|
Nieuws
& analyses P.V. pagina 191
meest
recente bericht boven
vanaf
1 april 2024
10
april 2024: RVO update
alle SDE regelingen zonnestroom tm. SDE 2022, eerste kwartaal 2024 - 437
MWp realisaties PV projecten sedert 1 januari 2024, en 657 MWp beschikte
capaciteit verloren gegaan. Nieuwe jaargroei 2023 voorlopig 1.571 MWp.
Begin
april 2024 is het eerste kwartaal overzicht voor de SDE regelingen
in het nieuwe jaar bij RVO verschenen, met peildatum (1) april 2024,
met alle overgebleven beschikkingen en realisaties. In deze analyse
wordt het grote zonnestroom deel-dossier weer in detail tegen het
licht gehouden. In deze eerste kwartaal update voor 2024 werd wederom
een behoorlijke groei zichtbaar, van 437 MWp, verdeeld over netto
273 nieuw gerealiseerde beschikkingen, incl. verliezen bij oudere
regelingen. Daarnaast is er ook weer, met name bij de aantallen, een
zeer groot verlies opgetreden, van beschikkingen die zijn verdwenen
uit de RVO records. Met 657 MWp aan verloren gegane capaciteit, zijn
er namelijk alweer 1.262 toekenningen uit de boeken uitgeschreven.
Het grootste verlies was ditmaal wederom te zien bij de SDE 2021 regeling,
die in de huidige update maar liefst 1.188 beschikkingen, resp. 507
MWp aan toegekende capaciteit verloren zag gaan. Bij de overige regelingen
waren de verliezen véél lager, en met name bij de capaciteit
enigszins relevant (SDE 2022 minus 58 MWp).
De
nieuwe realisaties leidden, in cumulatie, begin april 2024, tot een
volume van 11.264 MWp aan (SDE) beschikt gerealiseerd PV vermogen,
verdeeld over inmiddels 30.392 gerealiseerde aanvragen. De nieuwe
toevoeging van ruim 437 MWp beschikt vermogen is bijna 7% lager dan
de 468 MWp toename in de voorgaande update. En ligt, met genoemde
437 MWp, 2% boven het gemiddelde groei volume in de vier kwartalen
van 2023 (429 MWp/kwartaal). Gerekend naar het jaar van oplevering
van de afzonderlijke beschikkingen, zou er een zeer voorlopige toename
van slechts 1.571 MWp aan beschikte capaciteit zijn geweest in 2023,
ruim 24% minder dan de huidig vastgestelde aanwas in 2022. De verwachting
is, dat deze cijfers nog behoorlijk zullen worden aangepast, maar
dat de groei veel lager blijft dan in 2022.
De
najaars-ronde van SDE 2018 blijft, met inmiddels met een iets toegenomen
accumulatie van 1.751 MWp aan beschikte realisaties, kampioen van
alle SDE regelingen, op behoorlijke afstand van de numero 2, de voorjaars-ronde
van SDE 2017, waar 1.493 MWp van is gerealiseerd (volgens beschikt
volume). De najaars-, resp. voorjaars-ronde van SDE 2019 hebben inmiddels
wat beschikt gerealiseerde capaciteit betreft de najaars-ronde van
SDE 2017 naar de vijfde plek verwezen. Relateren we de nieuwe volumes
aan het opgeleverde (beschikte) vermogen per dag, is er in de huidige
versie, voor het totaal van alle SDE regelingen, in het 1e kwartaal
van 2024, gemiddeld 4,8 MWp per dag gerealiseerd, iets lager dan de
5,1 MWp/dag in het laatste kwartaal van 2023. Opvallend is ook de
prestatie van de najaarsronde van SDE 2019, deze heeft bij de capaciteit
inmiddels een realisatie percentage van bijna 70% bereikt.
Onder
de overblijvende SDE "+" regimes staan niet erg veel beschikkingen
meer open, 160 exemplaren, resp. 767 MWp. De grootste resterende volumes
vinden we onder de voorjaars-regeling van SDE 2020 (112 exx. / 423
MWp).
De
verliezen van talloze eerder beschikte projecten blijven ook in de
huidige update aanhouden. Voor alleen de SDE "+" regelingen
is, mede door het enorme, historisch geaccumuleerde verlies onder
SDE 2020 I, al ruim 42% (8.082 MWp) van het oorspronkelijk toegekende
vermogen verloren gegaan. In totaal is er bij alle ooit toegekende
SDE beschikkingen (SDE, SDE "+", en de eerste 3 SDE "++"
regelingen, SDE 2020 II, SDE 2021 en SDE 2022) inmiddels al ruim 11,2
GWp aan beschikte PV capaciteit, verdeeld over bijna 28 duizend oorspronkelijke
beschikkingen verdwenen. Hiermee heeft de PV sector reeds een maximale
marktwaarde aan subsidies van bijna 9,9 miljard Euro laten verdampen
sedert de start van de eerste SDE regeling, SDE 2008.
Met
deze update resteert, tot en met de in een recente update toegevoegde
SDE 2022, de derde officiële SDE "++" ronde, een nog
in te vullen, beschikt volume van bijna 6,0 GWp, verdeeld over nog
2.960 overgebleven PV project beschikkingen in dit omvangrijke dossier.
Dit artikel behandelt de actuele status update volgens de recentste
cijfers gepubliceerd door RVO.
Voor
SDE 2023, al lang qua inschrijving afgerond, zijn nog géén
data beschikbaar over de toegekende beschikkingen. RVO is nog steeds
bezig met het uitzoeken van de resterende aanvragen. Er moesten nog
189 (van totaal 1.970) aanvragen, vermoedelijk de "ingewikkelde"
exemplaren, worden verwerkt in de status update van 8 april jl.
Introductie
/ samenvatting
Dit artikel behandelt
in ieder geval de status update voor zonnestroom en, kort, thermische
zonne-energie, gedateerd 1 april 2024. De vorige analyse, voor de
status op 1 januari 2024, vindt u hier.
Voor een overzicht van alle oudere detail analyses, vanaf mei 2017,
zie de opsomming in de introductie van de update
van 1 oktober 2023.
In deze meest
recente update is bij de opgeleverde capaciteit, door RVO
een "officieel" SDE beschikt zonnestroom volume opgegeven
van 11.264 MWp (voor peildatum 1
januari 2024 was dat 10.826 MWp), verdeeld over 30.392
project beschikkingen. In het overzicht van 1 januari 2024
lag dat laatste nog op een volume van 30.119 gerealiseerde toekenningen,
waarbij toen dus voor het eerst in de lange SDE geschiedenis, sedert
SDE 2008, er meer dan dertigduizend beschikkingen daadwerkelijk bleken
te zijn "verzilverd" (gerealiseerd).
Onder SDE 2017
staan er nog slechts 4 beschikkingen open, in de voorgaande update
was SDE 2018 I zelfs al formeel afgerond, met 1.864 ingevulde beschikkingen
(1 exemplaar verdwenen), met een totale, overgebleven capaciteit van
slechts 788,3 MWp.
De SDE 2017 I
regeling had al sinds lange tijd het stokje van SDE 2014 overgenomen
m.b.t. de door RVO bestempelde gerealiseerde capaciteit, en was de
eerste SDE regeling ooit, waarvoor de invulling meer dan 1 GWp was.
Dat is in de huidige update 1.493 MWp gebleven. Het realisatie niveau
is al langere tijd beduidend hoger onder nieuwe kampioen SDE 2018
II, die weer verder is uitgelopen naar 1.751 MWp aan gerealiseerd
beschikt volume. Inmiddels zijn de nieuwe nummers 2 en 3 de najaarsronde
van SDE 2019, met 1.366 MWp, en de voorjaarsronde van die jaargang,
met 1.273 MWp. SDE 2017 II, met nog steeds 1.265 MWp, is door de 2
SDE 2019 regelingen inmiddels, wat beschikt gerealiseerde capaciteit
betreft, naar de vijfde plaats verwezen.
Vanaf SDE 2016
II zijn er al 8 SDE regelingen die het gerealiseerde volume van langjarig
oud-kampioen, de SDE 2014 (ruim 572 MWp), zijn gepasseerd.
Op het vlak van
opgeleverde aantallen beschikkingen is SDE 2017 I weer 1 exemplaar
verder uitgelopen op SDE 2014, met 2.757 t.o.v. 2.124 exemplaren.
Er staat nog maar 1 beschikking voor SDE 2017 I open (371 kWp), dus
het verschil kan nog marginaal oplopen. SDE 2018 II, SDE 2019 I, en
SDE 2017 II, zijn op dat punt de SDE 2014 ook al voorbij gestreefd,
met inmiddels 2.444, 2.342, resp. 2.211 stuks. SDE 2020 I heeft, met
inmiddels 2.328 realisaties, die historisch succesvolle oude regeling
ook al ingehaald, ook al heeft die regeling tegelijkertijd met kolossale
verliezen van beschikte projecten te maken gehad.
Er is, tm. de
hier besproken RVO update, die alle resterende beschikkingen omvat
incl. SDE 2022, in totaal al een enorm volume van ruim 11,2
GWp, aan beschikte SDE capaciteit, verdeeld over 27.995 beschikkingen,
voor zonnestroom verloren gegaan (!) om diverse redenen. Hier wordt
verderop in dit artikel dieper op ingegaan. In de huidige update staan,
gecombineerd met de gecontinueerde verliezen onder oudere project
beschikkingen, nog resterende volumes open van nog maar 2.960
beschikkingen, resp. 5.977 MWp. Vanaf 4 overgebleven
exemplaren voor SDE 2017, tm. de slechts 112 overgebleven exemplaren
voor "grote verliezer" SDE 2020 I (SDE "+"), en
de 289 resterende beschikkingen voor SDE 2020 II (SDE "++").
Nog maar 1.333 overgebleven exemplaren voor SDE 2021 (groot verlies
in de huidige update), en 1.178 voor de in een vorige update toegevoegde
SDE 2022 completeren het geheel aan resterend potentieel.
In het huidige
artikel presenteer ik zoveel mogelijk de harde, actuele, "officiële"
cijfers, mijn commentaar, en interpretaties. En geef ik uiteraard
ook weer actuele updates van grafieken en tabellen.
Voetnoot
Zeer veel projecten worden de laatste jaren (soms fors) kleiner gerealiseerd
dan waarvoor ze oorspronkelijk zijn beschikt. Wat mogelijk (deels)
met de grote problemen met aansluitingen, en overgebleven capaciteit
voor grootverbruikers op het net heeft te maken. In ieder geval is
het gevolg de al jaren door Polder PV gesignaleerde trend, dat RVO
de omvang van de gepubliceerde beschikkingen neerwaarts
bijstelt in de meest actuele updates over de SDE regelingen.
Als dit geschiedt bij een SDE regeling, waarbinnen weinig "activiteit"
(lees: nieuwbouw) is geweest sinds de voorlaatste rapportage, kan
het gevolg zijn, dat de totale overgebleven beschikte capaciteit binnen
die regeling lager uitpakt dan in de voorgaande update.
Complete
evolutie SDE dossier voor zonnestroom
Update van de
grafiek gepresenteerd voor de status van 1
januari 2024, met de nieuwe cijfers voor 1 april 2024
toegevoegd (laatste kolom achteraan). Ik heb voor het huidige overzicht
wederom de fysieke optelling genomen van de (overgebleven) beschikte
volumes van alle gerealiseerde projecten in de recent gepubliceerde
spreadsheet van RVO. In deze update zijn de volumes aan gerealiseerde
PV beschikkingen van de SDE 2019 II, SDE 2021, en SDE 2020 I rondes
het meest significant gegroeid.
Merkwaardige
correcties SDE 2022 alweer ingehaald door de realiteit
In een vorige
update rapporteerde ik een merkwaardig fenomeen, dat in de eerste
SDE lijst incl. SDE 2022 hogere volumes voor die laatste regeling
werden getoond, dan in de eerste kamerbrief over de afronding ervan.
De realiteit heeft die anomalie alweer ingehaald. Door de bij alle
regelingen optredende uitval van zowel aantallen als capaciteit van
beschikte projecten, zijn de huidige overgebleven volumes alweer een
stuk lager. De Kamerbrief repte van 1.505 beschikkingen, resp. 1.913
MWp toegekend vermogen. De update van begin april 2024 geeft nog maar
1.382 overgebleven toekenningen, resp. 1.364 MWp op. Dat zijn al forse
uitval percentages van 8,6% (aantallen), resp. 29,1% (!) voor de capaciteit,
t.o.v. de eerst-rapportage in de Kamerbrief van Jetten. Met name dat
laatste heeft een hoge impact op de "haalbaarheid" van doelstellingen,
de te verwachten volumes eroderen waar we bij staan.
Dit alles daargelaten,
de totale groei is in het eerste kwartaal van 2024 weer op een redelijk
niveau gekomen, al was het iets lager t.o.v. de aanwas in het laatste
kwartaal van 2023, zoals getoond rechtsboven in bovenstaande grafiek.
De wijzigingen t.o.v. de vorige update zijn als volgt. Voor de details,
zie ook de bekende tabel,
verderop in deze analyse.
Tot en met SDE
2018 I is er, op neerwaartse correcties van oudere aantallen beschikkingen
en capaciteiten (incl. wederom 10 bij de oudste 3 SDE regelingen)
na, weinig gewijzigd.
Pas vanaf SDE 2017 I is er wat nieuw gerealiseerd vermogen terug te
vinden in het RVO overzicht, 147 kWp voor (netto) 1 toegevoegde beschikking,
waarmee die regeling op 1.493 MWp
beschikte capaciteit kwam bij de realisaties. Vanaf SDE 2018 II zijn
er bij alle regelingen ook nieuwe volumes gerealiseerd. Kampioen SDE
2018 II zelf kreeg er 4 realisaties bij, met 12,7 MWp, totaal gerealiseerd
nu 1.751 MWp. SDE 2019
I kwam met 10 nieuwe realisaties, en belandde met 41,9 MWp nieuw gerealiseerd
vermogen momenteel op geaccumuleerd 1.273
MWp. De eerder met
massieve afwijzingen geconfronteerde SDE 2019 II voegde 13 realisaties
toe, en was onder de huidige update kampioen, met 102,7 MWp nieuwe
capaciteit, resulterend in een netto accumulatie van 1.366
MWp. SDE 2020 I realiseerde met 29 beschikkingen een
nieuw volume van 85,4 MWp, en kwam daarbij op een realisatie niveau
van totaal 928 MWp.
Wat nieuw gerealiseerde
aantallen beschikkingen betreft, vinden we de hoogste
realisaties bij de 1e 3 SDE "++" regelingen. SDE 2020 II
voegde met 60 beschikkingen 65,2 MWp toe, leidend tot een voorlopige
totale realisatie van 540 MWp.
Hier bovenop kwam een volume van een record aantal van 116 beschikkingen
met 88,4 MWp nieuw volume, culminerend in 356
MWp onder de SDE 2021 regeling. Die echter tegelijkertijd
ook met het hoogste verlies aan ingetrokken beschikkingen werd geconfronteerd:
er gingen 1.188 beschikkingen, resp. 507 MWp verloren in de huidige
update!
Onder
de laatste officiële SDE "++" regeling, SDE 2022, werd,
met 58 beschikkingen, 41,7 MWp aan realisaties toegevoegd. Waarmee
het totaal volume aan gerealiseerde beschikkingen uitkwam op
87 MWp.
Systeemgemiddelde
capaciteit bij de realisaties
Als we terugrekenen
naar gemiddelde capaciteit per beschikking die in het laatste kwartaal
is gerealiseerd zien we, zoals is te verwachten, een behoorlijke spreiding
tussen de SDE regelingen onderling. Deze varieert tussen de 719 kWp
bij de nieuwkomer projectjes onder SDE 2022 (al ruim het dubbele volume
t.o.v. de aanwas in de vorige update), tot al flinke (gemiddelde)
projecten onder de 2 SDE 2019 regelingen: 7,9 MWp onder SDE 2019 II
(gemiddelde van 13 gerealiseerde beschikkingen), resp. 4,2 MWp onder
SDE 2019 I (gemiddelde van 10 gerealiseerde toekenningen). Onder die
laatste opleveringen vallen uiteraard grotere zonneparken en grote
rooftop projecten, die de gemiddeldes flink opstuwen.
Totale
progressie - realisatie
Sedert de voorlaatste
update van januari 2024 (10.826 MWp geaccumuleerd) is er netto 437,1
MWp gerealiseerde beschikte capaciteit bijgekomen. Dit is
het netto effect van (a) gerealiseerde groei bij meestal recentere
SDE regelingen, (2) extra gerealiseerde nieuwe volumes bij de in een
recente update pas opgenomen SDE 2022, en (c) de uit de voorgaande
bestanden weer verwijderde beschikte capaciteit (diverse
redenen mogelijk). Het netto resultaat is bijna 7% lager dan de 467,9
MWp groei in QIV 2023.
Toenames
afgelopen updates; evolutie MWp realisaties PV projecten per dag
Achtereenvolgens
waren de nieuwe volumes t.o.v. de voorgaande RVO updates als volgt:
Tussen januari en juni 2022 zeer sterke terugval naar een toename
van slechts 189 MWp. Een toename naar 584 MWp nieuw beschikt vermogen
genoteerd door RVO, tussen juli en begin oktober 2022. In het laatste
kwartaal van 2022 werd daar nog eens 505 MWp nieuw beschikt vermogen
aan toegevoegd. In het eerste kwartaal van 2023 viel het nieuw bijgeschreven
volume terug, naar ruim 317 MWp, in het tweede kwartaal was er weer
een stevige toename van ruim 598 MWp, maar het derde kwartaal gaf
weer een duidelijke terugval te zien van 331 MWp nieuw netto vermogen.
Het laatste kwartaal van 2023 gaf weer een positief resultaat van
468 MWp. Het eerste kwartaal van 2024 kwam iets lager uit, op 437
MWp.
Als we, voor een
eerlijker vergelijking, terug rekenen naar het aantal dagen tussen
de peildata, (die behoorlijk kunnen verschillen, zie de afstanden
tussen de updates in de grafiek), komen we met de volgende bevindingen.
In het kwartaal
tussen april en juli 2022 was de groei sterk ondermaats, slechts 2,1
MWp gemiddeld per dag. We moeten naar de update van 4 oktober 2018
teruggrijpen voor nog lagere relatieve groeicijfers (iets lager dan
2 MWp/dag). Dat is ruim 5 jaar geleden, dus dat zegt wel iets over
de status quo in de recente projecten markt. Tussen juli
en oktober 2022 hadden we tijdelijk weer een hoog niveau te pakken,
van gemiddeld 6,3 MWp/dag. Gevolgd door een iets lager, maar nog steeds
hoog niveau, van 5,5 MWp/dag tussen begin oktober en eind december
2022. In het eerste kwartaal in 2023 viel het verder terug naar gemiddeld
3,5 MWp/dag, maar in het tweede kwartaal was er weer een gezonde groei
van de bijschrijvingen, van gemiddeld 6,6 MWp/dag. Dat is in het 3e
kwartaal echter weer terug gevallen naar een niveau van gemiddeld
3,6 MWp/dag, en in het laatste kwartaal weer toegenomen naar gemiddeld
5,1 MWp/dag. Het eerste kwartaal van 2024 zakte dat iets in, naar
gemiddeld 4,8 MWp/dag.
Genoemde 4,8 MWp
gemiddeld per dag in het SDE dossier komt uiteraard bovenop andere
realisaties bij projecten die andere incentives kennen (zoals EIA,
SCE - "postcoderoos 2.0", subsidies voor sportinstellingen,
VvE's, MIA / Vamil, Dumava, etc.), of zelfs helemaal geen subsidies.
Zoals vaak bij nieuwbouw projecten, waarin eventuele PV daken in de
bouwsom worden meegenomen. Dit nog exclusief de ook nog steeds booming
residentiële markt, inclusief de grote portfolio's die bij de
huur corporaties worden uitgerold (volumes: qua toegevoegde MWp-en
onbekend, maar groot).
Voor de evolutie
van deze relatieve maatvoering in uitsluitend het RVO - SDE dossier,
heb ik een nieuwe versie van de in een recente
update nieuw gemaakte grafiek hier onder getoond:
Deze
grafiek toont de gemiddelde groei van de nieuwe capaciteit per dag
tussen twee RVO updates, daarbij rekening houdend met het aantal dagen
tussen de peildata van de gepubliceerde rapportages. Tm. 2015 gebeurde
er relatief weinig, met de laagste toename eind 2013 (22 kWp gemiddeld
per dag nieuw volume gerealiseerd in die periode). Vanaf 2016 zijn
de administratieve bijschrijvingen in de SDE gedreven projectenmarkt
merkbaar gegroeid, vielen ze in Corona jaar 2020 kort terug, en lieten
daarna nog sterkere wisselingen van het tempo te zien. Om te culmineren
in het eerste kwartaal van 2022, met een record niveau van gemiddeld
8.776 kWp per dag toegevoegd in die periode. Het tweede kwartaal was
heel wat minder actief, er volgde nog een "piek" van 6,3
MWp/dag in het derde kwartaal. Daarna namen de gemiddelde volumes
weer sterk af, naar 3.527 kWp/dag in het eerste kwartaal van 2023.
In het tweede kwartaal werd er gemiddeld weer een bijna dubbel zo
groot volume bijgeschreven, 6.575 kWp/dag. De vijfde hoogste toename
in de administratie historie van de SDE regelingen. Het daar op volgende
QIII viel echter weer terug naar het niveau van QI 2023, met 3.593
kWp/dag gemiddeld nieuwe realisaties, gevolgd door alweer een opleving,
van 5.086 kWp/dag in het laatste kwartaal van 2023. QI 2024 maakt
het rijtje vol, met 4.804 kWp/dag gemiddelde nieuwe toevoeging.
Alles bij elkaar
opgeteld is er inmiddels, binnen het SDE dossier, voor een beschikt
volume van 11.264 MWp aan "officieel gerealiseerde" PV-projecten,
en dus met "ja vinkje" in de gepubliceerde lijst, bekend
bij RVO, die een (of meer) SDE beschikking(en) hebben. Zoals te zien
bovenaan de laatste kolom in de eerste grafiek in dit artikel. In
werkelijkheid is er echter al meer aan het net gekoppeld, omdat (a)
er flinke administratieve vertragingen zijn in de verwerking van data
bij RVO, en (b) er ook heel veel projecten zijn die groter uitgevoerd
worden dan het gemaximeerde volume in de beschikking, waarvan de "meer-capaciteit"
door RVO echter niet wordt geopenbaard. Polder PV heeft hier
honderden voorbeelden van in zijn eigen project overzichten.
(Nieuwe)
afvallers update 1 april 2024
Terugkerend naar
de eerste grafiek: bij de oudste regelingen, SDE 2008 tm. SDE 2016
II, plus SDE 2018 I, zal er niets meer bijkomen, er staan geen beschikkingen
meer "open" voor die regelingen. Wel zijn er in recentere
updates nog steeds, regelmatig, om niet gespecificeerde redenen beschikkingen,
soms zelfs voor reeds (lang) gerealiseerde projecten, afgevallen.
Redenen zouden kunnen zijn: brand, diefstal, hagel schade, installatie
afgebroken, verhuizing / nieuwe eigenaar niet geïnteresseerd
in subsidie perikelen, of een onbekende, andere reden. Die verloren
gegane volumes zijn hier onder in detail weergegeven t.o.v. de update
van 1 januari 2024. Zie ook de bespreking van de uitgebreide update
voor de totale volume accumulaties in de tabel verderop.
Let hierbij op,
dat het aantal verloren gegane beschikkingen en de capaciteiten beslist
niet hoeven te "corresponderen". Zoals eerder in
een voetnoot opgemerkt, zie ik al langere tijd, dat RVO, inmiddels
zeer regelmatig forse (altijd: neerwaartse) bijstellingen
van eerder beschikte capaciteiten doorvoert in haar SDE lijsten, die
dus niet gepaard gaan met uitschrijving van de betreffende
beschikte projecten. NB: "projecten" derhalve beter te lezen
als "beschikkingen", omdat er regelmatig meer dan 1 beschikking
voor een en hetzelfde "PV project" wordt aangevraagd en
afgegeven (meestal uit verschillende jaargangen, maar niet noodzakelijkerwijs).
RVO besteedde zeer recent ook weer aandacht aan wat zij de "vrijval"
van capaciteit noemen, met de nodige cijfers, "Monitor Zon-pv
2023 in Nederland" (9
okt. 2023). Polder PV bericht hier al vele jaren over, en documenteert
de volumes op basis van de meest recente RVO data.
Polder PV heeft
van projecten met meer dan 1 SDE beschikking honderden voorbeelden
in zijn overzichten staan. De grootste projecten, vanaf 500 kWp per
stuk, waarvoor SDE beschikkingen zijn uitgegeven in mijn overzicht,
2.598 stuks, hebben gemiddeld zo'n 1,28 beschikking per project.
Ook dat is in de sector kennelijk extreem slecht bekend, want je hoort
er verder niemand over, en/of de implicaties worden verzwegen. Zelfs
door bekende analisten in de markt. Ook bij RVO wordt hier met geen
woord over gerept.
-
SDE
2008 wederom weer 8 beschikkingen minder, 13 kWp (waarschijnlijk grotendeels
residentieel, of kleine projecten achter andersoortige kleinverbruik
aansluiting; mogelijk verder gaande uitval van oorspronkelijk beschikte
eerste SDE projecten bij beginnende afloop subsidie periode ?)
- SDE 2009
1 beschikking minder, 15 kWp
-
SDE
2010 1 beschikking minder, 8 kWp
- SDE 2011
1 beschikking minder, 29 kWp
- SDE 2012
1 beschikking minder, 47 kWp (er zijn nog maar 31 beschikkingen, gerealiseerd,
over, slechts 4,3 MWp!)
-
SDE
2016 II 3 beschikkingen minder, 240 kWp
- SDE 2017
I 1 beschikking minder, 253 kWp
-
SDE
2017 II 3 beschikkingen minder, 724 kWp
-
SDE
2018 I 1 beschikking minder, 31 kWp
-
SDE
2018 II aantal beschikkingen constant, maar wel 1.559 kWp minder (!)
-
SDE
2019 I 2 beschikkingen minder, 22,1 MWp)
-
SDE
2019 II 7 beschikkingen minder, 24,7 MWp
-
SDE
2020 I 8 beschikkingen afgevoerd, 5,0 MWp minder
-
SDE
2020 II 24 beschikkingen afgevoerd, 38,2 MWp
- SDE 2021
1.181 (!) beschikkingen minder (hoogste wegval voor
aantallen in huidige update), 506,6 MWp minder (idem)
- SDE 2022
13 beschikkingen minder, 57,7 MWp minder.
Wederom
opvallend in bovenstaand overzicht, is, dat het grootste deel van alle
SDE regelingen inmiddels zowel beschikkingen als capaciteit hebben verloren
in de huidige RVO update. Alleen SDE 2013 tm. SDE 2016 I zijn ditmaal
"ongeschonden" gebleven. Met het verlies van alweer een beschikking,
is de overgebleven realisatie onder SDE 2012 nog marginaler geworden dan
het al was.
De totale
uitval t.o.v. de vorige update betreft een volume van 1.262
beschikkingen (in de vorige update lag dat veel lager, 578 stuks), met,
een verlies van 657,1 MWp aan (oorspronkelijk) beschikte
capaciteit. Dat was weer flink hoger dan het hoge niveau in de vorige
update (verlies toen ruim 433 MWp), maar geen record. In de update
van 1 april 2022 ging zelfs een bizar hoog volume van 4.062 beschikkingen
verloren.
Ditmaal
was het verlies bij zowel de aantallen als bij de capaciteit onder de
tweede SDE "++" regeling, SDE 2021, het grootst, (bijna 3 maal
zo veel dan in de vorige update, verloren gegaan: 1.181 beschikkingen,
resp. 507 MWp minder). Bij de capaciteit trad het verlies record ook op
in de update van april 2022. Toen
viel zelfs 1.624 MWp weg, het grootste volume onder SDE 2020 I. In
nog oudere updates waren het vooral de twee SDE 2017 rondes die zeer fors
moesten incasseren met talloze verdwenen beschikkingen en capaciteiten.
De grote klappen werden daarna vooral aan de twee SDE 2018 rondes, SDE
2019 I en SDE 2020 I toebedeeld. De verliezen blijven op een hoog niveau,
wat ongetwijfeld te maken heeft met de vele problemen in de oververhitte
markt, met de netcapaciteit als permanent etterende zweer die realisaties
niet makkelijk maakt.
Triest
lijstje verliezen, impact wel minder in huidige update
In de
historie van het SDE gebeuren zijn grote volumes aan afgegeven beschikkingen,
gerelateerd aan capaciteit verloren gegaan, per RVO update. In de oktober
2023 update heb ik die voor het laatst op een rijtje gezet, zie aldaar.
Ook zijn daar de percentages verliezen per regeling gememoreerd. Die vindt
u verder ook terug in de grote
SDE tabel verderop. Hier komt nu dus weer 657 MWp nieuw verlies bovenop.
Om u een idee te geven van de impact van dat laatste cijfer: gerekend
met moderne PV modules van 450 Wp (plm. 2,21 m²) per stuk, hebben
we het, wat het verlies in de huidige, laatste update betreft, alweer
over een niet gerealiseerd potentieel van 1,46 miljoen zonnepanelen,
met een gezamenlijke oppervlakte van zo'n 323 hectare, in een periode
van 3 maanden tijd...
Uitval
totalen en percentages t.o.v. oorspronkelijke beschikkingen
Wat
de totale aantallen verloren gegane beschikkingen betreft, zijn de procentuele
verliezen momenteel het hoogst: onder de 3 SDE regelingen SDE 2008 (-47,0%
t.o.v. oorspronkelijk beschikt), onder de 14 SDE "+" regelingen
SDE 2012 (-71,8%), resp. onder de 3 SDE "++" regelingen SDE
2020 II (-64,2%). Bij de capaciteit zijn de grootste verliezers voor deze
3 super categorieën te vinden bij dezelfde regelingen. Dus, wederom
SDE 2008 (-40,6%), SDE 2012 (-74,9%), resp. SDE 2020 II (-37,7%).
Het allergrootste
deel van de omvangrijke verliezen betreft beschikkingen voor dakgebonden
projecten. Toekenningen voor grondgebonden en/of drijvende zonneparken
werden in een lange periode zelden terug getrokken, omdat er door ontwikkelaars
vaak al veel geld in de plannen was gestoken, er al vroeg netcapaciteit
was gecontracteerd met de regionale netbeheerder, en er een grondige (soms
zelfs jaren lange) voorbereiding had plaatsgevonden. De meeste grondgebonden
projecten met SDE beschikking(en) die in het verleden waren gestaakt,
en die Polder PV in een apart overzicht bijhoudt, betreft kleinere projecten,
met enkele honderden kWp tot een paar MWp in de oorspronkelijke plannen.
Hier is voor het eerst in de update van oktober 2023 verandering in gekomen,
toen een behoorlijke hoeveelheid grotere zonnepark beschikkingen waren
ingetrokken, en waarvan gehoopt is, dat ze onder iets minder ongunstige
condities, onder SDE 2023 opnieuw konden indienen. Dat indienen is waarschijnlijk
wel gelukt, maar omdat die regeling extreem
overtekend is, is er een behoorlijk groot gevaar, dat die herindieningen
alsnog (deels) zijn / worden afgewezen door RVO. Daar horen we later ongetwijfeld
meer over. RVO is nog steeds niet klaar met het controleren van alle aanvragen
ingediend onder SDE 2023.
Voor
de eerder gesignaleerde forse uitval onder SDE 2017 was al vroeg gewaarschuwd,
door Siebe Schootstra op Twitter (m.b.t.
SDE 2017 en 2018, en later
wederom m.b.t. SDE 2018). Dit in verband met een geclaimd slecht business
model voor bedrijven met hoog eigenverbruik van via een SDE beschikking
gegenereerde hoeveelheid zonnestroom, waarvoor lagere subsidie bedragen
dan voor directe net-invoeding zijn gaan gelden (rooftop projecten). Het
verlies voor de voorjaars-ronde van SDE 2018 is weer iets opgelopen, door
een extra uitgevallen beschikking in de huidige update. Er staan vanaf
de vorige update sowieso geen beschikkingen meer open voor die regeling.
De grote
gesignaleerde en gedocumenteerde verliezen in de eerdere updates zijn
in ieder geval beslist slecht nieuws, ook voor Den Haag. Alle moeite die
voor de hier dus definitief afgevoerde projecten is gedaan, honderden
miljoenen Euro's aan SDE subsidie toezeggingen, alle duur betaalde ambtelijke
tijd (en flinke consultancy uitgaven voor ontwikkelaars) die hiermee zinloos
is verspild: dat alles is voor niets geweest...
Bijna
9,9 miljard Euro misgelopen door de PV sector
Bovendien
is het voor de branche organisatie ook zeer slecht nieuws, zeker in de
huidige crisis tijd, met de hoge (doch weer afnemende) energie- en grondstof
prijzen, flinke problemen bij de uitvoering van - vaak enorme - project
portfolio's, grote krapte op de arbeidsmarkt voor gespecialiseerd - en
kundig - personeel, en chronische problemen met beschikbare net-capaciteiten.
Alle beschikte (overgebleven) PV projecten tm. SDE 2022 hebben een maximale
subsidie claim van, inmiddels, 14,9 miljard Euro (over een periode van
max. 15 jaar exclusief "banking year"), tm. SDE 2021 is dat
momenteel nog 14,2 miljard Euro. In de versie van 1 januari 2024 was het
overgebleven maximale subsidie bedrag tm. SDE 2022 nog bijna 15,4 miljard
Euro, waarmee inmiddels alweer maximaal 392 miljoen Euro
in een kwartaal tijd is verdampt voor de sector. Dat is alweer flink hoger
dan de 269 miljoen verlies in de vorige update. In april 2022 was er een
catastrofaal verlies van 1.284 miljoen Euro vanwege de enorme hoeveelheid
beschikkingen die toen met name voor de SDE 2020 I regeling verloren gingen.
Oorspronkelijk
is er vanaf SDE 2008 tot en met SDE 2022 voor zonnestroom maximaal voor
zo'n 24,8 miljard Euro aan subsidie toekenningen uitgegeven door RVO
en haar voorgangers. Gezien bovenstaande cijfers, hebben de zonne-energie
branche, en de talloze niet aangesloten binnenlandse en buitenlandse organisaties
die ook PV projecten ontwikkelen, nu al voor bijna 9,9 miljard
Euro aan (maximaal haalbare) subsidie beschikkingen voor fotovoltaïsche
capaciteit laten liggen. Daar hadden mooie dingen mee gedaan kunnen worden,
de afgelopen jaren ...
Het
goede nieuws - (nieuwe) realisaties update 1 april 2024
Uiteraard zijn er
ook projecten cq. beschikkingen tussentijds "volgens de administratieve
definities" van RVO gerealiseerd. Deze zijn, per regeling, benoemd
in de sectie onder de eerste grafiek in dit artikel.
Bij elkaar is er een
totaal van 291 nieuwe formeel gerealiseerde beschikkingen, met een beschikt
volume van 438,1 MWp t.o.v. de januari 2024 update toegevoegd tm. SDE
2022. Tegelijkertijd zijn er echter ook, bij 8 van de oudste regelingen,
18 beschikkingen verdwenen, en is er in totaal 995 kWp aan beschikte capaciteit
afgeschreven. Dit betreft zeer waarschijnlijk deels neerwaartse bijstellingen
van kleiner dan beschikt opgeleverde projecten. Bij elkaar genomen is
het netto resultaat van al deze wijzigingen, t.o.v. de status
in januari 2024 (incl. SDE 2022), dus 273 meer beschikkingen
met "ja vinkje", resp. 437,1 MWp capaciteit
toegevoegd.
Het absolute record
bij de capaciteit nieuwbouw was te vinden in de update van 4 januari 2021,
toen 891 MWp werd toegevoegd aan de SDE records bij RVO. In eerdere regelingen
werden hogere aantallen beschikkingen gerealiseerd, maar die waren per
stuk flink kleiner, dan wat er tegewoordig gemiddeld genomen wordt opgeleverd
vanuit de SDE regelingen.
Met alle SDE regelingen
bij elkaar, was het in de vorige update van 1 januari 2024 voor het eerst
in de geschiedenis, dat er meer dan dertigduizend toekenningen de status
"realisatie" hebben bereikt, en die niet om een of andere reden
weer zijn afgevoerd uit de RVO databank. In de huidige update is dat verder
gegroeid, naar inmiddels 30.392 exemplaren.
Disclaimer
Let altijd op, dat
de "capaciteit" (deze update, 437 MWp "netto groei"
sedert januari 2024) beslist niet het daadwerkelijke, fysiek
gerealiseerde volume is, of hoeft te zijn. RVO geeft dat namelijk in de
meeste gevallen niet op. Zoals meermalen gesteld, heb ik van talloze projecten
met SDE subsidies fors verschillende opgeleverde capaciteiten in mijn
spreadsheet staan, die soms wel tot 30% kunnen afwijken van het capaciteit
cijfer getoond in de RVO lijsten. Zowel afwijkend naar boven, als naar
onder. RVO stelt de laatste paar jaar wel, en steeds vaker, de opgevoerde
toegekende projecten middels (neerwaartse !) correcties bij t.o.v.
de eerder beschikte volumes. Ze noemen dat "vrijval", maar ze
beperken, erg vreemd, het tellen daarvan tot project beschikkingen waarvan
de realisatie minder dan 90% bedraagt t.o.v. oorspronkelijk beschikking
(capaciteit, zie Monitor
2023). Daar staat tegenover, dat voor projecten die groter worden
uitgevoerd dan waarvoor staat beschikt, zeker in het verleden vaak gesignaleerd,
RVO de beschikte capaciteiten vrijwel nooit aanpast in hun overzichten.
Bovendien kunnen we nog heel wat meer neerwaartse bijstellingen gaan verwachten
van reeds opgeleverde projecten, omdat informatie over feitelijke realisaties
pas (zeer) laat op de RVO burelen kan arriveren. Die correcties verschijnen
dan pas achteraf, in toekomstige updates.
Voor de details van
alle wijzigingen en "overgebleven" aantallen bij de verschillende
categorieën, en de diverse SDE regelingen, zie de volgende tabel
hier onder.
Progressie bij de deel-dossiers van de SDE regelingen
Voor uitgebreide toelichting
bij de (inhoud van de) tabel, zie artikel met analyse
status 3 april 2017.
^^^
KLIK op plaatje voor uitvergroting (komt
in apart tabblad ter referentie, naast tabblad met tekst artikel)
In deze regelmatig
door Polder PV ververste hoofd-tabel alle relevante bijgewerkte zonnestroom
cijfers voor de aantallen en Megawatten voor alle (bekende) SDE regelingen,
waarbij de derde SDE "++" ronde (SDE 2022) in een vorige update
is toegevoegd, en, na al rappe eerste wijzigingen t.o.v. de Kamerbrief
waarin de afronding van die regeling werd aangekondigd, al snel met forse
verliezen is geconfronteerd. De tabel bevat verder de actuele cijfers
van de update van 1 april 2024 voor alle oudere regelingen. Links de oorspronkelijk
beschikte volumes, in rood de actuele status
van wat RVO met de huidige (detail) update nog in portfolio heeft
staan, in blauw de daar uit resulterende,
verloren gegane hoeveelheden t.o.v. oorspronkelijk toegekend. In groen
volgen de fysieke volumes, volgens administratieve normen van RVO geldende
"opgeleverde" (gerealiseerde) project beschikkingen. De laatste
vier kolommen betreffen de overgebleven hoeveelheden, nog in
te vullen (of t.z.t. af te voeren) beschikkingen van de betreffende SDE
regimes. Ook wel: de projecten "pijplijn" genoemd.
Zowel voor de aantallen
als voor de beschikte capaciteit waren de oorspronkelijke toevoegingen
onder de najaars-ronde van SDE 2018 aanvankelijk wederom record hoeveelheden,
die de voorgaande records onder de voorjaars-ronde van 2017 hebben vervangen.
Het aantal beschikkingen onder de voorjaars-ronde van SDE 2019 had het
stokje op dat punt van die van het voorgaande jaar overgenomen, met een
record van 4.738 toekenningen door RVO. SDE 2019-II viel echter weer sterk
terug, vanwege zeer hoge uitval als gevolg van de extreme overtekening
van het beschikbare budget. En het feit, dat door felle competitie met
andere projecten, alleen de beschikkingen overbleven die laag hebben ingezet
met het betreffende fase bedrag. Dat zijn grotendeels alleen de grotere
projecten geweest, talloze aanvragen voor kleinere rooftop projecten zijn
binnen die regeling gesneuveld.
De laatste SDE "+"
ronde, SDE 2020 I, verzette wederom alle piketpalen. Onder die ronde zijn
zowel bij de aantallen oorspronkelijk goedgekeurde beschikkingen (6.882
exemplaren), als de daarmee gepaard gaande toegekende capaciteit (3.440,1
MWp), destijds nieuwe records gevestigd (dikke rode kader voor aantallen).
Waarbij ook rekenschap gehouden moet worden met het feit, dat onder SDE
2017 I tm. SDE 2018 II er telkens 6 miljard Euro was te vergeven, sedert
SDE 2019 I echter nog maar 5 miljard Euro per ronde (NB: voor álle
projecten, niet alleen voor zonnestroom). Op het gebied van de toegekende
capaciteit, werd dat record echter al snel verbroken onder de SDE 2020
II regeling, met 3.602,9 MWp aan toegekende capaciteit. Dat was geen lang
leven beschoren, want SDE 2021 heeft dat alweer verbeterd naar 3.790
MWp (rood kader), met slechts ruim de helft van het aantal beschikkingen
onder SDE 2020 I. Daarbij de voortdurende schaalvergroting in de projecten
markt nogmaals benadrukkend: er worden gemiddeld genomen steeds grotere
projecten aangevraagd, en toegekend.
Bij de oudere "SDE"
voorgangers waren de oorspronkelijk beschikte aanvragen maximaal bij SDE
2008 (8.033 oorspronkelijke beschikkingen), bij de capaciteit was het
SDE 2009, die voor de twee varianten bij elkaar ("klein" resp.
"groot" categorie) 29,0 MWp kreeg beschikt (dunne rode kaders).
SDE 2022
SDE 2022 heeft geen
records gebroken, mede omdat de competitie met andere CO2 verminderende
modaliteiten fel was, er al langer structurele netproblemen zijn waardoor
in veel gevallen er geen aanvraag voor grote projecten gedaan kunnen worden
in veel locaties, omdat de eisen voor zonnestroom projecten steeds stringenter
zijn geworden, én omdat de kostprijzen tijdelijk waren gestegen
i.p.v. gedaald.
Volgens de Kamerbrief
zouden er oorspronkelijk 1.505 beschikkingen voor PV projecten zijn afgegeven,
goed voor 1.913,1 MWp, maar bij RVO bleken oorspronkelijk iets hogere
volumes te zijn genoteerd, waar verder niets over is geventileerd op de
sites van Min. EZK of RVO (zie update
juli 2023). Voor deze regeling zijn vanaf de huidige update de startwaarden
bij RVO weergegeven onder de "oorspronkelijk beschikte volumes".
Wegval beschikkingen
en capaciteiten
In oranje veldjes
heb ik in het blok "overgebleven beschikte volumes" bij de primaire
data wederom aangegeven dat er negatieve wijzigingen zijn geweest
t.o.v. de status in de voorgaande update (januari 2024, alleen wijzigingen
t.o.v. de eerste komma plaats bij capaciteit). Ditmaal zijn weer bij veel
regelingen deze negatieve wijzigingen zowel bij de aantallen als bij de
capaciteit voorgekomen. Met name de meest recente regelingen kennen de
meest forse neerwaartse bijstellingen, bij zowel de aantallen als de daarmee
gepaard gaande capaciteiten van de project beschikkingen.
Data in de overige
"blanco" veldjes zijn niet meer gewijzigd sedert de vorige update
van 1 januari 2024.
(a)
Verloren gegane beschikkingen t.o.v. de oorspronkelijk toegekende volumes
(blauwe sectie in tabel), accumulaties -
ruim 11,2 GWp aan capaciteit teloor gegaan
Er is t.o.v. de accumulatie
status getoond in de vorige update wederom een fors verlies aan beschikkingen
en daarmee gepaard gaande, eerder toegekende capaciteit gesignaleerd.
Beschikkingen die, om wat voor reden dan ook, zijn ingetrokken, of die
alsnog ongeldig zijn verklaard door RVO, zie ook paragraaf
"nieuwe afvallers" hier boven. Voor de langdurig een dominante
rol spelende, in een vorige update formeel afgesloten SDE 2014 is na al
die jaren in totaal een (theoretische) capaciteit van 310 MWp verspeeld
(overgebleven: 2.124 project beschikkingen, inclusief latere uitval van
realisaties). Het capaciteits-verlies is opgelopen tot 35% (aantallen:
bijna 29%) ten opzichte van oorspronkelijk beschikt. Nog steeds "lekt"
er af en toe wat volume weg uit deze, en andere oudere regelingen.
Deze populaire oudere
regeling is op het gebied van capaciteit verlies echter in (extreem) negatieve
zin overtroefd door meerdere latere regelingen. Cumulatief gingen daarbij
met name de volgende grote volumes aan beschikte capaciteiten verloren:
385,4 MWp onder SDE 2016 II, 637,4 MWp onder SDE 2017 II, 860,9 MWp onder
SDE 2017 I, 921,9 MWp onder de in de vorige update "formeel afgesloten"
SDE 2018 I, 1.194,8 MWp onder de voorjaars-regeling van SDE 2019, resp.
1.199,2 MWp onder SDE 2018 II, en, bij fast riser met de capaciteits-uitval,
SDE 2020 II, met al een verlies van 1.356,8 MWp. Absoluut record houder
blijft de eerder al regelmatig met catastrofale verliezen geconfronteerde
laatste SDE "+" regeling, SDE 2020 I, die er in de huidige update
nog een kleine schep bovenop heeft gedaan. Inmiddels is deze regeling,
waarvoor ooit 3.440 MWp was toegekend voor zonnestroom projecten, al een
record volume van 2.089,5 MWp aan beschikte capaciteit kwijtgeraakt, bijna
61% van oorspronkelijk toegekend volume (gemarkeerd in de tabel). Bij
de aantallen beschikkingen was het nog erger, er is al 64,5% van de beschikkingen
verdwenen (4.442 stuks). Een waar slachtveld voor die regeling.
De najaars-regeling
van SDE 2019 heeft nog een relatief beperkt teloorgegaan volume van 303,5
MWp, maar bekend is dat er voornamelijk (zeer) grote beschikkingen zijn
overgebleven, na een grote slachtpartij onder de kleinere rooftop aanvragen
vanwege de enorme overtekening in die ronde. De verwachting is dat de
meeste van dergelijke grote beschikkingen wel gerealiseerd zullen gaan
worden, ook omdat er grote (financiële) belangen bij zullen spelen.
Er staat nog een behoorlijk volume van bijna 285 MWp open voor deze ronde.
Voor SDE 2021 waren
de verliezen, sedert haar opname in de RVO lijsten (zomer 2022), tm. een
vorige update nog "relatief beperkt", maar daar is met de 2
laatste updates, helaas, duidelijk verandering in gekomen. Ze verloor
in de vorige en huidige update de grootste volumes. Inmiddels zijn de
verliezen geaccumuleerd tot 1.205,9 MWp (verdubbeling t.o.v. vorige update),
respectievelijk, 1.796 afgevoerde toekenningen (verdrievoudiging t.o.v.
vorige update). Vooral bij de kleinere rooftop projecten is ook hier een
"slachting" ontstaan bij de toekenningen.
De eerste update voor
de in juli 2023 toegevoegde SDE 2022 bracht meteen slecht nieuws: er ging
toen al in 1 keer een fors volume van 420,8 MWp aan beschikte capaciteit
verloren. Daar is in de vorige en huidige update nog eens behoorlijk volume
aan toegevoegd. De verliezen zijn al opgelopen naar 558,7 MWp, verdeeld
over 130 beschikkingen.
Gezamenlijk verloren
alle SDE regelingen bij elkaar, "geholpen" door o.a. de massieve
verliezen onder SDE 2020 I, 27.995 project beschikkingen
met een geaccumuleerde capaciteit van 11.225 MWp. Al
ver over de 11 GWp aan ooit toegekende capaciteit is dus al verloren gegaan
... Voor alleen de regelingen onder het SDE "+" regime waren
die hoeveelheden 17.065 stuks, wat al sedert de april
2020 update meer is dan het geaccumuleerde verlies van de oude drie SDE
regelingen (inmiddels alweer 6.693 beschikkingen teloor gegaan / niet
meer ingeschreven bij RVO). Dat is t.o.v. de enorme hoeveelheid oorspronkelijke
beschikkingen (36.470 onder SDE "+", incl. SDE 2020 I) al bijna
47%. Kijken we naar de beschikte capaciteit, is het totaal verlies voor
SDE "+" 8.082 MWp (!). T.o.v. het oorspronkelijk
beschikte volume (19.082 MWp) is dat al een totaal verlies van ruim
42%.
Voor de drie opvolgende
SDE "++" regelingen is het verlies al opgelopen tot 4.237 beschikkingen
(48%, dus al een hoger relatief verlies dan onder SDE "+"),
resp. 3.121 MWp (33,5%). Deze cijfers vindt u onderaan in het blauwe veld
van de tabel.
Claim Schootstra
deels onwaar
Energie specialist
Siebe Schootstra plaatste op 5 september 2018 een nogal
onrustbarende tweet waarin hij claimde: "dat van de voorjaarsronde
van 2018 nog niet de helft gerealiseerd zal worden. Voor 2017 geldt ook
zoiets". Wat de aantallen beschikkingen voor SDE 2017 betreft,
heeft hij echter al geruime tijd ongelijk gekregen, het realisatie percentage
is daar inmiddels al opgelopen naar 62,9 resp. 56,0%, met nog 4 beschikkingen
te gaan. Wat de beschikte capaciteit betreft, is dat voor SDE 2017 I inmiddels
op 63,4% gearriveerd (1.493 MWp). De najaars-ronde van SDE 2017 heeft
echter al een invulling van 66,2% van de lagere oorspronkelijk beschikte
capaciteit bereikt. Dus ook in dat opzicht, heeft Schootstra voor in ieder
geval de SDE 2017 regelingen reeds ongelijk gekregen. Er staat bovendien
nog een volume van 9,2 MWp open voor beide SDE 2017 regelingen, dus de
relatieve prestatie zal bij de capaciteit nog iets verder gaan toenemen,
zelfs als er alsnog uitval zal zijn.
SDE 2018 I
heeft 50% inderdaad (net) niet gehaald
De voorjaars-ronde
van SDE 2018 is de laatste 2 resterende beschikkingen kwijtgeraakt in
de vorige update, en is inmiddels op 49,4% van realisatie t.o.v. oorspronkelijk
beschikt volume gekomen bij de aantallen. En is uiteindelijk 53,9% van
de ooit toegekende capaciteit kwijtgeraakt (ingetrokken of anderszins).
In ieder geval is voor SDE 2018 I Schootstra's claim correct gebleken,
zowel wat de aantallen beschikkingen, als de capaciteit betreft. Dit alles
nog zonder aanname van verdergaande uitval van gerealiseerde beschikkingen.
Het totaal verloren
gegane volume van 11.225 MWp aan ooit beschikte SDE capaciteit voor zonnestroom
(SDE, SDE "+", en eerste, forse verliezen voor SDE "++"),
is inmiddels al hoger dan de eindejaars-accumulatie in heel
Nederland (11.108 MWp), aan het eind van 2020, volgens de meest recente
CBS
cijfers van 7 maart 2024. Het totale verlies is al 39,4% van de oorspronkelijk
beschikte volumes voor al die regelingen tezamen, inclusief de
in een recente update toegevoegde SDE 2022 regeling, die nog eens een
volume van 1,9 GWp aan beschikte capaciteit inbracht in het totaal.
Aan dit reeds kolossale
verloren volume kan beslist nog het nodige worden toegevoegd, gezien de
vele "riskante" grote project beschikkingen van de afgelopen
rondes in 2017-2022. M.b.t. de aantallen is het verlies al fors groter,
27.995 projecten, 45,6% van oorspronkelijk toegekend door RVO en haar
voorgangers. Dat lag aanvankelijk vooral aan de enorme verliezen bij de
oude SDE regelingen, zoals hierboven gemeld. Die staan boven de eerste
stippellijn in de tabel. Het betreft veelal beschikkingen voor particulieren,
maar ook woningbouw projecten die niet zijn doorgegaan, of die om diverse
andere redenen zijn ge-cancelled. Helaas is de SDE "+" al langere
tijd ook bij de aantallen project beschikkingen massale verliezen aan
het lijden, cumulerend in de enorme afschrijvingen onder SDE 2020 I, en
de nog steeds optredende behoorlijke verliezen bij andere regelingen.
Het SDE "+" regime heeft de hoeveelheden teloor gegane project
beschikkingen bij de oude SDE regelingen sedert de update van april 2020
ingehaald. Inmiddels komt dat alweer neer op 17.065 om 6.693 stuks. Onder
SDE "++" zien we een vergelijkbare trend.
Nieuwe
grafieken oorspronkelijke versus overgebleven beschikkingen -
updates
Om goed zichtbaar
te maken wat de volumes aan teloor gegane (beschikte) aantallen en capaciteiten
zijn, heb ik in deze analyse wederom de 2 volgende, bijgewerkte grafieken
opgenomen.
In bovenstaande
grafiek links de stapel kolom met de aantallen oorspronkelijk
uitgegeven PV beschikkingen, voor alle SDE (2008-2010), SDE "+"
(2011-2020 I), resp. SDE "++" (2020 II-2022) regelingen. Met
bovenaan de sommatie van wat ooit is uitgegeven voor solar: 61.347 beschikkingen
tm. SDE 2022. NB: het gaat hierbij niet om "projecten", omdat
heel veel project sites meerdere beschikkingen hebben gekregen. In de
rechter kolom de hoeveelheden die er in de RVO update van 1 april 2024,
tot en met SDE 2022, in totaal zijn overgebleven, als gevolg
van voortdurende eliminatie van om wat voor reden dan ook weer verwijderde
project beschikkingen uit de RVO database. Er zijn nu nog in totaal 33.352
beschikkingen over. Inclusief de in een recente update toegevoegde SDE
2022 beschikkingen (zie later). Dat laatstgenoemde totaal cijfer is 54,4%
van het oorspronkelijke toegekende volume (blauwe pijl). In de vorige
update was dit percentage nog 56,4%. Ergo: reeds bijna 46% van alle oorspronkelijk
toegekende project beschikkingen is alweer verdwenen bij RVO.
Vooral
de forse verliezen bij de populaire SDE "+" 2017-2018 regelingen
vallen hier al op, en, recenter, onder SDE
2020 I, de eerste SDE "++" regeling, SDE
2020 II, en inmiddels ook SDE
2021: De hoeveelheid overgebleven beschikkingen is nog
maar minder dan 36% (x2), resp. 52%, t.o.v. de oorspronkelijke volumes
voor die regelingen, in relatief korte tijd. Onder de oude 3 SDE regelingen
zijn destijds ook al grote volumes verloren gegaan, waarvan de nodige
op kleinzakelijke projecten, en bij veel particulieren. Nog steeds "lekken"
er ook van de oudste, al lang formeel afgeronde regelingen, af en toe
gering aantallen beschikkingen weg, in vrijwel elke RVO update. Zo ook
in de huidige. RVO besteedt vrijwel geen aandacht aan de wegval van die
oudere, reeds lang geleden opgeleverde project beschikkingen. Van de oorspronkelijk
uitgegeven 16.047 beschikkingen voor genoemde eerste drie SDE regelingen
zijn er inmiddels nog maar 9.354 over (ruim 58%). Mogelijk heeft inmiddels
een klein deel van het verdwijnen van de oude beschikkingen te maken met
het (bijna) verstrijken van de subsidie termijn (15 jaar vanaf 2008 =
2023), maar dat is vooralsnog speculatie.
Voor
de feitelijke realisaties t.o.v. de rechts weergegeven overgebleven beschikkingen,
zie de nieuwe
grafiek onder aantallen in sectie f.
In deze
tweede grafiek een vergelijkbaar beeld als bij de aantallen beschikkingen,
maar ditmaal met de oorspronkelijk beschikte capaciteit per regeling (in
MWp, links), resp. de daarvan overgebleven beschikte volumes in de update
van 1 april 2024 (ditto, MWp, rechter kolommen stapel). Aan de stapels
zijn in een recente update ook de actuele volumes voor de derde SDE "++"
regeling, SDE 2022, toegevoegd,
die hier in gewijzigde vorm met de meest actuele data zijn gevuld (links
oorspronkelijk volume volgens RVO; rechts overgebleven in april 2024 update).
In totaal
is er, tm. SDE 2022, een spectaculair volume van 28.466 MWp (28,5 GWp)
ooit beschikt onder SDE en haar opvolger regelingen, onder de noemers
SDE "+", resp. SDE "++". Daarvan zou op 1 april van
het nieuwe jaar, 2024, een volume van in totaal 17.241 MWp zijn overgebleven
volgens de RVO boekhouding, een nog steeds relatief hoge score van 60,6%
(blauwe pijl bovenaan). In de vorige update was dit nog 62,9%.
Dat het
totale percentage, in verhouding tot de aantallen beschikkingen (54,4%,
vorige grafiek), zo hoog ligt, komt vooral doordat de verliezen bij de
aantallen zeer groot zijn geweest, aanvankelijk bij de drie oude SDE regelingen,
en culminerend onder SDE 2020 I. Terwijl de in een recente update toegevoegde
regeling SDE 2022, met oorspronkelijk beschikt 1.923 MWp, weer een behoorlijke
positieve impact op de relatieve verhoudingen heeft gemaakt. Al is er
inmiddels ook in die recente regeling alweer vrij snel, een forse hoeveelheid
capaciteit verdwenen.
In het
"kader" gevormd door de twee lange zwarte stippellijnen heb
ik de volumes voor de vier "historisch succesvolle" SDE 2017
en 2018 regelingen weergegeven. Oorspronkelijk was dat een volume van
8.928 MWp, maar daar is inmiddels nog maar 5.308 MWp van overgebleven.
Derhalve, een verhouding van bijna 60%. Dat is minder dan de bijna 61%
voor alle project beschikkingen bij elkaar. Wat aangeeft, dat de verliezen
bij deze vier, bij zowel de aanvragen als de beschikkingen succesvolle
regelingen bovenmatig hoog zijn geweest. Een vergelijkbaar lot gaan de
opvolger regelingen SDE 2019 I, en SDE 2020 I tegemoet, waarvoor nog maar
52,5%, resp. 39,3% (!) van de oorspronkelijk beschikte capaciteit van
over is.
Voor
het feitelijke gerealiseerde volume aan beschikte capaciteit
t.o.v. de rechts weergegeven overgebleven beschikkingen, zie de nieuwe
grafiek onder capaciteit in sectie f.
(b)
Fysieke realisaties per SDE jaar-ronde "volgens de officiële
RVO cijfers" (groene sectie in tabel),
accumulaties
In totaal is er tot
en met de huidige officiële RVO update een volume van 11.264
MWp "SDE beschikt" opgeleverd (bijna 11,3 GWp), verdeeld
over 30.392 project beschikkingen, waarbij we de forse
interne administratieve vertragingen bij RVO voor lief nemen. De volumes
zijn derhalve minimale hoeveelheden, er is aan het begin van het 2e kwartaal
van 2024 al veel meer netgekoppelde, (grotendeels) SDE gesubsidieerde
capaciteit opgeleverd.
De opleverings-sequentie
van de beschikte capaciteiten, en de relatieve percentages in de loop
van de tijd, volgens berekeningen n.a.v. de RVO updates, kunt u onder
paragraaf (b) in de update van 1 oktober 2023 terugvinden.
Genoemde aantal van
ruim 30 duizend opgeleverde beschikkingen geaccumuleerd in de huidige
update betreft echter beslist veel minder projecten, omdat er veel sites
meerdere beschikkingen hebben, een van vele eigenaardigheden van de SDE
regelingen die nooit de pers halen, maar die Polder PV al vele jaren signaleert
en inhoudelijk toelicht. Aanvankelijk kwam het merendeel van dat "aantal"
uit de oude SDE regelingen, toen duizenden particulieren mee konden doen.
Dat is echter al in latere updates omgeslagen naar het SDE "+",
en de later toegevoegde SDE "++" volumes, die vrijwel exclusief
op en door bedrijven, instellingen, gemeentes e.d. wordt gerealiseerd,
achter grootverbruik aansluitingen. Veel grote rooftop projecten hebben
meerdere beschikkingen, deels onder dezelfde regeling, deels onder verschillende
SDE rondes. Een deel betreft uitbreidingen van eerder gerealiseerde projecten,
een fors deel is gewoon opsplitsing van projectplannen voor dezelfde lokatie,
verdeeld over meerdere tranches. Hetzelfde geldt voor diverse grote veld-installatie
projecten. Alle individuele beschikkingen moeten separaat, fysiek gecertificeerd
en geijkt bemeten worden (pers. comm. met, destijds, CertiQ),
dus dat gaat vaak om technisch-logistiek bezien nogal complexe bedradings-,
en, gezien de hoge capaciteiten die daarmee gepaard gaan, ingewikkelde
afzekerings-trajecten.
Alle anderszins gefinancierde
projecten, inclusief de al vele honderden PCR of, recenter, SCE ("postcoderoos
2.0") gesubsidieerde installaties die geen SDE "component"
hebben, recentere installaties met EIA belasting voordelen, diverse andere
subsidie regimes, en ook de projecten zonder enige vorm van directe overheids-subsidie,
zult u in de hier geanalyseerde SDE overzichten in het geheel niet
terugvinden. Er zullen steeds meer niet-gesubsidieerde projecten worden
opgeleverd. Goed om dat in de oren te blijven knopen.
Aandeel SDE
t.o.v. latere SDE "+" en SDE "++" regelingen
Het aandeel van alleen
SDE op totaal realisatie SDE + SDE "+" + SDE "++"
bedraagt momenteel 9.354 (overgebleven !) beschikkingen = 30,8% bij de
aantallen, inclusief de in een vorige update toegevoegde SDE 2022 regeling.
Dat aandeel was nog 60% in de augustus 2019 update (zonder de SDE 2019
- SDE 2022 rondes), en dit zal stapsgewijs verder blijven dalen, naarmate
er meer SDE "+" en SDE "++" projecten zullen worden
opgeleverd. Bovendien verdwijnen er nog steeds druppelsgewijs eerder afgegeven
beschikkingen, maar dat geschiedt zowel bij de oude SDE, als bij de latere
SDE "+" en SDE "++" rondes.
Het aandeel van alleen
opgeleverde SDE beschikkingen is slechts 47,6 MWp op een totaal van momenteel
11.264 MWp (SDE + SDE "+" + SDE "++"), is 0,42%. In
juli 2017 was dat aandeel nog ruim 10%. Wezenlijk verschillend, dus, van
de situatie bij de aantallen beschikkingen.
Dat heeft alles te
maken met de enorme schaalvergroting
onder de SDE "+" regimes, waar onder de "bovencap"
van, ooit, 100 kWp is ge-elimineerd, en er enorm grote projecten werden
beschikt, en inmiddels, in een steeds rapper tempo, zijn, en worden opgeleverd.
Zoals Zonnepark Harpel / Vlagtwedde, het daar op volgende nog grotere
Zonnepark Vloeivelden Hollandia, het recenter opgeleverde grote Dorhout
Mees project op de oude golfbaan in Biddinghuizen. Nog grotere projecten
staan al enige tijd op stapel, zoals Energielandgoed Wells Meer (Limburgse
gemeente Bergen), en het inmiddels al 2 SDE beschikkingen hebbende dubbel-project
Eekerpolder, op de grens van Groninger gemeentes Midden-Groningen en Oldambt.
Als alle beschikkingen voor de "zon op dijken" projecten van
drie ontwikkelaar groepen voor de westkust van de Noordoostpolder (Fl.)
bij elkaar worden geveegd, zou je op mogelijk zelfs op een nog groter
project volume komen (beschikt ruim 400 MWp). Ik houd de aparte delen
daarvan echter vooralsnog gescheiden, vanwege het gesplitste eigenaarschap
van die grote deelprojecten.
Relevant in dit aspect
blijft, dat de opgevoerde beschikte capaciteit bij RVO zeker
bij de duizenden oudere installaties bijna nooit het daadwerkelijk gerealiseerde
vermogen van de installaties weergeeft. Daar kunnen behoorlijke afwijkingen
in zitten. Bovendien kunnen beschikkingen door RVO later nog aangepast
worden. Zo verloor de beschikking voor het bekende, in 2017 opgeleverde
Woldjerspoor project van GroenLeven in Groningen maar liefst 6 MWp (!)
t.o.v. de oorspronkelijk beschikte capaciteit. Het resultaat lijkt echter,
met de huidige update van 1 april 2024, nog steeds niet de daadwerkelijk
opgeleverde capaciteit weer te geven, volgens de detail project informatie
beschikbaar bij Polder PV, het verschil is dik 20%. Er zijn geen andere
(al dan niet anonieme) veldopstelling beschikkingen bekend in dit gebied.
Ook van andere (grote) projecten heb ik realisaties die (veel) hoger,
óf véél lager uitvallen dan de beschikking van RVO
toont.
Relatieve
recordhouders bij de realisaties
Kijken we bij de
realisaties naar de percentages t.o.v. de oorspronkelijke beschikkingen,
duiken andere "record houdende SDE jaarrondes" op dan bij de
absolute volumes. Voor de "oude SDE" was dat SDE 2009 voor zowel
aantallen en capaciteiten (inmiddels, door historische uitval ruim 64
resp. 75 procent van oorspronkelijk beschikt). Hierin zal geen (positieve)
wijziging meer komen, die regelingen zijn al lang "afgerond".
Alleen wegval van dergelijke projecten zou nog tot kleine neerwaartse
bijstellingen kunnen gaan leiden. Waarbij "wegval" beslist niet
persé hoeft te betekenen, dat het project is afgebroken o.i.d.
Het kan zijn verhuisd (zonder de beschikking "mee te nemen"),
of overgenomen, waarbij de nieuwe eigenaar geen trek had in SDE administratie
"gedoe", of er zijn andere redenen waarom de beschikking zou
kunnen zijn vervallen. Wie weet hoort "fraude" daar ook bij,
al hoor je daar nooit iets over in relatie tot de oude, kleine beschikkingen
jaren geleden verstrekt.
Voor het SDE "+"
regime zijn de "records" inmiddels voor de aantallen (ruim 71%)
nog steeds de inmiddels afgesloten SDE 2014 regeling, ook al is in absolute
zin al in latere updates SDE 2017 I deze ooit populaire regeling voorbij
gestreefd, gevolgd door meerdere andere regelingen. Door wijzigingen bij
de overgebleven beschikkingen onder SDE 2016 I, heeft deze nu slechts
68,1% t.o.v. oorspronkelijk volume gerealiseerd bij de aantallen (lager
dan in de vorige update vanwege wegval van enkele beschikkingen), en is
ze net aan ingehaald door SDE 2015, die op 68,8% staat.
Bij de capaciteit
blijft SDE 2015, met nog maar 33 realisaties "kampioen", met
72% t.o.v. oorspronkelijk beschikt. SDE 2016 I was even tweede, verloor
die positie door een neerwaartse aanpassing van de beschikte capaciteit
in de update van januari 2020, maar was alweer enige tijd terug op de
tweede positie vanaf de rapportage van april 2020. Met inmiddels een relatief
aandeel van 68,2% realisatie t.o.v. het oorspronkelijk beschikte volume.
Tussentijds is SDE 2014, met 64,9%, ook al voorbijgestreefd door de najaars-ronde
van SDE 2017 (66,2%) onder het SDE "+" regime.
(Bijna) nieuwe
kampioen SDE 2019 II
We hebben op dit punt
inmiddels een nieuwe kampioen te pakken, als we de qua absolute volumes
matig presterende SDE 2015 even terzijde leggen. De najaars-ronde van
SDE 2019 heeft namelijk inmiddels een relatief realisatie percentage van
69,9% bereikt (1.366,2 MWp t.o.v. oorspronkelijk toegekend 1.954,4 MWp).
En kan, met nog 285 MWp "open" staand, zelfs nog wat verder
gaan komen.
Opvallend is de zeer
slechte prestatie voor de (ook reeds lang afgeronde) SDE 2012: slechts
28,2% van aantal oorspronkelijke beschikkingen opgeleverd (door wederom
een neerwaartse aanpassing in de huidige update). En zelfs maar ruim 25%
van de capaciteit. Uiteraard was er ook maar heel weinig beschikt (oorspronkelijk
17,1 MWp, waarvan er nu echter maar een bedroevend volume van 4,3 MWp
is overgebleven), anders had dat een "ramp-subsidie-jaar" geworden.
De latere regelingen
gaan nog spannend worden, mede gezien de enorme verliezen van beschikkingen
binnen die rondes, die waarschijnlijk nog verder zullen gaan oplopen.
SDE 2017 I zit nog op maar 63,4% realisatie t.o.v. oorspronkelijk beschikt,
en heeft nog maar 1 kleine beschikking te gaan. De
najaarsronde van dat jaar zit met de realisaties zelfs al wat hoger, 66,2%
bij de capaciteit, met nog 8,8 MWp (0,5% van oorspronkelijk beschikt volume)
te gaan. Deze kan bij beperkte verdere wegval dus nog rond de 66,5% realisatie
worden.
De eerder afgeronde
SDE 2016 II is op 60,3% uitgekomen. SDE 2018 II zit op 59,3%, maar daarvoor
staat nog maar 3,2 MWp aan beschikte capaciteit open. SDE 2019 I zit momenteel
op 50,6% realisatie, en kan, met nog bijna 47 MWp open staand, flink boven
de helft gaan uitkomen bij beperkte uitval. Afgezien van al genoemde SDE
2019 II zitten alle recente SDE regelingen bij de capaciteits-realisatie
nu nog op beperkte realisatie percentages t.o.v. de oorspronkelijk beschikte
volumes.
Gemiddelde
beschikking grootte bij de realisaties
In de kolom realisaties
ziet u achteraan de uit de aantallen en beschikte capaciteiten berekende
gemiddelde omvang per beschikking, volgens de toekenningen van RVO. Hierin
is een duidelijk trend van schaalvergroting herkenbaar. Van zeer klein
(gemiddeldes van zo'n 2-9 kWp per beschikking onder de 1e 3 SDE regimes),
tot fors uit de kluiten gewassen in groeiende tendens onder de "SDE+"
regimes vanaf SDE 2011. Groeiend van gemiddeld 48 kWp onder SDE 2011 tot
volumes tussen de 215 en 270 kWp gemiddeld in de SDE 2014-2016 I regelingen.
Een vorig recordhouder, SDE 2016 II in de april 2020 update nog op 489
kWp zittend, is door de nieuwe, gemiddeld genomen kennelijk kleinere realisaties
in de latere updates uiteindelijk een stuk lager uitgekomen, 457 kWp.
In een van de vorige
updates is een nieuwe recordhouder opgedoken, de najaars-ronde van SDE
2019, die momenteel op een record van 2.498 kWp gemiddeld
per beschikking is gekomen. Dat was ooit slechts 184 kWp, en was in de
januari 2024 update nog 2.366 kWp. Dat gemiddelde is dus aanzienlijk gegroeid
in de loop van de tijd, er zijn dus zeer forse project realisaties toegevoegd
aan dat deel-dossier. Er zijn relatief weinig beschikkingen ingevuld,
547 stuks, maar dat is wel al meer dan de helft van de oorspronkelijk
beschikte hoeveelheid. Door ook tussentijdse uitval van beschikkingen,
staan er nog maar 26 exemplaren open voor die regeling, goed voor maximaal
285 MWp.
Na het hoge niveau
van deze najaars-ronde van SDE 2019, vallen de overige gemiddeldes globaal
genomen weer terug naar 716 kWp (SDE 2018 II), 572 kWp (SDE 2017 II),
541 kWp (SDE 2017 I), 457 kWp voor SDE 2016 II, en 423 kWp onder SDE 2018
I. De inmiddels 2.328 gerealiseerde beschikkingen van SDE 2020 I betreffen
nog relatief kleinere projecten, met gemiddeld slechts 399 kWp per stuk
(volgens beschikking). Omdat de verliezen binnen deze regeling kolossaal
waren, en er nog maar 112 beschikkingen open staan, zal hier vermoedelijk
weinig verandering in gaan optreden. SDE 2020 II heeft nog maar 1.002
gerealiseerde beschikkingen, met ook nog een relatief bescheiden gemiddelde
van 539 kWp per realisatie. De SDE 2021 zit op gemiddeld 607 kWp, voor
587 opgeleverde beschikkingen. Onder SDE 2022 zijn tot nog toe 204 beschikkingen
gerealiseerd, met gemiddeld slechts 426 kWp per stuk. Typische "beginner"
projectjes bij een recent opgenomen SDE regeling in de RVO verzameling.
Maar al wel beduidend groter van omvang, dan bij de eerste SDE / SDE "+"
regelingen.
Voor alle realisaties
bij elkaar heeft het gemiddelde per beschikking inmiddels al een omvang
bereikt van 371 kWp. In de vorige updates waren die gemiddeldes
achtereenvolgens, van "nieuw" naar "oud": januari
2024 359 kWp, oktober 2023 347 kWp, juli 2023 338 kWp, april 2023 321
kWp, januari 2023 314 kWp, oktober 2022 300 kWp, juli 2022 287 kWp, april
2022 286 kWp, januari 2022 266 kWp, oktober 2021 251 kWp, juli 2021 245
kWp, apr. 2021 229 kWp, jan. 2021 215 kWp, sep. 2020 184 kWp, juli 2020
175 kWp, apr. 2020 167 kWp, jan. 2020 150 kWp, nov. 2019 138 kWp, aug.
2019 121 kWp, mei 2019 114 kWp, jan. 2019 90 kWp, daar voor 77 kWp. Ook
al groeit dat gemiddelde dus continu door, het wordt nog steeds fors gedrukt
door de vele kleine residentiële projecten onder de 3 oudste SDE
regimes, zoals ook al bekend is uit de maandelijks door Polder PV geanalyseerde
VertiCer (ex CertiQ) data over de gecertificeerde zonnestroom capaciteit
in ons land.
Splitsen we de inmiddels
3 verschillende regimes uit (onderaan in de tabel), is de oude SDE op
de gemiddelde overgebleven beschikking grootte blijven steken van 5,1
kWp. SDE "+" heeft een aanzienlijk groter gemiddelde bij de
realisaties, inmiddels 532 kWp. Dat is inmiddels weer lager geworden dan
het gemiddelde volume van alle overgebleven beschikkingen (rode cijfer
veld, 567 kWp).
Onderaan vinden we,
tot slot, de
gemiddeldes bij de 3 SDE "++" rondes. Met inmiddels 548 kWp
is dat inmiddels alweer duidelijk hoger t.o.v. de 506 kWp in de vorige
update. Er is nog veel volume (incl. voor veel grotere projecten) te gaan,
dus dat kan nog flink verder bijtrekken.
De gemiddelde project
groottes bij de overgebleven beschikkingen (rode veld in tabel) zijn,
voor de regelingen waarvoor nog (veel) projecten open staan, ook bij de
deel regelingen hoger dan die bij de realisaties. Dit komt omdat vele
(zeer) grote projecten nog niet zijn gerealiseerd. Als die worden opgeleverd,
zullen ze een opwaartse druk geven aan het systeem gemiddelde van de uiteindelijk
gerealiseerde projecten cumulaties.
(c)
Realisaties per kalenderjaar (update)
RVO geeft bij de opgeleverde
beschikkingen ook het jaar van oplevering weer, indien volgens haar administratieve
normen aan alle voorwaarden daartoe is voldaan. Ook al strookt dit niet
met de oplevering, zoals VertiCer die hanteert (sterker nog, RVO zet zeer
vaak pas "ja" vinkjes, vele maanden nadat een project al lang
groene stroom levert), het geeft wel een interessant doorkijkje naar de
evolutie van de (beschikte) realisaties per kalenderjaar. Polder PV heeft
daartoe in de update van januari 2024 een nieuwe grafiek gemaakt, met,
per kalenderjaar van oplevering, de aantallen projecten, de cumulatieve
beschikte capaciteit volgens RVO (MWp), en het gemiddelde capaciteit niveau
per beschikking (kWp), volgens de publieke informatie van het Agentschap.
Hier onder geef ik de meest recente versie van die grafiek.
In dit diagram zijn
uiteraard niet de beschikkingen met "nee" vinkje opgenomen.
Dat waren in de 1 april 2024 update nog maar 2.960 exemplaren, met een
verzamelde capaciteit van 5.977 MWp.
Uit
deze grafiek, die uiteraard sterk lijkt op het exemplaar voor de administratie
van VertiCer (paragraaf
3d in de meest recente analyse), maar die geen projecten bevat zonder
SDE beschikking, resulteren de volgende waarnemingen:
De SDE
beschikkingen zijn wat aantallen (blauwe
kolommen) betreft eerst explosief gestegen, en stapsgewijs afgenomen,
vanaf 2008, met de max. in 2009 (2.895 beschikkingen overgebleven gerealiseerd).
Dit waren bijna uitsluitend residentiële mini-projectjes, op enkele
uitzonderingen na (zoals het met tientallen SDE 2009 beschikkingen "gezegende"
Klepperstee veldinstallatie
project, opgeleverd in het voorjaar van 2012). De "all-time low"
werd bereikt in 2014, met slechts 225 nieuwe opleveringen dat jaar. Gelukkig
was daar de zeer succesvolle SDE 2014, die voor nieuwe energie zorgde,
en voor die tijd een record aantal toekenningen. Gaandeweg namen de volumes
weer rap toe, uiteraard extra versneld door met name de enorme hoeveelheid
beschikkingen voor de SDE 2016 en latere regelingen. De uiteindelijke
max. kwam in Corona jaar 2020, met 4.558 opgeleverde, overgebleven beschikkingen
dat jaar. Daarna gingen de volumes rap omlaag, grotendeels vanwege landelijk
optredende congestie op de netten. Het realisatie tempo nam flink af,
om in 2023 haar voorlopig dieptepunt te bereiken, momenteel 943 nieuw
opgeleverde beschikkingen, althans, volgens de RVO administratie. Die
bij de update begin april inmiddels ook al 53 opgeleverde beschikkingen
aan kalenderjaar 2024 heeft toegewezen.
Bij de
capaciteit (oranje kolommen)
zien we in het begin nauwelijks "waarneembare" volumes op deze
schaal, wat natuurlijk te wijten is aan het feit dat het in het begin
om uitsluitend (zeer) kleine project beschikkingen is gegaan. Tot en met
2013 was de max. 21 MWp nieuw volume, in 2011, waarna het weer even inzakte.
In 2014 begon het gerealiseerde (beschikte) niveau weer toe te nemen bij
de realisaties. Vanaf 25 MWp in dat jaar, waarna het gaspedaal werd ingedrukt,
veroorzaakt door de combinatie van vrijgave van de zogenaamde "ondercap"
in de SDE systematiek, vanaf SDE 2011, en de daar op volgende enorme schaalvergroting
van aangevraagde, beschikte, en daadwerkelijk gerealiseerde projecten
(veel trouwens met meer dan 1 beschikking die werd verzilverd). Ook de
(beschikte) capaciteit van de realisaties had haar maximum in 2022, 2.438
MWp. Opvallend is dat, bij reeds "instortende" nieuwe aantallen
gerealiseerde beschikkingen, de nieuwe capaciteit in de jaren 2021 en
2022 nog redelijk "op niveau" bleef, 2.122 resp. 2.080 MWp.
In 2023 was het pleit echter voorlopig beslecht, met een fors lager niveau,
1.571 MWp nieuw beschikt vermogen onder de SDE regelingen,
ruim 24% lager dan de aanwas in 2022. Dat wil niet zeggen dat dit het
"definitieve" cijfer is. Bij RVO worden heel vaak, vele maanden
nadat een project daadwerkelijk al netgekoppeld groene stroom staat te
produceren, pas een "ja" vinkje gezet. Die administratieve vertraging
kan soms oplopen tot langer dan een jaar. Derhalve, kan het volume voor
2023 (en in veel mindere mate mogelijk ook voor 2022 nog) beslist nog
enigszins worden bijgeplust. Maar het niveau van de jaren 2021 - 2022
gaat dat jaar zeer waarschijnlijk niet halen.
Uit bovenstaande
2 primaire parameters heb ik, zoals te doen gebruikelijk, het gemiddelde
vermogen per beschikking per kalenderjaar berekend, weergegeven in de
groene curve. In het begin
was de gemiddelde capaciteit van de opgeleverde beschikkingen vrijwel
niet waarneembaar, maar de lijn begint vanaf 2013 duidelijk te stijgen:
de opgeleverde beschikkingen worden continu groter. De curve stijgt tm.
2018, heeft dan even een kleine dip, maar begint vanaf 2020 zeer opvallend
verder te stijgen. Let wel: bij instortende aantallen beschikkingen, en
stapsgewijs afnemende capaciteiten opgeleverd per jaar. Dit is een perfecte
illustratie voor het fenomeen wat ik al jaren signaleer. In recente jaren
is er sprake van een enorme schaalvergroting van de daadwerkelijk
opgeleverde projecten en beschikkingen. Deze bereikte voorlopig haar maximum
in 2023, met gemiddeld 1.666 kWp per opgeleverde beschikking. Het geringe
aantal projecten tot nog toe opgeleverd in 2024 heeft een al veel hoger
gemiddelde omvang (2.116 kWp), maar dat is nog lang niet representatief
voor alle nieuwe beschikkingen die opgeleverd gaan worden in dit jaar.
Vandaar dat ik het laatste lijnstuk gestippeld heb weergegeven.
Vergelijking
aantallen nieuwe beschikkingen RVO / projecten VertiCer per kalenderjaar
Om te
kijken hoe de nieuwe opleveringen, zoals RVO die bijhoudt voor het SDE
dossier, zich verhouden tot de gecertificeerde PV projecten, die TenneT/Gasunie
dochter VertiCer (opvolger van CertiQ) registreert sedert er Garanties
van Oorsprong worden uitgegeven in Nederland (2003), heb ik updates voor
twee nieuwe grafieken toegevoegd met een vergelijking tussen de beschikbare
data van de twee instanties. Eerst de aantallen beschikkingen / projecten:
In deze
grafiek worden de uit de oudere CertiQ, en meer recente VertiCer updates
ge-extraheerde aantallen nieuwe gecertificeerde PV-projecten per kalenderjaar
(groene kolommen) vergeleken
met de uit de
vorige grafiek overgezette aantallen SDE beschikkingen die per jaar
zouden zijn opgeleverd volgens de RVO administratie (oranje
kolommen). Direct valt op, dat de aantallen bij de CertiQ/VertiCer data
bijna stelselmatig een stuk hoger liggen dan die voor de SDE beschikkingen
bij RVO. De laatste liggen op niveaus tussen de 74% (2013) en ruim 93%
(2011) van die van VertiCer. 2023 is het enige, statistisch bezien "enigszins
gesettelde" jaar, waar de verhoudingen andersom liggen. Echt goede
verklaringen voor deze verschillen heb ik (nog) niet, behalve dan, dat
VertiCer méér dan alleen SDE gesubsidieerde projecten in
de registers zal hebben staan, omdat het hebben van zo'n beschikking geen
"verplichting" is om Garanties van Oorsprong aan te vragen voor
een willekeurig PV-project (wel is het verplicht om te registreren bij
VertiCer, als men GvO's van eigen productie wil laten verzilveren resp.
verhandelen). Het kan, bij de registraties bij VertiCer, ook om andere
subsidies gaan (projecten die dan niet in het SDE dossier van RVO zullen
voorkomen), of zelfs om helemaal géén subsidies.
Het verschil
in 2023 is nog niet goed te duiden. Wel is al jaren duidelijk, dat recente
data altijd later fors worden opgewaardeerd. Maar het is wel vreemd dat
RVO meer projecten zou hebben, met de kennis, dat ze sowieso bij VertiCer
geregistreerde projecten zónder SDE beschikking zullen missen.
Wellicht ligt het aan de wijze waarop "het jaar van installatie"
wordt geregistreerd door beide instanties. Dan zou er bij RVO mogelijk
een jaar "te laat" een beperkt volume installaties opgeleverd
in 2022 voor kalenderjaar 2023 zijn opgenomen. Ik ben zeker meermalen
projecten tegengekomen, waarvoor het toekenningsjaar voor de betreffende
SDE beschikking(en) niet kán kloppen (voorbeeld).
Maar of dat de reden is, of kan zijn, voor deze "anomalie" t.o.v.
de trend (VertiCer méér nieuwe projecten per jaar dan SDE
beschikkingen toegewezen door RVO aan genoemd jaar), is beslist niet zeker.
Mogelijk verdwijnt dit verschil in latere updates van de beide - dynamische,
continu verschuivende - datasets.
Voor
2024 zijn de verschillen nog groter, maar daar moet nog veel aan worden
toegevoegd, én met name de cijfers van VertiCer (nu nog "negatieve
groei"), zullen nog fors opwaarts worden bijgesteld.
Vergelijking
capaciteit nieuwe beschikkingen RVO / projecten VertiCer per kalenderjaar
Bij de
capaciteit toewijzingen per "jaar van oplevering", zoals getoond
in bovenstaande nieuwe grafiek, lijkt, wat bovenstaande betreft, er in
drie recente kalenderjaren een onlogische verhouding te ontstaan tussen
de meest recente cijfers van VertiCer, en, voor alleen de SDE beschikte
projecten, van RVO.
Tot en
met 2019 ligt ook bij de nieuwe PV capaciteit per kalenderjaar, het SDE
volume toegewezen door RVO onder dat van alle gecertificeerde PV projecten
door VertiCer als opgeleverd beschouwd in het betreffende jaar. Wat in
ieder geval strookt met de trend bij de aantallen projecten. Die percentages
liggen wel verder uit elkaar, tussen de 33% (2009) en 96% (2017), een
grote spreiding, dus. Van 2020 tm. 2022 zijn de volumes bij RVO echter
groter dan bij VertiCer, de omgekeerde wereld, dus. Het grootste verschil
zien we in 2021 en 2022, waarbij RVO bij alleen de SDE beschikkingen 106%
meer volume heeft staan, dan VertiCer voor álle gecertificeerde
(PV) projecten die Garanties van Oorsprong ontvangen. In 2023 is echter
de "klassieke verhouding" weer aanwezig in de huidige data,
waarbij RVO inmiddels (zeker in tegenstelling tot
in de voorgaande update), zelfs véél minder volume staan
dan VertiCer momenteel heeft (ruim 66%), terwijl de verhouding bij de
aantallen juist andersom was (vorige grafiek).
Het kan
zijn dat hier deels een andere factor in het spel komt, waar ik regelmatig
op heb gewezen. Bij RVO worden namelijk de capaciteiten van SDE beschikkingen
waarvan de projecten (veel) kleiner zijn uitgevoerd dan waarvoor oorspronkelijk
is beschikt, vooral de laatste jaren neerwaarts bijgesteld. Als een project
echter (veel) gróter is uitgevoerd dan waarvoor (oorspronkelijk)
is beschikt, wordt dit níet door RVO aangepast. Ergo: capaciteit
die wél is gerealiseerd (VertiCer data), maar die niet in de publieke
cijfers van RVO is meegenomen, zouden deze verschillen in theorie deels
kunnen verklaren. Voor veel projecten uit oudere jaren, zijn capaciteiten
vaak niet (meer) aangepast, in de beschikkingen overzichten van RVO.
Een ander
aspect wat benoemd moet blijven worden, is dat de cijfers van beide instanties
"nogal vloeibaar" blijken te zijn, en van update tot update
kunnen wijzigen. Vooral bij VertiCer treden regelmatig forse wijzigingen
in historische cijfers op, en kunnen dus vreemde verschillen ontstaan
t.o.v. de RVO data. Bovendien zijn alleen van de laatste vier jaren actuele
cijfers voorhanden bij VertiCer, mogelijk zijn de data van oudere jaren
ook ondertussen gewijzigd (maar niet publiekelijk bekend). Pas veel later
kunnen we, terugkijkend op de historische cijfers, hopelijk wat steviger
conclusies trekken t.o.v. de nu gesignaleerde, soms vreemde, verschillen.
Het kan
zijn dat bij latere updates van beide instanties dergelijke nog niet goed
begrepen verschillen zullen verdwijnen. Met dien verstande, dat de algemene
trend in ieder geval bij cijfers van eerdere jaren duidelijk is: meer
volume (zowel bij de aantallen als bij de capaciteiten) in de VertiCer
cijfers, dan bij (alleen) de SDE data van RVO.
Project
gemiddelde capaciteit verschillen
Een andere
observatie is de trend bij de gemiddelde project dan wel beschikking omvang.
Bij RVO ontwikkelde de gemiddelde omvang per beschikking zich, bij de
nieuwe installaties per kalenderjaar, tussen 1,85 en 2,12 kWp in 2008-2009
(vrijwel uitsluitend residentiële mini projectjes) tot 884 kWp gemiddeld
in 2022, en zelfs al 1.666 kWp in 2023. Bij VertiCer is de evolutie vanaf
het eerst bekende jaar, 2009, 4,97 kWp, tot 771 kWp in 2022, en alweer
2.598 kWp in 2023 (!). De verwachting is, dat de cijfers in de laatste
2 jaren nog wel behoorlijk kunnen wijzigen, maar de onherroepelijke trend
is, en blijft: een enorme schaalvergroting bij de nieuwe PV projecten
per jaar, in beide dossiers.
Mocht
u commentaar hebben op deze observaties, hoor ik die gaarne van u (via
het bekende mail-adres).
(d)
Actuele portfolio aan overgebleven SDE beschikkingen voor PV (zwarte sectie
in tabel), accumulaties
Dit alles (oorspronkelijk
beschikt minus verloren gegane beschikkingen cq. realisaties) leidt tot
een "overgebleven" pool aan beschikte projecten die nog opgeleverd
moet gaan worden. Of, bij pech, tot extra verlies om wat voor reden dan
ook. Zie de laatste, zwarte sectie in de
tabel. Door de toevoeging van de beschikkingen voor SDE 2022 in een
recente update, en de alweer forse wijzigingen daarin, in de huidige update,
in combinatie met tussentijdse realisaties, en wegval, bij andere regelingen,
is hier weer e.e.a. in gewijzigd.
Sequentie
overgebleven, nog te realiseren beschikte capaciteit
In de april 2024 update
waren er bij RVO voor SDE 2017 I tm. SDE 2022 nog 2.960 beschikkingen
over, resp. 5.977 MWp door RVO toegekende capaciteit.
In de update van januari 2024 was dat nog 7.072 MWp, in oktober 2023 7.973
MWp, juli 2023, met SDE 2022, 9,8 GWp, april 2023, nog zónder SDE
2022, 8,7 GWp, januari 2023 9,2 GWp, oktober 2022 10,4 GWp, juli 2022,
mét SDE 2021 11,7 GWp, april 2022, nog zónder SDE 2021,
8,5 GWp, januari 2022 10,9 GWp, oktober 2021, incl. SDE 2020 II, 11,8
GWp, juli 2021, nog zónder SDE 2020 II, bijna 9,0 GWp, april 2021
9,8 GWp, januari 2021 10,9 GWp, sep. 2020, met SDE 2020 I toegevoegd,
12,1 GWp, juli 2020, nog zonder SDE 2020 I 9,4 GWp, apr. 2020, nog zonder
SDE 2019 II 8,1 GWp, jan. 2020 nog 9,3 GWp, nov. 2019 10,1 GWp, aug. 2019,
nog zonder SDE 2019 I, nog ruim 8,2 GWp.
Deze resterende capaciteit
van bijna 6 GWp is weliswaar een zeer groot volume, voor een klein land
wat eind 2023, volgens de
meest recente CBS update, inclusief de projecten markt, én
residentieel, na al die jaren, 23.904 MWp aan PV capaciteit had staan.
Puur theoretisch zou dat volume alleen al vanwege de resterende, nog niet
ingevulde SDE beschikkingen met bijna een kwart kunnen toenemen, maar
helaas gaat daar natuurlijk nog heel veel capaciteit om diverse redenen
van wegvallen. Zoals de soms schokkende cijfer historie bij RVO heeft
aangetoond, de laatste jaren.
Het kleine
resterende volume voor SDE 2017, 9,2 MWp, zal, afhankelijk van realisatie
of definitieve "afvoer", niet veel meer uitmaken gezien de geringe
omvang. Wat de som nog forse resterende volumes voor de opvolgende regelingen
betreft, vanaf SDE 2018 II, moet daar deels wel voor worden gevreesd,
als ze niet op tijd gebouwd of aan het net kunnen worden gekoppeld. Mede
gezien de smaller geworden tijd-vensters voor de oplevering, gecombineerd
met de hardnekkige, continu om zich heen grijpende netcapaciteit problemen
en tekorten aan personeel bij de netbeheerders. Voorspellingen zullen
op dit vlak met prudentie moeten worden genoten (zie tweet
over een dergelijke suggestie), want het aantal onzekerheden over
de (potentie aan) realisaties neemt alleen maar toe. Zelfs als we er van
uitgaan dat verschillende "oplossingsrichtingen" voor de beperkte
net capaciteit al lang in gang zijn gezet. Makkelijk zal het allemaal
beslist niet gaan.
(e)
Ratio SDE+/SDE
Onderaan twee velden
in de grote verzamel-tabel heb ik ook nog de ratio berekend van de officieel
overgebleven beschikte volumes voor alle SDE "+" t.o.v. de oude
SDE regelingen (rode veld), en dit herhaald voor de reeds door RVO als
opgeleverd beschouwde project beschikkingen (groene veld). Die verhouding
ligt, vanwege heftige toevoegingen van beschikkingen onder met name de
laatste acht SDE "+" rondes, verminderd met de tussentijdse
aanzienlijke hoeveelheden reeds verloren gegane exemplaren, net als in
de vorige updates, rond de 2,1 voor de aantallen overgebleven beschikkingen.
In de update van juli 2017 was het slechts een factor 0,6. De SDE werd
door duizenden particuliere toekenningen gedomineerd, en die was tot niet
zo lang geleden bepalend voor deze inmiddels aardig "recht getrokken"
verhouding. Bij de realisaties is die verhouding inmiddels op hetzelfde
niveau beland, een factor 2,1.
Bij de capaciteiten
is de verhouding precies andersom, omdat SDE "+" gedomineerd
werd door talloze zeer grote projecten. Bij de overgebleven beschikkingen,
incl. de zeven toegevoegde SDE 2017-2019 en SDE 2020 I regelingen, is
die factor flink gedaald, naar een verhouding 231 : 1 (SDE "+"
staat tot SDE; in update van sep. 2020 nog 326 : 1).
Bij de realisaties
ligt die verhouding lager, al is ze wel flink toegenomen, inmiddels een
factor 215 : 1 (in update van januari 2024 nog 210 : 1). In de update
van juni 2018 update was dat nog 17 : 1, die ratio is dus aanzienlijk
opgelopen sinds dat jaar. Nogal wat grote projecten in de resterende verzameling
beschikkingen zijn nog niet opgeleverd, inclusief grote volumes uit de
recentere regelingen. Als ze worden gebouwd, zal de ratio verder gaan
toenemen t.o.v. de SDE volumes.
Tot slot, bij de gemiddelde
systeemgrootte vinden we die trend wederom terug. SDE "+" staat
tot SDE bij de overgebleven beschikkingen 111 : 1, maar bij de realisaties
nog "maar" een factor 104 : 1 (juni 2018 update 43 : 1). Ook
deze verhoudingen kunnen wijzigen, naar gelang er een fors aantal grote
"SDE + projecten" daadwerkelijk alsnog gerealiseerd zal gaan
worden.
Uiteraard zijn dergelijke
vergelijkingen ook te maken tussen de SDE en SDE "++" regelingen,
of tussen SDE "+" en SDE "++", maar omdat de eerste
3 SDE "++" rondes nog beperkte volumes hebben opgeleverd, heeft
dat nog niet veel zin. Wellicht wil ik daar in een later stadium nog wat
woorden aan spenderen.
(f)
Evolutie systeemgemiddelde capaciteit volgens RVO beschikkingen
In een van de artikelen
over de effecten van de beschikkingen van SDE 2019 I, heb ik reeds uitgebreid
stil gestaan bij de belangrijke factor "gemiddelde capaciteit"
per beschikking, en bij de realisaties. Zie daarvoor het 5e artikel in
die reeks (16
november 2019), paragraaf 3.
(g)
Verzamel grafieken alle SDE regelingen - Aantallen en capaciteit bij beschikkingen
/ realisaties
In deze paragraaf
toon ik weer de meest recente versies van de 2 bekende "stapel grafieken"
met de begin april 2024 overgebleven volumes bij de beschikkingen (weergegeven
in de grafiek hierboven,
onder a), en bij de door RVO opgegeven "realisaties". Die vindt
u hier onder.
Stapelgrafiek
met links de kolommen stapel met de overgebleven (!!) hoeveelheden
beschikkingen van SDE 2008 tm. SDE "++" 2022. SDE 2022 is in
een recente update toegevoegd, met momenteel alweer flink wat minder beschikkingen
(1.382) dan oorspronkelijk door RVO opgegeven (1.512; groene
segment bovenaan). In combinatie met de voortgaande uitval
bij de oudere SDE regelingen, zien we momenteel een cumulatie in de resterende,
overgebleven hoeveelheid van 33.352 toekenningen voor zonnestroom (project
beschikkingen). Dat waren bij de ooit oorspronkelijk vergeven exemplaren
nog 61.347 beschikkingen (zie tabel en eerste grafiek onder a), waarvan
dus al een aanzienlijk deel in de (digitale) papiershredder is verdwenen.
De rechter stapel kolom geeft de in de update van 1 april 2024 door RVO
formeel als "gerealiseerd" verklaarde hoeveelheden
beschikkingen per regeling weer. Met als voorlopige cumulatie 30.392 beschikkingen
gerealiseerd. Wat 91,1% van het overgebleven aantal "totaal
overgebleven beschikt" (linker stapel) is. Wederom een behoorlijke
toename t.o.v. de 87,0% in de vorige update. Dit komt vanwege de combinatie
van enorme uitval van bestaande beschikkingen in de recentere updates
(linker kolom flink lager geworden), en, natuurlijk, de continue toename
van het aantal realisaties (rechter stapelkolom weer iets hoger geworden).
Goed
is hier het grote verschil tussen de SDE 2019 II en SDE 2020 I regelingen
te zien. De eerste had relatief zeer weinig beschikkingen, die gemiddeld
per stuk echter wel "zeer groot" waren. De laatste SDE "+"
regeling, 2020 I, had een record aantal aan gemiddeld genomen véél
kleinere toekenningen, waar, ondanks de massieve uitval, nog steeds veel
volume van over is. Bij de realisaties is de verhouding tussen de 2 regelingen
vergelijkbaar met de nu actuele stand van zaken bij de overgebleven beschikkingen.
Daar
bovenop zijn links de nieuwe volumes voor SDE 2020 II tm. SDE 2022 gestapeld,
waarvan echter nog maar relatief weinig beschikkingen zijn opgeleverd.
"Onderin" de kolommen stapel is er tot en met SDE 2018 I vrijwel
geen activiteit meer, omdat al die oudere regelingen geen openstaande
beschikkingen meer hebben, of nog maar een handvol (SDE 2017 I en II).
Wel blijft er zeer regelmatig uitval bij de oudste SDE regelingen optreden.
Die uitvallers zien we druppelsgewijs in deze, en de voorgaande grafiek
terug komen, al hebben ze relatief weinig impact. Er lijkt echter wel
een toename te zijn, bij de hoeveelheden uitval.
Vergelijkbare
stapelgrafiek, met nu niet de aantallen (overgebleven) beschikkingen,
maar links ditto, de totale capaciteit in MWp die er over is gebleven
in de laatste update (met reeds aanzienlijke volumes door RVO virtueel
weg gekieperd en dus niet meer zichtbaar). Zie ook de tweede
grafiek onder paragraaf (a), voor een vergelijking tussen oorspronkelijk
beschikte volumes en op 1 april 2024 daarvan overgebleven hoeveelheden.
De in
een recente update nieuw toegevoegde SDE
2022 regeling had oorspronkelijk, met 1.923 MWp, bijna
10 MWp meer beschikt vermogen staan dan in de oorspronkelijke kamerbrief
was vermeld. Daar is echter alweer, met de voorgaande en huidige updates,
een substantieel volume van 559 MWp (ruim een halve GWp!) van afgevallen,
er resteert nog maar 1.364 MWp per 1 april 2024. Het totale volume voor
alle regelingen inclusief SDE 2022 is momenteel 17.241 MWp. Dat was bij
het ooit oorspronkelijk vergeven / beschikte project volume nog 28.466
MWp (zie tabel en grafiek onder paragraaf a). Vooral de verliezen bij
de SDE 2017 tm. SDE 2020 II regelingen, en onder de drie SDE "++"
opvolgers, zijn al substantieel. Rechts het nog beperkte "gerealiseerde"
volume, althans van de beschikkingen (voor een belangrijk deel niet de
werkelijk opgeleverde capaciteit !). Met in totaal "officieel"
11.264 MWp gerealiseerd. In de juli 2023 update werd de 10 GWp grens gepasseerd
bij deze parameter. Genoemde 11,3 GWp is 65,3% van het
(overgebleven) beschikte volume (vorige update 60,5%, incl. SDE 2022 regeling,
alweer een substantieel verschil). Er is dus in ieder geval wat het RVO
- SDE dossier betreft, op het gebied van te realiseren capaciteit, nog
zo'n 35% van het nu (overgebleven) beschikte volume te gaan.
VertiCer
/ RVO
Het VertiCer
(voorheen CertiQ) dossier, met fysiek gerealiseerde volumes, blijkt in
hun laatste status update van eind maart 2024, zoals te doen gebruikelijk,
alweer een stuk verder te zijn, t.o.v. de gerealiseerde volumes beschikkingen
van RVO. Bij VertiCer stond begin
april 2024 namelijk alweer 12.172 MWp aan fysieke opleveringen, waarvan
het allergrootste deel SDE beschikte projecten betreft (en nog een onbekend,
hoogstwaarschijnlijk "zeer beperkt" deel zonder SDE beschikking).
Wat, ondanks de huidige, zeer recente RVO update inclusief de recent toegevoegde
SDE 2022 regeling, alweer 8,1% meer geaccumuleerd volume is dan wat er
aan het eind van het eerste kwartaal van 2024 in totaal als gerealiseerd
beschikt staat bij het RVO Agentschap. Zouden we het reeds bereikte VertiCer
volume afmeten aan het overgebleven beschikte totaal volume bij RVO, zouden
we al op 70,6% realisatie komen, duidelijk hoger dan de status bij RVO
zelf (kader in grafiek). Met de voorbehouden die daar bij horen.
Normaliter
liggen de cijfers bij VertiCer altijd (ver) voor op het RVO - SDE dossier.
Feit blijft, dat sowieso bij RVO talloze reeds netgekoppelde projecten
nog niet met een "ja" vinkje zijn gezegend in de publiek beschikbare
data overzichten. Die dus nog niet in hun (actuele) cijfers kunnen zitten.
Die projecten staan al lang in de VertiCer databank, omdat er al meteen
garanties van oorsprong aangemaakt moeten gaan worden, "zodra de
stekker in het betreffende project gaat". Voor de meeste projecten
achter grootverbruik aansluitingen worden maandelijks (automatisch) meetgegevens
via de meet-gemachtigde ingediend, die direct naar VertiCer worden doorgesluisd
na validatie door de betreffende netbeheerder. Registratie bij VertiCer
gebeurt in het grootste deel van de gevallen zeer rap na fysieke netkoppeling.
Dagelijks worden updates gedraaid met de nieuwste toevoegingen die door
de exploitanten worden doorgegeven, en waarvoor de netbeheerders hun formele
fiat hebben gegeven (pers. comm. Polder PV met medewerker van
VertiCer rechtsvoorganger CertiQ, in 2022). Wat daarna geschiedt in het
RVO traject kan echter vele maanden kosten, voordat dit leidt tot een
"formeel ja vinkje" in hún databestand. Ik kom soms nieuwe
"ja" vinkjes tegen van projecten die vroeg in 2022, of zelfs
in het voorgaande jaar netgekoppeld zijn opgeleverd, dus die vertraging
kan bij sommige projecten zeer fors oplopen.
Het verschil
tussen "overgebleven beschikt" volume en "gerealiseerd
volume status 1 april 2024" bedraagt 17.241 - 11.264 = 5.977
MWp (bijna 6,0 GWp). Dat is de nu nog overeind gebleven "pijplijn"
aan PV projecten binnen alle SDE regelingen. Dit is alweer substantieel
(1.095 MWp) minder, dan de 7.072 MWp pijplijn in de update van januari
2024.
Sowieso
gaat hier ook nog heel veel volume van afvallen, gezien de trend van de
afgelopen overzichten van RVO. En het is nog steeds niet het "gerealiseerde"
volume. Dat kunnen we alleen te weten komen als exacte
project informatie beschikbaar komt, zoals in ultimo bij de netbeheerders
en VertiCer bekend moet zijn of worden. Polder PV heeft in ieder geval
van de "top" in de markt, de grootste projecten, inclusief de
inmiddels alweer alhier bekende bijna 850 reeds gerealiseerde, netgekoppelde
grondgebonden zonneparken (> 15 kWp per stuk, excl. andere "niet
rooftop" projecten zoals drijvende projecten), die de grootste volumes
aan MWp-en inbrengen, het meest complete, continu ververste, en gedetailleerde
overzicht van Nederland.
RES
& uitgebreid "klimaat doel elektra"
RVO insereerde in
voorgaande updates ook een tabblad bij de projecten status sheets, waaruit
bleek dat ze al ruim 5 TWh tekort zouden komen voor het behalen van de
oorspronkelijke RES doel (35 TWh productie elektra uit hernieuwbare bronnen
op land in 2030), als je alleen van het SDE potentieel zou uitgaan. In
de meest recente updates is echter géén nieuwe berekening
cq. prognose toegevoegd door RVO.
Recent
heeft het CBS echter, voor nadere duiding van de RES doelen, data tot
en met 2022 gepubliceerd, met de berekende productie voor wind + zon op
land, die eind dat jaar al neerkomen op een volume van 30,47 TWh. Het
doel in 2030 is 35 TWh, dus, zelfs al moeten we rekening houden met eventuele
tussentijdse bijstellingen van de data door het CBS, dat gaan we spreekwoordelijk
(toch) "met de vingers in de neus" halen. Polder PV heeft het
verloop van die producties getoond in 1
van de talloze grafieken van zijn recent gepubliceerde "Ultimate
solar CBS overzicht" (met ook al veel data tm. medio 2023).
Het zeer ambitieuze
nieuwe doel voor 2030, 55 TWh elektra uit wind en zon op land,
is een compleet ander verhaal. Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft
daar in een persbericht en bijbehorend rapport, begin december 2023, harde
noten over gekraakt. Ondanks herzieningen van het (positief gegroeide)
aandeel van, met name kleinschalig opgewekte zonnestroom, en opwaardering
van de resultaten, stelde het PBL toen: "het streefdoel van 55
TWh [zal] nog steeds buiten beeld blijven". De vraag
is, of een nader te vormen "rechtser dan rechts kabinet" van
plan is om nóg meer incentives in de markt te gaan gooien, om die
doelstellingen te kunnen bereiken. Drie van de beoogde "coalitie"
partijen vinden
de duimschroeven kennelijk al hard genoeg aangedraaid, en wensen niet
nog strakker beleid op dit gebied ...
Thermische
zonne-energie
Over dit kleine andere
zonne-energie dossier was al wat langer niet zeer veel zinnigs te melden,
gezien de trage ontwikkeling. In de vorige en huidige versies is er echter
wel een en ander gewijzigd t.o.v. de voorgaande update van oktober 2023.
In de versie van januari werden er 7 nieuwe realisaties gemeld, en werd
er 1 beschikking afgevoerd uit de RVO databank. In de update van 1 april
2024 zijn er wederom 5 nieuwe realisaties bekendgemaakt. 1 maal een beschikking
uit de SDE 2019 II (493 kWth. toegevoegd), 2x SDE 2020 I (841 kWth.),
en de eerste SDE 2020 II (350 kWth.), resp. SDE 2021 beschikkingen (232
kWth.), die zijn opgeleverd. Daarnaast is 1 al langer geleden opgeleverde
SDE 2016 II beschikking (140 kWth.) afgevoerd, om onbekende reden.
De gevolgen voor onderstaande
grafiek met realisaties zijn dus voor het eerst in langere tijd "van
enige betekenis", zie de laatste 2 kolommen voor de meest recente
updates.
Tezamen met voorgaande
verliezen van oorspronkelijk toegekende beschikkingen,
zijn er, met het extra verlies van 1 beschikking in deze laatste update,
nog maar 83 beschikkingen voor thermische zonne-energie projecten over,
met een geaccumuleerd vermogen van 109,6 MWth. De oudste beschikking komt
uit de SDE 2012 (al lang gerealiseerd), SDE 2015 en SDE 2017 II hebben
géén beschikkingen voor dergelijke thermische warmte projecten
(meer). Er zijn inmiddels in totaal 69 SDE beschikkingen gerealiseerd
middels deze zonne-energie techniek, met als gerealiseerd vermogen 58,9
MWth.
Er staan nog 14 beschikkingen
open. De oudste nog openstaande beschikking is voor een project voor Landgoed
Leudal te Haelen (L.), van de SDE 2016 II regeling. De meest significante
toekenning is voor het 12 hectare grote Dorkwerd thermische zonnepark
in Groningen, wat op het lokale warmtenet moet gaan invoeden, en wat een
beschikt thermisch vermogen heeft van 37,4 MWth. Op de project site van
Novar stond langer tijd gemeld, dat het park in november 2023 on-line
gegaan zou moeten zijn, maar er staat nog steeds geen "ja" vinkje
bij de beschikking, dus dat is nog niet "officieel". Dat lijkt
te sporen met de observatie
van drone bestuurder Anton Boonstra, eind maart 2024, dat het park
"al aardig vorm begon te krijgen" (en dus nog niet af was).
Inmiddels blijkt op
de Novar site dan ook een geplande oplevering voor QII 2024 te staan.
Naast deze puur thermische
zonne-energie installaties ontdekte ik in een vorige update ook nog een
"innovatief" project in de groslijst met SDE beschikkingen.
Dat is een PVT-project in combinatie met een warmtepomp, met een beschikking
voor 3,75 MW thermisch vermogen, die door RVO in de deel-categorie "CO2-arme
warmte" van SDE 2021 is ondergebracht. Dat gaat dus deels om een
combi-systeem thermische zonnewarmte / fotovoltaïsche omzetting,
en deels om genoemd warmtepomp systeem om de opgewekte warmte (ook) direct
te gebruiken. Het betreft een project van Escom.nu in een flatgebouw vlakbij
metrostation Reigersbos in Amsterdam. Ook deze beschikking staat nog open.
Voor details van de
status quo bij de realisaties, zie ook onder de analyse
van de 1 april 2022 update (onderaan het artikel).
Bronnen
Frequente
updates over de SDE regelingen bij Polder PV, sedert 2008. Huidig exemplaar:
status 1 april 2024.
Bronnen (extern):
Feiten
en cijfers SDE(+)(+) - RVO, status 9 april 2023)
Monitoring
zonne-energie - RVO, status 10 oktober 2023 (cijfers betreffende stand
van zaken tm. 2022)
Bronnen (intern):
Polder
PV analyse vorige SDE update (status 1 januari 2024)
Voor analyses
omtrent de meest recent gepubliceerde (kamerbrieven over de) SDE 2022
en SDE 2023 regelingen zie verder:
Derde
SDE "++" ronde (nazomer 2022) iets meer aangevraagd dan subsidie
plafond. Zonnestroom blijvend populair, maar significant lager dan in
SDE 2021 (2.268 MWp) (28 november 2022)
Toekenningen
SDE 2022 (derde SDE "++") gepubliceerd, deel 1 - grofweg halvering
beschikte aanvragen PV sedert SDE 2021 onder moeilijke marktomstandigheden
(27 april 2023)
SDE
2022 (derde SDE "++"). Deel 2. Kern parameters cumulaties alle
SDE - SDE "++" beschikkingen (27 april 2023)
SDE
2022 (derde SDE "++"). Deel 3. Details uit projecten lijst -
segmentaties inclusief zonneparken (7 juni 2023)
SDE
2022 (derde SDE "++"). Deel 4. RVO update alle SDE regelingen
zonnestroom tm. SDE 2022, 1 juli 2023 - weer versnelde groei, 598 MWp
nieuwe realisaties in 2e kwartaal, en 143 MWp beschikte capaciteit verloren
gegaan (25 juli 2023)
Vierde
SDE "++" ronde (najaar 2023). Record aangevraagd / overtekend
budget 16,3 md Euro; zonnestroom blijvend hoge vraag, met 3.361 MWp helft
hoger dan in SDE 2022 (27 oktober 2023)
SDE
2023 nog geen uitsluitsel bij kamerbrief, wel transportindicaties bekend
(6 maart 2024)
3
april 2024: VertiCer update maart 2024 - 2023
wederom verder omhoog, naar 2.364 MWp nieuwbouw, 20% méér
t.o.v. nieuwe capaciteit in dezelfde periode 2022. Voor uitgebreide
toelichting van de voorliggende historie van de CertiQ data voor gecertificeerde
zonnestroom in Nederland, zie de bespreking
van 7 maart jl (februari rapportage). Voor de transitie van CertiQ
naar de nieuwe organisatie VertiCer, zie introductie in
de analyse, van 19 juli 2023.
In de huidige rapportage
brengt Polder PV de nieuwe resultaten uit de data rapportage van VertiCer,
voor de maand maart 2024, waarmee de jaargroei in kalenderjaar 2023
wederom verder blijkt te zijn uitgelopen op het volume in 2022. Tevens
worden tm. februari 2024, de verstrekte Garanties van Oorsprong voor
gecertificeerde PV projecten gereconstrueerd en grafisch verbeeld over
de afgelopen periode, waarbij weer een hoogst merkwaardige anomalie
is te zien. In de rapportage verschijnen deels weer de nodige gewijzigde
(maand) cijfers sedert oktober 2021, de capaciteit aan het eind van
maart is nu weer fors neerwaarts bijgesteld t.o.v. het volume, eind
februari dit jaar. Wederom is er géén update van nog oudere
data verschenen. Ook voor die gegevens en grafieken daaromtrent, verwijs
ik naar de hier boven gelinkte analyse van het oudere CertiQ rapport,
waarin die gegevens wel waren bijgesteld in een separate rapportage.
Bijstellingen
- niets nieuws onder de zon
Benadrukt zal hier
blijven worden, dat de voor sommigen wellicht verwarrende, continu wijzigende
maand-cijfers bij VertiCer, en haar rechtsvoorganger CertiQ, beslist
geen "nieuw fenomeen" betreffen. Dit is altijd al staande
praktijk geweest bij CertiQ, en wordt gecontinueerd onder VertiCer.
Niet alleen werd dat zichtbaar in de soms fors gewijzigde cijfers in
de herziene jaar rapportages tot en met het
exemplaar voor 2019. Helaas zijn daarna geen jaarlijkse revisies
meer verschenen. In een tussentijdse analyse van oorspronkelijk gepubliceerde,
en toen actuele, bijgestelde cijfers, werd al duidelijk, dat de databank
van de destijds alleen onder TenneT vallende dochter continu wijzigingen
ondergaat, zoals geïllustreerd in de Polder
PV analyse van 4 november 2020. In dit opzicht, is er dan ook niets
nieuws onder de zon. De wijzigingen zijn er altijd al geweest, alleen
zijn ze inmiddels, met weliswaar de nodige moeite, regelmatig zichtbaar
te maken, door de nieuwe wijze van rapporteren van VertiCer.
De cijfermatige consequenties daarvan worden besproken in de huidige
analyse.
Voordat
we de huidige resultaten bespreken, blijft de belangrijke, al lang geleden
door Polder PV geïntroduceerde, en tussentijds verder aangepaste
disclaimer bij alle (zonnestroom) data van VertiCer / CertiQ recht overeind:
*
Disclaimer: Status officiële VertiCer (ex CertiQ) cijfers
volgens maandelijkse rapportages !
I.v.m. omvangrijke toevoegingen sedert 2018 aan dit dossier
(vrijwel exclusief gedreven door grote hoeveelheden, SDE gesubsidieerde,
en gemiddeld genomen steeds groter wordende PV projecten), in
combinatie met inmiddels al 3 ernstige data "incidenten"
bij CertiQ (september
2017, juni
2019, resp. april
2020), die Polder PV meldde aan het bedrijf (waarna deels
substantiële correcties werden gepubliceerd), sluit de
beheerder van Polder PV niet uit, dat de huidige status bij
rechts-opvolger VertiCer niet (volledig) correct zal
kunnen zijn. Een vierde casus diende zich aan n.a.v. het februari
rapport in 2021. En, helaas, herhaalde dit zich wederom
in de december
rapportage van 2022.
Met name foute capaciteit opgaves van netbeheerders voor "kleinere"
projecten kunnen, ondanks aangescherpte controles bij VertiCer,
aan de aandacht blijven ontsnappen en over het hoofd worden
gezien. Maar ook cijfermatige incidenten met opgaves van volumes
van grotere projecten kunnen nog steeds niet uitgesloten worden.
Deze laatsten zullen, indien onverhoopt optredend, hoge impact
hebben op het volume aan maandelijkse toevoegingen, en ook,
zei het in relatieve zin beperkter, invloed hebben op de totale
accumulatie van gecertificeerde PV capaciteit aan het eind van
de betreffende maand rapportage.
Hierbij
komt ook nog het feit, dat ooit gepubliceerde volumes in de
maandrapportages, al snel bijgesteld kunnen worden door continue
toevoegingen en correcties voor de betreffende maanden, bij
VertiCer. Wat de directe gevolgen daarvan zijn, vindt u grafisch
geïllustreerd in het artikel
gepubliceerd op 4 november 2020.
Voor
2020 en 2021 zijn de consequenties van deze continu optredende
bijstellingen opnieuw berekend - in
de rapportage voor december 2021. Deze bijstellingen werden
in analyses van de maand rapportages tot en met 2022 bijgehouden
door Polder PV, waaruit o.a. de meest actuele jaargroei volumes
werden berekend.
Vanaf
januari 2023 is er een complete revisie van de publicatie
systematiek van CertiQ in gang gezet, inmiddels gecontinueerd
onder de regie van rechtsopvolger VertiCer.
CertiQ
heeft op basis van diverse opmerkingen van Polder PV over deze
problematiek destijds stelling
genomen met belangrijke achtergrond informatie over de totstandkoming
van hun cijfers.
Zie
ook aangescherpte voorwaarden voor correcte invoer van installaties
voor de VertiCer databank, gericht aan netbeheerders en meetbedrijven
(bericht
6 september 2023). Hierbij is, voor meetprotocol-verplichte
installaties achter grootverbruik aansluitingen (incl. alle
SDE gesubsidieerde installaties), de datum van ondertekening
van het meetprotocol door de producent gelijk aan de ingangsdatum
van zijn productie-installatie, volgens de documentatie van
VertiCer. |
Het
overzicht met de eerste cijfers voor maart 2024 verscheen in de nieuwe,
drastisch gewijzigde vorm op de website van VertiCer, op 2 april 2024.
Referenties naar eerder verschenen historische data zijn uiteraard impliciet
als CertiQ gegevens geanalyseerd, in oudere analyses.
2.
Evoluties basis parameters
2a.
Evolutie van drie basis parameters gecertificeerde PV-installaties
VertiCer juli 2021 - maart 2024
In
deze grafiek, met de meest recente actuele en gewijzigde
data uit de maart 2024 rapportage van VertiCer, en deels
oudere data uit de CertiQ updates, de stand van zaken vanaf
juli 2021 tm. maart 2024. De blauwe
kolommen geven de ontwikkeling van de aantallen installaties
weer (ref.: rechter Y-as), voorlopig culminerend in 34.708
exemplaren, begin april 2024. Wat, wederom, een negatieve
groei weergeeft van 85 projecten** t.o.v. de status,
eind februari 2024 (gereviseerd, 34.793 exemplaren). Wel
is er, t.o.v. het ook weer herziene eindejaars volume van
2022, netto bezien in kalenderjaar 2023 een groei geweest
van 910 projecten in het gecombineerde
VertiCer / CertiQ bestand. Wat ruim 64% minder is dan de
groei in 2022 (gereviseerd: 2.551 nieuwe projecten genoteerd;
voor de half-jaar volumes, zie ook nieuwe
half-jaar grafiek verderop). Diverse historische data
zijn wederom gewijzigd t.o.v. de februari update. Zo is
de stand van zaken voor eind (december) 2022 inmiddels 33.986
projecten, in de vorige
rapportage waren dat er nog 33.979.
In
de gele kolommen
(ref. rechter Y-as, in MWp) de bijbehorende geaccumuleerde
gecertificeerde PV-capaciteit, die begin april 2024 flink
is afgewaardeerd, naar 12.172,354 MWp.
Wat, t.o.v. de weer aangepaste status voor eind februari,
ditmaal netto een fors negatieve groei inhoudt
(revisie feb.: 13.313,283 MWp, wat weer flink meer is t.o.v.
de voorgaande update, met 13,094 GWp). Dit kan uiteraard
nog steeds / wederom substantieel gaan wijzigen in komende
updates, zoals ook in alle vorige exemplaren is geschied.
Afhankelijk van komende revisies van historische cijfers,
lijkt de 10 GWp in dit grote PV dossier, in ieder geval
inmiddels ergens begin januari 2023 te zijn gepasseerd.
Deze
ronduit opmerkelijke, forse wisselingen in de netto (overgebleven)
volumes aan het eind van de laatste maanden, heeft uiteraard
ook gevolgen gehad voor de systeemgemiddelde capaciteit,
die eind februari nu weer een flinke sprong omláág
heeft gemaakt, waar dit begin 2024 nog een opvallende tóename
was (groene curve).
Eind
2022 is de geaccumuleerde capaciteit inmiddels op een niveau
gekomen van 9.813,4 MWp. In het eerste flink gewijzigde
januari
rapport voor 2023 was dat nog 9.409,3 MWp. Voor EOY
2022 is sindsdien dus alweer ruim 404 MWp / 4,3% meer volume
bijgeschreven dan oorspronkelijk gerapporteerd. Het is goed
om deze flink opgelopen verschillen voor reeds "lang"
verstreken jaren op het netvlies te blijven houden, want
dit gaat natuurlijk ook geschieden met de cijfers voor 2023,
én voor de data voor 2024.
Groei
2023 t.o.v. 2022 volume
Met
de huidige, gereviseerde cijfers, is de voorlopige groei
in het hele kalenderjaar 2023 2.364 MWp
geweest. Dat lijkt, in grote tegenstelling tot eerdere maandrapportages
door Polder PV (in december 2023 rapportage nog slechts
een jaar-aanwas van 1.298 MWp!), nu juist op een redelijke
marktgroei te wijzen, t.o.v. de jaargroei in 2022, zelfs
al weten we dat alle cijfers nog steeds regelmatig zullen
worden bijgesteld. In dezelfde periode in 2022 was het -
nu weer licht aangepaste - groei volume namelijk rum 1.966
MWp. De toename in 2023 is tot nog toe dus 20,2% hóger
dan het nu bekende nieuwe volume in 2022 (in de update van
december 2023 was het nog 34% láger!). Bij de aantallen
nieuwe projecten was juist een zeer hoge netto negatieve
groei vast te stellen uit de huidige cijfers (minus 64%).
Deze combinatie is op zijn zachtst gezegd, "hoogst
curieus", als je niet beter zou weten hoe deze cijfers
tot stand komen.
In
de groene
curve is de uit voorgaande parameters berekende systeemgemiddelde
capaciteit voor de gehele, overgebleven gecertificeerde
populatie PV-projecten bij VertiCer, in kWp (referentie
linker Y-as) weergegeven. Dit blijft door de bank genomen
almaar toenemen, en is sedert eind 2022 verder gegroeid,
van 289 naar 349 kWp, eind vorig jaar. In januari - februari
2024 nam dit fors toe, naar 378 resp. 383 kWp. Eind maart
nam dit echt weer stevig af, vanwege de forse neerwaartse
capaciteits-bijstelling, en eindigde voorlopig op 351 kWp
gemiddeld. Ook dit niveau kan bij latere data bijstellingen
weer wijzigen, zowel in negatieve, als in positieve zin.
Links
in de grafiek vindt u ook de meest recent bekende EOY cijfers
voor 2021 weergegeven. Die zijn ditmaal weer licht gestegen
van 31.434 naar, momenteel, 31.435 projecten, respectievelijk,
iets bijgesteld "achter de komma", naar momenteel
7.847,1 MWp. Deze data zijn belangrijk voor de vaststelling
van de aangepaste jaargroei cijfers voor 2022, zie paragraaf
3d. Het ziet er niet naar uit dat er dit jaar nog substantiële
wijzigingen in die eindejaars-cijfers zullen komen, alleen
marginale aanpassingen.
**
Beter: "het netto overblijvende nieuwe volume, wat
het verschil is tussen de (niet qua volume geopenbaarde)
uitschrijvingen en de volumes aan nieuwe inschrijvingen".
2b.
Evolutie van drie basis parameters gecertificeerde PV-installaties
VertiCer EOY 2009 - 2023
Ik
geef hieronder de begin 2023 volledig gereviseerde grafiek
met de evolutie van de eindejaars-accumulaties weer, waarbij
alleen de nu bekende weer gewijzigde cijfers in het maart
2024 rapport van VertiCer, voor de jaren 2021 tm. 2023,
zijn opgenomen. Alle oudere data zijn ontleend aan eerder
gepubliceerde CertiQ updates. Waarvan nog geen eventuele
herziening bekendgemaakt is na 1 maart 2023. De cijfers
voor 2024, achteraan toegevoegd, zijn uiteraard nog zeer
voorlopig en kunnen nog behoorlijk gaan wijzigen in komende
updates (gearceerde kolommen, status eind maart 2024).
De
tweede grafiek in deze sectie geeft niet de maandelijkse
progressie (paragraaf 2a), maar de evolutie van de eindejaars-accumulaties
van 2009 tm. 2023, en de huidige status in 2024 (achteraan)
weer, met alle ondertussen weer gewijzigde data in de huidige
VertiCer update. De opbouw van de grafiek is vergelijkbaar
met die voor de laatste maand-cijfers, maar om alle data
in 1 grafiek te krijgen zonder extreme verschillen, is de
Y-as voor alle drie de parameters hier logarithmisch gekozen.
Het aantal installaties is fors toegenomen, van 3.767 exemplaren,
eind 2009, naar, inmiddels, 33.986, eind 2022, resulterend
in een Compound Annual Growth Rate (CAGR) van gemiddeld
18,4% per jaar in 2009-2022. Eind december 2023 staat de
teller alweer op 34.896 projecten; de CAGR voor de periode
2009-2023 heeft, met de nog zeer voorlopige data voor met
name 2023, een gemiddelde van 17,2% per jaar.
Bij
de capaciteits-ontwikkeling is het echter nog veel harder
gegaan. Deze nam toe van 18,7 MWp, eind 2009, tot alweer
9.813,4 MWp, eind 2022. Resulterend in een byzonder hoge
CAGR, van gemiddeld 61,9% per jaar (!). Wel begint
er, voorstelbaar, na zo'n langdurige, spectaculaire groei
periode, een afvlakking zichtbaar te worden in de expansie.
Wat veel te maken heeft met overal optredende problemen
met beschikbare netcapaciteit, gestegen project kosten,
beschikbaar personeel, etc. Eind december 2023 is de capaciteit
fors doorgegroeid naar een voorlopig volume van 12.177,3
MWp, resulterend in een nog zeer voorlopige, doch hoge CAGR
van gemiddeld 58,8% per jaar, in de periode 2009-2023. Hierbij
moet ook worden vermeld, dat het eindejaars-cijfer voor
2023 fors is bijgesteld in de vorige 2 updates van VertiCer.
Vermoedelijk is er toen veel capaciteit bijgeschreven na
de nodige vertragingen in de administratieve verwerking
ervan.
Historische
bijstellingen
Dat
de cijfers in de databank behoorlijk worden bijgesteld,
bezien over een langere periode, laten de nu actuele eindejaars-cijfers
voor 2021 weer goed zien. Die zijn momenteel namelijk 31.435
installaties, en een verzamelde capaciteit van 7.847,1 MWp.
In het "klassieke" maandrapport
voor (eind) december 2021, alsmede in het gelijktijdig
verschenen eerste jaaroverzicht, waren die volumes nog maar
30.549 installaties, resp. 7.417,8 MWp. In de huidige cijfer
update, zijn de verschillen t.o.v. de oorspronkelijke, "klassieke"
maandrapport opgaves van, destijds, CertiQ, derhalve, opgelopen
tot 2,9% (aantallen), resp. bijna 5,8% (capaciteit). Uiteraard
hebben deze continu voorkomende bijstellingen ook gevolgen
voor de uit de EOY cijfers te berekenen jaargroei volumes
(YOY).
Uit
voorgaande twee parameters werd door Polder PV weer de gemiddelde
systeem-capaciteit aan het eind van elk kalenderjaar berekend
(groene curve in bovenstaande grafiek). Ook deze nam spectaculair
toe, van slechts 5,0 kWp, eind 2009 (bijna uitsluitend kleinere
residentiële installaties), tot alweer 349,0 kWp, eind
2023 (bestand VertiCer inmiddels gedomineerd door duizenden
middelgrote tot zeer grote projecten incl. zonneparken).
Een factor 70 maal zo groot, in 14 jaar tijd. Wat de enorme
schaalvergroting in de projecten sector goed weergeeft.
3.
Maandelijkse, kwartaal-, half-jaar- en jaarlijkse toenames
aantallen en capaciteiten bij VertiCer
3a.
Maandelijkse toenames van aantallen en capaciteit van gecertificeerde
PV-installaties VertiCer augustus 2021 - maart 2024
Ook
al moet ook bij deze grafiek de waarschuwing, dat de cijfers
nog lang niet zijn uitgekristalliseerd, en we nog de nodige
bijstellingen kunnen verwachten, de trend bij de nieuwe
(netto) aantallen projecten door VertiCer, en rechtsvoorganger
CertiQ, geregistreerd van maand tot maand, laten, ook in
de huidige versie van maart 2024, een zeer duidelijke afkoeling
van de PV-projectenmarkt zien sedert de zomer van 2021.
Werden er in januari 2022 nog netto 385 nieuwe gecertificeerde
PV-projecten bijgeschreven, is dat in de rest van het jaar
al zeer duidelijk minder geworden, en vanaf augustus dat
jaar zelfs zeer sterk "afgekoeld". Met wat ups
en downs, is het laagste volume in dat jaar voorlopig bereikt
in november 2022, met, inmiddels, 97 (netto nieuwe installaties.
Daarna veerde het weer even op, daalde stapsgewijs, leidde
tijdelijk tot negatieve groei cijfers in augustus 2023 en
vervolgens weer positieve groei in september tm. december.
De eerste 3 maanden van 2024 laten nu nog negatieve groei
cijfers zien, maar voor januari en februari is dat al duidelijk
minder geworden dan in het voorgaande rapport. Zeer waarschijnlijk
worden in latere updates ook voor deze maanden weer positieve
aanwas cijfers genoteerd.
Eerder
getoonde negatieve groeicijfers voor 2023 zijn inmiddels,
zoals gebruikelijk, omgezet in positieve aanwas, a.g.v.
de voortdurend wijzigende historische cijfers in de VertiCer
bestanden. Dit zal ongetwijfeld ook volgen voor de maanden
waar op dit moment nog negatieve groeicijfers bekend zijn.
In de huidige update zijn in totaal voor 18 maanden de waarden
inmiddels weer aangepast sinds het exemplaar tm. februari
2024. De oudste (kleine) wijziging was ditmaal voor juni
2023 (1 extra project toegevoegd), in dat jaar zijn voor
6 maanden de data weer gewijzigd, en in 2023 zijn er voor
10 van de 12 maanden weer nieuwe cijfers vastgesteld. De
groei in januari en februari 2024 is ook weer bijgesteld,
in opwaartse richting (beiden "minder negatief"
dan in het vorige, februari rapport).
Al
zal de nu nog vastgestelde "negatieve netto groei"
in augustus 2023 en januari tm. maart 2024 beslist ook nog
in positieve zin ombuigen in latere updates, zoals in het
recente verleden is geschied, de trend is bij de aantallen
onmiskenbaar: er worden, netto bezien, nog maar relatief
weinig netgekoppelde projecten bijgeschreven bij VertiCer,
per maand. Een van de belangrijkste redenen zal zijn, dat
er een toenemend aantal uitschrijvingen uit de databank
van de Gasunie/TenneT dochter is begonnen, die de instroom
(tijdelijk) afremt of zelfs overvleugelt. Waarschijnlijk
is de oorzaak de beginnende uitval van de oudste onder SDE
2008 gesubsidieerde kleine projectjes, die immers 15 jaar
subsidie konden genieten. We moeten gaan zien hoe het verloop
bij de aantallen zich ontwikkelt, nu de subsidie termijn
voor de eerste projecten aan het aflopen is. Uiteraard betekent
uitschrijving uit de VertiCer databank verder beslist niet
dat de betreffende projecten fysiek zijn, of worden verwijderd.
Ze kunnen nog vele jaren lang met een aardig rendement worden
ge-exploiteerd door de eigenaren, zonder SDE-gerelateerde
inkomsten. Hier is byzonder weinig zicht op, cijfers over
het al of niet verder exploiteren van deze oudere projecten
ontbreken in het geheel in statistiek moeras Nederland.
Een
vergelijkbare grafiek als voor de aantallen (vorige exemplaar),
maar ditmaal de ermee gepaard gaande netto maandelijkse
toename (of zelfs tijdelijk zelfs afname) van de capaciteit
van gecertificeerde PV-projecten, in MWp. De evolutie laat
een nogal afwijkend beeld van dat bij de aantallen zien,
met sterk fluctuerende verschillen tussen de maanden onderling.
Ook deze kunnen uiteraard naderhand nog worden bijgesteld.
De "netto negatieve groei" in september 2022,
al gesignaleerd
in het januari 2023 rapport, is uiteindelijk in latere
updates in ieder geval omgeslagen in "normale, positieve
groei", van, inmiddels, 74,1 MWp.
Bizarre
nieuwe pieken voor eerste maand in jaren 2023 en 2024
Wel
is er, zoals al bij de eerst-rapportage gemeld (jan. 2024
rapport), een exceptioneel "verschijnsel" zichtbaar
voor de maand januari 2023. Die maand had al lang de hoogste
"piekwaarde" ooit meegekregen, en is in veel latere
maandrapportages continu bijgeplust, tot het in het december
2023 rapport een al zeer hoog volume bereikte van 432,6
MWp. In het "klassieke" CertiQ december rapport
van 2022 was
nog een zeer hoge november piek zichtbaar bij de capaciteit.
Het lijkt er op, dat een groot volume daarvan naar het begin
van het nieuwe jaar is geschoven (de vermoedelijke feitelijke
datum van netkoppeling). Ook in januari 2022 zagen we eerder
al een "nieuw-jaars-piek", maar die is duidelijk
kleiner, inmiddels neerkomend op 306,7 MWp nieuw volume
(ongewijzigd in de laatste updates).
In
de rapportage van januari 2024 is dat al hoge volume opeens
extreem opgehoogd naar 770,2 MWp, en is dat momenteel enigszins
gestabiliseerd op 770,9 MWp in de huidige maart 2024 update
(buiten de hier weergegeven Y-as vallend).
Tweede
extreme groei piek & "negatieve pieken"
En
dat is nog niet alles, want hetzelfde is geschied met het
nieuwe volume voor januari 2024. Dat was in de update
voor die maand nog een negatieve groei van -84,6 MWp.
In de februari 2024 rapportage sloeg dat in een keer om
in een "record positieve aanwas" van
973,2 MWp, wat in de huidige rapportage verder is opgehoogd
naar 990,9 MWp (!). Een onwaarschijnlijk hoog volume waar
Polder PV, net als bij de vorige piek voor januari 2023,
geen plausibele verklaring voor heeft. Ik heb in een rood
omkaderd venster aangegeven dat het bij beide maandgroei
pieken om "uitzonderlijke" volumes gaat.
Voor
februari 2023 was er aanvankelijk een magere positieve groei
van 28,1 MWp positief. Deze sloeg echter in de maart rapportage
in dat jaar om in een enorme negatieve bijstelling van 316,1
MWp negatief (!), bij een netto aanwas van 65 nieuwe projecten.
In de april update was er een marginale opwaartse correctie
naar 312,3 MWp. In de rapportages voor mei 2023 tm. maart
2024 is de negatieve "groei" verder fors geslonken
naar, inmiddels, minus 205,0 MWp.
In
de huidige rapportage (maart 2024) heeft dit proces zich
herhaald, voor de eerste rapportage van het groeicijfer
voor die maand. Terwijl de groei in februari evolueerde
van een "bescheiden" negatieve 11,7 MWp naar een
inmiddels "normale" positieve 145,0 MWp, komt
maart nu opeens met een record negatief groei volume van
-1.140,9 MWp (!). Ook deze extreme netto negatieve groei
is zeer slecht verklaarbaar, of er moeten weer dramatische
wijzigingen in de status van de administratie bij VertiCer
hebben plaatsgevonden.
Zoals
al vaker gemeld, kunnen de redenen voor zulke, soms aanzienlijke
bijstellingen, en zelfs fors negatieve netto groei cijfers,
zeer divers zijn, zoals destijds gerapporteerd door CertiQ
na vragen van Polder PV daar over (artikel
16 januari 2023). Mogelijk zijn er forse correcties
doorgevoerd van foutieve opgaves, al zullen we nooit weten
wat precies de oorzaken zijn geweest van deze, hoge impact
hebbende, merkwaardige data updates.
Zeer
forse wijzigingen in VertiCer data
In
het tabelletje hier onder heb ik, voor 2023, en voor januari
tm. maart 2024, de wijzigingen tussen de oorspronkelijk
gepubliceerde groeicijfers per maand en de huidige,
meest recent bekende weergegeven, waar duidelijk de forse
veranderingen uit blijken die in het VertiCer dossier worden
doorgevoerd, in de loop van de tijd:
-
januari
2023 354,4 MWp >>> 770,9 MWp (!)
- februari
2023 28,1 MWp >>> -205,0 MWp (!)
- maart
2023 197,4 MWp >>> 224,4 MWp
- april
2023 -15,4 MWp >>> 195,3 MWp (!)
- mei
2023 -0,2 MWp >>> 161,1 MWp
- juni
2023 -0,7 MWp >>> 122,8 MWp
- juli
2023 -14,6 MWp >>> 66,4 MWp
- augustus
2023 -25,5 MWp >>> 128,2 MWp (!)
- september
2023 -41,6 MWp >>> 217,4 MWp (!)
- oktober
2023 82,7 MWp >>> 224,0 MWp
- november
2023 -60,2 MWp >>> 144,8 MWp (!)
- december
2023 -52,5 MWp >>> 313,7 MWp (!)
- januari
2024 -84,6 MWp >>> 990,9 MWp (!)
- februari
2024 -11,7 MWp >>> 145,0 MWp
- maart
2024 -1.140,9 MWp (!) >>> ?
In
de huidige update zijn voor in totaal 18 maanden de nieuwe capaciteit
volumes inmiddels weer, allemaal opwaarts, aangepast sinds het exemplaar
tm. januari 2024, 6 voor 2022, en 10 van de 12 maanden in 2023 kregen
nieuwe cijfers. De capaciteit voor januari en februari 2024 zijn (ook)
weer flink aangepast, zoals in het staatje hierboven getoond.
Als
we de nieuwe maandvolumes voor 2022 optellen, komen we op een groei
uit van 1.966,3 MWp. Voor 2023 was de groei in een recente update nog
maar 1.298 MWp (en daarmee fors lager dan 2022), maar mede door de bizarre
toename in januari, en de andere wijzigingen, is de jaargroei voor 2023
inmiddels zeer fors bijgesteld, naar momenteel 2.364,0 MWp,
wat 20,2% hoger is, dan in 2022. Bij de aantallen
was er een fors negatief verschil, ruim 64% minder netto nieuwe projecten
in 2023 (910), dan de 2.551 stuks in 2022.
Deze
twee trends bij elkaar nemend, en accepterend dat er ook wegval van
waarschijnlijk met name kleine oude installaties uit het VertiCer register
zal zijn geweest, lijkt de hogere jaargroei bij de capaciteit in 2023
nog steeds slecht te rijmen, met het gering aantal overgebleven nieuwe
aantal projecten, in vergelijking tot de situatie in 2022. We zullen
moeten afwachten, of toekomstige cijfers over deze 2 kalenderjaren meer
klaarheid in deze vreemde situatie zullen gaan geven. En anders moeten
we als waarschijnlijke oorzaak accepteren, dat de flinke terugval in
aanwas cijfers bij de aantallen, grotendeels veroorzaakt wordt door
wegval van (SDE gesubsidieerde) kleine installaties, en dat alleen nog
maar grote(re) projecten overblijven, die een zwaar stempel op de nieuwe,
en de geaccumuleerde capaciteit zullen zetten.
3b.
Kwartaal groeicijfers QIV 2021 - QI 2024
In
een eerdere update heb ik de kwartaal cijfers weer van stal gehaald
en in grafiek weergegeven tm. de toen net "volledig", geworden
cijfers voor de kwartalen QIV 2021 tot en met QI 2023. In het huidige
exemplaar heb ik de soms weer licht gewijzigde data gebruikt, en nog
lang niet definitief vastgestelde, ook aangepaste resultaten voor QII
2023 - QI 2024 rechts toegevoegd. Met name laatstgenoemde volumes zullen
nog fors wijzigen, gezien de continu door Polder PV bijgehouden data
historie van VertiCer en haar rechts-voorganger CertiQ.
Wederom
met bovengenoemde disclaimer in het achterhoofd, waardoor de verhoudingen
tussen kwartalen onderling dus ook nog lang niet vaststaan (deze zijn
sowieso al fors gewijzigd in recente updates), lijkt een conclusie wel
al duidelijk getrokken te kunnen worden: Met name de aantallen netto
nieuw geregistreerde PV projecten per kwartaal, zijn sinds het eerste
kwartaal van 2022 in globale zin stapsgewijs beduidend afgenomen. Het
aantal nieuwe projecten per kwartaal is afgenomen van, momenteel, 902
exemplaren in QIV 2021, tot nog maar 421, met de nu bekende cijfers,
voor QIV 2022, iets toegenomen naar 434 exemplaren in het eerste kwartaal
van 2023, waarna het een bodem bereikte in QIII 2023 (20 netto nieuwe
exemplaren). QIV 2023 zit momenteel op een plus van 240 nieuwe projecten.
QI 2024 vertoont, mede door de bizarre negatieve groei in maart, een
netto negatieve aanwas van -188 projecten.
Bij
de nieuwe gerapporteerde netto capaciteit is het verhaal compleet
anders, wat nu vooral is veroorzaakt door de eerder gesignaleerde "excessieve"
extra netto groei voor januari 2023 en 2024.
Het
netto volume per kwartaal nam even toe, van, momenteel, 557 MWp in QIV
2021, naar 627 MWp, in QI 2022, maar is daarna ook, gemiddeld genomen,
enkele kwartalen minder geworden. Om een voorlopig dieptepunt te bereiken
in QIV 2022, met 363 MWp nieuw gerapporteerd volume, gebaseerd op de
huidige cijfers.
En
toen kwam de "grote verrassing", QI 2023 telde in een vorige
update nog 449 MWp nieuw volume, maar dat is, met name door de zeer
hoge toevoeging in januari 2023, nu alweer 790 MWp, wat nu 26% hoger
zou zijn dan de groei in QI in 2022 (627 MWp). Voor de aanwas in QII
2023 geldt momenteel een netto groei van 479 MWp, waar later waarschijnlijk
nog e.e.a. aan zal gaan wijzigen, vermoedelijk in positieve zin. Het
niveau is daarmee momenteel gestegen naar bijna 98% van de 489 MWp in
QII 2022, en kan dus, in theorie, een iets grotere omvang gaan bereiken,
als er later nog veel volume aan wordt toegevoegd. De nog premature
aanwas in QIII 2023 is inmiddels al toegenomen tot 412 MWp in de plus,
al is dat nu nog maar 84% van het nieuwe netto volume in QIII 2022 (488
MWp).
Voor
het laatste kwartaal van 2023 is het totaal volume, al flink toegenomen
in de januari 2024 update, in de versie van maart 2024 verder gegroeid,
naar momenteel 682 MWp. Dit is al een opvallende 88% hóger, dan
de 363 MWp in QIV 2022, en met nog latere updates aan toevoegingen te
verwachten.
De
tweede grote verrassing zien we bij de eerste, nog zeer onvolledige
resultaten voor QI 2024. Januari was in de vorige rapportage extreem
in positieve zin bijgesteld, maar maart heeft flink roet in het eten
gegooid, met haar record negatieve groei. Het voorlopige tussen-resultaat
voor het hele kwartaal leidt tot een voorlopig "negatieve groei"
van -5 MWp. Een dramatisch verschil met de 790 MWp netto (positieve)
groei in QI 2023...
Hoe
eventuele verdere wijzigingen bij de capaciteit van gecertificeerde
projecten zal gaan verlopen blijft gezien bovenstaande elke keer weer
spannend. Mede gezien de verbazingwekkend hoge groeicijfers in 2023,
bij Liander, zoals in een recente
analyse in detail besproken op Polder PV.
Voor
de evolutie van de gemiddelde systeem omvang (per maand), zie ook de
grafiek onder paragraaf 2a.
3c.
Halfjaarlijkse toenames van aantallen en capaciteit van gecertificeerde
PV-installaties VertiCer 2022-2024 HI
Omdat
een tijdje geleden de eerste resultaten voor het 1e half-jaar van 2023
beschikbaar waren gekomen, en alweer gewijzigd, heb ik in een vorige
analyse ook weer de "half-jaar grafiek" van stal gehaald.
Die had ik voor het laatst gepubliceerd op basis van de oude CertiQ
data in het bericht
van 9 januari 2023. Het huidige exemplaar bevat echter alleen de
laatst bekende resultaten gebaseerd op de compleet gereviseerde publicatie
systematiek bij VertiCer. De (aangepaste) cijfers voor de tweede jaarhelft
van 2021 zijn niet volledig bekend, vandaar dat we nu nog slechts de
resultaten vanaf de 1e jaarhelft van 2022 kunnen laten zien, tm. de
eerste "complete" cijfers voor HII 2023 (tm. december), en
de nog zéér voorlopige eerste resultaten voor HI 2024,
waarvoor we ongetwijfeld nog de nodige forse bijstellingen voor kunnen
verwachten (gearceerde kolommen).
Ook
uit deze nog zeer voorlopige halfjaarlijkse groei cijfers blijkt een
duidelijke afname van het aantal (overgebleven) projecten in het VertiCer
dossier, wat waarschijnlijk heeft te maken met verwijderde kleine projectjes
waarvan de oudste SDE beschikkingen zijn vervallen. Bij de aantallen
projecten nam de bij VertiCer geregistreerde half-jaarlijkse netto aanwas
af, van 1.521 nieuwe projecten in HI 2022, via 1.030 stuks in HII 2022
(32% minder), naar nog maar een (voorlopige) groei van slechts 650 nieuw
in HI 2023. Wederom 37% minder. De tweede jaarhelft van 2023 heeft nog
maar 260 netto nieuwe projecten (-60%), maar daar zal waarschijnlijk
nog wel het nodige aan gaan wijzigen. Achteraan vinden we (gearceerd)
de eerste resultaten voor de eerste jaarhelft van 2023, met nog slechts
zeer voorlopige data, een netto negatieve groei van -188 installaties
in de eerste 3 maanden, en nog veel addities en wijzigingen te verwachten.
Bij
de capaciteit is het beeld compleet anders (geworden, in de meest recente
updates), en is er zelfs een aardige opleving te zien. Met de huidige
bekende cijfers 1.116 MWp nieuw in HI 2022, 850 MWp in HII 2022 (24%
minder), en, vanwege de bizarre, eerder al besproken toename in 1 maand
(jan. 2023), nu alweer 1.270 MWp nieuwe capaciteit in HI 2023, ruim
49% méér dan in HII 2022 (in de update van december 2023
was dit volume nog 923 MWp ...).
De
tweede jaarhelft van 2023 geeft, met de netto groei van, momenteel alweer
1.094 MWp, al een fors hoger volume te zien dan in eerdere recente updates,
en geeft momenteel dan ook alweer een 29% hoger volume te zien, dan
de aanwas in HII 2022. Voor het eerste half-jaar van 2024 zijn de data
nog zeer fluïde, na de grote positieve groei in het februari rapport,
gevolgd door een licht negatieve groei van 5 MWp in het huidige rapport,
voor het eerste kwartaal. Het zal nog wel even gaan duren voordat er
beter zicht komt op de (definitieve) groeicijfers voor de half-jaren,
met name voor de recente jaargangen.
Mogelijk
wordt de trend van véél minder netto overgebleven (want:
deels bij VertiCer uitgeschreven) aantallen installaties, en nog steeds
relatief hoge groeicijfers voor de capaciteit, nog verder versterkt,
doordat er regelmatig kleinere projecten worden uitgeschreven
bij VertiCer (zie tabellen onder paragraaf
5), terwijl de overblijvende (en nieuwe) projecten in de bestanden
gemiddeld genomen zelf al veel groter zijn dan de oude (deels
zelfs residentiële) kleine installaties.
3d.
Jaarlijkse toenames van aantallen en capaciteit van gecertificeerde
PV-installaties VertiCer YOY 2009 - 2022** - 2023*
Wederom
naar analogie van de grafiek voor de eindejaars-volumes, ditmaal de
daar uit afgeleide jaargroei cijfers volgens de laatste data
update van VertiCer, in bovenstaande grafiek (alle drie parameters met
referentie de rechter schaal, logarithmisch weergegeven). Omdat de langjarige
historie het laatste driekwart jaar van 2023 geen update meer heeft
gehad bij CertiQ, noch in de huidige update van de hand van VertiCer,
is de grafiek samengesteld uit de (gereviseerde) data beschikbaar in
de update van 1 maart 2023, tot en met het jaar 2020 (toen nog bij CertiQ
gepubliceerd). En zijn de data voor 2021**, 2022**, en 2023*, toegevoegd,
gebruikmakend van de huidige update van de data tm. maart 2024, zoals
geopenbaard door rechtsopvolger VertiCer. De grafiek toont dus de huidige
situatie, met de laatst beschikbare bron-cijfers. Mochten toekomstige
"historische" jaarcijfers alsnog wijzigen, en wereldkundig
worden gemaakt, zullen die in latere updates worden toegevoegd aan deze
grafiek.
Goed
is te zien dat er een duidelijk verschil is in de trend bij de nieuwe
jaarlijkse aantallen installaties (blauwe kolommen) en bij de nieuwe
capaciteit per jaar (gele kolommen). Bij de aantallen beginnen we op
een hoog niveau van 3.765 [overgebleven † !] nieuwe installaties
in 2009, het gevolg van de enkele duizenden grotendeels particuliere
kleine SDE beschikkingen die in de eerste jaren van de SDE (2008 tm.
2010) werden opgeleverd. Die bron droogde al snel op omdat particuliere
installaties de facto uit de opvolger regelingen werden gedwongen
(eis minimaal 15 kWp, later ook nog verplicht grootverbruik aansluiting),
en zakte de hoeveelheid nieuwe installaties dan ook stapsgewijs naar
het dieptepunt van 259 nieuwe projecten in 2014. Daarna zwol het jaarlijkse
volume weer aan door een reeks van (deels) succesvol geïmplementeerde
SDE "+", tot een voorlopig maximum van 5.503 nieuwe projecten
in Corona jaar 2020.
Daarna
is, zelfs met grote hoeveelheden nieuw beschikte projecten onder de
SDE "++" regimes, het tempo weer fors afgenomen, waar met
name de wijdverspreide net-problemen een belangrijke (maar niet de enige)
oorzaak van zijn. In 2021 en 2022 zijn met de recentste cijfers nu netto
3.885, resp. 2.551 nieuwe projecten toegevoegd. Dat laatst bekende volume
voor 2022 is ruim 46% van het record niveau in 2020.
In
2023 is nog maar een zeer beperkt volume van 910 (netto) nieuwe projecten
bekend (gearceerde blauwe kolom achteraan). Hier kan nog het nodige
aan wijzigen, in de te verwachten maandelijkse cijfer updates later
in 2024.
Capaciteit
andersoortige trend
Bij
de capaciteit is de jaarlijkse aanwas in de beginjaren relatief "stabiel"
geweest, met wat kleine op- en neerwaartse bewegingen, van 18,7 MWp
nieuw in 2009, tijdelijk zakkend naar 13,0 MWp nieuw volume in 2010,
nog eens 4 jaar iets boven dat niveau blijvend, om vanaf 2015 sterk
te stijgen. Dat was in het begin vooral vanwege de implementatie van
de toen succesvolle SDE 2014 regeling. Er werd elk jaar weer meer capaciteit
toegevoegd, tot een maximum van 2.436,9 MWp, wederom in het Corona jaar
2020. Maar ook de nieuwe capaciteit begon in de jaren 2021-2022 duidelijk
af te nemen, al was het op een veel minder dramatisch niveau.
In
2021 was het nieuwe netto volume nog 2.007,4 MWp, dat is in 2022 momenteel
nog maar 1.966,3 MWp met de bekende cijfers in de huidige update. Dat
is voor 2022, met 81% van het maximale nieuwbouw volume in 2020, in
ieder geval beduidend beter dan de flinke terugval bij de (netto) aantallen
nieuwe projecten (46%). Met, uiteraard, de blijvende disclaimer, dat
ook deze jaargroei cijfers nog niet "in beton zijn gegoten",
en nog verder kunnen wijzigen. Opvallend blijft in ieder geval, dat
met de laatste updates, het jaargroei volume voor de capaciteit in 2022
steeds dichter is toegekropen naar dat van het voorgaande jaar. Het
verschil is momenteel nog maar 41 MWp.
In
2023 is inmiddels, vooral vanwege de eerder besproken, bizar hoge toevoeging
in januari dat jaar, een netto volume bijbouw van 2.364,0 MWp geconstateerd
(enkele updates hiervoor was dat nog slechts 1.223 MWp!). Dat is nu
dus al hoger dan de nu bekende groei in zowel 2021 en 2022, en begint
zelfs al dicht in de buurt te komen van de tot nog toe vastgestelde
record groei in Corona jaar 2020 (97%). We hebben echter ook gezien
dat data regelmatig (flink) worden bijgesteld, dus de verhouding van
de jaargroeicijfers in deze 3 jaren ligt beslist nog niet vast.
Gemiddelde
project omvang
Wederom
heb ik, uit deze uit de eindejaars-data afgeleide jaargroei cijfers,
uiteraard ook weer de gemiddelde systeemcapaciteit van de nieuwe aanwinsten
per jaar berekend, en getoond in de groene curve in bovenstaande grafiek
(vermogen in kWp gemiddeld per nieuwe installatie). Deze vertoont, na
een lichte inzinking tussen 2009 en 2010, een zeer sterke progressie,
van 5,0 kWp bij de nieuwe projecten in 2009, tot alweer 771 kWp gemiddeld
per nieuw project in 2022. Een factor 154 maal zo groot, in 13 jaar
tijd. Deze enorme schaalvergroting, sterk gedreven door de oplevering
van honderden zonneparken en enorme distributiecentra bomvol zonnepanelen
op de uitgestrekte platte daken, is een van de belangrijkste oorzaken,
van de nieuwe realiteit bij de stroomvoorziening in Nederland: de overal
zichtbaar wordende netcongestie, met name op de middenspannings-netten.
Wat uiteraard ook zijn weerslag heeft gekregen op de progressie van
de uitbouw van de gecertificeerde nieuwe volumes in de VertiCer
databank: de uitbouw is sterk aan het vertragen. En slechts met moeite
"op niveau" te houden.
Voor
2023 is een sterke toename van de gemiddelde capaciteit zichtbaar, naar
inmiddels 2.598 kWp per project (!). Echter, omdat deze maatvoering
van 2 input variabelen afhankelijk is (die beiden netto volumes betreffen,
verschillen tussen instroom en uitstroom bij VertiCer), die beiden nog
flink, in beide richtingen, kunnen gaan afwijken van de huidige waarden,
is er nog niet veel te zeggen over wat dit uiteindelijk op kalenderjaar
basis zal gaan opleveren. Het is echter wel waarschijnlijk, dat die
gemiddelde nieuwe project capaciteit op een hoog niveau zal komen te
liggen, vanweg de sterk neerwaartse trend bij het aantal nieuwe projecten,
bij een blijvend hoog niveau voor de nieuwe totale capaciteiten.
†
Met name uit de oudere SDE regelingen, vallen regelmatig lang geleden
bij VertiCer voorganger CertiQ ingeschreven projecten weg. Hier zijn
verschillende redenen voor. In de uitgebreide SDE project analyses van
Polder PV wordt hier regelmatig, en gedetailleerd over gerapporteerd
(exemplaar 1 januari 2024, zie hier).
4.
100 procents-grafieken en segmentatie naar grootteklasse
Een
van de nieuwe mogelijkheden van de compleet herziene presentaties bij
VertiCer, is de segmentatie naar grootteklasse. Daar kon tot voor kort
uitsluitend iets over gezegd worden op basis van de jaaroverzichten,
waar, al lang geleden op basis van een verzoek in die richting door
Polder PV, inderdaad werk van gemaakt is door rechtsvoorganger CertiQ.
Zoals in de eerste analyses al duidelijk werd, is dit nu ook op maandelijkse
basis mogelijk. Met, we blijven dit herhalen, de waarschuwing, dat alle
cijfers bijgesteld kunnen worden in latere updates, met name m.b.t.
de meest recente data. Bij de al wat oudere periodes vinden wijzingen
minder vaak plaats, en zijn ze meestal van een bescheiden omvang.
In
het 3e artikel over de eerste resultaten van januari 2023 heb ik al
meer-jaarlijkse trends laten zien bij de evolutie van de diverse grootte
klasses. Inclusief een toen nog in de bestanden van CertiQ voorkomende
enorme anomalie, die niet bleek te zijn hersteld (artikel
14 februari 2023). Van dat historische overzicht zijn, om onbekende
redenen, tm. de huidige maand cijfers bij rechtsopvolger VertiCer, nog
steeds geen recentere updates verschenen. Maar uiteraard wel op de wat
kortere termijn. De nieuwe data voor maart 2024, en de aangepaste waarden
voor de maanden in de meest recente periode daar aan voorafgaand vindt
u hier onder.
4a.
100 procents-grafiek aantallen per categorie
Een
zogenaamde "100-procents-grafiek" voor de evolutie trends
van de 8 door VertiCer en haar rechtsvoorganger onderscheiden grootteklassen
van de gecertificeerde PV-populatie die zij bijhouden, dit exemplaar
voor de aantallen projecten aan het eind van elke maand. Voor eind maart
/ begin april 2024 zijn de absolute waarden per grootteklasse rechts
weergegeven. Globaal genomen namen de kleinste categorieën (1-5
kWp, 5-10 kWp, en 10-50 kWp) in betekenis af sedert juli 2021, de impact
van de grotere categorieën werd groter. Er is echter weer een stabilisatie
gekomen, omdat het tempo bij de aantallen nieuw netgekoppelde projecten
onder de SDE regimes weer flink is afgenomen. In de maart 2024 update,
is het totale aantal installaties groter of gelijk aan 50 kWp, medio
2021 al meer dan de helft, met het gezamenlijke volume al op bijna 57%
van het totaal gekomen (19.742 van, in totaal, 34.708 projecten). De
categorie 100-250 kWp
omvat het grootste aantal projecten, 7.459 exemplaren, afgezien van
de kleinste installaties tot 5 kWp
(8.634 stuks, eind maart 2024). Uiteraard hebben de grotere project
categorieën, vanaf 250 kWp, relatief weinig tot bescheiden aantallen.
Maar schijn bedriegt: ze omvatten de allergrootste volumes bij de capaciteit,
en hebben dus een zéér grote impact op de totale populatie,
zie de volgende grafiek.
Plussen
en minnen
Een
klein deel van de afnemende betekenis van de kleinste project categorieën
wordt veroorzaakt door continue uitval uit het databestand van VertiCer
(diverse redenen mogelijk, ook al heel lang waargenomen bij de SDE portfolio's,
analyse
status 1 januari 2024). Daar staat ook weer tegenover dat volledig
buiten de populaire SDE regelingen om gerealiseerde kleinschalige projecten
bijgeschreven kunnen worden in de registers van VertiCer. Een
fenomeen wat compleet onbekend lijkt in de PV sector in ons land, er
wordt in ieder geval nooit over gerept, behalve dan bij Polder PV. In
2023 werden er bijvoorbeeld netto 40 installaties in de kleinste project
categorie uitgeschreven, maar kwam er tegelijkertijd een verrassende
hoeveelheid van 140 exemplaren bij in de categorie 5 tm. 10 kWp, waarvoor
normaliter beslist géén (nieuwe) SDE beschikking afgegeven
kan zijn sedert SDE 2011 (zie ook tabel
paragraaf 5b). Dat soort kleine projecten zijn mogelijk afkomstig
uit portfolio's van bedrijven zoals Powerpeers, Vandebron, en Allinpower,
en het in België al actieve EnergySwap, die geoormerkt garanties
van oorsprong (GvO's) van door de afnemer aangewezen projecten afboeken,
ter "vergroening" van de stroomconsumptie van de klant. Daar
kunnen ook (zeer) kleine residentiële projecten, of bijvoorbeeld
kleine installaties op scholen, gymzalen e.d. bij zitten. Om dat soort
transacties te kunnen / mogen doen, moeten de betrokken projectjes
ook verplicht geregistreerd worden bij VertiCer.
De
grootste categorie, projecten (of eigenlijk: "registraties")
groter dan 1 MWp per stuk,
omvat eind maart 2024 1.584 installaties (wederom 17 meer dan in de
vorige update tm. februari 2024), wat slechts 4,6% van het totale aantal
is op dat moment. Op herhaalde verzoeken van Polder PV, om deze grote
"verzamelbak" verder op te splitsen, gezien de dominante hoeveelheid
capaciteit in deze categorie, is, destijds, CertiQ, helaas niet ingegaan.
4b.
100 procents-grafiek capaciteit per categorie
Een
vergelijkbare "100 procents-grafiek" als voor de aantallen
projecten, maar nu voor de periode juli 2021 tm. maart 2024, voor de
daarmee gepaard gaande capaciteiten in MWp. Voor eind maart 2024 zijn
wederom de absolute volumes rechts weergegeven. Een totaal ander beeld
is hier te zien, met "überdominant" de grootste
project categorie (installaties groter dan 1 MWp). Waarvan
het aandeel op het totale volume in de getoonde periode alweer flink
is toegenomen, van bijna 51% eind juli 2021, tot al bijna 64% begin
april 2024 (7.754 MWp, t.o.v. het totale volume van 12.172 MWp in die
maand, in de vorige update was het percentage nog 66%). Duidelijk is
te zien, dat dit wel een terugval is t.o.v. de situatie in februari,
wat te maken heeft met de forse neerwaartse bijstelling van
de gecumuleerde (netto) capaciteit in het maart rapport. Door deze,
soms merkwaardige bijstellingen, krijgt de normaliter continu groeiende
curve, vreemde "sprongen" in het verloop (andere, opwaartse
sprongen zichtbaar in jan. 2023 en jan. 2024). Steekhoudende, actuele
verklaringen voor die merkwaardige, abrupte sprongen in de broncijfers,
geeft VertiCer helaas niet.
Afgezien
van voornoemde neerwaartse bijstelling, blijft door de zelfs nog verder
toegenomen, dominante impact van de grootste projecten categorie t.o.v.
alle bij VertiCer geregistreerde PV projecten, de almaar voortdurende
schaalvergroting in de projecten sector wederom duidelijk. Dit, met
tevens een vingerwijzing naar het relatief bescheiden aantal projecten
(vorige grafiek: 1.584 projecten in maart 2024), terug te voeren op
een steeds hoger wordende systeemgemiddelde capaciteit van de projecten
in deze grootste categorie. In juli 2021 was dat nog 4.024 kWp gemiddeld,
begin april 2024 is dat alweer toegenomen naar 4.895 kWp, een toename
van 22% in 32 maanden tijd.
Voor
de overige categorieën blijft er dan niet zeer veel "ruimte"
meer over op het totaal. Nemen we ook nog de drie opvolgende categorieën
mee (flinke projecten van een halve - 1 MWp, 250 - 500 kWp, resp. 100
- 250 kWp), claimen de grootste vier project categorieën het allergrootste
geregistreerde volume in de totale markt. Dit was in juli 2021 al 93,3%,
eind maart 2024 is dat 96% geworden. De kleinste 2 categorieën
zijn op deze schaal al vrijwel niet meer zichtbaar. Hun aandeel is begin
april 2024 geslonken naar nog maar 0,13% van totaal volume (15,5 MWp,
projecten van elk 5 - 10 kWp, ondanks tussentijdse groei), resp. 0,18%
(21,9 MWp, projecten van elk 1 - 5 kWp).
Dan
resteren nog relatief bescheiden volumes voor de categorieën projecten
van 50-100 kWp (totaal 363 MWp eind 2023, 3,0%), resp. 10-50 kWp (totaal
127 MWp, 1,0%).
5.
Jaarvolume segmentaties 2022 - 2023
5a.
2022 revisited - status update publ. 2 april 2024
In
de maandrapport analyse voor januari 2023 publiceerde ik ook een tabel
met de nieuw gereconstrueerde cijfers voor de jaargroei voor kalenderjaar
2022. Daar zijn natuurlijk in de tussenliggende rapportages weer veel
wijzigingen in gekomen, waarbij ik de laatste stand van zaken in de
maart 2024 update hier onder weergeef in tabelvorm. Voor nadere toelichting,
zie de analyse
bij het januari 2023 rapport. Wijzigingen van de oorspronkelijke
gegevens (aantallen en capaciteit) t.o.v. het voorgaande exemplaar,
van februari 2024, zijn cursief weergegeven. Ditmaal is er een mix van
zowel ongewijzigd gebleven data, alsmede weer een flink aantal gewijzigde
exemplaren. De meeste afgeleide cijfers zijn uiteraard (deels "achter
de komma") mee gewijzigd.
Nieuwe
jaarvolumes 2022 (YOY) |
Aantallen |
aandeel
op totaal (%) |
Capaciteit
(MWp) |
aandeel
op totaal (%) |
Gemiddelde
capaciteit per nieuwe installatie (kWp) |
1-5
kWp
|
-56 |
-2,2% |
-0,069 |
-0,004% |
1,2 |
5-10
kWp
|
50 |
2,0% |
0,406 |
0,02% |
8,1 |
10-50
kWp
|
218 |
8,5% |
6,810 |
0,35% |
31,2 |
50-100
kWp
|
431 |
16,9% |
33,027 |
1,7% |
76,6 |
100-250
kWp
|
795 |
31,2% |
137,403 |
7,0% |
172,8 |
250-500
kWp
|
525 |
20,6% |
181,615 |
9,2% |
345,9 |
500-1.000
kWp
|
269 |
10,5% |
191,169 |
9,8% |
714,4 |
>
1 MWp |
319 |
12,5% |
1.414,949 |
72,0% |
4.435,6 |
Totaal |
2.551 |
100% |
1.966,310 |
100% |
770,8 |
Aantallen nieuw
"totaal" wijzigde in de huidige update, van 2.545 naar 2.551;
de capaciteit "totaal" nam ook toe, van 1.964,738 MWp naar
1.966,310 MWp. De systeemgemiddelde capaciteit van
de toevoegingen in 2022 veranderde mee, en is wederom door alle wijzigingen
lager geworden: van 772,0 kWp naar 770,8 kWp bij de
totale volumes. Zie de tabel voor de overige details bij alle segmentaties.
Overduidelijk blijft,
dat de grootste groei bij de aantallen nieuwe projecten in 2022 lag
bij de installaties van 100 tm. 250 kWp (inmiddels 795 nieuwe exemplaren
bekend, 31,2% van totale jaarvolume), met categorie 250 tm. 500 kWp
als goede tweede (525 nieuwe projecten, 20,6%). Opvallend blijft het
forse volume van 319 nieuwe installaties in de grootste projecten categorie
>1 MWp (12,5%), waar de meeste grondgebonden zonneparken en grote
rooftop installaties op distributiecentra e.d. onder vallen. Ook valt
de negatieve groei van de kleinste project categorie op, er zijn inmiddels
netto 56 projecten uit de databank van VertiCer "uitgeschreven"
in 2022. Daarvoor zijn diverse redenen mogelijk, waar onder misschien
eerste oude projecten met een SDE 2008 beschikking, die door hun subsidie
termijn heen zijn, en waarvan de eigenaren actief de registratie bij
de rechtsopvolger van CertiQ hebben be-eindigd.
Bij de capaciteit
is het verhaal compleet anders. Hier blijft de categorie projecten groter
dan 1 MWp alles veruit domineren, met maar liefst 1.414,9 MWp van het
totale 2022 jaarvolume (72,0%) op haar conto, een zoveelste illustratie
van de schaalvergroting in de projecten markt. De drie opvolgende categorieën
kunnen nog enigszins - op grote afstand - meekomen, met aandelen van
9,8, 9,2, resp. 7,0% van het totale toegevoegde project volume (capaciteit).
De kleinste 3 categorieën doen uitsluitend voor spek en bonen mee
bij dit grote projecten-geweld (aandelen 0,35% of veel minder bij de
capaciteit).
5b.
Groei in 2023 (zeer voorlopig) - status update publ. 2 april 2024
Naar analogie van
de - gewijzigde - cijfers voor de nieuwe aanwas in heel 2022 (vorige
tabel), geef ik hier onder de uiteraard nog voorlopige data voor de
12 maanden van 2023 (cumulatie januari tm. december), volgens de cijfers
in het laatste maandrapport verschenen op de VertiCer website. Hier
gaat waarschijnlijk nog wel e.e.a. aan veranderen, dus nog zéér
voorlopige cijfers voor dat jaar:
Nieuwe
"jaar" volume 2023 (jan. tm. dec.) |
Aantallen |
aandeel
op totaal (%) |
Capaciteit
(MWp) |
aandeel
op totaal (%) |
1-5
kWp
|
-40 |
-4,4% |
-0,041 |
-0,002% |
5-10
kWp
|
140 |
15,4% |
1,231 |
0,05% |
10-50
kWp
|
-18 |
-2,0% |
-0,439 |
-0,02% |
50-100
kWp
|
147 |
16,2% |
11,509 |
0,49% |
100-250
kWp
|
173 |
19,0% |
28,600 |
1,2% |
250-500
kWp
|
155 |
17,0% |
47,879 |
2,0% |
500-1.000
kWp
|
134 |
14,7% |
98,645 |
4,2% |
>
1 MWp |
219 |
24,1% |
2.176,580 |
92,1% |
Totaal |
910 |
100% |
2.363,964 |
100% |
Uit dit overzicht
blijken 2 zaken kristalhelder: de groei is in 2023 in bijna alle kleinere
categorieën "niet van betekenis" geweest, en/of, vanwege
de vele wijzigingen in de actuele databestanden bij VertiCer, hebben
deze zelfs (tijdelijk ?) tot negatieve groeicijfers geleid t.o.v. de
herziene status aan het begin van het jaar (= status EOY 2022, vorige
tabel). Er zijn vanaf begin 2023 nogal wat wijzigingen geweest in de
updates van dat jaar. Sommige voorheen "negatieve groeicijfers"
zijn inmiddels omgeturnd in positieve exemplaren, en vice versa. Nogmaals
wijs ik op het oorspronkelijke, uitgebreide
commentaar van CertiQ, hoe dergelijke (tijdelijke) negatieve groeicijfers
en wijzigingen daarin tot stand kunnen komen in hun databestanden. Het
berekenen van systeemgemiddeldes bij negatieve groeicijfers heeft niet
zoveel zin, dus die heb ik voor dit specifieke overzicht voorlopig weggelaten.
Dat komt later wel, als er enig zicht is op volledige jaarcijfers.
Negatieve
groei cijfers zijn er voor zowel aantallen als bij de capaciteit bij
de categorieën 1-5 kWp (-40, resp. -0,041 MWp), en 10-50 kWp (-18,
resp. -0,439 MWp).
In totaal zijn er
netto bezien in 2023 nog maar 910 nieuwe projecten bijgekomen, 46 meer
dan in de voorgaande update. Dat zal nog wel aardig bijgesteld kunnen
gaan worden in komende updates. Het is in ieder geval extreem laag,
dat is al een tijdje duidelijk. Een neergaande trend bij de netto bijkomende
projecten was al veel langer zichtbaar in de klassieke maand rapportages.
Zie de eerste grafiek in de analyse van het laatste "gangbare"
maandrapport van rechtsvoorganger CertiQ (december
2022). Deze trend lijkt zich te hebben versterkt, vooral bij de
netto aantallen nieuwkomers (netto = nieuwe aanwas minus bij VertiCer
uitgeschreven projecten per maand).
Flinke wijziging
bij groei capaciteit in 2023
Wat overblijft,
is het enige positieve punt, namelijk de groei van de capaciteit, ondanks
de vele, structurele problemen in de markt (met name voorhanden netcapaciteit
en hogere project kosten). De facto is die vrijwel exclusief
neergekomen op een toename in, het wordt eentonig, de grootste project
categorie (registraties per stuk groter dan 1 MWp). Want daar werd tussen
januari en eind december 2023 een aanzienlijk volume van 2.176,6 MWp
aan toegevoegd, ruim 92% van het totale nieuwe volume van 2.364,0
MWp. Dit was in de update van eind 2023 nog maar 1.298 MWp,
de bizarre toename van het bij VertiCer geregistreerde vermogen in januari
2023 is hier grotendeels debet aan.
De in een vorige
update gerapporteerde disclaimer, dat voor de grootste project categorie
een schier onmogelijk hoog project gemiddelde van 31,5 MWp
per project resulteerde voor het eerste kwartaal, lijkt met de diverse
gepasseerde latere forse bijstellingen in ieder geval alweer achterhaald,
zoals toen ook al voorspeld. Het gemiddelde met de huidige cijfers is
inmiddels uitgekomen op een "logischer" gemiddelde van 9,9
MWp voor de grootste project categorie. Dat ligt echter nog steeds op
een hoog niveau. Deze categorie blijft een zeer dominant stempel op
het totale gerealiseerde volume zetten, en de projecten in deze categorie
zijn per stuk ook nog eens gemiddeld zeer groot.
De enige categorieën
die nog enigszins iets voorstellen zijn de 3 op een na grootsten, met
projecten tussen de 500 en 1.000 kWp, resp. 250-500 kWp, en 100-250
kWp, die momenteel cumulatief in 2023 een verzameling van 99 MWp, resp.
48 MWp en 29 MWp nieuw toegevoegde capaciteit tellen. De overige categorieën
stellen weinig voor bij de nieuwe capaciteit in deze periode.
6.
Evolutie van gecertificeerde zonnestroom productie / uitgifte van GvO's
tm. februari 2024
Ook voor deze parameter,
afgegeven hoeveelheid Garanties van Oorsprong (GvO's), geldt, dat er
geen update van de historische cijfers is gegeven, behalve voor de meer
recente data vanaf mei 2021. In onderstaande grafiek daarom ook alleen
de situatie van de meeste recente jaren. Voor een fraaie grafiek die
verder terug gaat in de tijd, zie de update
in de bespreking van het februari rapport van 2023, en het commentaar
daarbij. Nadat in de voorlaatste update voor het eerst een nog zéér
voorlopige, totale jaarproductie bekend is geworden voor 2023, zijn
inmiddels de eerste resultaten voor januari en februari in het nieuwe
jaar gepubliceerd. Met wederom een bizarre anomalie wat februari betreft.
De
extractie van een continue reeks van zonnestroom productie data uit
de nieuwe spreadsheets van VertiCer is niet eenvoudig omdat er terug
gerekend moet worden naar maand van productie, er continu wijzigingen
/ bijstellingen zijn, en alle over verschillende periodes uitgegeven
garanties van oorsprong (GvO's) voor gecertificeerde zonnestroom uiteindelijk
per maand opgeteld moeten worden. Bovenstaande grafiek is het uiteindelijke
resultaat, met de meest recent beschikbare reeks van mei 2021 tm. februari
2024. In de maand rapportages lopen de productie resultaten altijd 1
maand achter op die van de opgestelde generator capaciteit. De productie
is weergegeven in de blauwe
curve (rechter Y-as als referentie, eenheid GWh = 1 miljoen kWh).
Er
zijn twee
"drijvende krachten" achter het verloop van deze curve. Ten
eerste natuurlijk de seizoens-variabiliteit, die zich uit in hoge producties
in de zomermaanden ("toppen"), resp. lage output in de wintermaanden
("dalen"). Meestal is december de minst producerende maand.
Eerder zagen we al dat, sterk afhankelijk van de gemiddelde instralings-condities
in de betreffende maand, in de zomerperiodes hetzij mei (2020), juni
(2019, 2021, 2022), of juli (2017, 2018) de best performer
waren bij de productie. Voor de hier getoonde recentere periode zijn
de waargenomen "zomer pieken" alle 3 in juni gevallen. Ditmaal
is alleen de piek voor juni 2023 bijgewerkt, de eerder getoonde piekwaarden
voor juni 2021 en juni 2022 zijn ongewijzigd.
De
tot nog toe gecertificeerde productie in juni 2023 is weer iets verder
opgeschroefd, naar een nieuw record niveau van 1.536 GWh,
in de huidige revisie. Dat is al 23,7% hoger dan in juni 2022. Anton
Boonstra had voor heel Nederland, voor juni 2023, 11%
meer instraling vastgesteld dan in juni 2022, de maand was dan ook
"record
zonnig" volgens het KNMI. Dit opmerkelijke resultaat voor juni
is dus niet verbazingwekkend. Dat, in combinatie met de continu voortschrijdende
nieuwbouw van PV projecten (al dan niet met SDE subsidie), maakt dat
we eind juni 2023 al een (gecertificeerd) productie record te pakken
hebben. De verwachting is dat die piek nog steeds wat hoger kan gaan
worden in komende updates.
Ook
de piek volumes
uit met name 2021 en 2022 kunnen later nog, zij het marginaal, worden
bijgeplust. Zeker van de kleinere projecten, die niet maandelijks door
een meetbedrijf worden gemeten, komen productiecijfers namelijk heel
erg laat pas beschikbaar, en worden ze dan pas aan de databestanden
van VertiCer toegevoegd. En worden ze "zichtbaar" in de hier
getoonde productie historie. De impact zal echter relatief bescheiden
zijn.
Juli
duidelijk minder productie dan juni
Het
ook weer bijgestelde resultaat voor juli 2023 laat een scherpe neerwaartse
knik in de grafiek zien, en komt, voorlopig, uit op een productie van
1.194 GWh in die maand. Wat 1,3% lager is dan de 1.210 GWh in de zeer
zonnige juli maand van 2022. Ten eerste was juli 2023, i.t.t. juni,
een
historisch bezien "normale" maand wat het aantal zonne-uren
betreft. Boonstra meldde
dat er in die maand 11,3% minder instraling was dan in juli
2022, en productie is altijd direct gerelateerd aan de hoeveelheid instraling,
dus een lagere output voor juli was sowieso al de verwachting.
Ten
tweede. In juli 2023 steeg het aantal uren met negatieve prijzen op
de stroommarkt behoorlijk, volgens de bekende grafiek van Martien Visser
van Entrance op "X" (28
oktober 2023). Het kan beslist zo zijn geweest, dat hierdoor met
name grotere projecten tijdelijk hun productie hebben gestaakt, om geen
geld te moeten betalen i.p.v. te ontvangen. Geen productie = geen GvO's.
De omvang daarvan is echter nog steeds een aardig mysterie, want die
afschakelingen worden bij mijn weten niet nationaal bijgehouden cq.
geopenbaard ...
Augustus
2023 zit momenteel op 1.056 GWh, wat bijna 10% lager is dan de 1.168
GWh, die tot nog toe voor ook zeer zonnig augustus 2022 door VertiCer
zijn uitgegeven.
Voor
september 2023 is tot nog toe voor 902 GWh aan GvO's afgegeven. Dat
is al ruim 17% meer, dan de al meer geconsolideerde uitkomst voor september
2022 (769 GWh). Dit is in lijn met het feit, dat Anton Boonstra uit
de KNMI data 6,8% meer horizontale instraling in september 2023 heeft
berekend dan in september 2022 (platform
"X", 1 oktober 2023), in combinatie met de toegenomen
capaciteit in het tussenliggende jaar.
Oktober
2023 heeft een voorlopig volume van 453 GWh, 8,9% onder het voorlopige
resultaat voor oktober 2022. November 2023 heeft tot nog toe een vergelijkbare
minder opbrengst, dan in november van het voorgaande jaar, in december
is het verschil ruim 4% negatief. In zeer zonnig januari werd voorlopig
bijna 202 GWh genoteerd, wat al 28% meer was dan de 158 GWh in januari
2023.
En
nóg een anomalie: GvO uitgifte februari 2024
En
toen kwam februari, met een volstrekt onwaarschijnlijk niveau van 2.109
GWh (!) aan "kennelijk" afgegeven volume van GvO's (blauwe
stippellijn). Vooral voor de categorie "Aantal uitgegeven GvO's
(niet-netlevering)" was de uitgifte in die maand extreem hoog,
bijna 1.931 GWh (92% van totale uitgifte niveau verminderd met een marginaal
niveau van teruggetrokken GvO's voor zonnestroom, 6 GWh). Dit is volstrekt
onbestaanbaar, en lijkt op een grote fout in het VertiCer systeem te
wijzen? Onduidelijk is, waar dit dan aan zou liggen. En of de fout in
een volgend rapport hersteld zal zijn / worden, of dat deze enorme toewijzing
iets geheel anders zou betreffen. Een verklaring wordt, wederom, niet
door VertiCer gegeven.
Met
name voor de laatst gerapporteerde maanden zullen er sowieso nog het
nodige aan uitgegeven GvO's bij gaan komen. Standaard bij de GvO data
van VertiCer is, dat de eerstpublicatie voor een willekeurige maand
al het grootste volume GvO's voor die maand oplevert. Afgiftes die later
worden gepubliceerd, zijn al veel geringer van omvang, en worden stapsgewijs
kleiner qua volume. Het "doorsijpelen" van later afgegeven
GvO's, die met terugwerkende kracht voor de betreffende maand worden
bijgeschreven, kan echter heel lang doorgaan. Dat kan minstens langer
dan een jaar duren in veel gevallen.
De
tweede drijvende kracht achter deze curve is uiteraard de in het recente
verleden zeer onstuimige groei van de projecten markt, met telkens flink
meer, gemiddeld genomen steeds grotere PV projecten, wier nieuwe productie
volumes in de loop van het kalenderjaar toegevoegd worden aan
de output van het eerder al bestaande productie "park". Dat
is dé drijvende kracht achter de steeds hoger wordende pieken
(bovenop de verschillen in instraling van jaar tot jaar). Alle nieuwe
capaciteit zal bijdragen aan het verhogen van de pieken, zelfs al hebben
ze in toenemende mate oost-west opstellingen.
Progressie
in winter"dips". December 2023 haalt december 2022 in
In
de productie curve is goed te zien dat de zogenaamde "winter-dips"
in de al wat meer "gesettelde" jaren (hier 2021, 2022), ook
op een steeds hoger niveau komen te liggen, a.g.v. de almaar toenemende
productie capaciteit, die ook in de winter aan een toenemende hoeveelheid
zonnestroom productie bijdragen. In deze laatste update blijkt december
2022 weer een marginaal hoger volume te zijn toegerekend, 136,4 GWh.
Dat is wel al 12,8% hoger dan in december 2021 (120,9 GWh), en is zelfs
al een factor 4,6 maal het niveau van de "dip" in het winterseizoen
van 2017/18 (jan. 2018 29,8 GWh, zie eerder
gepubliceerde historische grafiek).
December
2023 is in het huidige rapport voor het eerst in de data historie van
VertiCer qua afgegeven aantal GvO's inmiddels december 2022 voorbij,
met 141,8 GWh (4% meer dan december 2022). De verwachting is dat met
name de recentere maand productie cijfers later nog wat opgeplust zullen
gaan worden, en dat december 2023 ook nog verder kan uitlopen met de
latere toevoegingen.
7.
Jaarproducties volgens Garanties van Oorsprong
Een
herziene versie van de grafiek met de jaarlijkse uitgifte van Garanties
van Oorsprong (GvO's) werd gegeven in de analyse van de februari cijfers
(link). Er is nog steeds
geen nieuwe revisie van de oudere cijfers, alleen van de data vanaf
mei 2021. Omdat de oudere cijfers ondertussen flink gewijzigd kunnen
zijn, kunnen er nog geen nieuwe totale volumes worden bepaald.
Als
we alleen naar de geregistreerde volumes in de data van de huidige update
van maart 2024 kijken, zou 2021 in totaal 4.504 GWh gecertificeerde
productie hebben, en 2022 al 8.549 GWh, exclusief alle andere volumes
van niet bij VertiCer geregistreerde installaties (waar onder vrijwel
de gehele residentiële markt). In 2023 is tot nog toe al 8.929
GWh gecertificeerde zonnestroom productie geregistreerd, dus al ruim
boven het kalenderjaar volume van 2022. Hierbij komt ook nog, dat de
nodige nakomende volumes van eerdere maanden worden bijgeplust. Het
zal daarbij interessant zijn, te zien, wat de balans zal gaan worden
tussen de méér productie van de toegevoegde nieuwe gecertificeerde
capaciteit in 2023, in relatie tot het feit, dat de cumulatieve instraling
in dat jaar, 7,2% láger lag, dan in het relatief zonnige jaar
2022, aldus
de data-extracten en waarnemingen van Anton Boonstra.
Voor
2024 is uiteraard nog weinig van de gecertificeerde zonnestroom productie
bekend. In januari werd tot nog toe een volume van 191 GWh aan GvO's
aangemaakt door VertiCer. De bizarre toevoeging van 2.109 GWh in februari
laten we voorlopig even voor wat het is: een onbestaanbaar volume, gezien
de data historie bij VertiCer ...
8.
Bronnen
Intern
- rapportages CertiQ / VertiCer 2023, aflopend gesorteerd
VertiCer
update februari 2024 - 2023 verder uitlopend naar 2.321 MWp nieuwbouw,
18% méér t.o.v. nieuwe capaciteit in dezelfde periode
2022 (3 april 2024)
VertiCer
update januari 2024 wederom surprise - 2023 naar 2.012 MWp nieuwbouw,
nu 2,4% méér t.o.v. nieuwe capaciteit in dezelfde periode
2022 (?) (4 februari 2024)
VertiCer
update december 2023 - voorlopig 1.298 MWp nieuwe gecertificeerde PV
capaciteit, 34% minder t.o.v. nieuwe capaciteit in dezelfde periode
2022 (7 januari 2024)
VertiCer
update november 2023 - eerste 11 maanden 1.223 MWp gecertificeerde PV
capaciteit nieuw, (voorlopig) 31% minder t.o.v. nieuwe capaciteit in
dezelfde periode 2022 (4 december 2023)
VertiCer
update oktober 2023 - eerste 10 maanden 1.127 MWp gecertificeerde PV
capaciteit nieuw, (voorlopig) 33% minder t.o.v. nieuwe capaciteit in
dezelfde periode 2022 (2 november 2023)
VertiCer
update september 2023 - eerste 3 kwartalen 867 MWp gecertificeerde PV
capaciteit nieuw, (voorlopig) 46% minder t.o.v. nieuwe capaciteit in
dezelfde periode 2022 (4 oktober 2023)
VertiCer
update augustus 2023 - eerste 8 maanden 835 MWp gecertificeerde PV capaciteit
nieuw, (voorlopig) 45% minder t.o.v. nieuwe capaciteit in dezelfde periode
2022 (7 september 2023)
VertiCer
update juli 2023 - eerste zeven maanden 646 MWp, (voorlopig) 46% van
nieuwe capaciteit t.o.v. zelfde periode 2022 (2 augustus 2023)
VertiCer
(ex CertiQ) update juni 2023 - "negatieve maandgroei", stabilisatie
capaciteit; eerste half jaar 546 MWp, (voorlopig) 49% van nieuwe capaciteit
t.o.v. zelfde periode 2022 (19 juli 2023)
CertiQ
/ VertiCer update mei 2023 - "negatieve maandgroei" aantal
installaties, stabilisatie capaciteit; eerste vijf maanden 356 MWp,
38% van nieuwe capaciteit t.o.v. zelfde periode 2022 (3 juni 2023)
CertiQ
/ VertiCer update april 2023 - wederom "negatieve maandgroei";
eerste vier maanden slechts 14% van nieuwe capaciteit t.o.v. zelfde
periode 2022 (4 mei 2023)
CertiQ
/ VertiCer update maart 2023 - nieuwe en bijgestelde cijfers gecertificeerde
zonnestroom, eerste kwartaal 41% van nieuw volume QI 2022 (4 april
2023)
CertiQ
/ VertiCer update februari 2023 - nieuwe en bijgestelde cijfers gecertificeerde
zonnestroom, hoge toevoeging capaciteit januari, zeer lage hoeveelheden
in februari (7 maart 2023)
Revisie
van historische maand- en jaarcijfers CertiQ. Deel II. Grafieken, nieuwe
jaarvolumes (hoger in 2018-2020, lager in 2021), volledige sequentie
Garanties van Oorsprong. (14 februari 2023)
Januari
2023 flinke toename geregistreerde gecertificeerde zonnestroom capaciteit,
354 MWp, maar het verhaal is complexer bij CertiQ. Deel I. (8 februari
2023)
CertiQ
herziet cijfer presentatie methodiek - een nieuw tijdperk ? (8 februari
2023)
Sinterklaas
surprise november rapport CertiQ 2022 bleek een fopspeen: december rapport
wederom "negatieve groei", 1e status update. (9 januari
2023, laatste analyse van "klassieke" maandrapportage, en
links naar eerdere analyses in 2021 en 2022)
Meer
licht in de duisternis (?) omtrent ontwikkeling gecertificeerde zonnestroom
portfolio in (2019-) 2020 bij CertiQ. (4 november 2020; vroege signalering
van sterk wijzigende historische CertiQ data door Polder PV)
Extern
Data
overzichten website VertiCer (vooralsnog alleen rapportages over
2023 en 1 ouder overzicht met data tot juni 2021)
NB:
de oude website van CertiQ is niet meer actief, de url verwijst door
naar de site van rechtsopvolger VertiCer !
1
april 2024. Laagste opbrengst eerste kwartaal
bij Polder PV. Het nieuwe jaar start moeizaam met de zonnestroom
productie bij Polder PV. Dat is bij iedereen het geval, er zijn veel
sombere dagen geweest. Maart was ook al "somber" volgens het
KNMI. We hebben het er mee te doen, veranderen kunnen we het niet. In
deze analyse de cijfers voor maart en voor het eerste kwartaal, voor
het referentie systeem bij Polder PV. Wat sedert de netkoppeling van
de eerste vier zonnepanelen, op 13 maart 2000, in de basis inmiddels
8.785 dagen in bedrijf is.
De
tabel met de producties van de verschillende "sets" zonnepanelen
van Polder PV. Alleen voor maart in de eerste kolommen, en daarnaast
de cumulatie voor januari tm. maart 2024. Naast het opgestelde vermogen
in Wp wordt de productie per groep in Wattuur (Wh) vermeld, ernaast
de belangrijke afgeleide specifieke opbrengst (in kWh/kWp, hetzelfde
als Wh/Wp), waarmee de uit verschillende vermogens bestaande deelgroepjes
goed vergeleken kunnen worden. Helemaal rechts, de vergelijkbare staatjes
voor de specifieke opbrengsten in maart, resp. januari tm. maart 2023,
ontleend aan het
bericht over die maand, op de Polder PV website.
In
maart was de oudste zonnepanelen set, 4x
93 Wp Shell Solar modules, weer de best performer,
met een specifieke opbrengst van 67,62 kWh/kWp. Dat was iets hoger dan
de 66,90 kWh/kWp in maart 2023. Ook de Kyocera panelen (2x 50 Wp in
serie op 1 OK4E-100 micro-inverter) deden het prima, met een specifieke
opbrengst van 66,98 kWh/kWp, wat duidelijk hoger was dan in maart vorig
jaar, toen er wat problemen met dat setje waren. De 2 problematische
panelen (rode band) hadden
weer de laagste opbrengst, 58,27 kWh/kWp, wat lager is dan de opbrengst
in maart 2023. Het kern-systeem van 10 panelen / 1,02 kWp (lichtgroene
band) had een opbrengst van bijna 66 kWh, wat neerkomt
op een specifieke opbrengst van 64,4 kWh/kWp. Dat is al beduidend hoger
dan de 27,0
kWh/kWp in de zeer sombere februari dit jaar.
Vergelijken
we de specifieke producties in maart 2024 met die in maart 2023 (laatste
kolom rechts), blijkt 2024 gemiddelde genomen iets betere resultaten
te laten zien. Het grootste relatieve verschil was voor de Kyocera set,
wat 14% beter presteerde. De 2 "problematische" panelen in
de voorste rij presteerden 4% slechter. Het KNMI kwalificeerde
maart 2024 in een nog zeer voorlopig bericht wat al op 29 maart werd
gepubliceerd als "Recordwarm, droog en aan de sombere kant".
Met 130 zonuren i.p.v. langjarig gemiddeld (1991-2020) 145 zonuren.
Maar daar moet nog wat aan bijgesteld worden, er ontbreken nog 2 dagen.
De
lage opbrengst van maart 2024 is inmiddels geplot in het welbekende
maandproductie diagram, wat Polder PV al vele jaren lang elke maand
van een update voorziet.
In
deze grafiek alle maandproducties van het kern-systeem van 10 panelen
(1,02 kWp) bijeen, met elk kalenderjaar een eigen kleur. 2024 heeft
weer een nieuwe kleurstelling
gekregen. Tot oktober 2001 waren er nog maar 4 panelen in het eerste
systeem, en de producties daarvan zijn dan ook niet vergelijkbaar met
de rest van de datapunten. Oktober 2010 was het hele systeem grotendeels
afgekoppeld van het net, vandaar de zeer lage waarde voor die maand.
Die wordt dan ook niet meegenomen in de berekening van het langjarige
gemiddelde per maand, de dikke zwarte lijn in de grafiek.
Januari
2024 begon ver bovengemiddeld met de maandproductie, voor de 10 kernsysteem
panelen ruim 30,6 kWh. Februari dook er, dankzij vele sombere, en regenachtige
dagen, onder, en bereikte net geen dieptepunt, met bijna 27,6 kWh. Ook
maart 2024 bracht het er niet best vanaf. Met een productie van 65,7
kWh waren er nog 3 jaren die nog lager uitkwamen, maart 2023, maart
2019, en laagterecord houder 2005 (58,0 kWh), toen er enkele problemen
waren bij de destijds nog buiten onder de panelen bevestigde micro-inverters.
In
deze vergelijkbare grafiek zijn alleen de maandproducties van de laatste
vier jaar getoond. Zelfs in zo'n relatief korte periode zijn de verschillen
soms groot in de lange zomerse periode. Zoals in de maanden mei, juli
en augustus. Het relatieve verschil in maart was het hoogst, omdat die
maand in 2022 zéér
hoog scoorde (zelfs hoger dan de opvolgende maand april). Goed is
te zien dat 2024 met "mixed feelings" is begonnen. Na een
(bijna) record januari opbrengst (30,6 kWh t.o.v. 23,3 kWh langjarig
gemiddeld), lag de productie in februari 2024, in de getoonde vier jaren
op een zeer laag niveau, en zelfs ónder dat van de eerste productiemaand
dit jaar. Maart kwam slechts marginaal boven het al karige, fors ondergemiddelde
resultaat in maart 2023 uit, met 65,7 kWh.
In
deze grafiek geef ik de cumulatieve opbrengsten per kalenderjaar
voor alle maanden per kalenderjaar, tot en met de maand weergegeven
in de titel (momenteel: maart). De eerste twee jaren gelden niet voor
het gemiddelde of de mediaan, omdat er toen grotendeels nog maar 4 panelen
aanwezig waren en de producties dus veel lager dan met tien panelen.
Het gemiddelde voor de productie in januari tm. maart is in de laatste
oranje kolom weergegeven
en bedraagt (periode 2002-2024) inmiddels 150,9 kWh
voor dit deel-systeem.
We
zien een grote spreiding in de cumulatieve opbrengst voor het eerste
kwartaal, met 7 jaar die flink boven het gemiddelde uitsteken, en nogal
wat jaren er flink onder. Het overall zeer zonnige jaar 2003 had bij
Polder PV al in februari de macht gegrepen, en heeft haar positie tm.
maart bestendigd, met een cumulatieve opbrengst van 197,5 kWh voor de
eerste 3 maanden (31% meer dan het langjarige gemiddelde), gevolgd door
2022 en 2002.
De
opbrengst in januari (hoge productie), februari (zeer lage productie),
en maart 2024 (beduidend ondergemiddeld), totaal 123,9 kWh, geeft, in
totaal bezien, voor Polder PV's grootste deel installatie inmiddels
het slechtste cumulatieve resultaat in de volledige productie
periode sedert 2002, 18% lager dan het langjarige gemiddelde. Dit wordt
deels veroorzaakt door een slechte verbinding bij (minimaal) een paneel,
natuurlijk in combinatie met de niet erg beste weers-omstandigheden
in het eerste kwartaal. De eerste twee maanden maken deel uit van de
"meteorologische winter" van 2023/2024. Deze was volgens
het KNMI, ondanks de zonnige januari, "met landelijk gemiddeld
173 uren zon tegen een langjarig gemiddelde van 218 uur zeer somber".
Dit, in combinatie met de ook al sombere maand maart, maakt dat de productie
resultaten in heel Nederland niet erg best waren (zie ook verderop,
cijfers Boonstra).
In
de grafiek is wederom de mediaan waarde voor de jaren 2002 tm. 2024
weergegeven, in de vorm van de horizontale, magenta
streepjeslijn. Deze waarde ligt inmiddels flink onder het gemiddelde,
op een niveau van 144,6 kWh. De productie in januari-maart
2024 ligt 14,3% onder deze mediaan waarde.
In
deze grafiek zijn de voortschrijdende cumulaties van de energie (stroom)
productie van het 1,02 kWp basis-systeem te zien, met elk jaar een eigen
kleur. We zien voor het jaar 2023 (lichtgele kleurstelling), na aanvankelijk
een gemiddelde start in januari-februari, dat, vanwege problemen met
de installatie, de curve duidelijk onder het langjarige gemiddelde (zwarte
streepjeslijn) duikt, in juni een korte opleving laat zien, om vervolgens
weer weg te zakken, naar een voorlaatste positie, eind van het jaar.
Rekenen we 2010 als niet representatief jaar (dakrenovatie, anderhalve
maand niet gerealiseerde productie), is 2023 tot nog toe dus het slechtste
productiejaar in de lange historie van Polder PV geworden, met een jaaropbrengst
van slechts 868 kWh voor deze deel-installatie. Dat is 2% lager dan
het tot nog toe laagste productie tonende "normale" jaar,
2012 (885 kWh).
De
cumulatieve jaarproducties van de twee hoogst (2003 en 2022), en slechtst
presterende jaargangen (2023, 2012) zijn rechtsboven naast de Y-as weergegeven,
om een indruk van de spreiding te geven.
2024
begon gelukkig weer met een zeer hoge, "bijna record" opbrengst
in januari, maar door de sombere maanden februari én maart maand
werd het cumulatieve resultaat weer duidelijk gedrukt, en kwam het uit
op een voorlopig nieuw laagte-record, 124 kWh (gemiddelde over alle
jaren: 149 kWh).
Data
Anton Boonstra, Siderea.nl, NKP
Boonstra
publiceerde, zeer getrouw, al snel weer de volledige set van 4 kaartjes
met de instraling en productie in maart, en in de 1e 3 maanden van 2024,
per provincie bepaald van opgaves van het KNMI, en het PVOutput.org
portal, van 1.253 grotendeels residentiële installaties (links
in bronnen overzicht, onderaan).
De
instraling in maart 2024 lag in Nederland gemiddeld iets hoger, 0,6%,
dan in dezelfde maand in 2023, met gemiddeld 72,4 kWh/m². Er waren
wel opvallende regionale verschillen. De extremen lagen voor die maand
tussen de 65,5 kWh/m² (Groningen) en 75,7 kWh/m², ditmaal,
zeer opvallend, in het hart van Nederland, in Utrecht. De relatieve
verschillen met maart 2023 lagen tussen de -9,7% (Groningen), en +9,7%
(Limburg).
De
gemiddelde specifieke productie opbrengst (van grotendeels residentiële
installaties) lag voor heel Nederland op 62,8 kWh/kWp in maart 2024,
wat, volgens Boonstra, een geringe 0,8% hoger lag dan in maart 2023.
De extremen lagen ditmaal in Friesland (55,0 kWh/kWp), resp. 68,6 kWh/kWp
in Limburg. Een verschil van bijna 25% t.o.v. Friesland. In relatieve
zin was het verschil met maart 2023 het grootst, in negatieve zin, in
Drenthe (-9,4%), terwijl in Limburg het hoogste positieve verschil werd
vertoond (+10,0% t.o.v. gemiddelde productie in maart 2023).
Voor
de cumulatieve instraling in de maanden januari tm. maart liet
Boonstra uiteraard ook weer een kaartje zien. Over heel Nederland was
dit 125,5 kWh/m², wat 5,6% lager lag dan het niveau in jan-mrt.
2023. Drenthe zat wederom het laagst, met maar 114,3 kWh/m², en
was, zoals meestal, Zeeland, weer de gelukkige provincie, met 133,9
kWh/m². In relatieve zin lagen de verschillen met jan-mrt. 2023
tussen de -12,9% in Groningen, tot +1,5% in Limburg. Dat is een omdraaiing
van de situatie in de periode januari tm. februari, dit jaar.
Kijken
we naar de PVOutput.org installaties, is de gemeten (specifieke) productie
in de 1e 3 maanden van 2024 uitgekomen op gemiddeld 109,1 kWh/kWp geweest,
wat 8,2 lager is dan de productie in die periode in 2023. Wederom is
dat verschil weer hoger dan het verschil bij de instraling, wat zou
kunnen betekenen dat er "meer aan de hand is" met de betreffende
installaties. Wellicht kwaliteits-issues, en/of al dan niet bewuste
tijdelijke afschakeling (netproblemen e.a.). Friesland presteerde weer
het slechtst (93,7 kWh/kWp), gevolgd door Drenthe en Groningen (94,5
resp. 96,4 kWh/kWp). Zeeland is, met 119 kWh/kWp, inmiddels gepasseerd
door het weer verrassende Limburg, wat inmiddels gemiddeld 120 kWh/kWp
op de teller heeft staan.
Opvallend
blijft ook ditmaal, dat de oude installatie van Polder PV, met de gemeten
specifieke opbrengst van ruim 121 kWh/kWp in de eerste 3 maanden (tabel
bovenaan dit artikel), een betere uitkomst gaf te zien dan het gemiddelde
in zijn provincie, Zuid-Holland (113 kWh/kWp).
In
relatieve zin waren de (negatieve) verschillen met hetzelfde tijdvak
in 2023 als volgt. Het laagste verschil werd in Limburg gemeten (-3,2%,
waarbij Noord-Brabant nu, met -5,0%, op de 2e plaats is beland). Het
hoogste verschil werd nog steeds vastgesteld in Drenthe (-17,7%).
Siderea
verwijst al enige tijd voor hun opbrengst prognoses naar de nieuwe,
interactieve Landelijke
Opbrengst Berekening, met meer datapunten dan vroeger werden vermeld.
In een kort statement op het blog claimt de webmaster "De stroomproductie
uit zonnepanelen was in maart 2024 circa 12% LAGER dan het langjarig
gemiddelde (mrt 2001-2020)".
Met
de data op de LOB pagina komt Siderea voor maart 2024 tot hoge haalbare
specifieke opbrengsten van 62 (Drenthe, Friesland) tot 75 kWh/kWp (de
Kooy NH), resp. 73 kWh/kWp (Zuid-Limburg, Zeeland, W. Gelderland) voor
goed werkende installaties met "gemiddelde oriëntaties",
ZW of ZO. Tot waarden van 68 kWh/kWp voor Drenthe N en Friesland, tot
84 kWh/kWp (de Kooy), resp. 82 kWh/kWp (Z. Limburg, W. Gelderland),
voor installaties met optimale oriëntaties, op pal Z.
Voor
de langjarige periode 2001-2020 berekende Siderea voor maart haalbare
opbrengsten, tussen de 74 kWh/kWp (Veluwe) en 84 kWh/kWp (de Kooy -
kop van NH) voor "gemiddelde oriëntaties", en 84 en 96
kWh/kWp voor "optimale oriëntaties", voor de Veluwe -
noord Limburg, resp. de Kooy.
Voor
de periode jan.-mrt. 2024 komt Siderea voor "gemiddelde oriëntatie"
op waarden tussen de 112 kWh/kWp (zuid Drenthe) en 138 kWh/kWp in Zeeland.
En voor "optimale oriëntaties" tussen de 125 en 156 kWh/kWp
voor dezelfde locaties.
Zoals
eerder al gememoreerd, zijn dit allemaal ideale gevallen, veel recenter
geplaatste installaties halen deze prognoses niet, omdat ze onder suboptimale
omstandigheden zijn gerealiseerd. Bovendien komen tijdelijke afschakelingen,
gewild (negatieve stroomprijzen bij dynamisch stroom contract), dan
wel ongewild (spanningsproblemen op het laagspanningsnet, a.g.v. hoge
penetratiegraad van PV op relatief "dun" uitgelegde netten)
vaker voor, wat de werkelijk haalbare jaarproductie onder druk zet bij
de getroffen installaties.
Nationaal
Klimaat Platform had nog geen nieuwsbericht over de productie
van energie uit hernieuwbare bronnen tijdens publicatie van dit artikel.
Energieopwek.nl
De
brondata
voor het Klimaatakkoord worden als vanouds berekend door de computers
van En-Tran-Ce van Martien Visser (energieopwek.nl
website). In maart 2024 werd het hoogste gemiddelde vermogen
op de 25e bereikt, met een berekende output van gemiddeld 4,05 GW over
dat etmaal. Het hoogste niveau in maart 2023 lag op 3,23 GW (27 mrt.
2023, aangepaste cijfers, bij eerst-publicatie
was het namelijk nog 3,18 GW). Ook op 8 en 14 maart 2024 kwamen deze
gemiddeldes hoger uit dan de (her)berekende piek in maart 2023 (3,84,
resp. 3,6 GW).
Het
dag-"record" van 25 maart 2024 komt neer op een berekende
zonnestroom productie van 4,05 (GW) x 24 (uren) = 97,2 GWh. Dat ligt
al ruim 25% hoger dan het hoogste niveau in maart 2023 (77,5 GWh).
Voor
de maand maart 2024 werd de hoogste momentane output piek voor
zonnestroom door energieopwek.nl midden op de dag niet op de 25e behaald,
maar om 13h20 op 14 maart aangetikt, op een niveau van 14,12 GW. Deze
berekende piek is al fors hoger dan de hoogste piek berekend voor februari
dit jaar. Die werd in die maand op de 27e gehaald, met (herberekend)
9,98 GW.
Het
absolute record tot nog toe zou, met kennelijk wederom bijgestelde data,
op 13 en op 14 juni 2023 zijn behaald, met een momentane (berekende)
output van maar liefst 16,56 - 16,57 GW. De verwachting is, dat, gezien
de flink gegroeide PV capaciteit in Nederland, dat record weer aan diggelen
gaat vanaf de instralings-rijke voorjaars- tot zomermaanden, in het
huidige jaar.
Bronnen:
Meetdata
Polder PV sedert maart 2000
Maart
was recordwarm maar wel somber
(kort bericht KNMI, 29 maart 2024)
Maart
2024. Recordwarm, droog en aan de sombere kant (maandbericht, 29
maart 2024, nog zeer voorlopig overzicht)
Winter
2023-2024 (december, januari, februari). Zeer zacht, zeer nat en zeer
somber (bericht KNMI, 5 maart 2024)
De
staat van ons klimaat 2023: warmste en natste jaar ooit gemeten
(nieuwsbericht KNMI, 31 januari 2024, met link
naar volledige rapportage, let daarbij vooral ook op het instralingsdiagram
op slide 12 !)
Anton
Boonstra
1
april 2024 Horizontale instraling per provincie in maart 2024, in
vergelijking met het niveau in maart 2023
1
april 2024 Gemiddelde productie in maart 2024 t.o.v. ditto 2023
bij 1.253 zonnestroom installaties op het PVOutput.org platform
1
april 2024. Cumulatieve horizontale instraling per provincie in
jan-mrt. 2024, in vergelijking met hetzelfde tijdvak in 2023
1
april 2024. Gemiddelde cumulatieve productie in jan-mrt. 2024 t.o.v.
ditto in 2023, bij 1.253 zonnestroom installaties op het PVOutput.org
platform
En
verder:
Siderea.nl
(met name de interactieve
LOB berekening pagina)
Gemiddelde
zonnepanelen opbrengsten in Nederland in 2023: 0,87 kWh/Wp (Solarcare,
ongedateerd, januai 2024)
Martien
Visser / En-Tran-Ce, meestal met hoogst interessante weetjes in de "grafiek
van de dag", een paar recente voorbeelden. Productie data zijn
veelal berekend, middels steeds fijnere modelleringen, en - voor PV
- gebaseerd op voortschrijdende inzichten in combinatie met meest recente
capaciteits-data van het CBS (zie ook deze
verklarende tweet):
Zon
en wind productie eerste kwartaal 2024 op 43% van Nederlandse stroomvraag
(1 april 2024)
26%
meer zonnestroom productie berekend voor maart 2024 t.o.v. maart 2023
(31 maart 2024)
Day-ahead
stroomprijs in maart 2024 bijna 40% lager dan in maart 2023, wind en
zon drukken de markt prijs, ruim 40% effect (31 maart 2024)
Laatste
week van maart 59% van alle Nederlandse elektra uit hernieuwbare bronnen
(31 maart 2024)
Nederland
eindelijk Verenigd Koninkrijk voorbij bij aandeel elektra uit hernieuwbare
bronnen (30 maart 2024)
Capaciteit
zon en wind in landen rond Noordzee momenteel dubbele van momentane
stroomvraag, in 2030 zou dat 4x zo veel kunnen worden (28 maart
2024)
Tm.
28 maart in die maand 4x negatieve stroomprijzen op de groothandelsmarkt
(28 maart 2024)
Interessante
CO2 emissie grafiek Nederland. Per dag geplot, vanaf januari 2014
(27 maart 2024)
De
beroemde "regenboog grafiek" voor PV, berekende dagproducties
tm. 26 maart 2024; 25e "top" dag, 100 GWh (26 maart 2024)
|