQ herziet cijfer presentatie methodiek - een nieuw tijdperk ? (8 februari 2023)

Meer licht in de duisternis (?) omtrent ontwikkeling gecertificeerde zonnestroom portfolio in (2019-) 2020 bij CertiQ. (4 november 2020; vroege signalering van sterk wijzigende historische CertiQ data door Polder PV)

Extern

Data overzichten website VertiCer (opgelet, tijdens laatste upload blijken alleen nog maar de 2 laatste maandrapportages voor elektra, en 1 voor "groen gas", aanwezig te zijn, alle voormalige rapportages zijn verdwenen van de site!)

Wijziging correctie meetwaarden (nieuwsbericht voor handelaren op site VertiCer, 6 januari 2025)

Vereiste rapportage-datum bij een lopende aanmelding (formele gang van zaken te volgen bij op te geven "rapportage datum", op site VertiCer, 7 juli 2025, pdf)

NB: de oude website van CertiQ is niet meer actief, de url verwijst door naar de site van rechtsopvolger VertiCer !



1 december 2025. Zonnestroom productie PV systeem Polder PV november weer "normaal", ruim 13% hoger dan november 2024 . Na de opvallend sombere oktober maand, was november 2025 weer duidelijk productiever dan in dezelfde maand in het voorgaande jaar, met 13%. Door de door de bank genomen zeer zonnige zonnige rest van het jaar, in combinatie met de door de webmaster uitgevoerde systeemrenovatie in maart, blijft de totale productie in januari tm. november op de derde positie in de "historical record", na de record opbrengsten in dezelfde periode in 2003, en 2022. De balans van alle cijfers vindt u hier onder.

In deze analyse de cijfers voor november 2025, voor het referentie systeem bij Polder PV. Wat sedert de netkoppeling van de eerste vier zonnepanelen, op 13 maart 2000, in de basis, begin december 2025, inmiddels 9.394 dagen in bedrijf is. Voor een verslagje van de systeemrevisie op 8 maart, bij het eerste kwart eeuw jubileum, 13 maart jl., zie hier. De in een eerdere rapportage uitgesproken hoop dat "alles weer normaal" zou worden, blijkt met de cijfers voor april tot en met november volledig te zijn uitgekomen.

In onderstaand verslag de resultaten met het gerenoveerde, deels 25 jaar oude Polder PV systeem.

In eerste instantie de gebruikelijke tabel met de fysiek gemeten maandopbrengsten per deelgroep in het kleine PV systeem van Polder PV, die hier onder zijn weergegeven.

De tabel met de gemeten / deels geïnterpoleerde producties van de verschillende "sets" zonnepanelen van Polder PV, voor november 2025, in het 2e kolommen paar de producties in de eerste 11 maanden van 2025. Naast het opgestelde vermogen in Wp wordt de productie per groep in Wattuur (Wh) vermeld, ernaast de belangrijke afgeleide specifieke opbrengst (in kWh/kWp, hetzelfde als Wh/Wp), waarmee de uit verschillende vermogens bestaande deelgroepjes goed vergeleken kunnen worden. Rechts, de vergelijkbare staatjes voor de specifieke opbrengsten in november, resp. in januari tm. november 2024, ontleend aan het bericht over die maand, op de Polder PV website. Het was toen ook, mede vanwege de forse infra problemen, een zwaar tegenvallende productie maand in de PPV geschiedenis. Die situatie is, net als in april tm. november dit jaar, volledig gewijzigd. Alle producie resultaten liggen weer redelijk dicht bij elkaar (kWh/kWp). De totale producties in de eerste elf maanden liggen zeer hoog, op de derde positie in de productie historie van Polder PV.

In de gemiddelde maand november 2025 is de vaak in het verleden goed presterende set met 2 Kyocera 50 Wp paneeltjes in serie op 1 micro-inverter ditmaal wederom de beste, met een specifieke opbrengst van 31,7 kWh/kWp. Op de 2e en 3e plek staan ditmaal de 2 pal zuid geplaatste 108 Wp panelen (donkergroene band, 30,5 kWh/kWp), en de qua kabelinfra volledig gerenoveerde, vorig jaar langdurig problematische set 108 Wp exemplaren gericht op ZZO (rode band, 30,0 kWh/kWp). Pad dan volgt ons oudste kwartet zonnepanelen, 4x 93 Wp Shell Solar modules (29,9 kWh/kWp). De 4 in de achterste rij staande 108 Wp panelen (oranje band), deden het ook ditmaal het minst goed, met 28,2 kWh/kWp, wat mogelijk met in de wintermaanden optredende schaduweffecten van de voorste rij panelen heeft te maken. Het resultaat voor het uit 10 panelen bestaande basis systeem (felgroene band bijna onderaan) is 29,2 kWh/kWp.

Vergelijk met november 2024

De productie verschillen met de minder zonnige maand november 2024 liggen tussen 5,2% voor de 2 pal Z. gerichte 108 Wp panelen (donkergroene band), tot 38,9% positief verschil bij de 2 in de voorste rij ZZO gerichte exemplaren die vorig jaar structurele problemen hadden, en destijds flink ondermaats presteerden (rode band). Na de renovatie in maart 2025, doet (ook) deze set het weer prima. Alle overige sets deden het ook beter dan in november 2024 (6-10%), waarschijnlijk vanwege meer zoninstraling.

Het kern-systeem van 10 panelen / 1,02 kWp (lichtgroene band) had een opbrengst van 29,8 kWh in november, wat neerkomt op een specifieke opbrengst van 29,2 kWh/kWp. Dat ligt wederom duidelijk lager dan de 37,7 kWh/kWp in oktober, vanwege een combinatie van afnemende daglengtes en de gemiddeld dalende hoogte van de zon t.o.v. de horizon, wat een nog sterker effect heeft (uitleg bij KNMI). Al met al, blijkt het kernsysteem 13,3% meer zonnestroom productie te hebben opgeleverd dan in november 2024.

Cumulaties eerste elf maanden

Bij de cumulaties (jan. tm. november) is bij de specifieke opbrengsten (kWh/kWp) nog steeds zichtbaar, dat het deelsysteem met de grootste problemen tm. begin maart dit jaar (2x 108 Wp ZZO vooraan, rode band), nog wat achterloopt bij de andere deelsystemen, zowel voor de renovatie (2024), als na de renovatie (2025). Vandaar dat ik die waarden van een rood kadertje heb voorzien. De productie in november 2025 is goed in lijn met de productie bij de andere deelgroepen, daar heb ik het kadertje dus weggehaald. Voor november 2024 blijft dat staan gezien de toen nog tegenvallende opbrengst (3% lager dan bij het kernsysteem). De verwachting is, dat in 2026, ook het rode kader voor de cumulatieve opbrengsten zal verdwijnen, en dat het getoonde deelsysteem weer volledig in de pas zal lopen met de rest.

KNMI maandbericht

November 2025 kreeg, na de zonnige maanden april tot en met september, en de opvallend afwijkende sombere oktober maand, van het KNMI de kwalificatie "Vrij zacht, landelijk gemiddeld verder normaal" toebedeeld (voorlopig overzicht van 1 december). Met 76 zonuren t.o.v. het langjarige gemiddelde van 70 voor die maand, lag dat dus 9% onder het historisch gemiddelde. Maar het lag wel 11% boven het aantal zonuren in november 2024 (63 zonuren). Ell in de gemeente Leudal, Zuid-Limburg, moest het met slechts 60 zonuren stellen. De extremen lagen in november 2025 in zuidoost Nederland (ca. 90 zonuren) tot het uiterste noorden (65 zonuren). Centraal gelegen de Bilt kreeg 80 van de normaliter gemiddeld 67 zonuren te zien.

Het resultaat voor het nog steeds prima functionerende 1,02 kWp kernsysteem in november 2025 is inmiddels geplot in het welbekende maandproductie diagram, wat Polder PV al vele jaren lang elke maand van een update voorziet.

In deze grafiek alle maandproducties van het kern-systeem van 10 panelen (1,02 kWp) bijeen, met elk kalenderjaar een eigen kleur. 2025 heeft een eigen kleurstelling. Tot oktober 2001 waren er nog maar 4 panelen in het eerste systeem, en de producties daarvan zijn dan ook niet vergelijkbaar met de rest van de datapunten. Oktober 2010 was het hele systeem grotendeels afgekoppeld van het net, vandaar de zeer lage waarde voor die maand. Die wordt dan ook niet meegenomen in de berekening van het langjarige gemiddelde per maand, de dikke zwarte lijn in de grafiek.

Voor een korte bespreking van de maandproducties tm. juli 2025, zie de rapportage over augustus. In augustus 2025 was het productie verschil met de historische normaal 117,3 kWh, 7,1% hoger dan het langjarige gemiddelde voor die maand (109,5 kWh). In september is het verschil verder afgenomen, met een gemeten productie van 89,4 kWh, wat 3,2% hoger is dan het langjarige gemiddelde van 86,6 kWh voor september.

Oktober geeft een zeer duidelijke trendbreuk te zien. Met 38,4 kWh bleef die maand op een "bijna historisch" dieptepunt steken, wel nog iets beter dan oktober 2020, maar 31% mínder dan het langjarige gemiddelde voor deze maand. Aan de andere kant van het spectrum vinden we oktober van het memorabele record jaar 2003, wat ook voor die maand een record vestigde van 73,2 kWh, 32% bóven het langjarige gemiddelde.

Dat oktober 2025 duidelijk afweek van de trend, werd nog eens benadrukt in het nieuwsbericht van het KNMI van 1 december (87 t.o.v. normaal 120 uren zon), waarbij ook werd gesteld, dat september juist zeer zonnig was (188 t.o.v. normaal 120 zonuren), en november als "normaal" werd bestempeld.

In november 2025 is de boel weer "recht getrokken", met een maandproductie (29,8 kWh), die 9,1% hóger ligt dan het langjarige gemiddelde voor die maand (27,3 kWh). Het is daarmee wel een "middenmoter" in de volledige reeks voor november. Er zijn 7 jaren met iets hogere producties in de overzichten van Polder PV, met recordhouder november 2011, toen 35,9 kWh productie werd genoteerd. KNMI kwalificeerde die maand dan ook als "recorddroog en zeer zonnig".

Opvallend is, dat bij Polder PV, de maand met de gemiddeld hoogste productie over alle jaren, alweer een tijdje de maand mei is geworden. Dit heeft vermoedelijk te maken met de combinatie van hoge instraling, met een nog relatief lage luchttemperatuur. In warme zomermaanden, heeft het PPV systeem te maken met hittestress, met name bij de in-house hangende micro-inverters (die op zeer hete dagen geforceerd worden gekoeld met computer ventilatoren). Ook is de lucht in mei koeler dan in de latere zomermaanden, en minder vochtig, waardoor de instraling gemiddeld genomen intenser is, ook over langere periodes.

In deze vergelijkbare grafiek zijn alleen de maandproducties van de laatste vier jaar getoond. 2021 is verwijderd, en 2025 is in de eerste maandrapportage van dit jaar toegevoegd in deze nieuwe grafiek. Zelfs in zo'n relatief korte periode zijn de verschillen soms groot in de lange zomerse periode. Het relatieve verschil in maart was het hoogst, omdat die maand in 2022 zéér hoog scoorde (zelfs hoger dan de opvolgende maand april). Zeer zonnig maart 2025 heeft ook een hoog resultaat laten zien, al werd dat nog door gebreken in de eerste week deels teniet gedaan. Ook april 2025 steekt vér boven het gemiddelde uit. Mei 2025 is in deze vier jaar ook kampioen, en komt duidelijk uit boven het resultaat voor mei 2022. Juni 2025 is marginaal onder de hoge opbrengst in dezelfde maand in 2023 komen te liggen. In juli gaf alleen 2022 een nog beter resultaat dan in 2025, al blijft de productie nog steeds duidelijk bovengemiddeld t.o.v. de historische trend. Dit heeft zich herhaald in augustus, met een hoger positief verschil t.o.v. het langjarige gemiddelde dan in juli (7,1% t.o.v. 4,0%). In september is het verschil weer wat kleiner geworden, met 3,2% meer productie t.o.v. het maand gemiddelde, maar nog steeds iets onder het resultaat voor 2022.

In oktober 2025 zien we een zéér duidelijke kentering van deze mooie trend. Deze sombere maand heeft landelijk tot zeer lage producties geleid (in veel gevallen zelfs "historisch laag"). Bij Polder PV was alleen oktober 2020 nog minder, maar we zien dat het desondanks "niet veel over houdt", en ver onder het langjarige gemiddelde is komen te liggen voor die maand. November keerde weer terug naar een bovengemiddeld productieniveau, 9,1% boven het langjarige gemiddelde.

Goed is te zien dat 2024 bijna constant sterk tegenvallende producties heeft laten zien, afgezien van januari. Dat kwam door problemen met sommige aansluitingen en, naar later bleek, ook een slecht presterende micro-inverter, die op 8 maart 2025 is vervangen. Op diezelfde dag werd de complete kabel- en aansluit infra herzien door Polder PV, met opzienbarend resultaat.

In deze grafiek geef ik de cumulatieve opbrengsten per kalenderjaar voor alle maanden per kalenderjaar, tot en met de maand weergegeven in de titel (momenteel: november 2025). De eerste twee jaren gelden niet voor het gemiddelde of de mediaan, omdat er toen grotendeels nog maar 4 panelen aanwezig waren en de producties dus veel lager dan met tien panelen. Het gemiddelde voor de productie in januari tm. november is in de laatste oranje kolom weergegeven, en door de horizontale zwarte streepjeslijn, en bedraagt (periode 2002-2025) inmiddels 910,8 kWh voor dit deel-systeem. Bij uitsluiting van niet representatief 2010 (deels systeem afgeschakeld), is dat, realistischer, 900,6 kWh. Bij getoonde installatie van 1,02 kWp komt dat neer op een specifieke opbrengst van 883 kWh/kWp. Let wel, in de laatst verschenen versie van het "Protocol Monitoring Hernieuwbare Energie" (RVO / CBS publicatie, laatste van 2022), wordt nog steeds het kengetal van 875 kWh/kWp.jr gebruikt. Ons reeds kwart eeuw oude PV systeem zit daar eind november al 1% boven, met nog 1 (winterse) maand productie te gaan.

De spreiding in de cumulatieve opbrengsten is in de eerste elf maanden van 2025 iets minder extreem dan voor het eerste kwartaal (verschillen worden over een langere periode meer uitgemiddeld), maar toch blijven er jaren met duidelijk bovengemiddelde opbrengsten te zien in deze grafiek. Het overall zeer zonnige jaar 2003 had reeds in februari "de macht" gegrepen, met inmiddels 1.053,6 kWh geaccumuleerd tm. november (15,7% hoger dan het langjarig gemiddelde excl. 2010). Twee andere jaren steken ook flink boven de rest uit, met 1.018 - 984 kWh productie in januari tm. november, 2022 en 2025. T.o.v. de status van juli, hebben deze 2 jaren stuivertje gewisseld. 2025 is sedertdien het derde hoogste productiejaar in deze periode. Het eerder uitgesproken vermoeden, dat 2025 kampioen 2003 niet meer zou kunnen inhalen, is hierdoor definitief geworden, december zal daarbij het verschil beslist niet meer kunnen goedmaken.

De productie in de eerste 11 maanden van 2025 is 8,1% (stabiel t.o.v. vorige update) hóger dan het langjarige gemiddelde (excl. iets afwijkend jaar 2010), maar is, met name vanwege de sombere oktober maand afgenomen t.o.v. eerdere maand updates. Tot en met februari lag dit percentage nog 1,3% láger dan het toen geldende gemiddelde. De verschillen zullen, bij toevoeging van de komende december rapportage aan de vergelijkingsperiode, mogelijk nog iets kleiner kunnen worden. Maar schommelingen zullen blijven voorkomen, sterk afhankelijk van de gemiddele maandelijkse zon-instraling.

Goed is het zwaar tegenvallende voorgaande jaar, 2024 te zien, wat een zeer lage opbrengst in deze periode had, vanwege structurele infra problemen in combinatie met een defecte micro-inverter. De problemen begonnen al medio 2023, wat ook duidelijk ondermaats presteerde.

In bovenstaande grafiek is ook weer de mediaan waarde voor de jaren 2002 tm. 2025 weergegeven, in de vorm van de horizontale, magenta streepjeslijn. Deze waarde ligt nog steeds onder het gemiddelde (excl. 2010), op een niveau van 900,6 kWh. De productie in januari tm. november 2025 ligt 9,3% (tm. september nog 12,2%) boven deze mediaan waarde.

In deze vierde grafiek zijn de voortschrijdende cumulaties van de energie (stroom) productie van het 1,02 kWp basis-systeem te zien, met elk jaar een eigen kleur. 2023 (lichtgeel) was, door diverse infra problemen, tot voor kort het slechtste productiejaar in de lange historie van Polder PV geworden, met een jaaropbrengst van slechts 868 kWh voor deze deel-installatie. Dat is 2% lager dan het toen nog laagste productie tonende "normale" jaar, 2012 (885 kWh).

2024 heeft, helaas "met stip", 2023 in negatieve zin overtroefd, en kwam, door een combinatie van structurele problemen met de oude installatie, en het beslist niet meewerkende weer door het jaar heen, tot en met december bij de productie op een nieuw laagte-record, 806 kWh (gemiddelde over alle jaren: 922 kWh).

De cumulatieve jaarproducties van de twee hoogst (2003 en 2022), en 2 slechtst presterende jaargangen (2024, 2023) zijn rechtsboven naast de Y-as weergegeven, om een indruk van de spreiding te geven.

2025 begon met een subgemiddelde opbrengst voor januari, en een licht bovengemiddelde opbrengst voor februari. In maart werd een duidelijke trendbreuk zichtbaar, de curve buigt merkbaar omhoog. Dit kwam sowieso door de record hoeveelheid zonne-uren, en kreeg bovendien een extra "boost", door de systeemrevisie die Polder PV op 8 maart doorvoerde. In april tm. september is duidelijk gebleken dat dit een succesvolle ingreep is geweest, daarbij natuurlijk ook geholpen door het door de bank genomen zeer zonnige weer in deze maanden. De curve is eind september al aardig dicht genaderd richting het exemplaar van het meest productieve jaar (2003), liep enkele maanden zelfs jaar (2022) voorbij, maar is begin oktober krap daar onder op de derde plaats beland. In oktober kwam weer een duidelijke trendbreuk, vanwege zeer somber weer, en viel de curve weer duidelijk terug t.o.v. die voor 2022. De productie in november was bovengemiddeld, waardoor de curve werd doorgetrokken, naar een cumulatieve opbrengst van 984 kWh. De op twee na hoogste productie ooit, voor dit deelsysteem.


Data Anton Boonstra, Siderea.nl, NKP, Energieopwek.nl

Boonstra is al enige tijd naar het platform "Bluesky" gemigreerd. Daar worden de bekende kaartjes getoond die hij eerder in een lange periode, getrouw, op Twitter had gepubliceerd. Voor november 2025 had hij tijdens de upload van dit artikel al de 2 productie kaartjes gepubliceerd. Cijfers over horizontale instraling zal ik later toevoegen als die beschikbaar komen.

De gemiddelde specifieke productie opbrengst (van grotendeels residentiële installaties) lag voor de PVOutput data van de (plm. 1.100) Nederlandse contribuanten op 23,4 kWh/kWp in november, wat, volgens Boonstra, 12,1% hoger lag dan in dezelfde maand in 2024. Rode lantaarndragers waren ditmaal Fryslân en Groningen, met 18,8 resp. 19,4 kWh/kWp. Ditmaal was Limburg de - opvallende - uitzondering, met de hoogste gemiddelde productie, 27,6 kWh/kWp, gevolgd door Noord-Brabant (25,8 kWh/kWp), en langjarig kampioen Zeeland, met 24,6 kWh/kWp. Waarbij zuid Nederland dus duidelijk beter presteerde dan de rest van het land.

De productie van het gereviseerde PV-systeem van Polder PV kwam, met gemiddeld 29,2 kWh/kWp (eerste tabel aan het begin van dit artikel), weer flink (25%) boven het provinciale gemiddelde (Zuid-Holland) uit, met een gemiddelde van 23,3 kWh/kWp, volgens Boonstra's data extracten. Met name in de warme zomermaanden ligt dat meestal andersom (wanneer onze micro-inverters vaak aan "hittestress" leiden).

Boonstra signaleerde verder grote verschillen bij de relatieve afwijkingen t.o.v. november 2024: Deze was licht negatief in Flevoland (-2,6%), en met een forse spreiding in positieve zin, bij de overige provincies. Relatief lage positieve verschillen t.o.v. vorig jaar, 4,4 resp. 4,5% in Utrecht en Overijssel. Tot relatief grote positieve verschillen voor november 2025 in, verrassend, Groningen (+22,6%), en percentages tussen de 23,6% (Noord-Brabant), 26,9% (Limburg), en zelfs 30,9% in zonnig Zeeland.

Voor de eerste 11 maanden van 2025 kwam Boonstra met een specifieke productie van gemiddeld 903,1 kWh/kWp, 11,6% meer productie, dan in dezelfde periode in 2024 (NB: tm. juni was dat zelfs 23,4% meer). De extremen kwamen voor in Fryslân (852 kWh/kWp), resp. Zeeland, met 974 kWh/kWp (14,3% hoger dan in Fryslân). In relatieve zin, was de meeropbrengst t.o.v. januari - november 2024 inmiddels het laagst in Groningen (slechts +4,4%), en, al enige maanden, het hoogst in mijn provincie, Zuid-Holland (14,0%, daarbij Zeeland naar de 2e plek (+13,8%), en Utrecht en Noord-Brabant naar een gedeelde derde plaats verwijzend, met +13,6%). Het oude PV systeem van Polder PV deed het inmiddels, na de uitgebreide systeem revisie op 8 maart jl., in januari tm. november in Leiden, 3,2% beter (965 kWh/kWp, tabel bovenaan dit artikel) dan het provinciale gemiddelde van 935 kWh/kWp. Tot en met mei lag dat verschil nog flink hoger, bijna 7%, vanwege de zeer zonnige, relatief koele voorjaars-maanden in 2025. De systeemrevisie bij Polder PV heeft dus prima resultaten opgeleverd.

Verschillen instraling vs. productie
De (positieve) verschillen van de gemeten producties zijn normaliter kleiner t.o.v. dezelfde periode in 2024, dan bij de instralings-data. Dit is al langere tijd zo, en is waarschijnlijk deels terug te voeren op extra problemen, zoals veroudering, tijdelijk uitvallende omvormers bij netspannings-problemen in met name laagspanningsnet - gebieden (woonwijken e.d.), en vermoedelijk ook, actieve uitschakeling van PV installaties bij klanten met een dynamisch stroom contract, in periodes met negatieve stroomprijzen. Deze problemen zullen vermoedelijk stapsgewijs gaan toenemen.

Siderea verwijst al enige tijd voor hun opbrengst prognoses naar de nieuwe, interactieve Landelijke Opbrengst Berekening (LOB), met meer datapunten dan vroeger werden vermeld. De methodiek bij Siderea is verder verfijnd, zie het separate bericht onderaan. Dit werkt ook door in de resultaten op de LOB pagina. Deze resultaten worden ook apart weergegeven in een separaat tabblad.

Er zijn diverse toevoegingen geweest op de site van Siderea in oktober, zie de berichten op het blog aldaar. Er wordt o.a. melding gemaakt van vervanging van het Limburgse KNMI meetstation Arcen (gesloten) door Horst (geopend). Zie ook het KNMI bericht van 20 november 2024 over dat nieuwe station. Verder is bij de berekeningen voor de LOB overzichten nu ook rekening gehouden met aparte opbrengst berekeningen voor zonnepanelen gericht op ZW dan wel op ZO. In de nieuwe LOB overzichten wordt daaruit een gemiddelde opbrengst getoond van die 2 gescheiden situaties.

Er wordt op de LOB pagina voor november 2025 gerekend met haalbare specifieke opbrengsten van 25 kWh/kWp in Eelde (noord Drenthe), tot 37 kWh/kWp in Maastricht (L.), voor goed werkende installaties met "gemiddelde oriëntaties", ZW of ZO. Tot waarden van 30 kWh/kWp (Groningen en Fryslân), tot 41 kWh/kWp voor, wederom, Maastricht, voor installaties met optimale oriëntaties.

Voor de langjarige periode 2001-2020 berekende Siderea voor alleen de maand november haalbare gemiddelde opbrengsten, tussen de 24 kWh/kWp (Groningen & Fryslân) en 30 kWh/kWp (Zuid Limburg), voor "gemiddelde oriëntaties", en 28 kWh/kWp (Groningen & Fryslân), tot 34 kWh/kWp voor Zuid Limburg en Oost Brabant, voor "optimale oriëntaties".

Voor de periode januari tm. november voor genoemde periode van 2001-2020 liggen de laagste waarden in centraal Gelderland (Veluwe, 895 resp. 952 kWh/kWp), de hoogste in de Kop van Noord-Holland (998 resp. 1.064 kWh/kWp). Waar ditmaal Zeeland naar de 2e plaats is verwezen.

Zoals vaker gememoreerd, zijn door Siderea finaal berekende cijfers allemaal ideale gevallen. De meeste van de recenter geplaatste installaties halen deze prognoses niet (zoals al jaren blijkt uit de verzamelde data van Boonstra), omdat ze onder suboptimale omstandigheden zijn gerealiseerd. Bovendien komen tijdelijke afschakelingen, gewild (negatieve stroomprijzen bij dynamisch stroom contract), dan wel ongewild (spanningsproblemen op het laagspanningsnet, a.g.v. hoge penetratiegraad van PV op relatief "dun" uitgelegde netten) vaker voor, wat de werkelijk haalbare jaarproductie onder druk zet bij de getroffen installaties. Dit zal sowieso niet gaan verbeteren, maar eerder nog minder gaan worden. In ieder geval in de "zonnige" maanden. Wat de door de Eerste Kamer aangenomen wet afschaffen salderen voor extra negatieve gevolgen zal gaan hebben voor de te verwachten (specifieke) productie volumes is nog afwachten. Dit kan beslist een significante rol gaan spelen. In de op 4 september officeel gepubliceerde "Solar Bible", "Zon in de polder", wordt op pagina's 289-291 dieper ingegaan op de "mogelijke" resp. te verwachten (specifieke) opbrengsten van zonnestroom installaties in Nederland.


Nationaal Klimaat Platform heeft voor het laatst op 1 oktober 2025 weer eens een overzichtje van de producties van hernieuwbare energie bronnen gepubliceerd (zie bericht van september 2025). Voor oktober en november zijn geen berichten / cijfer updates te vinden op hun website.

De actueel berekende data zijn tegenwoordig te raadplegen via het Nationale Energie Dashboard, zie ook het artikel van 21 maart 2024, op Polder PV. Eerder leek te worden gesuggereerd, dat de energieopwek.nl site in de 2e helft van 2024 zou worden opgeheven, en in het NED zal worden ondergebracht. Begin december 2025 is deze echter nog steeds als separate entiteit actief, zie hier onder.


Energieopwek.nl

De brondata voor, achtereenvolgens, Klimaatakkoord, Nationaal Klimaat Platform, en het Nationale Energie Dashboard, worden als vanouds berekend door de computers van En-Tran-Ce van Martien Visser, die met steeds geavanceerder modelleringen worden gevoed (energieopwek.nl website). Hierbij dient echter de nodige prudentie betracht te worden. Zoals al langer verwacht door Polder PV, zijn door het CBS recent de capaciteits-cijfers voor zonnestroom in ieder geval voor 2022 en 2024 fors bijgesteld, in laatstgenoemd jaar in sterk neerwaartse richting. Deze bijstellingen blijken gezien de toen actuele productie cijfers op energieopwek.nl, nog niet te zijn verwerkt in hun statistieken. Zie de grafiek vergelijking maandproducties CBS versus energieopwek.nl, gemaakt door Polder PV en besproken in het artikel van 21 november jl. De volgende bespreking gaat van de nu actuele (nog steeds niet gecorrigeerde) volumes op de energieopwek.nl site uit, waarvan de verwachting is dat die later nog zullen worden bijgesteld.

In november 2025 werd het hoogste gemiddelde vermogen voor de berekende zonnestroom productie op de 7e bereikt, met een berekende output van gemiddeld 2,23 GW over dat etmaal. Dit is, uiteraard, duidelijk lager dan het historische record berekend, voor 2025, op 30 juni (8,55 GW). Maar voor november beslist respektabel te noemen.

Opvallend is, dat het hoogste niveau in november 2024 iets hóger lag dan in november 2025, al was het verschil niet zeer groot, met gemiddeld 2,29 GW, op de 3e. De piek in november 2025 ligt daarmee een relatief bescheiden 3% lager. Aangezien, zoals hierboven benoemd, de herziene capaciteits-cijfers van het CBS nog bij energieopwek.nl moeten worden doorgevoerd, kan dit in latere updates weer gaan wijzigen.

In de voorliggende maanden werden in ieder geval, met de huidige energieopwek.nl cijfers, de gemiddelde record waarden bereikt op 1 oktober (4,36 GW), 7 september (6,29 GW), 11 augustus (7,28 GW), 1 juli (8,26 GW), 30 juni (8,55 GW, huidige maand record), 13 mei (8,14 GW), 27 april (7,36 GW), 27 maart 2025 (5,65 GW), 17 februari 2025 (3,76 GW), 31 januari 2025 (1,91 GW), 1 december 2024 (1,48 GW), 3 november (2,29 GW), 5 oktober (3,95 GW), 1 september (5,1 GW), 12 augustus (6,4 GW), 29 juli (7,0 GW), resp. voormalig record houder in dat jaar, 26 juni 2024, met 7,33 GW gemiddeld). In 2023 werd het vorige jaar record, ook in juni, op de 13e vastgesteld op 6,23 GW gemiddeld (herhaald aangepaste berekening, bij eerst-publicatie was het namelijk nog maar 5,85 GW). De oude records zijn dus alweer "met stip" verbroken. De nieuwe zullen sowieso weer gaan sneuvelen vanaf de lente van 2026.

Het nieuwe dag-"record" voor de maand november 2025, op de 7e die maand, komt neer op een berekende zonnestroom productie van 2,23 (GW) x 24 (uren) = 53,5 GWh. Zoals gezegd, ligt dat bijna 3% lager dan het hoogste niveau in november 2024 (3e: 55,0 GWh).

Voor de maand november 2025 werd de hoogste momentane berekende output piek voor zonnestroom, 10,86 GW, niet op de 3e behaald (5,12 GW), maar op de dag daarvoor, 2 november. Die piek ligt uiteraard ook duidelijk lager dan het historische record van 23,0 GW momentaan vermogen berekend voor 12 juni dit jaar. Die pieken zullen nog flink lager gaan worden in december, waarna ze vanaf januari 2026 naar verwachting weer zullen gaan groeien. Op 17 en 21 november werden er nog relatief hoge momentane pieken van 9,88 resp. 9,87 GW berekend door het energieopwek.nl portal. De laagste momentane middag piek vinden we in die maand op 27 november (1,46 GW).

In december worden de dagen nóg korter, én zal de zon weer flink lager komen te staan t.o.v. de horizon. Dit zet het output vermogen en de dagproductie van PV installaties nog verder onder druk. We zullen geen uiteraard geen (hoogte) records meer krijgen dit jaar, het hoogste niveau op 30 november was nog maar 7,0 GW. Voor nóg hogere cijfers dan in juni 2025 zullen we moeten wachten tot het voorjaar van 2026. Dit nog afgezien van niet publiekelijk bekende curtailment volumes, in periodes van negatieve dan wel zeer onaantrekkelijke marktprijzen, die de werkelijk geproduceerde volumes verder onder druk zullen gaan zetten.

Solarcare 2024

Het bekende monitoring platform van Solarcare heeft eerder in 2024 reeds haar bevindingen over het kalenderjaar 2024 gepubliceerd. Zij kwamen met minder hoge gemiddelde opbrengsten dan in het zonniger jaar 2023. De gemiddelde specifieke opbrengst die zij hebben bepaald over hun deel-populatie (22 MWp, 2.500 installaties, dus gemiddeld vrij klein, 8,8 kWp per stuk), is 820 kWh/kWp.jaar. In 2023 was het nog 870 kWh/kWp.jr. Zie de twee links naar de rapportages onder de bronvermeldingen.


Bronnen:

Meetdata Polder PV sedert maart 2000

Extern:

Zachte, natte herfst met zon (nieuwsbericht KNMI, 1 december 2025)

Herfst 2025 (september, oktober, november). Zeer zacht, vrij nat en met een normale hoeveelheid zon (seizoens-bericht KNMI, 1 december 2025, voorlopig)

November 2011. Recorddroog, zeer zonnig en vrij zacht (1 december 2025, maandbericht KNMI, voorlopig!)

Zomer 2025. Zeer warm, zonnig en droog (29 augustus 2025, bericht meteorologische seizoenen KNMI, voorlopig!)

Jaar 2024. Extreem warm en zeer nat met vrijwel de normale hoeveelheid zon (definitief jaaroverzicht over 2024, KNMI, 10 januari 2025)

Schonere lucht zorgt voor meer zonneschijn (zeer interessant artikel, KNMI, 18 juni 2025)

De staat van ons klimaat 2024: Weer een recordwarm jaar (31 januari 2025, nieuwsbericht KNMI, met link naar volledige rapportage. Let daarbij vooral ook op het instralingsdiagram op slide 10, en door Nationaal Energie Dashboard berekende zonne- plus windenergie [potentieel] per dag, op slide 11!)

Klimaatstreepjescode vanaf het begin van de jaartelling (nieuwsbericht 8 januari 2025, KNMI, incl. "klimaatstreepjescode" tm. 2024)

En verder:

Anton Boonstra (grafieken met gemiddelde waarden van PVOutput.org, gelumpt per provincie). Vanaf eind 2024 op "Bluesky" platform.

Producties PVOutput.org portal in november 2025 vergeleken met november 2024 (Bluesky post, 1 december 2025)

Producties PVOutput.org portal in jan tm. nov 2025 vergeleken met ditto 2024 (Bluesky post, 1 december 2025)

Siderea.nl (met name de interactieve LOB berekening pagina)

Update "Siderea PV Simulator". Bericht gedateerd 7 april 2024, over enkele wijzigingen in de berekenings-methodiek bij Siderea

Gemiddelde zonnepanelen opbrengsten in Nederland in 2024: 0,82 kWh/Wp (Solarcare, ongedateerd, januari 2025. Totale jaaropbrengsten 2024 van zo'n 2.500 installaties / ruim 22 MWp, ongeveer 6% lager dan in 2023. Incl. provinciale verdeling).

Gemiddelde zonnepanelen opbrengsten in Nederland in 2023: 0,87 kWh/Wp (Solarcare, ongedateerd, januari 2024)

Martien Visser / En-Tran-Ce, meestal met hoogst interessante weetjes in de "grafiek van de dag", een paar recente voorbeelden / selectie. Productie data zijn veelal berekend, middels steeds fijnere modelleringen, en - voor PV - gebaseerd op voortschrijdende inzichten in combinatie met meest recente capaciteits-data van het CBS (zie ook deze verklarende tweet). Vanaf maart worden hier de Bluesky links geplaatst (equivalent op Twitter blijft voorlopig nog actief). Overigens, "detail", Visser is inmiddels gepensioneerd, maar zet diverse activiteiten zoals onderhavige gewoon door:

2024 20,2% energie uit hernieuwbare bronnen in NL volgens Eurostat - evolutie (27 november 2025)

Netverliezen en eigenverbruik energiecentrales in de loop van de tijd uitgezet 2017 - 2025 (27 november 2025)

Record windenergie off- + onshore genoteerd voor 23 november 2025 (27 november 2025)

Aandeel zonnestroom in binnenlandse elektriciteitsvraag in Nederland naar derde positie binnen EU verband, op 18,2%, Spanje en Hongarije gaan voor (26 november 2025)

Zonnestroom kampioen versneller productie t.o.v. andere bronnen van CO2- arme / vrije productie, CAGR plm. 25%/jr gemiddelde (26 november 2025)

Stroomverbruik tm. september 2025 in Nederland stabiel blijvend, iig niet hard groeiend, inclusief geschat eigenverbruik kleinverbruik PV (25 november 2025)

Voortschrijdende CO2 emissies a.g.v. stroomproductie. Doel "zero in 2035" onhaalbaar (25 november 2025)

Zonnestroom op Curaçao tegenvallend - maar verklaarbaar, zie ook reacties Polder PV / draadje (24 november 2025)



21 november 2025: CBS update deel 3. Maandelijkse zonnestroom producties, verhouding met data Energieopwek.nl, en verhouding tot generaties bij andere hernieuwbare stroom bronnen. In het eerste artikel in deze reeks behandelde ik de voor 2023 en 2024, deels fors aangepaste capaciteit cijfers voor zonnestroom. In het tweede deel werd de capaciteit per capita verhouding tussen Nederland en voormalig wereldkampioen Australië van een update voorzien. In dit derde deel worden de maandelijkse stroom producties getoond, wordt weer een uitgebreide vergelijking gedaan met de bekende data van het Energieopwek.nl portal, en wordt de verhouding van de jaarproducties t.o.v. andere hernieuwbare, en niet hernieuwbare energie bronnen in Nederland gepresenteerd. Dit, uiteraard, geïllustreerd met verduidelijkende grafieken, zoals u van Polder PV gewend bent.


Maandelijkse producties (meestal) stapsgewijs hoger

CBS houdt ook per maand de berekende zonnestroom producties bij. De laatste keer dat ik dit grafisch zichtbaar had gemaakt was in een update gepubliceerd op 13 maart 2025, tot en met de - voorlopige - resultaten voor heel 2024. Inmiddels zijn, als gevolg van de flinke ingrepen in de capaciteits-cijfers, de daar uit berekende maandproducties voor de meeste maanden in 2023-2024 aangepast. Tevens zijn de cijfers voor de eerste acht maanden van 2025 bekend, dus het werd weer tijd voor een update van de data en de grafieken.

Hier onder geef ik de bijgewerkte grafiek met alle maandcijfers weer, tm. augustus 2025. Ten opzichte van de vorige update gepubliceerd op Polder PV zijn, op maart 2024 na, alle maandvolumes vanaf januari 2023 tm. december 2024, weer bijgesteld en in deze grafiek verwerkt. Maandproductie cijfers wijzigen regelmatig bij het CBS. De wijze van berekenen wordt bij het CBS steeds verfijnder. Ze hebben hier in december 2023 zelfs een long-read aan gewijd, zie link naar dat interessante artikel.

De gedeeltelijke maandreeks voor 2025, tm. augustus, is nu beschikbaar, en weergegeven in de bovenste donkerblauwe curve. Opvallend is, dat er hoge producties zijn berekend in de maanden februari tm. mei 2025. Januari startte een stuk lager dan dezelfde maand in 2024, maar die maand was volgens het KNMI zonnig, met landelijk gemiddeld 86 zonuren tegen 68 zonuren normaal. Januari 2025 was aan de sombere kant met gemiddeld 62 zonuren. Dat verklaart waarom, ondanks tussentijdse uitbouw van de participerende PV capaciteit in deze grafiek, het volume in januari 2025 duidelijk onder de (berekende) output van januari 2024 ligt. Er zijn nog wel bijstellingen mogelijk in latere CBS updates, maar dat geldt voor beide maanden. De verwachting is, dat de getoonde verhouding tussen die 2 maanden niet significant zal wijzigen.

In de maanden juni tm. augustus 2025 duikt de curve iets onder die van voorgaande jaren, in juni zelfs onder die van 2023. Die maand was dan ook "de zonnigste junimaand sinds het begin van de waarnemingen" volgens het KNMI, met maar liefst 328 zonuren (t.o.v. gemiddeld 214 uren zon). Juni 2025 was ook "zeer zonnig", maar haalde landelijk slechts 274 zonuren, beduidend minder. Dus zelfs met de tussentijds bijgebouwde productie capaciteit, moest juni dit jaar het net aan afleggen tegen dezelfde maand, 2 jaar eerder. Dit kan echter nog steeds veranderen in komende updates, als actuelere cijfers beschikbaar komen. In juli en augustus ligt de curve voor 2025 net iets onder die van het voorgaande jaar. Ook deze verhoudingen kunnen nog wijzigen in komende cijfer updates. 2023 gaf veel lagere producties te zien in die maanden, het KNMI gaf het predikaat "normale hoeveelheid zonneschijn" voor die maanden. En er was bovendien veel minder participerende productie capaciteit aanwezig in dat jaar.

Het is in ieder geval al langer duidelijk, dat juni 2023, vanwege met name de zeer zonnige condities, voorlopig de nieuwe record maand is geworden. In de huidige update met een iets bijgesteld berekende productie van 3.494 GWh, bijna de gemiddelde jaar productie van kernsplijter Borssele (3.656 GWh/jr in de periode 2018-2024). Dat ligt een spectaculaire 41,6% hoger dan de 2.468 GWh voor de voorgaande recordhouder, juni 2022.

De volumes in 2024 zijn niet bovenmatig spectaculair, maar liggen in de meeste maanden wel wat hoger dan de vergelijkbare maanden in 2023. De piek ligt tot nog toe in juli, met 3.294 GWh. In 2025 ligt die piek juist in de lente, in mei, met momenteel 3.444 GWh.

Aan het verloop van de curves per kalenderjaar, zien we dan ook dat de output pieken beslist niet altijd in juni hebben gelegen, wat met generieke weer verschillen heeft te maken tussen de maanden onderling. In 2020 en in 2025 was op het gebied van zonnestroom mei de meest productieve maand, in 2018 en 2024 juli, en in 2017 augustus.

In de winter is de productie het laagst, meer specifiek de december maand. Toch nemen ook in die maand de producties toe, vanwege de voortdurende capaciteits-uitbouw van het PV-park. Het verschil tussen december 2015 en december 2024 is, met de huidige beschikbare cijfers al opgelopen tot een factor van bijna 10 (26, resp. 254 GWh). In de zomer is het verschil wel een stuk groter, tussen juni 2015 en juni 2023 is dat een factor 29,1. Er wordt op alle fronten naarstig gezocht naar methodieken, om die forse seizoensverschillen te gaan opvangen, en om de pieken in de zomermaanden zo goed als mogelijk "af te vangen". Hetzij via peak-shaving en/of curtailing (weggooien van piek productie), tijdeljke opslag (vooralsnog alleen in korte termijnen haalbaar), hetzij via omzetting in "moleculen" (bijv. H2), om de netten zo goed als mogelijk te ontzien. Dit is een proces van lange adem, we hopen op spoedig commercieel succes van zoveel mogelijk oplossingsrichtingen. Die elkaar ook weer "scherp" zouden moeten houden, om kosten reductie in gang te zetten voor alle succesvolle techieken.

Maandelijkse producties voortschrijdend in de loop van de tijd

Deze grafiek heb ik ook vaker getoond, en deze is nu ook tm. augustus 2025 bijgewerkt. De resultaten zijn vanaf januari 2024 nog "nader voorlopig", daarvoor vooralsnog "definitief".

In deze grafiek zijn de maanden achter elkaar weergegeven, in een lange reeks van januari 2015 tot en met (de voorlopige resultaten voor) augustus 2025. Goed is te zien dat de maandproductie pieken in de zomermaanden bijna continu hoger worden, tot het voorlopige record van 3.492 GWh in juni 2023. Dat ligt, zoals reeds gezegd, ruim 41% boven de maximale productie in juni 2022, en is zelfs een factor 23 maal de productie piek in 2015 (mei, 152 GWh). In 2024 vond de tot nog toe berekende maximale productie ditmaal in juli plaats, maar die piek is, met 3.294 GWh, 5,7% láger dan voorlopig kampioen, juni 2023.

De voorlopige piek werd in 2025 al bereikt in mei, waarmee de juli piek in het voorgaande jaar overtroeft werd met 4,6%. Met name de volumes in 2025 zullen nog wel behoorlijk kunnen wijzigen in komende cijfer updates van het CBS.

Kijken we naar de jaarlijkse maandgemiddelde opbrengsten, apart door horizontale streepjeslijnen weergegeven in de grafiek, is het verschil tussen 2023 en 2015 een stuk lager, maar nog steeds zeer hoog, een factor van bijna 18 (92 GWh/mnd in 2015, 1.634 GWh/mnd in 2023). Hier haalt 2024 echter 2023 reeds in, door gemiddeld genomen hogere productie in alle maanden van het jaar. Met gemiddeld 1.819 GWh/maand, heeft 2024 inmiddels al bijna een factor 20 maal zoveel gemiddelde productie dan in 2015. Met daarbij de gebruikelijke disclaimer, dat de definitieve cijfers voor 2024 nog niet bekend zijn, en dus nog kunnen wijzigen.

Het gemiddelde voor 2025 is nog niet bepaalbaar, omdat er nog een viertal maandproducties aan ontbreken (bovendien grotendeels in het winterseizoen, dus het lopende gemiddelde, inmiddels 2.445 GWh/maand, ligt nu nog veel te hoog).


Hoogste kwartaal productie tm. 2024

Wat de kwartaal producties betreft, zijn eerder al, door diverse wijzigingen, wat zaken veranderd. Tot en met eind 2024 is inmiddels het tweede kwartaal van dat jaar recordhouder, met een berekende productie van 8.658 GWh (aangepaste cijfers). Dit is een factor 4,3 maal zo veel productie dan in het laatste kwartaal (1.998 GWh), wat logisch is, omdat daar 2 winterse maanden met korte dagen in zitten. QII 2024 had tot nog toe 1,6% meer berekende productie dan het tweede kwartaal van 2023 (8.520 GWh), maar dat had dan ook de record opbrengst in juni bij dat al hoge resultaat zitten. Het derde kwartaal van 2024 deed het zelfs 18% beter dan QIII in het voorgaande jaar, voor het vierde kwartaal was het verschil ruim 16% (vergeleken met QIV 2023).

De eerste twee kwartalen van 2025 laten het volgende zien: QI heeft tot nog toe maar liefst 33% hogere productie dan in QI 2024, en QII zit 12% hoger dan in dezelfde periode in het voorgaande jaar. QIII is nog niet compleet, september moet nog worden toegevoegd.

Maand producties 2019-augustus 2025 op een rij (tabel)


^^^
Klik op plaatje voor uitvergroting in apart venster

In deze tabel staan per maand, voor de jaren 2019 - 2024, en voor de eerste 8 maanden van 2025, de door het CBS (her)berekende zonnestroom producties (in GWh per maand). Links van de zwarte balk de absolute producties, met onderaan de jaar volumes. Toenemend van 5,4 TWh in 2019, via 8,6 TWh in 2020, 11,3 TWh in 2021, 16,7 TWh in 2022, en 19,6 TWh in 2023 (definitief), tot alweer 21,8 TWh in 2024** (nader voorlopig). De eerste 8 maanden in 2025 hebben al een berekend niveau van 19,6 TWh. Cijfers voor 2024, en, vooral, voor 2025, kunnen nog wijzigen in een later stadium.

Rechts van de zwarte balk zijn de verschillen in de afzonderlijke maandproducties tussen, achtereenvolgens 2019-2020, 2020-2021, 2021-2022, 2022-2023, 2023-2024 en 2024-2025 (voor de bekende maanden) weergegeven. Met telkens in de linker kolom het absolute verschil in berekende productie, en rechts ernaast, het relatieve verschil t.o.v. de productie in de betreffende maand van het eerstgenoemde jaar, in procent.

De extremen bij de relatieve verschillen vinden we voor 2020 t.o.v. 2019 tussen 11% voor februari, resp. 114% voor maart. In de vergelijking van 2020-2021 zijn de extremen terug te vinden bij mei (9% verschil t.o.v. mei 2020), resp. februari (107% meer productie in 2021 dan in 2020). Voor de verschillen tussen 2021 en 2022 is dit het laagst in januari (19%), en het hoogst in maart (76% meer productie in deze exceptioneel zonnige maand in 2022 t.o.v. maart 2021).

Bij de verschillen tussen 2023 en 2022 is er een opmerkelijke -18% voor maart (vanwege de extreem zonnige maart 2022), versus een maximale plus van 42% voor juni. Vergelijken we 2023 met 2024, vallen zelfs twee negatieve percentages op, voor februari (-12%), resp. juni (-6%). De max. is daar een zeer forse 88% meeropbrengst in relatief zonnig januari 2024 t.o.v. de berekende output in somber januari 2023.

Dat laatste is weer omgekeerd bij de vergelijking januari 2025 met januari 2024, leidend tot een negatief verschil van -36%. Daar staat tegenover, dat de opvolgende maand februari juist weer het maximale positieve percentage toont (tm. augustus dat jaar): 59%.

Aan de relatieve verschillen voor de jaren 2024, en, vooral, 2025, zal ongetwijfeld nog wel e.e.a. gaan wijzigen, in komende cijfer updates van het CBS.

Onderaan zien we de relatieve toenames op jaarbasis, met de meest recente data: 59% productie groei tussen 2019 en 2020, 32% toename tussen 2020 en 2021, en weer een hoge 47% tussen 2021 naar 2022. Daarna nemen de groeicijfers van de berekende producties tussen de jaren duidelijk af. Tussen 2022 en 2023 is dit nog 18%, maar tussen 2023 en 2024 is het nog maar 11% (voorlopige cijfers).

Helemaal achteraan volgt ook nog een vergelijking tussen de maand producties in 2024 t.o.v. de situatie in 2019. De relatieve verschillen in 5 jaar tijd zijn opmerkelijk, tussen de 133% in december, en zelfs 644% in januari. In de zomerse juni maand is het relatieve verschil moderaat, 281%.

Kijken we naar de vergelijking van volledige kalenderjaar producties, was er over het hele jaar genomen 304% meer zonnestroom productie in 2024 dan in 2019.

In het vierde kwartaal van 2022 werd 48% meer zonnestroom geproduceerd dan in de laatste drie maanden van 2021 (1.655 GWh t.o.v. 1.116 GWh).

Bij de vergelijking van de half-jaar producties tussen de jaren onderling, valt het volgende op: de ratio in de berekende opbrengsten van het 1e half jaar heeft t.o.v. de productie in de tweede jaarhelft z'n extremen tussen een factor 0,96 in 2018 (2e jaarhelft, byzonder, iets productiever dan de 1e), en een factor 1,21 in het voordeel van de eerste jaarhelft in 2023. Het gemiddelde van deze ratio in de jaren 2015 tm. 2024 is een factor 1,09 in het voordeel van de 1e jaarhelft. In kalenderjaar 2024 lag dat een fractie lager, op 1,08.


Vergelijking berekende maandopbrengsten CBS versus energieopwek.nl

De laatste keer dat ik een vergelijking maakte tussen de berekende maandproducties van het CBS, en die van de onafhankelijk opererende website energieopwek.nl, tegenwoordig onder de paraplu van het Nationaal Energie Dashboard, was 13 maart 2025, met producties tm. eind 2024. In onderstaande grafiek vindt u de meest recente update, tm. (minimaal) augustus 2025, en grotendeels gewijzigde data voor 2023-2024.

In deze grafiek worden de maandproducties zoals berekend door het CBS (blauwe curve) vergeleken met de producties die berekend zijn uit opgaves van "het gemiddelde etmaal vermogen" voor zonnestroom in het Energieopwek.nl data portal (oranje curve). Dit laatste werd opgezet in opdracht van, en gebruikt voor de communicaties vanuit het Klimaatakkoord. Dat is begin 2023 overgenomen door de opvolger organisatie, het Nationaal Klimaat Platform, en vervolgens weer door het reeds genoemde Nationaal Energie Dashboard. Brein achter het Energieopwek.nl portal is Martien Visser van de Hanzehogeschool / En-Tran-Ce te Groningen. Die ook prominent aanwezig is op zowel "X", als Bluesky. En die veelvuldig de populaire "grafiek van de dag", over een keur aan energie statistieken, publiceert op deze sociale platforms.

Alle maandelijkse productie data op het Energieopwek.nl portal zijn wederom door Polder PV nagelopen en gecheckt, omdat er soms wijzigingen in de reken systematiek worden doorgevoerd, die uiteraard ook doorwerken in de historische resultaten. Derhalve, zijn alle nu actuele data getoond in de grafiek.

De curves komen langere tijd grofweg genomen redelijk met elkaar overeen, terwijl er andere methodieken cq. fine-tuning worden gebruikt bij de berekeningen, wat de relatieve betrouwbaarheid van de gedeelde resultaten versterkt. Wel zijn er ook duidelijke verschillen waar te nemen, met name bij de berekeningen voor de zomerse maanden. Daarbij lagen de CBS data aanvankelijk onder die van Energieopwek.nl (2016 - 2017), maar kwamen ze er in 2018 - 2019 weer iets bovenuit. Vanaf 2022 zijn de zomerse CBS berekeningen weer structureel onder de calculaties van energieopwek.nl komen te liggen, vanaf 2024 is het verschil flink opgelopen, Energieopwek.nl zit in die jaren véél hoger.

Bij de wintermaanden is de trend vanaf 2019/2020 ook duidelijk: CBS rekent hier structureel wat lagere opbrengsten dan energieopwek.nl doet. Mogelijk worden hier schaduweffecten meegenomen, of rekent energieopwek.nl een lagere temperatuur in die maanden als "bonus" mee. Kristallijn silicium heeft een negatieve temperatuurcoëfficiënt, bij lage temperaturen is het rendement hoger dan bij de standaard test temperatuur van zonnepanelen bij 25 graden Celsius. Omdat beide modelberekeningen niet in detail bekend zijn, is het slechts gissen naar de oorzaak van de gesignaleerde verschillen. Hierbij moet ook worden gemeld, dat de CBS cijfers nog lang niet zijn afgerond voor 2024-2025, met name voor laatstgenoemd jaar.

2024 ff fors uiteenlopen van twee productie curves

In de vorige update ben ik ingegaan op meerdere redenen waarom de berekeningen uit elkaar kunnen (gaan) lopen tussen de twee databank exploitanten, zoals invoering van gepercipieerde (want: niet bekende / gepubliceerde) curtail volumes in tijden van zeer lage tot negatieve marktprijzen. Die kunnen echter de zeer forse ontstane verschillen vanaf 2024 niet verklaren. De enige reden die ik kan bedenken is, dat de in het eerste deel van deze reeks getoonde forse capaciteits-wijzigingen door het CBS nog niet zijn doorgedrongen tot de databank van energieopwek.nl. Vooral de neerwaartse bijstellingen voor 2024 waren dermate groot, dat die onherroepelijk tot verschillen in berekende producties moeten leiden, als die capaciteit wijzigingen nog niet zijn doorgevoerd. Het ligt in de lijn der verwachting, dat, zodra die nieuwe "stamcijfers" van het CBS bij energieopwek.nl zijn geïmplementeerd, dat de verschillen tussen de curves weer "normale proporties" zullen gaan krijgen. Wellicht vernemen we daar in een volgende update meer over.

Jaarproducties Energieopwek.nl vs. CBS

Bij de (her)berekende kalenderjaar producties komen we in de jaar-reeks 2016 tm. 2024 op de volgende bevindingen. Hieronder zijn de door het CBS opgegeven kalenderjaar producties getoond, gevolgd door de berekende maandopbrengsten gecumuleerd per jaar voor de data van Energieopwek.nl. De afwijkingen zijn op diverse punten gewijzigd t.o.v. de berekeningen in eerder gepubliceerde updates. 2016 is bovenaan het lijstje toegevoegd. Cursief gedrukt zijn wijzigingen in de primaire data sinds de vorige update.

  • 2016 CBS 1.602 GWh; Energieopwek.nl 1.660 GWh. 3,7% meer bij laatstgenoemde.
  • 2017 CBS 2.204 GWh; Energieopwek.nl 2.218 GWh. 0,6% meer bij laatstgenoemde.
  • 2018 CBS 3.708 GWh; Energieopwek.nl 3.512 GWh. 5,3% minder bij laatstgenoemde.
  • 2019 CBS 5.399 GWh; Energieopwek.nl 5.626 GWh. 4,2% meer bij laatstgenoemde.
  • 2020 CBS 8.567 GWh; Energieopwek.nl 9.217 GWh. 7,6% meer bij laatstgenoemde.
  • 2021 CBS 11.304 GWh; Energieopwek.nl 12.307 GWh. 8,9% meer bij laatstgenoemde.
  • 2022 CBS 16.657 GWh; Energieopwek.nl 18.384 GWh. 10,4% meer bij laatstgenoemde.
  • 2023 CBS 19.607 GWh; Energieopwek.nl 21.789 GWh. 11,1% meer bij laatstgenoemde.
  • 2024 CBS 21.822 GWh; Energieopwek.nl 24.852 GWh. 13,9% meer bij laatstgenoemde.

Aangezien het zeker bij 2024-2025 nog om voorlopige resultaten gaat, kunnen de verhoudingen tussen de 2 data leveranciers beslist nog wijzigen in die jaren. Het verschil is, vanaf vrijwel nihil in 2017, fors toegenomen, wat mogelijk het gevolg is van een combinatie van een aangepaste reken methodiek van Energieopwek.nl, en het nog niet opnemen van flink gewijzigde CBS capaciteit-cijfers voor de jaren 2023 en 2024.

2018 is een duidelijke "outlier" in deze reeks, met beduidend minder berekende productie volgens Energieopwek.nl, dan het CBS voor dat jaar heeft berekend. De reden daarvan is niet bekend. In de overige jaren is het berekende productie volume beduidend hoger dan bij het CBS. In internationale statistieken (IEA, IRENA, EurObserv'ER, e.a.), blijven de cijfers van het CBS "leading".


Zonnestroom productie in relatie tot andere hernieuwbare energie bronnen

Ook deze grafiek betreft een update van een eerder gepubliceerd exemplaar. De vorige is op Polder PV gepubliceerd n.a.v. de CBS update van 10 maart 2025. Deze grafische verbeelding geeft de berekende zonnestroom productie weer in relatie tot de andere grote platforms van elektriciteit generatie uit hernieuwbare bronnen. Inclusief de laatst bekende (soms herberekende) data voor de laatste jaren, waarbij de data tm. 2023 definitief zijn, die voor 2024-2025 nog nader voorlopig. 2025 is in de grafiek nog niet getoond omdat er nog 4 maandproducties ontbreken.

De totale stroom productie uit hernieuwbare bronnen (groene curve) is toegenomen van 13,01 TWh in 2015, tot, inmiddels, alweer 60,68 TWh in 2024. Vanaf 2020 was er een duidelijke versnelling van de productie zichtbaar, met de eerste resultaten voor 2024 lijkt het tempo van de toename wat te zijn afgenomen. Dit zijn echter nog voorlopige resultaten, die later kunnen worden bijgesteld. Wel is het zo, dat 2024 een relatief "goed" windjaar was, wat altijd een behoorlijke impact op het totaal aan stroom productie uit hernieuwbare bronnen heeft. De Compound Annual Growth Rate (CAGR) in de getoonde periode was gemiddeld 18,7% per jaar, een forse groei. Over de langere periode van 1998 tm. 2024 was het nog steeds een respectabele 14,0%/jaar gemiddeld.

De berekende zonnestroom productie nam toe, van een volume van 1,11 TWh in 2015, naar al een spectaculaire hoeveelheid van 21,82 TWh in 2024. Dit levert een CAGR op van maar liefst 39,2% gemiddeld per jaar over de lange periode 2015 tm. 2024, en op vrijwel hetzelfde niveau, vanaf 1998. In het zeer zonnige jaar 2022 kwam de productie zelfs behoorlijk dicht in de buurt van de totale windstroom productie.

Het aandeel van de zonnestroom productie op het totaal van de vier getoonde bronnen is in de loop van de jaren continu toegenomen, van 8,5% in 2015, 24,5% in 2019, tot een nieuw maximum van 36,0% in 2024. De hoogste relatieve toename van de productie t.o.v. de groei in het voorgaande jaar was in 2018 (68% toename). Daarna schommelde die relatieve toename van jaar tot jaar. Vanaf 2022 (47% toename) is duidelijk een dalende lijn ingezet, met bijna 18% toename in 2023, tot nog maar een aanwas van ruim 11% t.o.v. het voorgaande jaar, in 2024. Dit is ook niet verbazingwekkend. Na vele gouden jaren, begint de markt verzadigd te raken, en gaat potentiële verdere groei gepaard met de nodige forse problemen (laaghangende fruit al lang "geplukt", structurele netcongestie, aanname wet stop salderen per 1 jan. 2027, etc.).

Windenergie (cumulatie van on-shore en off-shore) groeide van 7,55 TWh (2015) naar 32,8 TWh (2024), en had daarmee een CAGR van gemiddeld 17,7%/jaar (en over 1998-2024 gemiddeld 16,4%/jaar). Dus wezenlijk lager qua gemiddelde groei, dan bij zonnestroom. De ratio tussen de productie op land en op zee is sterk afgenomen, van factor 5,7 (2015), naar 1,5 (2023), en zelfs nog maar 1,2 in 2024. Op land zijn grote problemen met de aanleg van nieuwe windparken, op de Noordzee worden "zeer forse" windparken gebouwd. Het zal niet lang meer duren, of de productie off-shore gaat de output van de turbines op land (en/of "in meer") overvleugelen. Tenminste, als de financiële condities voor wind off-shore verbeteren, want ook daar zijn problemen, en heeft de laatste off-shore tender (IJmuiden) geen biedende partijen opgeleverd ...

De verhouding tussen de wind- en zonnestroom producties is sterk afgenomen in de loop van de jaren, van een factor 160 in 1998, via 6,8 (2015), naar nog maar 1,3 in 2022. In 2023 en 2024 nam het weer iets toe, naar een factor 1,5. Voor een "betere, gebalanceerdere stroommix" is het wel wenselijk dat windenergie fors wordt uitgebouwd, en er cable-pooling met PV projecten wordt opgetuigd. Dit zijn echter zeer lastige projecten, waar veel tijd en energie in gestoken dient te worden. Een mooi voorbeeld project zijn de zonnestroom "dijk" veldprojecten aan de westrand van de Noordoostpolder. Zowel de Amphyr als de HVC delen zijn inmiddels opgeleverd, gezamenlijk goed voor 194 MWp opgesteld generator vermogen. Uiteindelijk moet zo'n beetje de hele westrand van de Noordoostpolder zo'n lang "lint" van zonneparkjes naast de grote windturbine arrays gaan krijgen, aan te sluiten op het "windpark trafostation" Westermeerdijk. Eigenlijk betreft het hier ook geen formele "cable pooling", omdat voor de zonnepark delen apart kabels naar het hoogspanningsstation worden gelegd. De "elektra-hub" die daar ontstaat, bevat echter wel grote hoeveelheden wind- en zonnestroom, die, in combinatie met de ook al geplande opslag faciliteit, zo efficiënt mogelijk zal worden ingezet.

Biomassa is al jaren een flink onderwerp van kritiek, al is die deels niet terecht. De productie was in 2015 nog 4,26 TWh, en daalde licht naar 3,91 TWh in 2018. Daarna steeg de productie flink, o.a. door de veelbesproken bijstook van biomassa in steenkolen centrales, naar een maximum van 9,82 TWh in 2021. Vanwege alle maatschappelijke commotie, strenger wordende eisen om "als hernieuwbaar mee te mogen tellen", vermoedelijk ook (bijkomende) kosten, en sluiting van enkele centrales, is de totale output van biomassa vervolgens weer stapsgewijs gedaald, van 8,73 TWh in 2022, 6,77 TWh in 2023, tot nog maar 5,93 TWh in 2024 (voorlopige resultaten, zijn reeds neerwaarts bijgesteld). Dit alles heeft als resultaat, dat de CAGR over de periode 2015 - 2024 relatief beperkt is, gemiddeld slechts 3,8%/jaar. Over de langere periode 1998 - 2023 is de CAGR hoger, 6,1%/jaar.

Als vanouds blijft het stiefkindje bij deze vier waterkracht, waarvoor gewoon erg weinig potentie is in ons platte land. De productie nam in het begin iets toe, van 93 naar 100 GWh (2015 - 2016), maar viel daarna terug, naar een minimum van 46 GWh in 2020, waarna het schommelde tussen 88 en 50 GWh/jaar, om in 2023 op slechts 69 GWh te blijven steken. 2024 leefde weer enigszins op, naar 85 GWh, hoogstwaarschijnlijk vanwege de hoge neerslag hoeveelheden. De beekjes bij ons vakantiehuisje op de stuwwal in oost Twente stroomden rijkelijk, het hele jaar door. Ondanks die tijdelijke opleving, t.o.v. de grote contribuanten wind en zon, niet bepaald "van betekenis", dus. Al is elke kilowattuur duurzame opwek natuurlijk meegenomen.

Meer CBS cijfers elektriciteit

De meest recente productie cijfers voor de totaal volumes voor alle hernieuwbare bronnen vindt u in onderstaand staatje† terug, grotendeels uit de tabel HE productie en vermogen van het CBS, voor de jaren 2020/2021 tot en met 2024. De verwachting is dat voor 2023 en, vooral, 2024, nog wel het een en ander zal gaan wijzigen (vooral voor biomassa komen cijfers voor de ingewikkelde rapportages pas laat beschikbaar). Cursief = gewijzigd t.o.v. vorige update, of eerst-vermelding.

  • Bruto elektra productie alle HE bronnen (niet genormaliseerd) 2022 48.093 GWh; 2023 56.952 GWh; 2024** 62.099 GWh
  • Netto elektra productie alle HE bronnen (niet genormaliseerd) 2022 46.510 GWh; 2023 55.483 GWh; 2024** 60.675 GWh
  • Aandeel bruto productie HE bronnen in binnenlands verbruik (n.g.) 2022 41,00%; 2023 49,10%; 2024** 51,91%
  • Aandeel netto productie HE bronnen in binnenlands verbruik (n.g.) 2022 41,16%; 2023 49,46%; 2024** 52,30%
  • Genormaliseerde bruto productie alle HE bronnen 2021 40.706 GWh; 2022 46.512 GWh; 2023 53.840 GWh; 2024** 60.464 GWh
  • Aandeel genormaliseerde bruto productie in binnenlands verbruik 2021 33,25%; 2022 39,65%; 2023 46,42%; 2024** 50,54%
  • Het netto totale stroomverbruik in Nederland was in de afgelopen 5 jaren, volgens de Elektriciteitsbalans tabel van het CBS, 112,4 TWh (2020), 113,4 TWh (2021), 108,1 TWh (2022), 107,1 TWh (2023), resp. 111,3 TWh (2024**, voorlopig). De totale bruto stroomproductie was in die jaren 123,3 TWh, 122,2 TWh, 121,6 TWh, 121,6 TWh, resp. 123,8 TWh (2024**). Vanwege de - door diverse crisissen noodgedwongen - besparingen in o.a. de industrie, en de lagere stroomvraag, is het relatieve aandeel van de hernieuwbare bronnen mede gestegen, bovenop de autonome ontwikkeling van de oplevering van nieuwe installaties.
  • Het aandeel van zonnestroom in het bruto eindverbruik nam, volgens de Energiebalans tabel van het CBS (laatste update 18 nov. 2025), toe van 30,8 PJ (2020), via 40,7 PJ (2021) 60,0 PJ (2022), en 70,6 PJ (2023), naar 78,6 PJ (2024**).
  • In de CBS tabel "Hernieuwbare energie; verbruik naar energiebron, techniek en toepassing" (status 18 november 2025) vinden we de relatieve aandelen van zonnestroom bij het bruto eindverbruik terug. Dat aandeel steeg van 1,62% (2020), via 2,03% (2021), 3,27% (2022), en 3,96% (2023), naar 4,39% (2024**). De verwachting is dat pas in november 2026 het definitieve percentage voor 2024 bekend zal worden, voor 2025 zal dat pas eind 2027 definitief worden vastgesteld. CBS voegt in een toelichting hiervoor ook nog toe: "Belangrijkste (verwachte) wijzigingen tussen nader voorlopig in november en definitief een jaar later zijn de cijfers over zonnestroom".

† Kleine discrepanties kunnen voorkomen t.o.v. cijfers in andere CBS tabellen, en zijn meestal terug te voeren op afrondings-verschillen
GWh = Gigawattuur (1 miljoen kWh); PJ = petajoule (1 PJ is ongeveer het energetische equivalent van 278 GWh).


Evolutie netto stroom productie mix Nederland >50% hernieuwbaar in 2024

Tot slot presenteer hier ik de nieuwe versie van een in het vierde deel van de CBS serie van november 2023 voor het eerst gepresenteerde grafiek. Hierin de netto stroom producties voor 6 modaliteiten, in de getoonde periode van 2015 tm. 2024 (tm. 2023 definitief, 2024 nog nader voorlopige data). Voor achtergrond info, zie de broodtekst in dat artikel.

Met de iets gewijzigde resultaten voor 2023 en 2024, is duidelijk zichtbaar dat het aandeel van de fossiele bronnen bij de netto stroom productie weer iets verder is teruggedrongen t.o.v. 2022, al mag het tempo van mij wel wat hoger worden. De teruggang ging van totaal 66,3 TWh (2022), via 58,1 TWh (2023, aangepast, definitief), naar nog maar 55,5 TWh in 2024 (aangepast, nader voorlopig). De inzet van het strategische aardgas, verminderde verder, van 46,7 TWh (2022), via 45,0 TWh (2023), naar 43,2 TWh in 2024**. Vooral windenergie en zonnestroom namen fors toe, het aandeel van biomassa nam beduidend af. De "restpost" overige bronnen totaal†† lijkt in eerdere jaren opwaarts te zijn bijgesteld, vermoedelijk een verschuiving binnen de grote post "niet hernieuwbare bronnen". Zonnestroom heeft inmiddels een behoorlijk deel van de totale productie voor rekening genomen, 21,8 TWh, 18,1% van de totale netto stroom productie in 2024.

Historische piketpaal

Als we de vier hernieuwbare modaliteiten bij elkaar optellen, en dat volume relateren aan de totale getoonde netto stroomproducties, is het aandeel hernieuwbaar ge-evolueerd van 12,4% in 2015, naar 50,5% van de totale netto productie. In 2024 is daarmee voor het eerst in de Nederlandse historie een aandeel van meer dan de helft van de nationale stroom productie behaald, waarvoor we ons, mede gezien een vrij schokkende, slechte start in ons land, best wel op de rug mogen kloppen. De inhaalrace was heftig, geschiedde in relatief korte tijd, en ging met een "steile leercurve" gepaard.

De groei van de stroomproductie door deze 4 HE bronnen was vorig jaar 9,4% t.o.v. het eindejaars-volume in 2023. Dat is beslist niet de hoogste relatieve groei, die vond plaats in Corona jaar 2020, toen zelfs 44,1% meer volume werd geproduceerd dan eind 2019. De windstroom productie nam met 13,1% toe sinds 2023. In 2023 zelf was de hoogste toename sinds het eindejaarsvolume van het voorgaande jaar (37,8%). Het windturbine park had eind 2024 een opgesteld vermogen van 11,70 GW (bijna 6,96 GW op land, 4,75 GW op zee).

Zonnestroom output groeide met 11,3% in 2024, t.o.v. het eindejaars-volume van 2023, maar in eerdere jaren waren die groeipercentages een stuk hoger. In 2018 was dat zelfs 68,2% t.o.v. het eindejaars-volume in 2017. Kijken we naar de relatieve groei t.o.v. de jaarlijkse aanwas in het voorgaande jaar, is een wisselend beeld zichtbaar voor zonnestroom. Met relatieve groei van 22,1% in 2017 t.o.v. de aanwas in 2016, 149,8% in 2018, slechts 12,4% in 2019, weer een forse toename naar 87,3% in 2020. In 2021 was de jaargroei 13,6% negatief t.o.v. de aanwas in 2020, en in 2022 was er weer een tijdelijke positieve groei van 95,6%. Vanaf 2023 komt de klad er in. Zowel in 2023 als in 2024 zijn de jaarlijkse groeicijfers van de zonnestroom productie 44,9% resp. 24,9% negatief t.o.v. de aanwas in het voorgaande jaar. Al kan het laatstgenoemde percentage nog gaan wijzigen in komende CBS updates.

De vier HE bronnen bij elkaar genomen, kwamen voorlopig tot een productie volume van 60,7 TWh in 2024.

Zouden we kernenergie als "CO2 neutrale modaliteit" meetellen, komt het gezamenlijke aandeel van "hernieuwbaar plus Borssele" in 2024, met de nog voorlopige cijfers, al uit op 53,3%.

De totale netto stroomproductie (in de grafiek in vetgedrukte cijfers bovenaan de kolommen) nam in de eerdere jaren toe, van 105,8 TWh (2015) naar 113,5 TWh (2017), nam even af in 2018, bereikte een voorlopig maximaal niveau van 119,8 TWh in Corona jaar 2020, zakte vervolgens weer in tot 117,3 TWh in 2022, en begon toen weer toe te nemen. Tot 117,8 TWh in 2023, naar een nieuw record volume van 120,2 TWh, in 2024 (voorlopig cijfer, 2,0% hoger dan in 2023).

2025

Voor een eerste tipje van de sluier voor 2025, meldt het CBS artikel van 12 september jl. het volgende:

"De productie uit hernieuwbare bronnen (zon, wind, water en biomassa) daalt met 1 miljard kWh in de eerste zes maanden van 2025 in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. Vooral de productie uit wind daalde (met 3 miljard kWh), omdat het zowel op zee als op land minder waaide. De daling op land was groter dan de daling op zee.

De productie uit zonne-energie was in de eerste zes maanden 2 miljard kWh hoger dan in dezelfde periode van 2024. In het tweede kwartaal was deze met 10 miljard kWh zelfs de hoogste ooit gemeten***. Dit komt vooral doordat het tweede kwartaal zonniger was dan dezelfde periode in 2024.

In het eerste halfjaar van 2025 kwam 48 procent van de elektriciteitsproductie uit hernieuwbare bronnen. In het eerste kwartaal was dit 39 procent en in het tweede kwartaal 59 procent."

Voor de totale stroom productie meldt het CBS:

"Nederland produceerde in het eerste halfjaar van 2025 64 miljard kWh elektriciteit. Dit is 7 procent meer dan in het eerste halfjaar van 2024. Met name de productie uit fossiele bronnen steeg, vooral uit kolen. De productie van elektriciteit uit kolen stijgt in de eerste zes maanden van 2025 met 72 procent in vergelijking met dezelfde periode een jaar eerder. In het eerste kwartaal was de productie uit kolen 2 miljard kWh hoger dan dezelfde periode in 2024, de productie uit aardgas was 2 miljard kWh hoger. Elektriciteitscentrales op kolen en aardgas kon de lagere productie van hernieuwbare energie opvangen dankzij relatief lage prijzen van kolen en aardgas in het eerste kwartaal. In het tweede kwartaal steeg de productie uit fossiele bronnen minder."

†† Door het CBS gekwalificeerd als "bijvoorbeeld expansieturbines (waarin gassen onder hoge druk uitzetten, waardoor de turbine elektriciteit produceert), (rest)stoom, voedingwater".

*** Gedetailleerder, volgens de huidige CBS tabel, zou er in het eerste half-jaar van 2024 8.658 GWh zonnestroom productie zijn berekend, in de eerste 6 maanden van 2025 was dat tot nog toe 9.706 GWh


Uitvoer / invoer van elektriciteit

In de aangepaste elektriciteitsbalans tabel van het CBS vinden we, tot slot, ook de licht gewijzigde data voor de uitvoer- en invoer van elektra terug. In 2023 werd een record volume van 25,2 TWh elektriciteit ge-exporteerd, 10,5 procent meer dan in 2022 (22,8 TWh). In 2024 is het export volume iets lager geworden, 24,2 TWh, al was het nog steeds 21% meer dan het import volume. Opvallend was de verschuiving van Duitsland, naar België als top export land (10,03 resp. 8,41 TWh in 2023, in 2024 lagen de verhoudingen andersom, 8,79 TWh naar Duitsland, en 9,84 TWh naar België). De export naar het Verenigd Koninkrijk nam af, van 4,36 naar 3,30 TWh.

De import van elektriciteit nam juist toe, van 19,5 naar 20,0 TWh, een toename van 2,5%. Uit Duitsland en Noorwegen kwamen extra volumes van 9,1% (8,9 TWh op jaarbasis) resp. 19,3% (3,5 TWh totaal) onze kant op, de laatste via de bekende NorNed kabel onderzee, met een maximale capaciteit van 700 MW. Denemarken en België deden het met wat minder, dan in 2023, al droegen de zuiderburen, met 3,8 TWh wel als tweede grootste land bij aan onze import. Dat was 13,2% minder dan in 2023. In 2021 bedroeg de import uit België nog 5,2 TWh, Noorwegen piekte jaren eerder, met 5,8 TWh, in 2015.

Het netto export/import saldo is voor het 3e jaar op rij weer in het voordeel van de export gekomen, met een balans van 4,2 TWh. In 2021 was dat nog licht negatief (253 GWh in het voordeel van de import).

 


Bronnen CBS update 18 november 2025

Intern

Drieluik CBS status 18 november 2025:

CBS update 1. Lang verwachte zonnestroom statistiek aanpassing door het CBS, met alweer een flinke verrassing, incl. record > 5 GWp aanwas 2023 (19 november 2025)

CBS update 2. The struggle continues - Australia versus Nederland inzake solar (ctd)

CBS update 3. Maandelijkse zonnestroom producties, verhouding met data Energieopwek.nl, en verhouding tot generaties bij andere hernieuwbare stroom bronnen (huidige artikel, 19 november 2025)

Extern

Hernieuwbare elektriciteit; productie en vermogen (CBS tabel, status 18 november 2025)

Hernieuwbare energie; verbruik naar energiebron, techniek en toepassing (CBS tabel, status 18 november 2025)

Elektriciteitsbalans; aanbod en verbruik (CBS tabel, status 18 november 2025)

Energiebalans; aanbod, omzetting en verbruik (CBS tabel, status 18 november 2025)

Meer elektriciteit uit fossiele bronnen (CBS bericht, 12 september 2025)

Helft elektriciteitsproductie uit hernieuwbare bronnen (nieuwsbericht CBS, 10 maart 2025)



19 november 2025: CBS update 2. The struggle continues - Australia versus Nederland inzake solar (ctd)

Al enkele malen eerder heb ik een vergelijking gemaakt tussen voormalig wereldkampioen Australia, versus de prestatie van Nederland, op het vlak van Wp/capita opgesteld vermogen in het zonnestroom dossier. Beide landen zijn "als kool" gegroeid op dit vlak, en ondanks de onherroepelijk daarmee gepaard gaande problemen, nog steeds verder gegaan in hun "deployment", zoals de Angelsaksen graag zeggen.

Enkele updates geleden was al "officieel" geworden, dat Nederland de erepodium plaats van Australia had overgenomen, maar dat was voor het kalenderjaar 2023. Voor 2024 was het, zeker bij de vorige update van het CBS, nog turen in een donkere modderpoel, want toen leek de groei in Nederland voor dat jaar nog (weliswaar ongeloofwaardig) hoog, met 4.318 MWp. Dat, gezamenlijk met nog steeds hoge nieuwbouw volumes van kleinere rooftop projecten in 2024, "Down Under" (Australia), én het feit, dat de "per capita" cijfers voor beide landen niet ver uit elkaar lagen in het voorgaande jaar, deed de vraag rijzen: "En, hoe is de verhouding dan in 2024 en 2025 geworden? Heeft Nederland haar voorsprong op dit punt behouden, of heeft ze toch weer een veer moeten laten richting de Australiërs?". Polder PV zocht het weer tot in detail uit, met de meest recent beschikbare officiële capaciteits-cijfers, en de exacte bewoners-aantallen in beide landen, volgens de officiële data providers. Met daarbij natuurlijk nog steeds een slag om de arm: voor 2024 zijn de cijfers voor Nederland nog lang niet in steen gebeiteld, en kunnen nog steeds flink wijzigen. Voor Australië zal een eventuele aanpassing vermoedelijk niet zeer groot zijn, de solar data worden daar veel beter, actueel, en nauwkeurig bijgehouden.

In onderstaande grafiek geef ik de update met de meest recent beschikbare cijfers, voor zowel het opgestelde relatieve vermogen aan het eind van elk jaar, tm. 2024, aangevuld met de meest recente, nog (zeer) voorlopige data beschikbaar tm. medio 2025, daarbij tevens gebruik makend van de meest actuele bevolkingscijfers. Voor uitgebreid commentaar op deze gegevens, en de vergelijking, verwijs ik gaarne naar het dieper gravende stuk in de analyse van 7 maart 2024. Voor een vorige versie van deze grafiek, zie de update van 18 november 2024.

De oudere data voor Australië zijn marginaal aangepast ("opgeplust"), vanaf het jaar 2003. Kennelijk worden daar af en toe nog steeds oudere installaties "terug gevonden" en in de nationale database opgenomen. Voor Nederland zijn de data ingrepen voor de jaren 2023 en 2024 (zeer) substantieel, zoals in deel 1 van deze miniserie werd geopenbaard. En is ook het eerste half-jaar volume voor 2025 bekend gemaakt.

Ten opzichte van de vorige grafiek zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd en zijn de volgende observaties te benoemen:

  • De ratio voor Australia is eind 2023 iets opgewaardeerd, van 1.290 naar 1.291 Wp/capita (minder dan 0,1% hoger).
  • Voor eind 2024 heeft Australië inmiddels 1.465 Wp/capita staan (in vorige update werd half-jaar status vermeld, toen 1.355 Wp/cap.).
  • Voor Nederland is voor eind 2023, met de laatst bekende (definitieve) CBS cijfers voor PV capaciteit en het betreffende bevolkingscijfer voor eind dat jaar, de ratio gewijzigd, van 1.354 naar 1.377 Wp/capita (1,7% hoger). Dat was toen het equivalent van ruim 3 moderne 450 Wp zonnepanelen per inwoner in Nederland. Dat is 6,7% hoger dan deze ratio voor Australia, dat jaar.
  • Een claim dat Australia eind 2023 "retains a world-leading position in solar per capita at 1.3kW/person, followed closely by The Netherlands", in een APVI bericht van 22 oktober 2024, kan met bovenstaande, meest recent beschikbare officiële cijfers, als "beslist niet meer houdbaar" worden gezien. Nederland was Australia in dat jaar duidelijk al voorbij op dit punt!
  • De verhouding tussen AUS/NL, is eind 2023, na in de vorige update iets opwaarts te zijn bijgesteld naar 0,95, weer iets gezakt, naar 0,94. Nederland is dus weer iets ingelopen t.o.v. Australia in dat jaar.
  • De nog zeer voorlopige laatste cijfers voor eind 2024 komen voor Nederland uit op 1.551 Wp/inwoner. Dat is 5,9% hoger dan deze ratio voor Australia, dat jaar, waarmee het relatieve verschil t.o.v. 2023 dus iets is terug gelopen. De verhouding AUS/NL is vrijwel hetzelfde gebleven in het voordeel van NL: een factor 0,94.
  • Voor medio 2025 zijn (eerste) cijfers voor beide landen inmiddels ook bekend. Australia komt eind juni 2025 op 1.509 Wp/capita, Nederland komt met het allereerste cijfer op 1.583 Wp/capacita. En scoort daarmee 4,9% hoger. Wederom, is die relatieve verhouding dus verder geslonken sedert eind 2024. Dat is ook terug te zien bij de verhouding van deze factoren AUS/NL in de grijze curve, die is nu weer iets dichter bij de "1" gekomen, op 0,95.
  • De ratio's voor eind 2024 kunnen later nog steeds wijzigen, met verder aangepaste cijfers. Die voor medio 2025 zullen in hogere mate worden aangepast, maar omdat het CBS geen updates (meer) geeft voor historische "half-jaar cijfers", kunnen we straks alleen maar terugvallen op eindejaars-data. Die echter, voor de definitieve versies, nog lang op zich zullen laten wachten.
  • Het hoogste verschil in de ratio AUS/NL, toen Australia op dit punt nog wereldkampioen was, is een factor 6,89 : 1, in 2011.
  • De Compound Annual Growth Rate (CAGR) van de afgeleide maatvoering Wp/capita was voor de periode 2010 tm. 2024 voor Australia al een hoge 34,5% gemiddeld per jaar, maar Nederland ging daar ver overheen, met een spectaculaire groei van gemiddeld 49,8%/jaar in die periode (!).

Conclusie

De conclusie blijft voorlopig, dat Nederland nog steeds, ondanks de vele problemen bij de verdere uitbouw van solar capaciteit, het op het vlak van opgesteld nominaal generator vermogen per hoofd van de bevolking nog steeds een stuk beter doet dan de langjarige (voormalige) kampioen Australië. Wel zijn de verschillen tussen eind 2023 en medio 2025, met de huidige cijfers, licht terug gelopen. Hoe de stand van zaken zal zijn / worden voor eind 2024 (definitieve cijfers), en, met name, in de komende jaren, in het met bomvolle stroomnetten worstelende Nederland, moeten we afwachten. Daar gaan we uiteraard in een volgende update weer op in, als er betrouwbare nieuwe cijfers beschikbaar zijn gekomen.


Drieluik CBS status 18 november 2025:

CBS update 1. Lang verwachte zonnestroom statistiek aanpassing door het CBS, met alweer een flinke verrassing, incl. record > 5 GWp aanwas 2023 (19 november 2025)

CBS update 2. The struggle continues - Australia versus Nederland inzake solar (ctd) (huidige artikel, 19 november 2025)

CBS update 3. Maandelijkse zonnestroom producties, verhouding met data Energieopwek.nl, en verhouding tot generaties bij andere hernieuwbare stroom bronnen

Bronnen

Australian PV Institute (website branche organisatie)

National Survey Report of PV Power Applications in Australia 2024 (IEA - PVPS marktrapportage voor Australië over 2024, PDF download vanaf APVI website, interessante voetnoot is het "upscalen" van de categorie residentieel, wat in dat rapport is verhoogd van installaties tot 10 kWp naar PV projecten tot 15 kWp!)

Australia falls out of the top ten for new solar installs (APVI artikel van 22 oktober 2024)

Australia rooftop solar installs slow as battery uptake surges (PV Magazine International, 7 augustus 2025)

Australian Bureau of Statistics (ABS, population)

Population of Australia 2025 (website Population.net)

Zonnestroom; vermogen en vermogensklasse, bedrijven en woningen, regio (CBS Statline update 18 november 2025)

Bevolkingsontwikkeling; regio per maand (CBS Statline update 30 oktober 2025, eigen selectie)

 
 
© 2025 Peter J. Segaar / Polder PV, Leiden (NL)
^
TOP