zontwikkelingen "oud"
links
PV-systeem
basics
grafieken
graphs
huurwoningen
nieuws
index
 

SOLARENERGYERGY

Nieuws P.V. pagina 149

meest recente bericht boven

Specials:
Laatste cijfers groei zonnepanelen achter kleinverbruik aansluitingen Enexis, nieuwe extrapolatie NL
CBS neemt nieuwe onderzoeks-cijfers zonnestroom nog niet op in "officiële" jaaroverzicht 2017
Nieuwe prognose EOY volume gecertificeerde zonnestroom capaciteit CertiQ
CBS zonnestroom data gereviseerd (3) - uitgebreide grafieken sectie geopenbaard
Transitie salderen zonnestroom naar "overschot-subsidie" mogelijk met jaar vertraagd
CertiQ augustus rapportage 3. Nieuwe prognose eindejaars-volume 2018

5 september 2018 - 31 oktober 2018

actueel 150 149 148 147 146 145 144 143 142 141 140-131 130-121 120-111 110-101
100-91
90-81 80-71 70-61 60-51 50-41>>> highlights




12 oktober 2018: Nieuwe cijfers Alliander geplaatste zonnestroom capaciteit QIII. In navolging van de uitgebreide bespreking van de PV cijfers voor de eerste jaarhelft voor Alliander (zie artikel 26 juli 2018), wordt in het huidige artikel de net bekend geworden status voor het eind van het derde kwartaal bij de grootste netbeheerder van Nederland besproken en geïllustreerd. Voor diverse deel issues verwijs ik naar het hierboven gelinkte uitgebreide stuk.

De centrale bevindingen in deze bijdrage: (1) De nieuwe volumes in de eerste drie kwartalen bij Alliander zijn voor alle deelgebieden zeer hoog, en voor het totale volume in het netgebied al het dubbele van de totale aanwas in heel 2017 (441 MWp versus 222 MWp). (2) Alliander had het derde kwartaal van 2018 al ruim 1,3 GWp aan PV capaciteit in haar netgebied. (3) Het netbedrijf koerst mogelijk af op een eindejaars-accumulatie van ruim 1,4 GWp, en (4) mogelijk een jaargroei van bijna 560 MWp. Nieuwe berekeningen voor de mogelijke nationale volumes, op basis van de laatste cijfers van Liander lijken echter onwaarschijnlijk hoog uit te pakken in het licht van laatste afschattingen door Polder PV.


Groei zonnestroom capaciteit per deelgebied Alliander

In de hier onder weergegeven grafiek de ververste data van Alliander, met segmentatie per deelgebied van deze netbeheerder. Hierna genoemd (dochter) Liander. Het noordelijke deel van Zuid-Holland valt onder het netgebied van Liander. Het - veel grotere - zuidelijke deel echter valt onder netbeheerder Stedin, waarvan we de gegevens (nog) niet kennen. De grijze curve geeft derhalve een totaalbeeld van slechts een kleiner deel van provincie Zuid-Holland weer! En is dan ook niet zomaar te vergelijken met "Noord-Holland incl. Amsterdam", of de andere "compleet gedekte" provincies. Ik heb steekproefsgewijs historische data gecheckt, en geen verschillen met de data getoond in het vorige diagram gevonden. Het lijkt er dus op dat die oudere data als "gesetteld" beschouwd kunnen worden.


In de grafiek zijn per deelgebied van Liander accumulatie lijnen voor de capaciteit per deelgebied uitgezet (in MWp), per kwartaal. De eindstand van het laatst bekende kwartaal (Q3 2018, dus tm. eind september), is rechts weergegeven, met de daarbij behorende getallen. In de oorspronkelijke presentatie van Liander is naast Amsterdam ook "Noord-Holland zonder Amsterdam" als gebied weergegeven. Ik heb een lijn toegevoegd met "Noord-Holland inclusief Amsterdam" om evt. deel-effecten van de hoofdstad van Nederland op het provinciale totaal te kunnen weergeven (donkerblauwe curve, eindigend met 365 MWp, Q3 2018, voor Amsterdam was dat 42 MWp, voor NH zonder Amsterdam dus 323 MWp). Ik benadruk hier de ontwikkeling in het voorlaatste kwartaal (Q3). Voor bespreking van diverse eerdere opvallende fenomenen, in de historie van deze grafiek, zie artikel van 26 juli jl.

De eerder gesignaleerde versnelling in 2018 lijkt bij Liander een verschillend vervolg te hebben gehad in het derde kwartaal, afhankelijk van het deelgebied. Noord-Holland (met en zonder Amsterdam), Friesland, en Amsterdam zelf, toonden een duidelijk lager (doch nog steeds relatief hoog) groeitempo dan eerder in het jaar. Flevoland en noordelijk Zuid-Holland lijken een rechte koers te varen. Dat geldt ook voor de hier duidelijk afstekende "kampioen" bij Liander, Gelderland. Wat met bijna rechtlijnige groei een hoog volume van 477 MWp wist te bereiken, eind Q3 2018. Dat is al 163 MWp meer capaciteit dan eind 2017 stond genoteerd (314 MWp). Gelderland is daarmee verder uitgelopen op het - tijdelijk ? - terug gevallen Noord-Holland (incl. Amsterdam), wat op 365 MWp bleef "steken".

Dat Noord-Holland en Friesland zijn "terug gevallen" in groei heeft vermoedelijk te maken met het feit dat in het derde kwartaal waarschijnlijk geen - of nauwelijks - nieuwe zonneparken en/of grote rooftop projecten zijn bijgeschreven. Begin dit jaar werd het eerste deel van zonnepark Groene Hoek in de Haarlemmermeer polder opgeleverd, en in Friesland zelfs meerdere zonneparken (die Polder PV in de zomer op de fiets heeft bezocht). Recent zijn bij mijn weten nog geen nieuwe grote zonneparken in deze twee provincies toegevoegd. Dit kan de duidelijke "knik" in de betreffende curves verklaren.

Verschil tussen "beste" en "minst beste" performer

Eind 2017 was het verschil in accumulatie tussen Gelderland en noordelijk Zuid-Holland een factor 5,6. Eind Q3 is dat verschil zelfs iets terug gelopen tot een factor 5,5. M.a.w.: mijn regio, noordelijk Zuid-Holland, heeft weliswaar relatief weinig volume t.o.v. de andere Liander regio. Maar kan, met haar eigen relatieve groei, nog steeds Grote Zus Gelderland, goed bijbenen.


Groei bij Liander anderszins belicht

Van de nieuwe Liander data heb ik ook een totaal grafiek gemaakt, met daarin de relatieve wijzigingen van de progressie van PV capaciteit per kalenderjaar, en voor de status tm. Q3 voor 2018, voor het hele netgebied.

In de oranje curve (referentie: rechter Y-as) de totale accumulatie van zonnestroom producerende capaciteit in het hele netgebied van Liander. Data punten per kwartaal. De eindejaars-accumulaties zijn weergegeven in vetgedrukte cijfers boven de betreffende data punten (Q4 van elk jaar). Was eind 2011 nog maar 29 MWp bekend bij deze netbeheerder, is dat eind 2014 al 296 MWp geworden, en eind 2017 874 MWp. Eind Q3 2018 is bij Liander inmiddels een opgestelde PV capaciteit bekend van maar liefst 1.315 MWp. De 1 GWp drempel werd reeds het eerste kwartaal in 2018 overschreden. In blauwe kolommen heb ik de relatieve toename van de kalenderjaar capaciteit t.o.v. het eindejaars-volume van het voorgaande jaar getoond, uitgedrukt in procent van dat volume (voorbeeld eind 2012: [(70-29)/29]*100% = 141% groei). Als referentie dient voor deze variabele de linker Y-as. Jaargroei cijfers in 2012 en 2013 waren spectaculair, 141-159% t.o.v. EOY volumes in het voorgaande jaar, vanwege de toen geldende, zeer riante Lenteakkoord subsidie voor particulieren (max. EUR 650 in het handje bij aanschaf zonnepanelen, verder geen verplichtingen, medio 2013 was het budget compleet vergeven).

Maar ook daarna bleven die relatieve percentages hoog, al werden ze na de kort durende euforie van 2012-2013 (en het volledig op souperen van het cadeautjes-budget) een stuk lager. En werd, bij al hoge voortschrijdend geaccumuleerde volumes eind van elk jaar, het natuurlijk steeds "moeilijker" om dat percentage hoog te houden. Derhalve namen die, ondanks voortgaande jaargroei cijfers, per jaar af. Van 63% eind 2014 tot 34% eind 2017. Overigens: nog steeds een zéér respectabel volume. Als we nu de stand van eind Q3 2018 nemen, 1.315 MWp, en deze vergelijken met die van eind 2017, 874 MWp, is er in de eerste drie kwartalen van het jaar van 2018 echter alweer 51% relatieve groei gerealiseerd (441 MWp) t.o.v. die eindejaars-accumulatie. Dat is al anderhalf maal méér dan in het hele kalenderjaar 2017 (34%) ! Dit wijst er nogmaals op, dat 2018 een absoluut record jaar gaat worden, als de groeicurves niet substantieel zullen "instorten" in het laatste kwartaal. Mede gezien de ontwikkelingen, én de reeds door Polder PV op de Vakbeurs Energie aangekondigde enorme portfolio aan grondgebonden zonneparken die nog dit jaar zou moeten worden opgeleverd, is dat hóógst onwaarschijnlijk. Vermoedelijk gaat het laatst toe te voegen rode verbindings-lijntje voor het laatste kwartaal weer een fors ópwaartse "knik" vertonen in deze grafiek.


Mogelijke impact op totale jaargroei Liander 2018

Als we nu, vergelijkbaar met de extrapolaties die ik voor de mogelijke eindejaars-cijfers van CertiQ heb gedaan, de lijn(en) voor eind 2018 doortrekken, en nog een derde, mogelijk nauwkeuriger rekenmethode hanteren om het potentieel voor Liander te becijferen, kom ik op de volgende bevindingen.

(1) Met een "best-fit" 4e graads polynoom trendlijn berekent Excel voor eind 2018 een mogelijke cumulatie van zo'n 1.625 MWp eind 2018 in Liander gebied (op basis van de beschikbare data). Dit ligt iets lager dan de extrapolatie op basis van cijfers tm. het 2e kwartaal (1.675 MWp), omdat de groei in het derde kwartaal wat is terug gevallen.

(2) Als we de trend nemen in het laatste driekwart jaar, en trekken we de lijn tussen de datapunten van eind 2017 via eind Q3 2018 rechtlijnig door ("gelijkblijvende trend in heel 2018"), komen we ook ongeveer op dat niveau van zo'n 1.625 MWp uit.

Dat zijn beslist aanzienlijk volumes, vandaar dat ik ook nog een derde reken methodiek heb gebruikt, net als in het voorgaande artikel.

(3) Een derde vorm van extrapolatie wordt hier net als in het vorige bericht gefavoreerd. We kijken daarbij naar de trend van de door Liander gemelde volumes in het laatste kwartaal in de afgelopen jaren. En nemen deze over voor het nog onbekende jaar 2018. Daaruit volgt het volgende staatje:

Groei volumes PV Liander
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018**
Groei Q4 (MWp)
23
17
21
45
39
50
117 ?
Groei hele kalenderjaar (MWp)
41
111
114
161
195
222
558 ?
Aandeel Q4 op totaal (%)
56%
15%
18%
28%
20%
23%
21% ?
Accumulatie - EOY volume (MWp)
70
182
296
455
652
874
1.432 ?

Cijfers voor 2017 zouden nog kunnen worden bijgesteld. Die voor 2018 zijn speculatieve extrapolaties. We zien hierin behoorlijk wisselende percentages aandeel van het 4e kwartaal, op de totale jaar groei. 2012 was exceptioneel, omdat toen de "Lenteakkoord subsidie" full-swing was. Daarna zijn de percentages een stuk lager (de 2e jaarhelft van 2013 was de subsidie al lang op).

Als we het gemiddelde van de "representatieve" jaren 2013-2017 nemen, en dus (gemiddelde) 21% aandeel van het vierde kwartaal op het totaal, cq. 79% aandeel voor de eerste 3 kwartalen aannemen. Dan zou met de eerder gevonden reeds aanzienlijke (1.315 - 874 =) 441 MWp groei in het netgebied van Liander in de eerste 3 kwartalen van 2018, onder dit derde extrapolatie "model", er bij Liander zo'n (441/79)*100 = 558 MWp bij kunnen komen in het hele jaar. En dus zo'n (558-441 =) 117 MWp in het 4e kwartaal. Waarmee de eindejaars-capaciteit op (874 + 558 =) 1.432 MWp zou kunnen komen. Wat nog weer 1% hoger ligt dan de 1.419 MWp berekend op basis van de cijfers tm. Q2 in een vorige afschatting.

Wederom geldt hier: nog steeds als "minimum" optie van de drie reken scenario's hier gepresenteerd (laagste raming, de voorgaande 2 lagen op een nóg veel hoger volume, zo'n 1.625 MWp). Deze "laagste raming" voor de eindejaars-capaciteit bij Liander, dit jaar, blijft erg hoog. Maar, als er geen grove fouten in de door deze netbeheerder gepresenteerde cijfers zitten, moeten we er voorlopig van uitgaan dat, op basis van die aanname, "eind 2018 mogelijk ruim 1,4 GWp accumulatie", resp. "jaargroei 2018 mogelijk 558 MWp" in Liander gebied toch een "best guess" is. Er daar bij van uitgaand dat eventuele met terugwerkende kracht geldende correcties van Liander van de huidige cijfers (met name die voor 2017 en 2018) beperkt zullen blijven.


Jaargroei cijfers Liander in grafiek - incl. eerste drie kwartalen 2018

In deze derde grafiek geef ik u de uit de accumulatie cijfers van Liander te halen jaargroei cijfers voor de afzonderlijke gebieden in grafiekvorm. Zie ook de eerste grafiek in dit artikel (accumulaties per kwartaal). De grafiek is met logarithmische Y-as weergegeven om ook de totalen te kunnen laten zien voor het hele netgebied van Liander (bruine kolommen). Voor de groei van de volumes in de eerste drie kwartalen van 2018 zijn de kolommen ongevuld en met gestreepte periferie weergegeven: de nog onbekende volumes in het laatste kwartaal van dit jaar moeten daar straks nog bij worden opgeteld.


Ter vergelijking met de jaargroei cijfers in 2017 zijn de huidige volumes (eerste 3 kwartalen 2018) aangegeven. Ze tonen allemaal, alle deelgebieden, al volumes die - soms extreem - hoger zijn dan genoemde jaarvolumes in 2017. Het totale volume in de eerste 3 kwartalen van 2018, 441 MWp, is al vrijwel de dubbele hoeveelheid van het hele jaarvolume in 2017. Wat, wederom, aangeeft dat 2018 al een "boom-jaar" is, en wordt, voor PV.

De grafiek toont de groeicijfers per jaar in MWp, op een logarithmische Y-as, en per deelgebied. Noord-Holland* is getoond inclusief Amsterdam. De hoofdstad is daarnaast ook apart getoond (NB: volume groei in 2012 was 1 MWp, is dus niveau van de X-as). Hieruit blijkt, dat in 2016 in Amsterdam een - beperkte - "dip" is opgetreden bij de jaargroei (2015 5 MWp, 2016 4 MWp, alweer goed gemaakt in 2017, met 7 MWp nieuwbouw bekend). In 2018 is dat, met nog een kwartaal te gaan, alweer ruim verdubbeld naar 15 MWp.

De in een eerder artikel besproken "administratieve aberratie" bij Flevoland is in het jaar 2016 zeer goed te zien. Er is toen een "kunstmatig hoge" groei geweest van maar liefst 40 MWp, terwijl 2015 maar 15 MWp aanwas liet zien. Dat komt door de overheveling van de toen al zonnepanelen rijke Noordoostpolder (NOP) van Enexis naar Liander, waardoor een fors potentieel aan capaciteit "ontbreekt" in de eerdere data voor Flevoland bij Liander. Gebaseerd op gemiddelde groeicijfers, en de historische trend in de provincie als geheel, is het met een rode accolade weergegeven deel - waarschijnlijk het "overgehevelde" volume voor NOP - in de grafiek weergegeven. Dat is dus geen "normale" groei geweest, maar een administratieve aanpassing. Liander noch Enexis reppen over deze toch wel opvallende "glitch" in hun PV statistiek cijfers. In de cijfers voor 2017 is de situatie weer genormaliseerd, en werd een jaargroei van 24 MWp vastgesteld voor Flevoland, bij Liander. De "natuurlijke" groei in de eerste drie kwartalen van 2018 was in Flevoland aanzienlijk, 45 MWp, ook al bijna het dubbele van het volume in het hele voorgaande jaar.

Dat ook bij Liander in het nieuwe jaar (2018) "alle remmen los" zijn gegaan laat de laatste kolommen groep zien, "2018 QIII". Alle volumes in het eerste driekwart jaar zijn véél groter dan de toename van de capaciteiten in het hele vorige kalenderjaar. De factoren "eerste driekwart jaar groei 2018 t.o.v. complete kalenderjaar 2017" zijn als volgt:

  • Amsterdam factor 2,1x
  • Zuid-Holland noord factor 1,9x
  • Flevoland factor 1,9x
  • Friesland factor 2,4x
  • Noord-Holland incl. Amsterdam factor 1,7x
  • Gelderland factor 2,1x
  • Totaal heel netgebied Liander factor 2,0x.

En bij deze volumes voor QI-III 2018 moeten straks dus de cijfers voor het laatste kwartaal nog worden opgeteld. I said so: "2018 booming solar for the Netherlands" ...


Betekenis Liander cijfers voor totale potentieel Nederland - speculatieve berekeningen met spectaculair (onwaarschijnlijk ?) resultaat

Zoals eerder reeds aangegeven (analyse gegevens Stedin tm. 2017), moeten we zeer voorzichtig blijven met extrapolaties op basis van de data van 1 netbeheerder, zelfs al is het in het onderhavige geval de grootste. Met, volgens het laatst beschikbare Energietrends rapport (2016), 2.938.787 van de in totaal 8.102.109 aansluitingen voor elektra. Dus (toen) 36,3% van het totaal omvattend. Enexis zat toen op zo'n 32,7% van het totaal, de andere netbeheerders hebben veel kleinere netgebieden. Desondanks kunnen we, met deze waarschuwing in het achterhoofd, voorzichtig gaan proberen om in ieder geval een "zoekrichting" te bepalen voor het nationale potentieel. En wel op basis van het voorgaande: aanname "ruim 1,4 GWp in Liander gebied eind 2018 is mogelijk op basis van extrapolatie van hun eigen data". En op basis van de historische evolutie van de tot nog toe bekende jaargroei cijfers van zowel Liander (volgend uit hier geciteerde data), als die van het CBS (laatst bekende cijfers *: zie artikel PPV van 31 juli 2018). Nieuwe jaargroei data voor 2011-2012 zijn nog niet door CBS berekend, en in grijs weergegeven. Jaargroei data voor 2017 kunnen later (eind 2018 of nog in 2019) met terugwerkende kracht bijgesteld gaan worden, zowel voor die van het CBS, als voor die van Liander **. Voor de jaargroei data van Liander, zie ook laatste grafiek in dit artikel, onderaan.

Capaciteit PV
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017* **
2018**
CBS jaargroei YOY (MWp) *
59
138
363
358
518
609
738
1.800 ?
Liander jaargroei YOY (MWp)
< 9 ?
41
112
114
159
197
222
558 ?
Wijziging t.o.v. groei vorig jaar
356% ?
173%
2%
39%
24%
13%
158% ?
Aandeel Liander t.o.v. CBS (%)
15%
30%
31%
32%
31%
32%
30%
31% ?
EOY accumulatie CBS (MWp)
149
369
746
1.048
1.515
2.049
2.864
4.673 ?

Cijfers voor 2017 zijn nog niet zeker, en kunnen nog worden bijgesteld. Die voor 2018 zijn speculatieve extrapolaties. Ook in deze tabel weer behoorlijke fluctuaties bij de reeds "historische" aandelen van de groei van de jaar volumes bij Liander t.o.v. die van heel Nederland (CBS). Voor 2011-2012 is de jaargroei bij Liander niet goed bekend vanwege het ontbreken van nieuwe eindejaars-cijfers bij CBS tm. 2011. Met de nieuwe CBS cijfers, lijkt het aandeel van Liander nu een stuk stabieler, dan in de voorgaande analyse (toen werden nog oude CBS data gebruikt). Dat schommelt tussen de 30 en 32%. Gemiddeld in de periode 2013-2017, met de nieuwste cijfers, is dat ruim 31%. We nemen dat gemiddelde aandeel cijfer over voor het jaar 2018, zie laatste kolom.

Als we die 31% op het in de vorige tabel berekende 558 MWp jaargroei cijfer van Liander toepassen, en extrapoleren naar het mogelijk daar uit volgende nationale volume, komen we op een extreem hoge 1.800 MWp uit, voor de mogelijk (maximale ?) totale jaargroei aan PV in ons land, in 2018. Als dat voor velen volstrekt onwaarschijnlijke niveau zou materialiseren, zou eind dit jaar een geaccumuleerd volume van wellicht zelfs bijna 4,7 GWp aan PV kunnen staan (laatste regel in de tabel). Als eventuele ingrepen van CBS in de "bestaande" cijfers voor 2017 (en mogelijk eerder) zeer fors zullen zijn, zullen die volumes ook nog behoorlijk aangepast kunnen gaan worden.

Ik vind de uitkomst van deze natte vinger reken excercitie zelf ook zeer hoog, en hoogst fragenswürdig. Eerder heb ik een mogelijke nationale jaargroei van anderhalve GWp in 2018 als waarschijnlijk geventileerd (Vakbeurs Energie in Den Bosch). Dus mogelijk zitten er te "optimistische" aannames in deze serie berekeningen, en/of het rekenen met meerdere aannames geeft te hoge risico's op sterke afwijkingen in het eind resultaat.

Nagekomen

Dat gepubliceerde data door netbeheerders geen "vaste waarden" zijn, laat ook de on-line statistiek van Alliander zien. Bij een check van hun data op 17 december 2018, ruim 2 maanden na publicatie van bovenstaand artikel, blijkt het geaccumuleerde volume nu niet 1.315, maar 1.314 MWp te zijn geworden. Kennelijk is hier een - aangepaste - afronding in het spel, want de accumulaties bij de deelgebieden blijken gelijk te zijn gebleven (voor de komma).


Ontwikkeling zonne-energie (evolutie PV capaciteit in netgebied Alliander; status update tm. Q3, 2018, gepubliceerd 11 oktober 2018)

Disclaimer
Hier nogmaals bekrachtigd: claims in dit artikel berusten op de aanname dat de data verstrekt door Liander "bij benadering correct zullen blijken te zijn". Als er in de gepresenteerde data fors zal worden ingegrepen en (historische) cijfers structureel zullen wijzigen, zullen ook de berekeningen gedaan op basis van de hier gepresenteerde, oorspronkelijke data tot flinke afwijkingen kunnen leiden in de resultaten. Ingrepen in historische bestanden zijn eerder voorgekomen. Bij Liander zelfs op vrij dramatische wijze. Zie het Polder PV artikel van 17 juli 2014!



11 oktober 2018: Laatste cijfers groei zonnepanelen achter kleinverbruik aansluitingen Enexis - en alweer nieuwe extrapolatie NL. In een tweet van Enexis medewerker Kees van Daalen (Twitter, Linkedin) worden recente data van nieuwe registraties van zonnepanelen achter kleinverbruik aansluitingen getoond. Polder PV reconstrueerde de cijfers van Enexis, en is er mee gaan rekenen. Mede naar aanleiding van eerder gepubliceerde kleinverbruik (KVB) cijfers van Stedin, en Enduris, en een eerste prognose voor het mogelijk aantal "huishoudens met zonnepanelen", eind dit jaar, zoals op 10 oktober door Polder PV gepresenteerd op de Vakbeurs Energie in Den Bosch.

Leuke nieuwe grafiek
Van Daalen laat een grafiekje zien met progressie van de volumes van zonnepanelen meldingen bij kleinverbruikers in het netgebied van Enexis, tot en met augustus 2018. Dat is een extensie van eerder getoonde data gepubliceerd in een bericht op de Zelf Energie Produceren (ZEP) site van de netbeheerder (16 juli 2018), waarin cijfers tm. juni worden getoond. Opvallend daarbij is, dat aantallen nieuwe meldingen / registraties voor de maanden april tm. juni in de nieuwe grafiek fors afwijken van die getoond in de vorige update. Met name juni wijkt sterk af: in de vorige update ongeveer 7.900 nieuwe aanmeldingen. Dat blijkt in het nieuwe grafiekje getoond door van Daalen echter nog maar zo'n 6.600 exemplaren te zijn geworden. Een verschil van minus 16 en een half procent. Daarom altijd de blijvende waarschuwing, en het opgeheven vingertje van Polder PV: statistieken van eerdere datum, kunnen in latere versies altijd nog (flink) wijzigen! Staar u derhalve nooit blind op dergelijke grafieken. Vandaar dat ik dat ook bijna altijd vermeld als ik data van derden publiceer.

Van Daalen stelt in zijn tweet echter terecht dat de aanwas indrukwekkend is in het netgebied van Enexis. Er zouden bij zijn werkgever zo'n 2 tot 3 duizend nieuwe meldingen (NB: alleen kleinverbruik !) van - meestal - particulieren binnenkomen met (meestal nieuwe) PV installaties per week binnenkomen. Rekenend met een "geschat piekvermogen van 4 kWp" per installatie (dat ligt m.i. aan de hoge kant, vooral als daar residentiële systemen mee bedoeld zouden worden) concludeert van Daalen: "Met enige vertraging wordt er dus 10 MWp aan terugleververmogen per week bijgeplaatst bij particulieren".

Ik zou het zo niet formuleren (dat zeggen we immers ook niet van een nieuwe kolencentrale, "terugleververmogen"), maar duidelijk is dat het ook bij kleinverbruik hard gaat met de meldingen dit jaar. Bovenop wat ik al veel langer heb vastgesteld: snoeiharde groei in de projecten markt die, met SDE beschikking, in de dossiers van CertiQ terecht komt (laatste analyse van de september cijfers hier).

Nieuwe data - dus de zakjapanner / Excel er bij gehaald
Omdat ik nieuwsgierig werd naar de achterliggende getallen, heb ik een reconstructie van de getoonde grafiek gemaakt. Daarbij heb ik met Excel een overlay grafiek gemaakt, en net zo lang cijfers zitten aanpassen, tot ik een vrijwel perfecte match kreeg met de curves in de getoonde grafiek.

De resultaten van die getallen reconstructies en daar uit volgende berekeningen zijn als volgt voor zonnestroom (KVB bij Enexis en - mogelijk - landelijk):

  • Nieuwe totaal cijfers voor 2016 en 2017 laten kleine verschillen zien met eerder gepubliceerde data op het blog van ZEP.
  • Nieuwe meldingen per maand fluctueren behoorlijk. Van minimaal zo'n 2.590 (dec. 2016) tot maximaal ongeveer 7.700 (juli 2018).
  • In Enexis gebied zijn in 2016 en 2017 achtereenvolgens ruim 38.500 en ruim 54.300 nieuwe KVB installaties aangemeld.
  • Het verschil laat een relatieve toename zien van 41% (groei 2017 t.o.v. aanwas 2016).
  • in de eerste 8 maanden in de jaren 2016 tm. 2018 was de aanwas gemiddeld 3.183, 4.558, resp. 6.141 installaties per maand.
  • Dit resulteert in groeicijfers van die gemiddeldes, van 43% (2016 > 2017), tot resp. 35% (2017 > 2018).
  • Uitgaand van het gemiddelde voor de 1e 8 maanden voor 2018, zou het hele jaar bijna 74.000 nieuwe installaties kunnen opleveren.
  • Dat zou bij Enexis een jaargroei kunnen veroorzaken, die 36% hoger is dan die in 2017 (NB: de aantallen KVB installaties).
  • Met eerder gepubliceerde data mee gerekend zou dit eind 2018 kunnen resulteren in bijna 288.000 KVB PV installaties, alleen in Enexis gebied.
  • Op basis van gemiddelde nieuwe systeemgrootte KVB in netgebied Stedin in 2017 (3,35 kWp/installatie) zou nieuwbouw volume voor Enexis in 2018 ongeveer 247 MWp kunnen bedragen (gemiddelde kan hoger liggen, i.v.m. daar meer agrarische KVB aansluitingen).
  • Met medename van dit vermoedelijke KVB minimum voor Enexis, een mogelijke jaargroei van 90 MWp KVB voor Stedin in 2018 (uitgangspunt: 2x nieuw 1e half jaar volume), én een mogelijke jaargroei van 21 MWp KVB bij Enduris (Zeeland)*, komen we op een totale, minimaal nieuwe KVB omvang van zo'n 358 MWp voor alleen deze 3 netbeheerders, in 2018.
  • Aangezien deze 3 netbeheerders bijna 61% van alle elektra aansluitingen hebben (Energietrends rapport 2016), zou hier uit kunnen volgen dat, alleen voor KVB, Nederland in 2018 zo'n 590 MWp toegevoegd zou kunnen krijgen.
  • Dat zou, bij gelijkblijvende aanname 3,35 kWp/installatie gemiddeld, een toevoeging kunnen opleveren van dik 176.000 nieuwe KVB systemen in het jaar 2018. Een record volume (aanwas 2017 was volgens CBS bij woningen bijna 119.000 exemplaren).
  • Indien de uitkomst in die buurt zou komen te liggen, zou de hoge prognose die ik net op de Vakbeurs Energie in Den Bosch voor de ontwikkeling van "salderende huishoudens" heb verkondigd (ongeveer 650.000 geaccumuleerd, einde 2018), onder aanname dat daar onder "kleinverbruik" wordt verstaan (wat bij de "aantallen" een redelijke benadering zal zijn, gezien de dominantie van residentiële installaties), mogelijk nog verder omhoog moeten worden bijgesteld. Tot een volume van wellicht (fors) meer dan 690.000 exemplaren, eind 2018. Als de veronderstellingen / aannames die in deze berekening zitten enigszins hout snijden en in realiteit niet te veel zullen afwijken.

* Data door Polder PV opgevraagd bij Enduris n.a.v. eerder verschenen cijfers in artikel in Solar Magazine, die (nog) niet op de website van Enduris zelf zijn gepubliceerd. Reconstructie van potentieel jaarvolume 2018 is op basis van de gemiddelde geregistreerde aanwas bij KVB aansluitingen in de eerste 8 maanden.

Bij het uitgangspunt dat die "dik 690.000 salderende kleinverbruikers eind 2018" grofweg kan kloppen, heb ik dat data punt toegevoegd aan de grafiek die ik op 10 oktober op de Vakbeurs Energie heb laten zien (Seminar PV in de praktijk).

Grafiek voor het eerst getoond in 2014 (Solar Future conferentie), en recent nog, met oudere Klimaatmonitor data, bij de bespreking van de aangekondigde wijzigingen "van salderings-regeling naar terugleversubsidie" beleid van Wiebes. Waarin weergegeven de toenmalige inschattingen van het ministerie voor Economische Zaken, van de evolutie van salderende huishoudens (blauwe curve), en, über-optimistisch, het aantal in postcoderoos projecten participerende huishoudens (rode curve). Postcoderoos is, t.o.v. de verwachtingen van Min. EZ, en ondanks gigantisch veel inzet van talloze vrijwilligers bij tientallen energie coöperaties, extreem zwaar tegengevallen wat resultaten betreft (paarse data punten, onderzoek bureau Kwink, en eigen data postcoderoos projecten). En zal waarschijnlijk onder Wiebes een stille dood gaan sterven, tenzij er "wordt ingegrepen". Maar de evolutie bij de "klassiek salderende kleinverbruikers", groene curve(s), afgeleid van de nieuwste CBS data, en van de nieuwste inzichten over de potentie in 2018 van Polder PV, laat zien dat het op dat belangrijke punt, tot nog toe nog steeds de "dragende zuil" van de Nederlandse zonnestroom markt, allemaal veel harder is gegaan dan ooit bevroed. Mijn afschatting voor 2018 lag al hoog (mogelijk 650.000 kleinverbruik aansluitingen met zonnepanelen geaccumuleerd). Maar met de meest recente data van Enexis, en de resultaten voortvloeiend uit bovenstaande berekening, moet ik die hoge prognose nogmaals verder omhoog bijstellen. Weergegeven in het datapunt (met vraagteken): > 690.000 ?

(toegevoegd n.a.v. vraag Jasper Vis): Als dat getal zou kloppen, zou het aantal kleinverbruikers / huishoudens met zonnepanelen op bijna 9% zijn komen te liggen, eind 2018 (CBS Open Data: begin 2018 7.857.914 huishoudens in Nederland).

Bron (incl. eigen berekeningen Polder PV, NB: uitkomsten altijd onder strict voorbehoud dat brondata enigszins kloppen!):

Tweet Kees van Daalen (8 oktober 2018)



8 oktober 2018: CBS neemt nieuwe onderzoeks-cijfers zonnestroom nog niet op in "officiële" jaaroverzicht 2017. Het heeft weer enige tijd geduurd, maar op 5 oktober werd het jaarlijkse CBS rapport, "Hernieuwbare energie in Nederland" gepubliceerd, met cijfers over het reeds lang verstreken jaar 2017. Opvallend daarbij is, dat nieuwe cijfers verkregen uit een compleet andere onderzoeks-aanpak voor de data voor zonnestroom, nog niet zijn opgenomen in dit rapport. Deze worden mogelijk pas eind van het jaar verwerkt, en ook dat zal nog niet de "definitieve stand van zaken" opleveren voor dat jaar.

Omdat de nieuwe cijfers voor zonnestroom nog niet zijn opgenomen in dit rapport, claimt CBS in dit jaar rapport dat - op basis van de oude (drie maal herziene) cijfers - er 815 MWp PV capaciteit is bijgeplaatst in 2017. Dit terwijl uit de nieuwe eindejaars-cijfers volgt, dat er nog maar 738 MWp zou zijn bijgekomen in 2017. Beide getallen liggen nog steeds fors onder de 853 MWp uit het Solar Trendrapport (ook bepaald via een nieuwe onderzoeks-systematiek). Volgens het CBS zou genoemde 815 MWp 50% meer zijn dan de groei in 2016 (tabel in rapport: 534 MWp, verschil is dus zelfs bijna 53%). Voor het eindjaars-volume wordt 2.864 MWp weergegeven, waarbij het nieuwe CBS onderzoek al met een volume kwam van 2.873 MWp. Wat ook nog bijgeplust zal kunnen worden, als nieuwe cijfers beschikbaar komen, met name van de netbeheerders, en van CertiQ. Van beide partijen is bekend, dat in voorgaande jaren later herzieningen zijn gekomen van eerder gerapporteerde jaar cijfers. Bij CertiQ zelfs behoorlijk naar boven bijgesteld (voor het jaar 2017 werd recent zelfs 8,5% van de capaciteit naar boven bijgesteld).

Aandeel zonnestroom / zonne-energie op totaal
Met de in het rapport weergegeven data komt CBS voor zonnestroom op een aandeel van 5,6% bijdrage aan het "eindverbruik van hernieuwbare energie". Meer specifiek, zonnestroom productie (en verbruik) van 7,7 PJ*, totaal "hernieuwbaar" 138,3 PJ (elektra + warmte + vervoer). Voor zonnewarmte (thermische zonne-energie) lag dat, zoals eerder al gesignaleerd door Polder PV, veel lager, 1,1 PJ, dus een aandeel van 0,8% op totaal "hernieuwbaar". Tezamen (PV + thermische ZE), zou zonne-energie dus 6,4% claimen in 2017.

Kijken we alleen naar de productie van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen, 60 PJ in 2017, zou zonnestroom van die hoeveelheid al 12,8% claimen (wind dominant: bijna 58%).

Kijken we naar het totaal van alle als "hernieuwbaar" bestempelde opties, 138,3 PJ bruto eindverbruik (hoofdtabel in rapport, p. 17), is dat een aandeel van 6,6% op het totaal aan bruto energetisch eindverbruik geweest, wat in 2017 alweer met ruim een halve procent is gestegen (van 2.084 PJ in 2016), naar 2.095 PJ. T.o.v. dat totale bruto energieverbruik is het aandeel van zonne-energie natuurlijk nog maar gering, maar wel al jaren stijgend: van 0,02% in 2000, naar 0,42% in 2017.

* 1 PJ = 1 petajoule = energie equivalent van ongeveer 278 GWh aan elektriciteit (1 GWh = 1 miljoen kilowattuur).

SDE hoge impact komende jaren
CBS kondigt net als Polder PV aan, dat de volumes fors zullen gaan stijgen "als projecten waarvoor SDE+ is toegekend ook daadwerkelijk tot het plaatsen van zonnepanelen leidt". Ik kan u verzekeren: dat gebéurt al massaal, en het zal nog jaren in zeer hoge mate gaan plaatsvinden. Alle beschikbare cijfers (CertiQ, netbeheer) wijzen daar expliciet op. Vreemd is wel, dat CBS claimt, dat van SDE 2014 "520 MWp van de aangevraagde en beschikte 642 MWp is geplaatst". Ten eerste is dat de verouderde status van juni 2018 (RVO, analyse Polder PV). Ten tweede: Ze "vergeten" daarbij voor het gemak dat er oorspronkelijk 883 MWp is beschikt, waarvan dus al een aanzienlijk volume van zo'n 240 MWp verloren is gegaan (zie tabel in hetzelfde artikel van PPV). En, ten derde, in mijn meest recente eigen projecten overzicht, heb ik al minimaal 535 MWp opgeleverde capaciteit van projecten met SDE 2014 beschikking(en), ruim 60% van oorspronkelijk beschikte capaciteit is al gerealiseerd van die regeling.

Bij de cumulatie van (overgebleven) beschikkingen, rept CBS nog met geen woord over de voorjaars-ronde van 2018 (kennelijk was dat nieuws te laat voor opname in het huidige rapport). Cumulatief met de status update van RVO van juni jl., is er al een totaal beschikt volume voor zonnestroom projecten ontstaan van ruim 7,7 GWp onder alle SDE regelingen. Een enorm volume (wordt morgen op de Vakbeurs Energie getoond door Polder PV).

EIA veel minder geclaimd
Omdat EIA niet meer gedubbeld mag worden met SDE ("+"), zijn de volumes die binnen die regeling geclaimd werden voor zonnestroom terug gevallen, van MEUR 200 in 2014, MEUR 70 in 2015, naar ongeveer MEUR 50 in 2016 en 2017, volgens het CBS. Bedrijven zullen eerder voor SDE "+" kiezen dan voor de (momenteel) financieel minder gunstige EIA regeling. Over bedrijven en instellingen die zowel geen SDE als EIA claimen, maar wel PV systemen plaatsen, heeft CBS het niet. Toch gebeurt dit al op een aardig niveau, bijvoorbeeld bij nieuwbouw, waarbij de PV generator gewoon in de bouwsom wordt meegenomen (in de woningbouw vaak om aan een minimale EPC eis te voldoen). Zoals gebruikelijk erkent ook het CBS "geen zicht te hebben" op de - talloze - regionale subsidie regelingen. Daar kunnen behoorlijke volumes in omgaan. Bijvoorbeeld forse inkoop acties, waarvan Polder PV er bijna 250 heeft "verzameld", blijven gecontinueerd worden. Ook diverse andere vormen van (co-) financiering zijn al lang schering en inslag. En gemeentes verstrekken vaak ook goedkope leningen, zoals in Drenthe, en in Parkstad Limburg.

Maar ook huur corporaties zijn massaal aan het plaatsen (2017 meer dan een verdubbeling van aantal huurwoningen met zonnepanelen). Beslist niet altijd met de - aflopende - STEP subsidies, of andere subsidie regelingen, zoals geclaimd door Maarten Corpeleijn van het bedrijf Zonnig Huren (recent artikel in Solar Magazine). Derde partijen financieren soms al massaal grote trajecten binnen de huursector. Een bekend voorbeeld is Wocozon, wat in augustus door de opname van 3 nieuwe woningcorporaties in hun klanten bestand, al een potentieel van zo'n 100.000 woningen heeft verkregen. Waarvan de verwachting is dat ze daarvan zo'n 60% met (o.a.) zonnepanelen kunnen verduurzamen, de komende jaren.

Methode

Naast de gebruikelijke formuleringen bekend uit eerdere rapportages (waarbij Polder PV ook wordt genoemd als data verstrekker), stelt CBS de huidige cijfers te hebben samengesteld, op basis van een lijst met "ongeveer 350 importerende leveranciers uit november 2017". 80% daarvan zou data hebben verstrekt aan het CBS, daarnaast heeft CBS een bijschatting gedaan voor de overige, niet rapporterende leveranciers. Dat bijgeschatte volume is 11 MWp geweest, waarbij data van voorgaande jaren zijn gebruikt, en de trend bij de wel rapporterende leveranciers is meegenomen.

Hier bovenop is nog eens 25 MWp bijgeschat voor "leveranciers die voorheen niet zelf importeerden, maar dat wel zijn gaan doen", op basis van een steekproef onder 100 bedrijven van de 750 door (o.a.) Polder PV aangeleverde bedrijven die zonnepanelen / systemen verkopen.

Ten derde werd er nog eens 57 MWp toegevoegd op basis van informatie uit subsidie regelingen (met name: SDE), "het gezamenlijke vermogen van grote projecten die door projectontwikkelaars zijn uitgevoerd waarbij de zonnepanelen 'zelf' werden geïmporteerd". Polder PV heeft het CBS in een vroeg stadium gewezen op deze "sluip"route, waardoor veel volume buiten de "normale" (groot-)handelsstromen het land wordt ingevoerd.

De vermeende levensduur van zonnepanelen, in eerdere jaren op 15 jaar geschat, is al een tijdje op een niveau van 25 jaar gebracht. Ook al zitten hier (natuurlijk) statistische onzekerheden, vanwege het feit dat de meeste zonnepanelen in recente jaren zijn geïnstalleerd, blijkt die onzekerheid "nauwelijks effect te hebben op de onzekerheid in de totale productie van zonnestroom".

Zonnestroom productie

Deze is nog even onnauwkeurig als in voorgaande jaren (afschatting van "mogelijke capaciteit medio het jaar", vermenigvuldigd met de vermeende gemiddelde specifieke opbrengst van 875 kWh/kWp.jaar). De totale onnauwkeurigheid in de ook niet gewijzigde stroom productie (zie al eerder door Polder PV gepubliceerde "opbrengst" grafiek, met 2,15 TWh vermeende productie in 2017) wordt door CBS op 20% geschat. Deze zou moeten gaan verbeteren door nieuwe methodieken, toegelicht door Polder PV in een analyse van het nieuwe CBS onderzoek.

CBS besluit de sectie zonnestroom met aankondiging van haar nieuwe onderzoeks-systematiek, waar ze inmiddels definitief op is overgestapt zoals eerder al bekend gemaakt. In de voorlaatste paragraaf stelt het CBS:

"De huidige methode voor het samenstellen van de cijfers voor zonnestroom levert cijfers op met een substantiële onzekerheid, zeer beperkte mogelijkheden tot uitsplitsing naar sector of regio en is arbeidsintensief voor bedrijven, het CBS en organisaties zoals PolderPV die het CBS ondersteunen. Vanuit de behoefte naar regionale cijfers en de genoemde nadelen heeft het CBS onderzoek gedaan naar het maken van de statistiek zonnestroom op een alternatieve wijze, daarbij financieel gesteund door 40 gemeenten en provincies en door Netbeheer Nederland".

Waarmee reeds wordt aangekondigd, dat Polder PV niet meer de zeer arbeids-intensieve lijst met leveranciers aan het CBS hoeft te leveren, de komende jaren. Uiteraard blijf ik die zeker nog aanhouden. Af en toe worden mutaties ingevoerd. Deels vanwege een beperkt aantal faillissementen, en, mogelijk verrassend voor velen, nog steeds komen nieuwe aanbieders van PV hardware in ons land op de reeds overvolle markt een poging wagen.

Tot slot

Uiteraard staat het nieuwste CBS rapport bomvol andere cijfers, verdeeld over talloze andere als "hernieuwbaar" geziene energie productie opties. Ik wil hier besluiten met de opmerking, dat de geheimzinnigheid rond biomassa bijstook in steenkolen centrales inmiddels kennelijk ook als archaïsch wordt gezien bij het CBS. De energieproductie middels die als hoogst dubieus te beziene modaliteit wordt nu expliciet in de hoofd-tabel van het CBS weergegeven. Kende een record volume van 12,9 PJ in 2010 (tijd dat er nog onder de oude MEP regeling kon worden gestookt), zakte terug naar 1,6 PJ in 2016 (MEP subsidies afgelopen). Maar veerde vervolgens in 2017 alweer op, naar 2,5 PJ (meer dan 2 maal zo veel dan de bijdrage van thermische zonne-energie in dat jaar).

Rood omkaderd: voor het eerst specifieke data voor biomassa bijstook in (steenkolen) centrales. In het vorige jaar rapport (2016) waren die gegevens kennelijk nog "geheim" . Zie ook mijn commentaar op die bizarre situatie in paragraaf 4 van de bespreking van het rapport over 2015.

Bron:

Hernieuwbare energie in Nederland 2017. CBS rapportage gepubliceerd op 5 oktober 2018. 107 pagina's, Centraal Bureau voor de Statistiek (Den Haag) / www.cbs.nl



 

3 oktober 2018: CertiQ september rapportage 2. Nieuwe prognose eindejaars-volume 2018. Op basis van de eerste pogingen van Polder PV om het mogelijk geaccumuleerde gecertificeerde PV volume bij CertiQ voor eind 2018 af te schatten, en de net bekend geworden cijfers voor september, doe ik in dit artikel een nieuwe poging tot een betere voorspelling. Voor de eerste 3 exemplaren zie artikelen van 6 juli, 23 augustus, en 7 september jl.

Net als bij de eerste pogingen n.a.v. de juni, juli, en augustus rapportages, heb ik op basis van de nieuwe toevoeging voor september zowel een rechtlijnige (zwart), als een (best-fit 6e graads) polynoom (rood) trendlijn uitgezet. Eerstgenoemde, die door de begin- en eind-waarden van de snelle groei periode is getrokken (juni 2015 resp. september 2018), geeft een "logische minimum waarde" van, eind 2018, grofweg zo'n 1.325 MWp. Minimum, omdat er een enorme groei versnelling in die periode heeft plaatsgevonden, zoals weergegeven door de gele kolommen (= data uit maandrapportages CertiQ). Een "logischer" curve is de best-fit 6e graads polynoom (berekend door Excel), die bij gecontinueerde (doch niet "zekere") trend, uit zou komen op een "maximale" waarde van zo'n 1.505 MWp, eind 2018. Beide volumes zijn wederom hoger dan geprognosticeerd op basis van de eerder verschenen cijfers voor augustus.

Om aan de voorzichtige kant te blijven, nemen we het midden tussen deze twee uitersten als voorlopige nieuwe extrapolatie voor het te behalen geaccumuleerde volume aan gecertificeerde capaciteit bij CertiQ. Polder PV verwacht nu dus (minimaal) zo'n 1.415 MWp capaciteit in de boeken bij de TenneT dochter, eind dit jaar. Als ook de - zeer onzekere - prognose voor het totale volume van de Nederlandse markt er naast wordt gelegd (4.377 MWp op basis van extrapolaties vanuit halfjaar cijfers Alliander), zou dat kunnen betekenen dat het aandeel van CertiQ (bijna gehele volume: SDE gesubsidieerd) op het totaal van die accumulatie al over de 32% heen zou kunnen gaan, eind dit jaar (zeg maar bijna een derde van totale volume). Of dat ook uit gaat komen, zullen we t.z.t. wel zien, als alle cijfers min of meer als "definitief" kunnen worden beschouwd. Er kan beslist nog het een en ander aan die uitgangs-data gaan veranderen. Zie dit s.v.p. dan ook als een "denkrichting", en niet als een betrouwbaar eind resultaat.

CertiQ jaargroei in 2018 mogelijk al richting de helft van nationale volume ?
Uitgaande van de bijgestelde eindejaars-capaciteit voor 2017 in het revisie rapport van CertiQ, 729 MWp, zou een - minimaal - EOY volume van 1.415 MWp eind 2018 kunnen leiden tot een jaargroei van - minimaal - 686 MWp 2018. Maar aangezien oude maandrapport cijfers door CertiQ in het verleden altijd later opwaarts zijn bijgesteld, zal het zeer waarschijnlijk worden, dat het gecertificeerde eindejaars-volume zal verdubbelen t.o.v. dat van eind 2017. En zal de jaargroei bij CertiQ, nog slechts 303 MWp in 2017, zeer ruim verdubbelen in 2018. Dit gaat onherroepelijk betekenen, dat het aandeel van het nieuwe gecertificeerde volume bij CertiQ al rap richting de helft zal kunnen gaan van de totale jaargroei van alle zonnestroom capaciteit in Nederland. Hoe dat uiteindelijk zal gaan uitpakken, zal sterk afhangen van de later bij te stellen, nog lang niet bekende "definitieve cijfers".

In onderstaande tabel de verschillen tussen de EOY 2018 prognoses zoals gedaan op basis van de maandrapportages van juni tot en met september 2018.

trendlijn extrapolaties CertiQ PV volume EOY 2018 (MWp)
Juni
2018
Juli
2018
Augustus 2018
September 2018
 
Verschil juni - juli (MWp)
Verschil juli - aug. (MWp)
Verschil aug. - sep. (MWp)
 
Verschil juni - sep. (MWp)
Verschil juni - sep. (%)
rechtlijnig
1.180
1.225
1.280
1.325
 
45
55
45
 
145
+12,3%
polynoom
1.425
1.470
1.490
1.505
 
45
20
15
 
80
+5,6%
gemiddelde
1.303
1.348
1.385
1.415
 
45
37
30
 
112
+8,6%

Aan de resultaten in bovenstaande tabel is te zien dat er alweer een opwaartse bijstelling van 12,3% voor de rechtlijnige extrapolatie, 5,6% voor de verwachting op basis van een polynoom trendlijn, en 8,6% voor het gemiddelde van die twee trends is geweest, tussen de voorspellingen gedaan op basis van de cijfers in de juni resp. september rapportages.

In een volgende update zal ik uiteraard weer een nieuwe, bijgestelde prognose gaan doen. Deze zal "steeds beter" worden, omdat een steeds langere data reeks aan de basis zal staan van de berekende trendlijnen, en het niet in de lijn der verwachtingen ligt dat er op korte termijn serieuze trendbreuken in de historische evolutie zullen ontstaan. Bovendien zijn we inmiddels natuurlijk al aardig op streek in de tweede helft van het jaar. Nog maar 3 maandrapportages te gaan. Én de wetenschap, dat CertiQ later, reeds gepubliceerde jaarcijfers altijd heeft aangepast. En wel: in opwaartse richting. Zie daarvoor ook de paragraaf "Eerdere prognose PPV voor jaargroei 2018 wellicht nog 'te conservatief' ?" in de eerste publicatie van Polder PV n.a.v. het recent verschenen augustus rapport.

CertiQ rapportage bespreking september 2018 - 1: zonnestroom
Prognoses evolutie CertiQ capaciteit 2018 - 2: juni, juli, augustus, september (huidige artikel)
CertiQ rapportage bespreking september 2018 - 3 - garanties van oorsprong (komt later)

Brondata: CertiQ, uitwerking: Polder PV



3 oktober 2018: CertiQ maand rapport september 2018 - geaccumuleerd gecertificeerd PV vermogen bijna 1.250 MWp. De laatste maand rapportages voor september 2018 zijn net verschenen bij TenneT dochter CertiQ. Met een netto toevoeging van 189 nieuwe PV projecten, die netto weer een grote hoeveelheid van 74,9 MWp nieuwe capaciteit toevoegden, werd eind september een geaccumuleerd, gecertificeerd volume van bijna 1.250 MWp bereikt. In dit artikel de grafische en numerieke weergave van deze progressie, als vanouds elke maand voor u samengesteld door Polder PV.

In het op 2 oktober dit jaar over de maand september gepubliceerde maandrapport van TenneT dochter CertiQ worden de volgende data gepresenteerd in historische context.

Wat de maandelijkse toevoegingen (of: tijdelijke afnames) van aantallen installaties betreft in bovenstaande grafiek, rode curve, met als referentie de rechter Y-as, zijn er in september "netto" 189 nieuwe PV projecten bij gekomen (augustus rapport 245, in september dus een forse 23% minder). Dat ligt ver onder het opvallende maand record van (netto) 445 nieuwe PV projecten in juli 2017, maar wat voortschrijdend gemiddelde per kalenderjaar betreft zit er beslist al langer weer een stijgende lijn in, in 2018. In 2016 was dat bij de (deels verouderde) maand rapportages nog gemiddeld 105 nieuwe projecten per maand, in 2017 158, en het gemiddelde in de eerste 9 maanden van 2018 ligt inmiddels op 199 stuks per maand (bijna op het niveau bereikt in augustus). Overigens worden de aantallen later in jaarlijkse revisies bijgewerkt. Voor de kort geleden verschenen update voor 2017 lag deze op gemiddeld 143 nieuwe installaties per maand (1.717 nieuwe installaties in 2017). 9,5% lager dan uit de oorspronkelijke maand rapportages afgeleid kon worden.

De accumulatie is te zien aan de gele curve in bovenstaande grafiek (referentie: linker Y-as) die, na het "plateau" in 2013-2015, de laatste 3 jaar weer opvallend is gaan stijgen. De curve geeft eind september 2018 een accumulatie van 16.218 gecertificeerde PV projecten in de database van CertiQ (gemarkeerd data punt rechts bovenaan). De 15.000 stuks werd, zoals al in een vorige analyse voorspeld, in april dit jaar overschreden.

Zie ook de volgende grafiek voor de trends per jaar bij de aantallen installaties / projecten, op basis van de maand rapportages. NB, voor alle CertiQ data geldt: Netto effect = aantal bijschrijvingen minus het aantal uit de CertiQ databank verwijderde PV-projecten per maand.

Grafiek met de variatie in de (netto) groei van de aantallen installaties per maand (rapport) bij CertiQ. De fluctuaties kunnen fors zijn. Het gemiddelde installatie niveau is sedert 2011 behoorlijk terug gevallen, werd in de grafiek door de her-registratie operatie in 2013-2015 flink vertroebeld, maar trekt zeker het laatste jaar weer aan. De eerste negen maanden van 2018 laten weer een behoorlijke maandelijkse groei van de aantallen nieuwe registraties zien. In september kwamen er netto weer 189 projecten bij. Wat het gemiddelde tot en met die maand voor 2018 op 199 projecten per maand brengt. Op basis van de maand rapportages waren dat voor de afgeronde kalenderjaren 2016 en 2017 105 resp. 158 stuks per maand (bijpassende gekleurde horizontale stippellijnen).

Dat er weer "aardige" groei volumes van de aantallen bij CertiQ geregistreerde projecten zijn te zien is voor een aanzienlijk deel te wijten aan de lopende realisaties van omvangrijke volumes onder de diverse SDE "+" regelingen beschikte PV projecten (voor overzicht beschikkingen en "officiële" realisaties, zie meest recente analyse van RVO cijfers van 8 juni jl.). De grootste groei zit hem echter niet in het "aantal" installaties, maar met name in de opgestelde productie capaciteit, wat daarmee wordt ingebracht. Dat stijgt ronduit spectaculair, zoals we hier onder zullen zien. Dat heeft alles te maken met het feit dat het om (gemiddeld en absoluut) véél grotere PV projecten gaat dan wat enkele jaren geleden "gebruikelijk" was voor Nederland. Hier bovenop zijn de nu daadwerkelijk fysiek gebouwde grondgebonden zonneparken gekomen. Die stuk voor stuk bij CertiQ worden aangemeld - en die met hun enorme capaciteit volumes in de databank worden opgenomen.


Voetnoot bij grafiek: de cijfers voor sep. 2017 zijn na vragen van Polder PV door CertiQ aangepast. Voor de reden, zie analyse herziening september 2017 rapportage !

In vergelijking met de groei van de aantallen nieuw geregistreerde gecertificeerde PV projecten (vorige grafiek), gaat het bij de netto toegevoegde capaciteit al een tijdje echt om substantieel grotere volumes dan wat we in eerdere jaren hebben gezien. Het verloop van de kolommen in 2018 is sterk verschillend van de situatie bij de "aantallen" projecten! Voor 2018 (paarse kolommen) heb ik voor het vierde jaar op rij alweer een nieuw capaciteits-bouw record voorspeld voor de totale Nederlandse markt. O.a. tijdens de informele winter-sessie van SolarPlaza, en recent nog in artikelen in Energeia, bij SolarPlaza / The Solar Future, en, tot slot, n.a.v. de halfjaar cijfers voor 2017 bij de grootste netbeheerder, Alliander (analyse met prognose). Het was derhalve niet vreemd dat ook in de sub"markt" van het CertiQ dossier, het ene na het andere record of hoge volume werd gepubliceerd door CertiQ: januari netto 38,6 MWp, feb. 56,6 MWp, maart 70,9 MWp, en april 79,6 MWp. Wat tot nog toe een nieuw maand record is, ruim 12% meer dan in maart, en 74% meer dan het record voor kalenderjaar 2017 (45,7 MWp nieuwbouw januari). Ook daarna bleven de volumes hoog, al was er een "terugval" naar 51,3 MWp in mei. Dat werd door de daar op volgende maanden weer ruimschoots goedgemaakt, met volumes van 75,4 (juni), 62,2 (juli), 68,1 (augustus), resp. 74,9 MWp in september. Daarmee is afgelopen maand de nieuwe nummer 3 bij de maandrapportages met de hoogste capaciteit toevoegingen geweest bij CertiQ (na april resp. juni 2018).

In de eerste 9 maanden van 2018 is nu door CertiQ in de maand rapportages maar liefst 577,6 MWp netto nieuwe gecertificeerde PV capaciteit gerapporteerd. Dat was in 2017, in dezelfde periode, nog slechts 189,3 MWp, dus dat is dit jaar al een factor 3,1 maal zo hoog! Genoemd volume voor de eerste 9 maanden in 2018 is zelfs al een factor 4,3 hoger dan de 135,5 MWp in die periode in het jaar 2016. De groei in het opgeleverde project vermogen gaat onvervaard door, dat mag duidelijk zijn. Eerder al werden de spectaculaire groei cijfers in het eerste halve jaar voor de jaren 2010-2017 in de rapportage voor juni 2018 door mij grafisch weergegeven.

Eerdere prognose PPV voor jaargroei 2018 wellicht nog "te conservatief" ?
Als we de maand rapportages voor het volledige kalenderjaar 2017 bij elkaar optellen, komen we uit op een toegevoegd jaar volume van 273,4 MWp. Echter, uit de recent gepubliceerde gecorrigeerde volumes in het gereviseerde jaar rapport van CertiQ (EOY 2017: 729,1 MWp), is, gecombineerd met het bijgestelde EOY volume voor 2016 in een voorgaand revisie rapport (426,0 MWp), een nieuwe jaargroei van alweer 303,1 MWp vast te stellen. Dat ligt dus bijna 11% boven het volume opgeteld vanuit de maand rapportages. We moeten er dus van uitgaan, dat een dergelijke - forse - opwaartse bijstelling ook voor 2018 en later zal gaan gelden. Ergo: de volumes in de maand rapporten zijn absolute minima, die later nog stevig omhoog zullen worden bijgesteld. Het is belangrijk om te beseffen dat hedendaagse prognoses op basis van dit soort voortschrijdende rapportages dus altijd minimum inschattingen zijn !

De nog te verwachten opwaartse bijstelling, tezamen met bovengenoemd spectaculair volume van al bijna 0,6 GWp aan (vrijwel uitsluitend) gerealiseerde nieuwe SDE "+" PV projecten, gedocumenteerd door CertiQ, met nog 3 maanden te gaan dit jaar, én der ver voortgeschreden bouw van diverse (grote) zonneparken, sterkt mij in mijn overtuiging, dat voor de totale Nederlandse markt anderhalf GWp groei in 2018, gesuggereerd in het hierboven gelinkte artikel met analyse van data van Alliander, beslist géén spectaculaire of "overspannen" prognose is.

Gemiddelde groei per maand naar hoog niveau
Het maandelijkse gemiddelde van januari - september 2018, 64,2 MWp/mnd (paarse stippellijn in de hierboven weergegeven grafiek), alweer verder gestegen t.o.v. het gemiddelde tm. augustus (62,8 MWp/mnd), komt hiermee ver (182%) uit boven het maandelijkse gemiddelde voor 2017, (bijna 22,8 MWp/mnd, groene stippellijn). Het gemiddelde over 2016 (rose stippellijn) lag nog veel lager, rond de 16 MWp/mnd, zo'n 30% minder dan in 2017. De reden dat de volumes tot en met september 2018 weer zo hoog liggen, kan haast niet anders liggen aan het feit dat er, naast de "reguliere", nu al regelmatig gerapporteerde grote SDE rooftop projecten, waarschijnlijk al diverse grote, grondgebonden installaties doorgedrongen moeten zijn tot de CertiQ databank. Druppelsgewijs voeg ik ook meer opleveringen van dergelijke projecten toe aan mijn eigen projectenlijst. We hebben in 2 separate fietsvakantie weken (juli en augustus) in zuid-west, en in noord-oost Nederland, diverse, deels vrij kort geleden opgeleverde zonneparken met de fiets bezocht. Waaronder het Zonnepark te Haulerwijk in Friesland, van Neer'lands grootste PV project bouwer, GroenLeven (Heerenveen).


^^^
Zonnepark Haulerwijk, met laag bij de grond gemonteerde, en zeer laag hellende, portrait geplaatste 72-cels panelen in lange rijen in een typische
oost-west opstelling. Die voor het eerst werd uitgetest naast het al in 2014 in Klazienaveen-Noord opgeleverde, destijds nog door Minister Henk Kamp
van EZ geopende rooftop project Scholtenszathe. Ook onderhavig zonnepark, bestaand uit minder dan 20.000 zonnepanelen, werd eerder dit jaar
opgeleverd door het van talloze agrarische zonnedaken en diverse grondgebonden zonneparken bekende Friese bedrijf GroenLeven.
Wat in maart een nauwe samenwerking met PV grootheid BayWa AG uit Beieren is aangegaan, en recent zelfs twee beroemde voormalige
medewerkers van hoogspannings-netbeheerder TenneT in haar gelederen wist op te nemen.

Zonnepark Haulerwijk heeft wel problemen met flink opschietend onkruid, ondanks onbewezen claims van sommige partijen, dat
dergelijke installaties "de dood in de pot" zouden zijn voor ecologie, bodem, en wat dies meer zei... Dit was nota bene - ook in de foto -
al zichtbaar gedurende de extreme droogte tijdens ons bezoek, en werd iets later nog duidelijker gezien een artikel in de Nieuwe Ooststellingwerver
(21 aug. 2018). Daar moet dus nog iets op worden verzonnen, gezien de compacte, vrij lastig toegankelijke structuur van het panelen landschap.

Foto genomen tijdens fietstocht door Friesland, Groningen, Drenthe en Overijssel, op 6 augustus 2018.

Gemiddelde capaciteit PV projecten september 2018

Als we uitgaan van "relatief weinig uitstroom" uit de CertiQ bestanden, en de maandelijkse netto toevoeging van 189 nieuwe installaties, met genoemde 74,9 MWp netto nieuwe capaciteit combineren, zou hier uit resulteren dat een "netto nieuw toegevoegd project" in de september 2018 update een gemiddeld systeem vermogen zou hebben van zo'n 396 kWp per stuk. Dat is ondanks het hoge volume nog een stuk lager dan in een vorige (record) update van april (460 kWp gemiddeld). Aangezien het hier om een gemiddelde gaat, zitten er natuurlijk ook (veel) grotere projecten bij, zoals de ook in september waarschijnlijk bijgeschreven, een of meer zonneparken op de grond, en waarschijnlijk ook de nodige grote rooftop projecten. Die per stuk al enkele megawattpieken groot kunnen zijn tegenwoordig. CertiQ geeft geen informatie over individuele projecten, dus die kunnen niet als zodanig "getraceerd" worden in de geopenbaarde cijfers.

Voor het overige blijven er stapsgewijs grote grondgebonden zonneparken opgeleverd worden, er staat een enorme capaciteit klaar, deels al met SDE beschikking, in mijn pending lijst. Zie ook mijn recente analyse van alle "veldopstelling" projecten bekend binnen de SDE regelingen. Naast de paar grote grondgebonden installaties verschijnen ook regelmatig kleinere veld projectjes, die, wat hun opgestelde capaciteit betreft, nauwelijks opvallen tussen de talloze rooftop systemen. Al dit soort grotere PV projecten stuwen de maandgemiddeldes inmiddels flink omhoog. Als ze tenminste als "administratief opgeleverd" in de betreffende maand worden opgenomen in het CertiQ register. Daar kan beslist een vertraging van een maand, of wellicht zelfs langer in zitten. Dit is voor het publiek echter "onzichtbare materie". We kennen immers in het geheel geen verplichte publieke registratie zoals in Duitsland, waar zelfs de inbedrijfstellings-datum openbaar wordt gemeld (die is immers doorslaggevend voor het betreffende feed-in tarief wat die installaties gaan krijgen) ...


Na het bereiken van de halve GWp aan gecertificeerde zonnestroom capaciteit in het rapport van mei 2017 ging de groei verder, en na de heftige "correctie" t.a.v. het september rapport, op een behoorlijk consistent, gemiddeld hoog niveau in de laatste maand rapportages. De eerste negen maanden van 2018 gaven bovenop die recente trend weer een zeer flinke - record - "boost" te zien. De Y-as van deze grafiek werd "daartoe gebruikelijk" diverse malen aangepast. En, een primeur, zoals reeds enkele malen voorspeld dat 'ie er aan zat te komen: In het juni rapport werd eindelijk de eerste "Gieg" in de CertiQ annalen bereikt voor zonnestroom capaciteit.

De enorme versnelling in het CertiQ dossier, sedert de nazomer van 2015 (juni: 129,5 MWp), is kristalhelder in deze al jaren door Polder PV geactualiseerde grafiek. De gecertificeerde PV capaciteit, bij CertiQ in januari nog slechts de zevende "100 MWp piketpaal" gepasseerd, ging met de toevoeging in september dit jaar al naar bijna 1.250 MWp. Een factor 57 maal het volume eind 2009 (22 MWp). En al 9,6 maal het volume in juni 2015 (129,5 MWp), vlak voordat de hoge groei bij CertiQ manifest werd. De tussenpozen tussen het bereiken van een nieuwe "100 MWp" grens bij de geaccumuleerde gecertificeerde PV capaciteiten zijn de afgelopen drie jaar in ieder geval steeds korter geworden. Ik heb deze in de grafiek sedert het rapport van augustus vervangen door "piketpalen" voor het bereiken van, telkens, 200 MWp aan volume groei. Evident is, dat de afstanden tussen de vertikale blauwe stippellijnen bij het bereiken van een nieuwe hoeveelheid van 200 MWp (ook) steeds korter zijn geworden.

En er zal nog heel veel op bovenstaande gaan volgen, gezien de grote hoeveelheid SDE beschikkingen die er op het vlak van zonnestroom al eerder zijn afgegeven door RVO. Verhevigd door de enorme toevoeging van de eerste SDE 2017 ronde (4.386 beschikte projecten met een nieuwe record omvang van 2.354 MWp, analyse Polder PV hier). De in mei dit jaar gepubliceerde extra hoeveelheid van de najaars-ronde in dat jaar (nog eens 3.945 toegekende projecten, totaal volume 1.911 MWp). En de inmiddels bekende resultaten voor de eerste ronde voor SDE 2018 (beschikt 3.774 projecten, met 1.710 MWp, zie hier). We mogen hopen dat de "tweede GWp" bij CertiQ binnen veel kortere tijd gehaald zal gaan worden dan de eerste.

De rode lijn in de grafiek is de "best match" bepaald via Excel, met een 5e graads polynoom trendlijn.


Aandeel CertiQ t.o.v. "CBS totale PV capaciteit" sterk gegroeid sedert 2014

Zie analyse in artikel over het augustus rapport van dit jaar. Hier wordt nader op ingegaan bij een nieuwe afschatting van de PV capaciteit bij CertiQ voor eind 2018.



Systeemgemiddelde capaciteit
Met de aanhoudend forse groei van de accumulatie van (gecertificeerde) zonnestroom capaciteit, blijft ook de gemiddelde projectgrootte nog steeds sterk groeien in de cijfers van CertiQ. Zoals weergegeven in bovenstaande grafiek, met een "best fit" 4e graads polynoom als trendlijn (rood). Het systeemgemiddelde nam afgelopen maanden verder sterk toe, van 46,6 kWp (eind december 2017) naar 77,1 kWp gemiddeld voor alle eind september 2018 bij CertiQ bekende (grotendeels SDE-gesubsidieerde) projecten. Dit is een factor 13,3 maal het gemiddelde begin 2010. En is al een factor 5,1 maal zo hoog dan de minimum omvang waarvoor een SDE "+" project sedert SDE 2011 (volgens wettelijk voorschrift) wordt geaccepteerd door RVO (15 kWp, blauwe stippellijn). Een minimum wat mogelijk binnenkort "opgetrokken" gaat worden voor nieuwe aanvragen onder SDE 2019 (zie bespreking kamerbrief Min. Eric Wiebes, onder SDE 2018 II geldt nog de bestaande ondergrens van 15 kWp).

De gemiddelde systeemgrootte van de netto toevoegingen in de september rapportage lag, zoals gebruikelijk, op een nog véél hoger niveau, 396 kWp. Dit hoge niveau wordt structureler, omdat er steeds meer zeer grote (druppelsgewijs ook grondgebonden) projecten worden opgeleverd. Het gemiddelde van de - spectaculaire - toevoegingen in de eerste 9 maandrapporten van 2018 lag ook op een hoog niveau van 332 kWp.

Dat het in de grafiek getoonde gemiddelde voor alle geaccumuleerde projecten bij elkaar een stuk lager ligt dan bij de maandelijkse toevoegingen, komt door het blijvend "drukkende effect" van de duizenden kleine residentiële PV installaties uit de eerste 3 SDE regelingen (vaak met een omvang van maar een paar kWp per stuk). De verwachting is, dat dit effect op het totale systeemgemiddelde nog lang zal aanhouden gezien hun volume. Pas als er continu véél, en ook zeer grote fysiek opgeleverde nieuwe SDE projecten gaan cq. blijven instromen bij CertiQ, zal dat effect (deels) worden opgeheven. Daarbij s.v.p. niet vergeten dat de duizenden kleine residentiële installaties ook voor 15 jaar een SDE (2008-2010) beschikking hebben (zie grafiek met de actuele aantallen per grootte categorie). Dus het gros daarvan zal beslist nog tot en met 2023 in dienst zijn, en geregistreerd blijven bij CertiQ. Zonder registratie immers géén (voorschot-betalingen voor) SDE subsidie meer.


"Niet SDE projecten" bij CertiQ
Zie hiervoor het commentaar bij de rapportage van juli 2018 in een vorig verslag.


Gecertificeerde productie seizoens-gerelateerd

De accumulatie van de (gecertificeerde) PV capaciteit (magenta curve) is terug te vinden op de linker Y-as. Let op dat de GvO productie (blauwe curve, rechter Y-as, in GWh uitgegeven GvO's per maand) een maand achter loopt bij die voor de toegevoegde capaciteiten.

Het voorgaande record volume van 165,2 GWh in juli blijft met het nu besproken september rapport, wat de - voorlopig bepaalde - productie van augustus 2018 weergeeft, ongebroken. Voor augustus is tot nog toe een substantieel lager niveau aan Garanties van Oorsprong door CertiQ aangemaakt voor zonnestroom, slechts voor 122,2 GWh, wat ook in de vorige bespreking werd voorspeld. Dat is zelfs nog iets minder dan de 124,9 GWh in juni. Met dien verstande, dat er beslist nog GvO's uitgegeven zullen worden voor de productie in die maanden, komt het beeld van de productie van Polder PV's installatie voor dit jaar beslist overeen met de "kadans" afgebeeld rechtsboven in deze grafiek. In volgorde van energieproductie van hoog naar laag, voor de laatst bekende vier maanden: juli > mei > juni > augustus.

Dit alles, nadat in dec. '17 / jan. '18 het laatste "winterse dieptepunt" werd bereikt met maar 13,8 GWh/maand. In deze maanden wordt normaliter al minder zonnestroom geproduceerd dan in de voorgaande zomerse maanden (zie begin 2018 ververste procentuele overzicht van het kern-systeem bij Polder PV). De cijfers liggen voor die wintermaanden echter wel alweer een stuk hoger dan het laagste niveau's in de winters van 2015/2016 en 2016/2017 (januari 2016 4,5 GWh; december 2016 10,4 GWh). Deze "winterdips", steeds hoger wordend qua output, zijn in de grafiek met blauwe pijltjes weergegeven.

De steeds hogere niveaus van de aangegeven "winter-dips" zijn het resultaat van de zeer forse tussentijdse groei van de gecertificeerde PV capaciteit, en de gemeten meer-productie van die nieuwe installaties bovenop de output van de al bestaande projecten. Te verwachten valt dat, door de reeds door CertiQ gepubliceerde, als nog komende forse capaciteits-toevoegingen in 2018, die "winter dip" in de komende koude periode (winter 2018-2019) alweer flink hoger zal komen te liggen. Daarbij dient wel rekening gehouden te worden met het feit, dat zeker de recenter gepubliceerde volumes achteraf altijd nog - meestal relatief bescheiden - aangepast kunnen gaan worden. De vorm van de curve kan dan ook nog enigszins gaan wijzigen (in ieder geval: een gladder verloop krijgen). Idealiter, zou die curve ongeveer de vorm moeten krijgen van de prachtige grafiek die Martien Visser van En-Tran-Ce maakte voor de berekende nationale zonnestroom productie (in GWh per dag), op basis van de databank, die ook gebruikt wordt voor de inmiddels aardig bekende energieopwek.nl website. De site waarop in mei tot en met juli het ene na het ander dagelijkse - berekende - momentane output, en dag productie record werd vermeld. Waarover Polder PV regelmatig heeft getwitterd. Zie ook de bijgewerkte grafiek tm 17 augustus, van de hand van Martien Visser.

De komende maand rapportages zullen, tot het voorjaar van 2019, geen nieuwe record volumes aan uitgegeven zonnestroom GvO's meer tonen, omdat we, mede gezien de relatief lage score voor augustus, alweer lang over de hoogste productie per maand heen zijn dit jaar. En de tussentijdse (veronderstelde) capaciteit bijbouw, met de daarmee gepaard gaande extra berekende zonnestroom opbrengsten, die terugval niet genoeg kan "opvangen". Juli 2018 was wat maand productie betreft absolute record houder bij veel recent opgeleverde PV installaties. Pas volgend jaar, met een flinke extra hoeveelheid tussentijds gebouwde capaciteit, kunnen we in 1 van de maanden mei tm. juli, waarschijnlijk weer de nodige nieuwe record volumes gaan verwachten bij zowel duizenden nieuwe particulieren, bedrijfs-installaties, en, uiteraard, bij CertiQ.

De nieuwe record - gecertificeerde - zonnestroom productie van 165,2 GWh in juli 2018, is het equivalent van het gemiddelde maandelijkse stroom-verbruik van ruim 681.200 gemiddelde Nederlandse huishoudens. Dat was 2.910 kWh/HH.jr anno 2016 volgens Open Data van CBS, en is nog exclusief het op landelijk totaal bezien nog relatief lage eigen verbruik van zonnestroom (NB: 2017 data nog niet beschikbaar).

Uiteraard is het gecertificeerde volume tot nog toe slechts een onderdeel van de totale, onbekende Nederlandse zonnestroom productie. Die inmiddels mogelijk (maximaal) het 3 tot 4-voudige van de productie bekend bij CertiQ zou kunnen omvatten, dus - voor juli 2018 - het equivalent van het (elektra) verbruik van zo'n 2,0 tot 2,7 miljoen Nederlandse huishoudens. Echter, de capaciteit toename van de CertiQ bijschrijvingen groeit al lang, en snel, zoals we dit maandrapport voor de zoveelste maal hebben kunnen vaststellen. Het is te voorzien dat een steeds groter aandeel van de totale fysieke zonnestroom productie in ons land afkomstig zal zijn van die rap groeiende, bij CertiQ bekend wordende populatie van - soms zéér grote - SDE gesubsidieerde PV projecten. Ik kom hier nog op terug (zie volgende artikel).


Gecertificeerde PV capaciteit en gecertificeerde zonnestroom productie per jaar volgens (gereviseerde) jaar overzichten CertiQ

In een vorig maand overzicht heb ik ook de eerste resultaten voor het hele kalenderjaar 2017 weergegeven, n.a.v. het eerste verschenen jaar rapport van CertiQ. Die data zijn inmiddels fors bijgesteld in de revisie die CertiQ net heeft gepubliceerd. Zie uitgebreide analyse van de wijzigingen en de stand van zaken, van de hand van Polder PV.


Landelijke zonnestroom en andere duurzame productie - berekend

Voor het destijds - mogelijk conservatief berekende (!) - nationale zonnestroom dagproductie record op de Energieopwek.nl site van 1 juni 2017 verwijs ik naar de korte bijdrage in de bespreking van een vorig maandrapport. Voor overige "oude records" in dat portal, zie de analyse van de september 2017 rapportage. De hoogst behaalde, berekende "momentane" (piek) vermogens bij zonnestroom, die zeer kort zullen zijn aangehouden waren per maand, de afgelopen jaren, als volgt (tabel). In mei - juli 2018 volgde het ene record snel op het andere in dat portal. Sommige data kunnen in recentere versies zijn en/of worden aangepast op basis van nieuwe inzichten en berekenings-methodieken.

Het portal is na de zomer van 2018 behoorlijk sterk gewijzigd en uitgebreid (SER bericht: "Hiermee hebben we een compleet beeld van de opwekking van duurzame energie in Nederland"). Martien Visser van Hanzehogeschool meldde op Twitter dat de nieuwe opzet 28 augustus live is gegaan. Het portal bevat de producties van inmiddels, naast de oude bekende drie opties wind (nu gesplitst in on- en off-shore), zon, en biogas, nu alle (berekende) energie modaliteiten die officieel een bijdrage aan de "duurzame" opwek geven (inclusief hoogst twijfelachtige steenkolencentrales met biomassa bijstook, en afval centrales die forse hoeveelheden buitenlands afval mee stoken). Jammer genoeg is ook, indien de berekende output boven de 1 gigawatt uitkomt, deze weergegeven in gigawatten, tot 2 cijfers achter de komma. Daarmee gaat helaas wat detail verloren in de output waarden. Ónder de 1 GW output wordt wel in megawatten weergegeven, dus in meer winterse maanden, met sowieso minder hoge producties, is wat meer detail beschikbaar in de aangegeven waardes.

Check van de laatst bekende historische waardes heb ik gedaan op 4 september 2018, voor alleen 2018 op 2 oktober 2018. De historische reeks is nu langer beschikbaar voor PV output (vanaf eind januari 2016), en er zijn kennelijk capaciteit aanpassingen gedaan in het brondata bestand. Want er doken soms nieuwe record output dagen op per maand voor zonnestroom. Het tot nog toe door Energieopwek.nl geregistreerde, berekende momentane output record midden op de dag was voorheen gevallen op 2 juli 2018: 2.394 megawatt, zie de Tweet van Polder PV, en de oude tabel bijgewerkt tot en met de CertiQ update van juli 2018. Dit is in de nieuwe opzet, en met een kennelijke tussentijdse aanpassing van de aan de berekeningen ten grondslag liggende (vermeend) opgestelde capaciteit, grover weergegeven als 2,65 Gigawatt, wat trouwens nu ook voor de 1e juli 2018 als maximum wordt weergegeven.

Max. output zonnestroom (GW nieuw)
Jan.
Feb.
Mrt.
Apr.
Mei
Jun.
Jul.
Aug.
Sep.
Okt.
Nov.
Dec.
2016
0,262 *
(31e)
1,05**
(29e)
0,957
(17e)
1,20
(21e)
1,29
(5e)
1,32
(6e)
1,33
(19e, 20e)
1,33
(17e)
1,18
(7e)
1,04
(5e)
0,760
(29e)
0,711
(5e)
2017
0,922
(22e)
0,938
(14e)
1,44
(27e)
1,66
(30e)
1,78
(26e, 27e)
1,82
(1e)
1,75
(9e)
1,67
(14e)
1,46
(3e, 23e)
1,19
(15e)
0,918
(6e)
0,654
(17e)
2018
0,897
(21e)
1,55
(25e)
1,93
(20e)
2,18
(19e, 21e)
2,44
(6e, 7e)
2,63
(30e)
2,65 ***
(1e, 2e)
2,55
(6e)
2,24
(2e)
1,59
(1e)
   

* Eerst bekende meting 30 jan. 2016, hoogste waarde op 31 jan. 2016.

** Een eerdere "onmogelijk hoge" waarde van 1,81 GW gegeven voor 29 feb. 2016 (gesignaleerd in bespreking vorige maandrapportage van CertiQ) is zo te zien gecorrigeerd.

*** Voorlopig hoogste resultaat op 2 juli 2018 in de orginele, fijnere output cijfers weergevende opzet Energieopwek.nl site: 2.394 MW. In de nieuwe opzet, die de maximale output in Gigawatten weergeeft (boven 1 GW output), is voor zowel de 1e als de 2e juli 2018 een momentaan, kort durende vermogen output van 2,65 GW weergegeven door het - fors aangepaste - portal.

In oktober is, vóór publicatie van dit artikel (3 okt. 2018), op de 1e het hoogste niveau te zien (1,59 GW), maar dat zal later mogelijk nog wel gepasseerd kunnen worden, tijdens een zeer zonnige dag, later in deze maand.

Voor inhoudelijk commentaar op de nieuwe cijfers van het Energieopwek.nl portal, zie de rapportage over augustus 2018. Het record voor september 2018 viel al op de 2e (2,24 GW), maar zelfs op vier dagen daarna werd de 2 GW output midden op de dag nog - krap - gehaald: op 13, 18, 26, en zelfs op 27 september nog. Voor oktober moeten we nog even de rest van de maand afwachten.

Per jaar zijn naast de hoogst gevonden waarden (rood) ook de laagste output maxima weergegeven in blauw. Uiteraard altijd in de wintermaanden december of januari te vinden. Voor 2016, met slechts de laatste 2 dagen in januari gemeten, lag het "maximum" op 262 MW (31e). In 2017 werd het "minimale maximum" op 17 december gevestigd (654 MW). Tot nog toe is 21 januari de dag met dat "record" in 2018, met alweer 897 MW maximale output op de teller. Dit zou nog "onderboden" kunnen gaan worden in december 2018, bij zeer somber weer.

In de nieuwe opzet van het energieopwek.nl portal zijn ook "profielen" met de dag maxima te zien per maand, en per jaar.

Voor een uitgebreider intermezzo "stroom productie records" van het energieopwek.nl portal, zie de bespreking bij januari 2018. Het vorige record voor het totaal aan berekende output voor windstroom, zonnestroom, en elektra opwek uit biogas was gevestigd op 2 mei dit jaar. Door een combinatie van met name harde wind en stralend zonnig weer, werd voor die dag kort (berekend) een gezamenlijke output van 5,79 GW (oude portal: 5.522 megawatt) genoteerd door Energieopwek.nl (Tweet Polder PV). Maar dat is nota bene op de langste dag van 2018, 21 juni, alweer verbroken. Wederom door een combi van stralend weer met veel wind, werd toen een momentane output gehaald van maar liefst 6,14 GW (nieuwe portal; in het oude was het nog 5.990 MW) door deze drie modaliteiten. Alleen 1 juli kwam daar nog enigszins - onder vergelijkbare omstandigheden - in de buurt, met max. 6,01 GW in het nieuwe portal. In september was de 21e nog een "aardige" kandidaat, met een gecombineerde 5,75 GW output na 3 uur 's middags.

In de nieuwe opzet van het portal, kunnen bovenop de reeds genoemde energie opwek opties nog eens momentaan berekende vermogens van 7 andere modaliteiten gestapeld worden, alsmede een "restpost" met kleine opties (waar ook thermische zonne-energie onder valt). Zo was voor 26 september, met alle opties aangevinkt, de maximale output van alle "duurzame" energie opties 7,36 gigawatt, waarbij midden op de dag zonnestroom ongeveer 28% van de output verzorgde. Maar dat kan natuurlijk per dagdeel fors variëren, zeker met de variabele input bronnen wind- en zonnestroom. In deze komende koudere periode beginnen warmtepompen ook een behoorlijk variabele input in te brengen (tussen 527 en 69 MW op die 26e september). Vanaf 1 oktober lijken inmiddels ook houtkachels (kunstmatig) te zijn "ingeprogrammeerd", met op 2 oktober bijvoorbeeld een geprognosticeerde energie output tussen de 850 en 333 MW op dezelfde dag. Op 30 september waren die nog helemaal niet te zien, wat weer aangeeft dat het in het portal om rekenkundige aannames gaat. En niet om de (in dit geval niet fysiek te bemeten) werkelijkheid.


Energie producties - alleen actueel voorhanden, of per maand in nieuwsbericht SER

Op het nieuwe portal is helaas uitsluitend voor de actueel geldende dag de dagelijkse energie productie weergegeven, o.a. in de vorm van een "teller" die vanaf het begin van die dag de energie productie weergeeft in MWh "equivalenten". Voor eerdere dagen is deze optie niet meer te raadplegen, wat dus een verslechtering van de data verstrekking betekent. Vandaar dat er ook geen staatjes met de minimale en maximale energie producties (in inwoner equivalent energie verbruik) per maand meer gegeven kunnen worden. Voor een laatste staatje, dat van juli 2018, zie het desbetreffende artikel op Polder PV.

We moeten voor een indruk van de verdeling tegenwoordig kennelijk in het maandbericht van de SER kijken, al was dat voor september nog niet beschikbaar voordat dit artikel on-line ging. Voor commentaar op de data voor augustus, zie het bericht aldaar. Wel verscheen op de nieuwe website Klimaatakkoord.nl op 2 oktober een bericht met leuke cijfers, zie nagekomen link onderaan. Op 3 oktober verscheen ook eindelijk weer een volledig overzicht van de energie cijfers voor Nederland van de hand van En-Tran-Ce (ook: link onderaan). Met de mededeling, dat er in september 1,2 PJ aan zonnestroom zou zijn opgewekt (0,34 TWh), wat 80% hoger zou zijn dan in dezelfde maand in het voorgaande jaar. De opgestelde capaciteit voor begin september zou 3.550 MWp zijn geweest (er wordt nog steeds gerekend met een gemiddelde toevoeging van 100 MWp per maand in 2018).

De berekeningen van het Groningse onderzoeks-instituut En-Tran-Ce zijn gebaseerd op o.a. aannames over de opgestelde capaciteit in ons land, zeker wat het opgestelde PV vermogen betreft. Bij windstroom en biogas zijn de cijfers makkelijker en zeer actueel te verkrijgen, het gaat daarbij om relatief geringe aantallen. Zonnestroom capaciteit is een compleet ander verhaal: er zijn enkele honderdduizenden installaties (zie ook analyse, de daar op volgende op basis van nieuwe Klimaatmonitor data voor het jaar 2016, en de meest recente, volledig herziene markt segmentatie van de hand van het CBS), en de groei blijft ook op dat vlak fenomenaal. Het is jarenlang nauwelijks mogelijk geweest om daar een accuraat beeld van te krijgen, gezien de brakke cijfers over zonnestroom.

Nieuw "record" zonnestroom
Op basis van aannames van de aanwas van capaciteit, heeft Martien Visser inmiddels bericht, dat wat "name plate capacity" betreft, zonnestroom de opgestelde capaciteit van windenergie op land in september ingehaald zou hebben (3.550 versus 3.300 MW). Uiteraard zegt dat niets / weinig over de te verwachten stroom productie. Die voorlopig nog zeer veel groter zal zijn bij wind op land, omdat de capaciteitsfactor veel hoger ligt. De zon gaat 's avonds sowieso onder, dus een groot deel van de "dag" valt daar niets van te verwachten. Maar 's nachts kan het fors waaien, wat in het voordeel is van de nog steeds, ondanks alle protesten daartegen, broodnodige optie windturbines op land.

Visser rapporteert op Twitter regelmatig over de nieuwste statistieken. Zo kon hij melden, dat het aandeel energie uit hernieuwbare bronnen in het derde kwartaal van 2018 was gestegen naar 7,4%, terwijl dat in hetzelfde kwartaal in 2017 nog maar 6,8% was. We moeten echter in 2020 de 14% hebben gehaald, het blijft a tough nut to crack. Ook een hele leuke grafiek met - per jaar - "de maximale bijdrage (per dag) van zonnepanelen aan de NL elektriciteitsmix per jaar", alhier, na een exemplaar waarin de percentages voor de periode tussen april en oktober per dag werden getoond. 1 juli 2018 had het record tot nog toe: 9% van de stroom-vraag kwam toen (berekend) uit zonnestroom genererende installaties. Het aandeel energie uit hernieuwbare bronnen (alle "officiële" modaliteiten) was in september 7,4% (sep. 2017: 6,7%). Van die 7,4% werd 0,9% bijgedragen door zonnestroom, volgens Visser (aandeel: 12,2% van HE bijdrage). Na wind op land, en vuil verbranding (!) stond zonnestroom daarmee met hout verbranding in de industrie op een gedeelde derde plaats.

Voor de uitgebreide maand rapportages van En-Tran-Ce, zie de website. Helaas was er voor publicatie van dit artikel nog geen rapport te vinden vanaf juli op hun site. Dit komt door drukte met forse aanpassingen aan de website Energieopwek.nl, en van diverse modelleringen en fine-tune operaties, die voor de omvangrijke cijfer operaties worden gebruikt. Het werd op 3 oktober geopenbaard, zie Tweet (met link), van Visser.

Data: CertiQ maandrapportages (maandelijkse analyse updates door Polder PV), Energieopwek.nl (landelijk berekend voor Energieakkoord), en "Renewable Energy in The Netherlands" maand rapportages (En-Tran-Ce / Energy Transition Centre, Groningen); diverse Twitter berichten van Martien Visser (Hanzehogeschool)

Meer zonne-energie door meer panelen en een zonnige zomer (website Klimaatakkoord.nl, 3 oktober 2018, met cijfers gebaseerd op het al langer bekende Energieopwek.nl portal). Met het mooie bericht: "Er is bijna twee keer zoveel zonne-energie opgewekt in de afgelopen drie maanden, dan in juli tot en met september vorig jaar. De toename kwam niet alleen doordat we een erg zonnige zomer hadden, maar ook doordat er meer zonnepanelen zijn geplaatst. De hoeveelheid zonne-energie steeg afgelopen kwartaal van 2,7 petaJoule naar 4,9 petaJoule". Met daarbij uiteraard het voorbehoud van Polder PV, dat de precieze capaciteitsontwikkeling over het hele land een erg onzekere factor is (afgezien van de wel behoorlijk goed bekende gecertificeerde capaciteit, gerapporteerd door CertiQ, en in het hier boven weergegeven artikel besproken).



1 oktober 2018: Zonnestroom productie augustus PPV subgemiddeld, maar januari tm. augustus bovengemiddelde productie. Dat de "r weer is in de maand", wil niet zeggen dat het allemaal kommer en kwel hoeft te zijn bij de productie van zonnestroom. Zoals afgelopen september zelfs voor Polder PV's oude PV installatie weer toont. Hier onder een update van de productie van zonnestroom bij het in oktober 2001 voor het eerst volledig functionerende, uit 10 Shell Solar panelen bestaande kern-systeem van Polder PV. Voor de maand september, en de periode jan. - sep. 2018.

Het kern-systeem van 10 panelen (1,02 kWp) produceerde in september weer, i.t.t. augustus, bovengemiddeld t.o.v. het langjarige gemiddelde voor die maand: 88,6 kWh t.o.v. 86,4 kWh*, bijna 2,6% meer. September was volgens het KNMI "zeer zonnig", met in centraal station De Bilt 190 "zonuren" t.o.v. het gemiddelde in de officiële referentie periode (1981-2010), 138 uur. En landelijk 190 versus gemiddeld 143 zonuren. Uiteraard zijn er altijd lokale verschillen, en is daarbij het ene het andere "zonuur" niet (er is geen 100 procent correlatie tussen "zonuur" en "fysieke instraling"). Maastricht had de meeste zonuren, 210, het noorden van Nederland kwam er bekaaider van af, 170 zonuren.

Anton Boonstra postte als gebruikelijk een fraai kaartje met de verdeling van de fysieke instraling in het horizontale vlak in Nederland, voor september 2018. De instraling was gemiddeld 100 kWh/m² in september, met uitschieters naar 92,3 kWh/m² (Noord-Oost Nederland), resp. 107,9 kWh/m² in Zuid-Limburg. Ten opzichte van september in 2017 (KNMI: 154 zonuren tegen normaal 143, met behoorlijke regionale verschillen van 140 in centraal NL - 179 zonuren in het zuid-westen) zijn de afwijkingen sterk positief: een plus van 8,7% in het zuidelijke deel van Zuid-Holland, tot zelfs 18,9% meer instraling op de - meestal vrij "sombere" - Veluwe / midden Gelderland. Onze contreien (noordelijk Zuid-Holland) hadden 12,5% meer instraling in afgelopen september, dan in dezelfde maand een jaar eerder. Voor daadwerkelijke instraling in het vlak van de meestal hellend opgestelde zonnepanelen moet er omgerekend worden. Siderea.nl heeft daar een model voor gemaakt (voorbeeld referentie nieuwe instralings-kaart: de Bilt, vrije horizon en 5 graden horizon obstructie).

* 87,1 kWh als de niet volledig bemeten maand september 2010 niet wordt meegerekend. In de productie berekening van die maand zit een onbekende onzekerheid door combinatie van afwezigheid, en opbouw van steigers met schaduwen werpende doeken rond het dak vanwege dakrenovatie in dat jaar.

Tm. sep. 2001 hadden we nog maar 4 panelen in het systeem, vandaar de lage curves in die beginperiode. Oktober 2010 was het systeem grotendeels van het net gekoppeld vanwege een omvangrijke dakrenovatie.

In deze grafiek zijn alleen de laatste vier jaar getoond, en het langjarige maandgemiddelde (zwarte curve), waarbij 2018 door haar grillige productie verloop opvalt: pieken in februari, mei, en, vooral, juli (echter net geen record), en dalen in maart, in mindere mate juni (gemiddeld niveau), en augustus. September deed de curve weer opveren, en werd een bovengemiddelde opbrengst van bijna 89 kWh door het kernsysteem geproduceerd. Bijna 2,6% meer dan langjarig gemiddeld (afgerond 86 kWh). In vier jaar tijd kunnen de verschillen in de producties per maand flink oplopen. Geen jaar is hetzelfde, en pieken en dalen zullen blijven terugkomen. Maar in ons geval zal de gemiddelde curve slechts marginaal wijzigen. Omdat het de data van inmiddels al bijna 18 jaar bevat. In september is het verschil tussen het hier getoonde "slechtste" jaar (2017, 76 kWh) en "het beste" jaar (2016, 97 kWh), 21 kWh, 24% t.o.v. het langjarige gemiddelde. September deed het in 2018 ruim 17% beter dan in 2017 (76 kWh). Wat in lijn lijkt met de 12,5% hogere instraling in het horizontale vlak in ons gebied (zie hierboven).

Productie deelsystemen

In september werden door onze deel installaties de volgende hoeveelheden zonnestroom geproduceerd (kWh). Tussen haakjes de specifieke opbrengst, terug gerekend naar kWh/kWp ("genormeerde opbrengst"). Achteraan het verschil met de voorafgaande maand augustus, in procent. Omdat we alweer met fors kortere dagen hebben te maken, en de gemiddelde zonnestand ook ongunstiger wordt t.o.v. de vaste hellingshoek (bij ons 30 graden), gaan we weer de lagere productie periode in. Zie daarvoor ook de bekende seizoens-grafiek. September neemt bij onze installatie gemiddeld ongeveer 9,4% van de totale jaarproductie voor haar rekening. Augustus heeft een behoorlijk groter aandeel van 11,9% gemiddeld.

  • 4x 93 Wp iets W. van Z. 33,051 kWh (88,8 kWh/kWp) -12,3% t.o.v. augustus
  • 6x 108 Wp iets W. van Z. (2 voorste, 4 achterste rij) 55,568 kWh (85,8 kWh/kWp) -13,4%
  • 2x 108 Wp pal Z. 19,207 kWh (88,9 kWh/kWp) -12,3%
  • 2x "50" Wp" (geflasht: 98,3 Wp) Kyocera iets W. van Z. 9,323 kWh (94,8 kWh/kWp) -12,3%
  • alle 14 zonnepanelen totaal (1,34 kWp) 117,149 kWh (87,8 kWh/kWp) -12,8%

Gemiddeld genomen blijven de opbrengsten ditmaal slechts weinig achter bij de resultaten die Anton Boonstra zoals te doen gebruikelijk elke maand voor "zijn" verzameling van data uit het Tweakers.net portal samenstelt. En die hij op 1 oktober weer heeft geopenbaard. Landelijk kwam de - gemiddeld van véél recenter datum stammende - populatie van - overgebleven - 795 verschillende (grotendeels residentiële) PV installaties (3,6 MWp), op 92,3 kWh/kWp specifieke opbrengst in die maand. Met een spreiding tussen 85 (Noord-Oost Nederland) en 100 kWh/kWp (Zuid Limburg). De omgeving van Polder PV, (noordelijk) Zuid Holland (postcode gebied 2000-2999) lag gemiddeld zo'n 4% onder het landelijke productie gemiddelde in die behoorlijk grote database (89 kWh/kWp). Het al zeer oude Polder PV systeem deed het t.o.v. het regionale gemiddelde slechts 1% minder goed, wat beslist binnen de "foutmarges" van de kleine populatie kan vallen. Verder is het als vanouds ook zo, dat onze "best presterende" OK4 / zonnepaneel combinatie (2 in serie geschakelde Kyocera "50 Wp" panelen) ver boven genoemd gemiddelde in onze contreien scoorde (7%).

Ondanks de hoge leeftijd van onze PV installatie, en gezien met name de totaal verouderde, en inefficiënte micro inverters in het systeem, blijft het prima presteren.

Cumulatieve productie eerste 9 maanden 2018

Tezamen met de tot en met augustus al bovenmatige zonnestroom productie t.o.v. het langjarige gemiddelde (vorige maand rapport), leidt de bovengemiddelde stroom opbrengst in september er toe dat de cumulatieve productie van januari tm. september weer behoorlijk ver boven het langjarige gemiddelde is uitgekomen voor die periode. Dat was voor 2002 tm. 2018 voor deze meetperiode 826 kWh (oranje kolom achteraan, en groene streepjeslijn). 2018 zat er met 844 kWh 2,2% boven (jan.-aug. was dat nog 2,4%). En houdt daarmee een respectabele derde plek in de pikorde, na (op alle fronten) record houder 2003 (952 kWh, ruim 15% boven langjarige gemiddelde !), en 2009 (857 kWh).

Anton Boonstra's nagekomen grafiek met instraling in het horizontale vlak per postcodegebied in de maanden januari tm. september geeft voor heel Nederland al een niveau van 1.054 kWh/m² te zien. Extremen zijn bijna 1.022 kWh/m² in NO Nederland (9% meer dan zelfde periode in 2017) tot zelfs 1.068 kWh/m² in Zuid-Limburg (bijna 10% meer). Echter, het grootste relatieve verschil vinden we in oostelijk NL (delen van Gelderland / Overijssel / Drenthe), met dik 14% verschil t.o.v. 2017. In onze regio (noordelijk Zuid Holland) zou er 6,2% meer instraling zijn geweest op het horizontale vlak, dan in dezelfde periode in 2017.

In deze al jaren lang bijgewerkte grafiek met de "elektriciteits-huishouding" van Polder PV (vergroening door eigen zonnestroom opwek en rest inkoop van steeds groenere bronnen) helemaal rechts het netto effect in september 2018. Hieruit blijkt een nog steeds ietwat negatieve stroombalans in september, ondanks de weer fors minder hoge opbrengst t.o.v. de voorgaande maand. Met een netto maand overschot van 16 kWh t.o.v. het begin van de maand (enkeltarief Ferrarismeter netkoppeling; in augustus was dit nog 50 kWh negatief). T.o.v. begin januari hebben we zelfs al een overschot van 323 kWh t.o.v. onze totale stroom consumptie. Deze maand zullen we hopelijk weer een stuk daarvan gaan opsouperen om op jaarbasis "meer in balans" te komen.

Zie ook:

Maandopbrengsten per postcodegebied (maandelijkse overzichten van specifieke opbrengsten, samengesteld door Anton Boonstra op Tweakers forum)

Instraling in kWh/m² per postcodegebied NL (vergelijking september 2018 t.o.v. september 2017; extract van KNMI data. Weer topwerk van Boonstra !)

Instraling in kWh/m² per postcodegebied NL in periode jan. tm. sep. 2018 (vergeleken met zelfde periode in 2017. Laatste toevoeging van Boonstra).



21 september 2018: CBS zonnestroom data gereviseerd (3) - uitgebreide grafieken sectie geopenbaard. Op basis van het nieuwe onderzoek van het CBS aangaande de statistieken over de zonnestroom markt in Nederland zijn deze zomer nieuwe cijfers gepubliceerd. Polder PV heeft daar reeds twee analyses op losgelaten. Een over de nationale statistiek cijfers. En een vervolg exemplaar over de primaire markt segmentatie data. Inmiddels heeft Polder PV een uitgebreide nieuwe grafiek sectie afgerond, met de actuele data op basis van het Open Data overzicht van het CBS, wat de uitkomsten weergeeft van hun complexe nieuwe berekeningen. Ook op lagere gebieds-niveaus.


^^^
Een van de nieuwe PV statistiek grafieken gemaakt op basis van de volledig herziene CBS cijfers.
Zie link onderaan deze introductie, voor meer grafieken, info, en gedetailleerde bespreking.

Deze compleet nieuwe grafiek sectie, waarin ook, ter volledigheid, de reeds eerder door Polder PV gepubliceerde paar nieuwe grafieken zijn overgenomen, visualiseert de ontwikkelingen op macroniveau, bij de vier hoofd-regio in ons land, en, meer gedetailleerd, op het vlak van de provincies. Gelderland is net aan kampioen bij de aantallen PV installaties, nog vóór Zuid-Holland en Noord-Brabant. Noord-Brabant ligt, als vanouds, ver op kop bij de capaciteit (zie grafiek hier boven). Er blijken nogal wat verschillen op te treden in de volgordes bij woningen en "niet-woningen", in de provinciale ratings. Deze worden separaat gevisualiseerd in de nieuwe grafiek sectie op Polder PV.

De impact bij, en evolutie van de grootste 2 deelsectoren bij "niet-woningen" ("economische activiteiten"), landbouw, en energievoorziening wordt getoond en uitgediept.

Vervolgens wordt er dieper in de data gedoken en worden trends bij de gemeentes visueel weergegeven. Uit deze data volgen twee grafieken met de 25 best-performers bij de gemeentes. Zowel voor de aantallen PV installaties op hun grondgebied. Als voor de daarmee samenhangende capaciteits-ontwikkeling. Utrecht weet nog net voor sterke groeier Almere, en "traditioneel hoog geplaatst" Amsterdam haar positie op nr. 1 bij de aantallen PV-installaties te behouden. Bij de opgestelde capaciteit is het echter wederom Noordoostpolder wat met kop en schouders (en ruim 46 MWp) boven de rest uitsteekt. Voor velen mogelijk verrassend: Haarlemmermeer resp. Delfzijl staan bij opgestelde capaciteit op de 2e en 3e plaats. Hoofdstad Amsterdam, in eerdere jaren lang op nummer 1 staand, is inmiddels bij deze belangrijke parameter naar de zevende plaats verwezen. De reden: niet voldoende grote oppervlaktes aanwezig om de agrarische gemeentes bij te kunnen houden. Waar 1 fors grondgebonden zonnepark en/of talloze boerderijen "volgestouwd" met zonnepanelen tegenwoordig hét verschil maken.

Ook worden door Polder PV twee tabellen gegeven met de evolutie van de top 25 gemeentes. Een voor de totale capaciteit. En een hele belangrijke, een tweede waarbij er is terug gerekend naar opgesteld vermogen per inwoner, in Wattpiek (ook internationaal een belangrijke "maatvoering"). Waarbij een dun-bevolkt Waddeneiland de rest van Nederland al 3 jaar lang de loef blijkt af te steken, door de realisatie van slechts 1 project - Zonnepark Ballum op Ameland. Tevens wordt een overzicht met kengetallen van de groeipercentages in verschillende categorieën gegeven.

De forse impact van grote PV projecten als zonneparken wordt uitgebreid besproken en toegelicht aan de hand van zeer forse verschuivingen bij de capaciteit-evolutie verbeeldende grafieken. Ook komt de zogenaamde Waardevermeerdering subsidie (in aardbevingsgebied provincie Groningen) weer in het vizier - deze heeft duidelijke gevolgen voor de top-25 bij de gemeentes.

Nog steeds komen er statistiek problemen naar boven drijven bij de nieuwe cijfers van het CBS. Drie voorbeelden worden benoemd, het zullen zeker niet de enige zijn.

De grafische statistiek pagina wordt afgesloten met een kaartje van de verdeling van PV capaciteit over de Nederlandse gemeentes, voor de jaren 2012, 2015 en 2017*.

Polder PV duidt waar mogelijk de trends en de afwijkingen, en legt uit wat de grafieken ons zoal vertellen. De complete verzameling, de, zeg maar, "ultimate CBS update", vindt u via onderstaande link op een aparte webpagina. Deze heb ik ook direct vanaf de homepage gelinkt, omdat hierin "actuele" CBS cijfers zijn te vinden.

CBS & zonnestroom NL - nieuwe statistieken. Evolutie PV installaties per provincie & per gemeente tm. 2017

 



8 september 2018: Zonnestroom productie augustus PPV subgemiddeld, maar januari tm. augustus bovengemiddelde productie. Na alle voorgaande perikelen over CertiQ en salderen even een update van de productie van zonnestroom bij het in oktober 2001 voor het eerst volledig functionerende, uit 10 Shell Solar panelen bestaande kern-systeem van Polder PV. Voor de maand augustus, en de periode jan. - aug. 2018.

Het kern-systeem van 10 panelen (1,02 kWp) produceerde in augustus subgemiddeld t.o.v. het langjarige gemiddelde voor die maand: 101,8 kWh t.o.v. 108,5 kWh. Ruim 6% minder, dus. Dit kan deels liggen aan de veelvuldig voorkomende hittestress in de warme beginweek (waardoor onze oude, inefficiënte micro-inverters soms - tijdelijk - uitvallen), en deels mogelijk omdat de westkust het minst aantal zonuren zou hebben gehad die maand, volgens het maand rapport van het KNMI. Volgens een nieuwe grafiek van Anton Boonstra, zou er in ons gebied afgelopen augustus maand gemiddeld 0,4% meer zonlicht zijn geweest dan in augustus 2017. We hadden echter in aug. 2018 ruim 4% mínder opbrengst dan in diezelfde maand een jaar daarvoor. Ik denk dat dit komt, omdat aug. 2018 "zeer warm" was (De Bilt 18,5 gr. C, bijna 6% warmer dan gemiddeld), terwijl aug. 2017 "koel" was vlg. het KNMI (De Bilt 17,2 gr. C, bijna 2% koeler dan gemiddeld). Onze omvormers kunnen niet goed tegen hitte. Bovendien is, vanwege de negatieve temperatuur coëfficiënt van kristallijn silicium, de te verwachten prestatie van de panelen onder die omstandigheden minder dan "normaal". Dus mogelijk ligt de minderopbrengst bij iets hogere instraling wel vooral aan de temperatuur effecten, afgelopen maand.

Tm. sep. 2001 hadden we nog maar 4 panelen in het systeem, vandaar de lage curves in die beginperiode. Oktober 2010 was het systeem grotendeels van het net gekoppeld vanwege een omvangrijke dakrenovatie.

In deze grafiek zijn alleen de laatste vier jaar getoond, en het langjarige maandgemiddelde (zwarte curve), waarbij 2018 door haar grillige productie verloop opvalt: pieken in februari, mei, en, vooral, juli (echter net geen record), en dalen in maart, in mindere mate juni (gemiddeld niveau), en nu dus augustus. Alleen al in deze vier jaar kunnen de verschillen in de producties per maand flink oplopen. Geen jaar is hetzelfde, en pieken en dalen zullen blijven terugkomen. Maar de gemiddelde curve zal slechts marginaal wijzigen. Omdat het de data van inmiddels al bijna 18 jaar bevat.

Productie deelsystemen

In augustus werden door onze deel installaties de volgende hoeveelheden zonnestroom geproduceerd. Tussen haakjes de specifieke opbrengst, terug gerekend naar kWh/kWp ("genormeerde opbrengst"). Achteraan het verschil met de - bijna record - voorafgaande maand juli, in procent. Gemiddeld genomen is er zo'n 30% minder productie geweest in augustus dan in juli, een zeer fors verschil.

  • 4x 93 Wp iets W. van Z. 37,693 kWh (101,3 kWh/kWp) -30,4% t.o.v. juli
  • 6x 108 Wp iets W. van Z. (2 voorste, 4 achterste rij) 64,156 kWh (99,0 kWh/kWp) -29,7%
  • 2x 108 Wp pal Z. 21,900 kWh (101,4 kWh/kWp) -30,3%
  • 2x "50" Wp" (geflasht: 98,3 Wp) Kyocera iets W. van Z. 10,633 kWh (108,2 kWh/kWp) -29,0%
  • alle 14 zonnepanelen totaal (1,34 kWp) 134,382 kWh (100,3 kWh/kWp) -29,9%

Gemiddeld genomen blijven de opbrengsten wederom duidelijk achter bij de resultaten die Anton Boonstra zoals te doen gebruikelijk elke maand voor "zijn" verzameling van data uit het Tweakers.net portal samenstelt. En die hij op 1 september weer heeft geopenbaard. Landelijk kwam de - gemiddeld van véél recenter datum stammende - populatie van 807 verschillende (grotendeels residentiële) PV installaties (3,6 MWp), op 110,7 kWh/kWp specifieke opbrengst in die maand. Met een spreiding tussen 107 (Noord Holland) en 121 kWh/kWp (Zuid Limburg). De omgeving van Polder PV, (noordelijk) Zuid Holland (postcode gebied 2000-2999) lag gemiddeld weer iets onder het landelijke productie gemiddelde in die behoorlijk grote database (108 kWh/kWp). Wel is het zo, dat onze als vanouds "best presterende" OK4 / zonnepaneel combinatie (2 in serie geschakelde Kyocera "50 Wp" panelen) dat gemiddelde in onze contreien haalde. Het systeem als geheel (14 panelen, 1,34 kWp) bleef er echter ruim 7% onder. Wat suggereert dat ons systeem cq. componenten daar in echt "aan het verouderen" is. Al mag ik dat kennelijk niet meer zo stellen (zie uitgebreide discussie onder "disclaimers", n.a.v. de juli productie resultaten).

Ondanks die "subgemiddelde" opbrengst t.o.v. de database die Anton Boonstra bijhoudt, blijft Polder PV content met het resultaat. Alleen onder "minder stressvolle" condities, zoals in record maand februari dit jaar, kan zelfs een oude installatie als de onze, in exceptionele omstandigheden, bovenmatig blijven presteren.

Cumulatieve productie eerste 8 maanden 2018

Ook al viel augustus weer tegen qua productie t.o.v. het langjarige gemiddelde, als we naar de cumulatieve productie van januari tm. augustus kijken, blijft 2018 tot nog toe nog een duidelijk bovengemiddeld jaar. Het langjarige gemiddelde van 2002 tm. 2018 was voor deze meetperiode 738 kWh (oranje kolom achteraan, en groene streepjeslijn). 2018 zat er met 756 kWh 2,4% boven. En bezette daarmee een respectabele derde plek in de pikorde, na (op alle fronten) record houder 2003 (844 kWh), en 2009 (773 kWh). U hoort Polder PV dus nog steeds niet klagen over de prestaties van zijn oude PV installatie.

Nagekomen (9 sep. 2018)

N.a.v. mijn tweets over dit artikel, postte Anton Boonstra óók nog eens een plaatje met de geaccumuleerde instralings-data van het KNMI over de eerste 8 maanden, vergeleken tussen 2017 en 2018 (hier). Ons postcode gebied zou 5,6% meer instraling hebben gehad in die periode, dan in hetzelfde tijdvak in 2017. Onze zonnestroom productie was "maar" 3,7% hoger in 2018 (in die periode). Dit kan, wederom, een temperatuur effect zijn geweest. We hebben in 2018 immers (langdurig) extreme hitte en droogte gekend, in wat normaliter als de meest productieve maanden moeten worden bestempeld. Factoren die "niet bevorderlijk" zijn voor onze oude, temperatuur gevoelige installatie (met name de omvormers).

In deze al jaren lang bijgewerkte grafiek met de "elektriciteits-huishouding" van Polder PV (vergroening door eigen zonnestroom opwek en rest inkoop van steeds groenere bronnen) helemaal rechts het netto effect in augustus 2018. Hieruit blijkt een nog steeds behoorlijke negatieve stroombalans in augustus, ondanks de fors minder hoge opbrengst t.o.v. de voorgaande maand. Met een netto maand overschot van 50 kWh t.o.v. het begin van de maand (enkeltarief Ferrarismeter netkoppeling; in juli was dit nog 105 kWh negatief). T.o.v. begin januari hebben we zelfs al een overschot opgebouwd van 323 kWh t.o.v. onze totale stroom consumptie. Dat gaat mogelijk in september (sterk afhankelijk van het weer), nog wat verder oplopen, voordat we weer netto "aan de dalende lijn, de winter in" zullen beginnen.

Zie ook:

Maandopbrengsten per postcodegebied (maandelijkse overzichten van specifieke opbrengsten, samengesteld door Anton Boonstra op Tweakers forum)

Instraling in kWh/m² per postcodegebied NL (vergelijking augustus 2018 t.o.v. augustus 2017; extract van KNMI data. Weer topwerk van Boonstra !)

Instraling in kWh/m2 per postcodegebied NL jan. tm. aug. 2018 vs. 2018 (wederom: Anton Boonstra, 9 sep. 2018)



7 september 2018: Transitie salderen zonnestroom naar "overschot-subsidie" mogelijk met jaar vertraagd. Solar Magazine rapporteerde eergisteravond voor het eerst dat in een Algemeen Overleg (AO) van de Tweede Kamer commissie Klimaat & Energie, minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat met wat omfloerste bewoordingen een terugtrekkende beweging lijkt te maken t.o.v. zijn aanvankelijk voortvarende aanpak om de opvolger van de salderingsregeling (de "teruglever subsidie"), voor zonnestroom bij kleinverbruikers, al in 2020 er door te krijgen. Gezien de gekozen bewoordingen van de minister tijdens het AO, lijkt het er op, dat de overgang naar een nieuwe regeling mogelijk met een jaar wordt uitgesteld vanwege allerlei lastig te tackelen, en tijd vretende uitvoerings-perikelen.

Ene na de andere "perikel"

Perikelen, waarvoor Polder PV dan ook al in een vroeg stadium heeft gewaarschuwd. Ik had al de nodige kritische noten gekraakt over de uitvoerbaarheid van de nieuwe regeling naar aanleiding van de eerste "contouren" die Wiebes had geschetst voor het zomer reces. Ik had nogal wat fundamentele kritiek op diverse punten, opgesomd in mijn artikel van 18 juni 2018, n.a.v. de 10 pagina's lange kamerbrief van 15 juni. Waarin Wiebes toen al aangaf dat de wijziging van klassiek salderen in een jaarlijks bij te stellen subsidie voor momentane, niet direct in huis verbruikte, of zelf opgeslagen overschotten van zonnestroom bij kleinverbruikers "het uiterste" zou gaan vergen van zowel zijn ministerie, als van de door hem als vanouds aan te wijzen uitvoerende partijen.

Later volgden extra problemen, o.a. vanwege de rond die tijd ook al aangekondigde heftige (vergroting van de) energiebelasting schuif, van elektra naar gas, waardoor de "business-case" voor huishoudens sowieso al (extreem) veel ongunstiger zou gaan worden. Zowel onder de bestaande salderings-regeling, als onder een nieuwe subsidie, zoals aanvankelijk gepland vanaf 2020. In combinatie met de nieuw in te voeren subsidie voor uitsluitend de (grote) momentane overschotten, zou dat namelijk een nogal armetierig financieel resultaat kunnen gaan opleveren. In geen geval vergelijkbaar met de gunstige terugverdientijd die "klassiek salderen van verbruik en opwek van elektra over de jaarnota" kon opleveren.

Maar ook de positie van de honderden - deels kersverse - energiecoöperaties in ons land wordt een groot vraagteken. Want Wiebes wil af van de postcoderoos, waarvan er nog honderden op stapel staan. Hij wil de "lokale energie beweging" dus ook gaan onderbrengen onder die nieuwe "overschot-subsidie" regeling, zoals ik hem, nauwkeurig, ben gaan noemen. Perspectief: ongewis, mede gezien de problemen die zijn te voorzien met het "beperken" van de netinvoeding van te selecteren projecten (want waarschijnlijk veel minder lucratief dan intern te verbruiken duurzame stroom levering op lokatie). Waardoor het toch al lastige, en zeer complexe "business-model" voor de energie coops verder zal verslechteren.

Dan is er ook nog dat ranzige "akkefietje" van door Netbeheer NL aangekondigde "maximering van de uit te betalen subsidie" onder een nieuwe regeling. Waar Wiebes het tot nog toe in het geheel niet over heeft gehad. Maar die het natuurlijk, laat ik het heel lief zeggen, niet erg "aantrekkelijk" maakt voor particulieren die heftig hebben geïnvesteerd in hun PV installaties, om beroep te gaan doen op die kennelijk "flink te knijpen" (ambtelijk: "te maximeren") subsidie per adres ... In hetzelfde artikel doe ik ook uit de doeken dat de subsidie beslist niet stabiel zal blijven, maar per jaar afgebouwd zal gaan worden. Ook daar over heeft Wiebes geen (specifiek) woord gezegd in zijn lange kamerbrief.

Weer later kwam er ook nog eens een nogal ontluisterende mail van een lezer van Polder PV overheen, die een "irritant technisch probleem" uit de goochelhoed toverde, voor mensen met een drie-fasen aansluiting (ook meestal onder kleinverbruik vallend in residentiële context, vaak in huizen met een forse warmtepomp, bijvoorbeeld), in combinatie met het hebben van netgekoppelde zonnepanelen op de (bedrijfs-)woning. Ergo: problemen die niet zomaar met de vingers in de neus en wat informeel gepruts in de marge zijn op te lossen, het gaat om nogal ingrijpende zaken. Die wettelijk zeer goed, eenduidig, kristalhelder, en fair geregeld dienen te worden ... En dat kost altijd (veel) tijd.

Al met al, bepaald geen katten-urine, die opgelost móet worden, voordat zo'n nieuwe regeling daadwerkelijk ingevoerd zal kunnen worden. En die beroep zal kunnen doen op een "eerlijke" behandeling van alle partijen die gebruik zouden mogen maken van die nieuwe overschot-subsidie.

Algemeen Overleg 5 september 2018

Het lijkt er op dat (o.a.) bovenstaande zelfs de minister van Economische Zaken teveel is geworden. In het Algemeen Overleg van de kamer commissie Energie en Klimaat, op 5 september in de Groen van Prinstererzaal van de Tweede Kamer, wat het, vanwege de vele interrupties, slechts tot de "eerste termijn" redde (2e termijn volgt op later datum), waren daarvoor al de eerste duidelijke aanwijzingen. In dat overleg, waarbij trouwens regelmatig, bemoedigend, door diverse kamerleden van verschillende partijen over de essentie van maatschappelijke participatie in de energietransitie, gelijkheid en rechtvaardigheid, werd gerept (rode draad tijdens het overleg), was "salderen", in principe van de dominante techniek, zonnestroom, slechts een van de, zoals te doen gebruikelijk, grote hoeveelheid onderwerpen in het omvangrijke energie dossier. Uiteraard was de SDE regeling ook een belangrijk terugkerend onderwerp. En de postcoderoos (PCR) kwam langs.

Ik kon nog steeds geen (voorlopige) notulen van de vergadering vinden op de Tweede Kamer site, vandaar dat ik de beschikbare video download in zijn geheel heb afgeluisterd.

Van der Lee (GroenLinks) uitte meteen al zijn zorgen (29'40"), dat voorstellen binnen het Klimaatakkoord worden gedaan om "de prijs van elektriciteit te veranderen" (lees: door een fors doorgevoerde energiebelasting-schuif van elektra naar gas, wordt het te betalen kWh tarief sterk verminderd). Dit raakt volgens hem direct aan de business-case voor die nieuwe subsidieregeling. Hij vraagt aan Wiebes om inzicht te verschaffen over de effecten daarvan. Want hij wil niet instemmen met een (nieuwe) incentive regeling die (wellicht) straks tot een onhaalbare businesscase zou kunnen gaan leiden. Ook collega Yesilgöz-Zegerius (VVD) vindt het, in haar laatste te berde gebracht punt, erg jammer dat er onduidelijkheid blijf bestaan over de overgang van de salderings-regeling naar de "teruglever subsidie" (1h19'40"). Ze uit haar zorgen over die onduidelijkheid, want het zou kunnen dat projecten daardoor on hold worden gezet, en mensen zouden kunnen gaan aarzelen om zonnepanelen te kopen.

Carla Dik-Faber (CU), verklaard voorstander van energiecoöperaties, die middels moties (met collega Mulder van CDA) problemen voor hen uit de weg probeert te ruimen in de Tweede Kamer "merkt dat particulieren en coöperaties wachten op snelle duidelijkheid en investerings-zekerheid" (1h26'37"). Ze vraagt Wiebes duidelijkheid over een aangekondigde overgangs-regeling voor bestaande projecten, en over het te alloceren budget voor de nieuwe subsidie.

Agnes Mulder (CDA) is enthousiast over alle zonnepanelen plaatsende burgers. Een beweging die "bijdraagt aan onze economie, en aan meer hernieuwbare energie" (1h44'17"). Met een nieuwe terugleversubsidie zou de terugverdientijd rond de 7 jaar blijven (Wiebes knikt heftig met het hoofd). Maar, zo stelt Mulder, "in de sector zijn er zorgen dat het niet gaat lukken om vanaf 2020 de 'teruglever subsidie' in te voeren". Ze vraagt de minister er op te reflecteren, aangezien de overgang veel werk zal kosten, en de details van de regeling al in het najaar bekend zouden moeten zijn gemaakt en uitgewerkt. Ze onderschrijft de zorgen van CU op dit punt "mede namens de CDA".

Ook maakt ze een punt van het feit dat sommige energieleveranciers nog steeds niet meewerken met postcoderoos projecten, en vindt dat er wellicht een verplichting moet komen om dat af te dwingen. Ze vraagt zich af, mede gezien de onzekerheid over het perspectief van de PCR regeling, of 2019 wellicht in dat opzicht mogelijk "een verloren jaar gaat worden". Ze wil dat het MKB onder de vervanger van het PCR gebeuren, een voor hen wellicht aangepaste "teruglever subsidie", kan participeren in kleinschalige zonnestroom projecten.

De respons

Minister Eric Wiebes, verlichtte regelmatig na de pauze met af en toe een kwinkslag de zware discussie, en had enkele flinke uitwisselingen met, vooral, Beckerman (SP), over de kosten en verdeling daarvan, van de energietransitie, o.a. over de energiebelasting-schuif. Daar ging het ook over met Kops (PVV), maar zijn hyperbool, dat de energie transitie ons "honderden miljarden Euro's" zou gaan kosten, dat het allemaal zinloos was, en onbetaalbaar, met name voor de kansarme partijen in het land, werd op zijn plek gezet met de mededeling van Wiebes, dat nu al de zorg ruim 13% van het bruto nationaal product claimt (en dat we dat met z'n allen accepteren). En dat de door Rutte III extra gewilde klimaat ambities pas in 2030 slechts een half procent van datzelfde (huidige) BNP zouden gaan claimen. Ook werd de veronderstelde sociale ongelijkheid in ons land door hem gerelativeerd met de stellingname, dat ook internationaal bezien, Nederland een "buitengewoon egalitair land" is (inclusief pensioen reserveringen). En dat energie beslist niet "onbetaalbaar" zou gaan worden. Wiebes maakte daar een stevig punt van tijdens zijn verhaal.

Het onderwerp "afscheid van salderen" werd pas laat in de vergadering aangestipt door Wiebes (3h33'09"). Hij trapte af met de al bekende uitgangspunten: 7 jaar terugverdientijd voor de nieuwe opzet, het moet niet minder aantrekkelijk worden om te investeren in zon, maar overstimulering moet ook worden voorkomen (lees: geldt dus alleen voor nieuwe PV klanten). Bij het voorbereiden van de nieuwe regeling begint Wiebes er echter "een hard hoofd in te krijgen of 2020 haalbaar is. Ik heb daar grote zorgen over. Ik begin steeds meer te denken dat dat wel eens niet zou kunnen lukken. En dat we de bestaande salderingsregeling nog een jaar zullen moeten doorzetten ... ik zie het tijdschema steeds somberder in". Bestaande en nieuwe toetreders zouden gebruik kunnen (blijven) maken van deze (nu nog bestaande) salderings-regeling.

In latere vragen daar over (stemmings-bel onderbreekt de vergadering), breekt van der Lee van GroenLinks in (4h07'05"), dat, vanwege de tweede termijn van het AO op een andere datum en de te verwachten VAO (vragen algemeen overleg, op plenaire vergadering te behandelen) nog later, dat de minister "in de lucht laat hangen: gaat hij nu uitstel geven over het omzetten van de salderings-regeling naar een 'teruglever subsidie', of niet ? Kan de Minister de in onzekerheid verkerende partijen niet vandaag zeggen, ik haal 2020 niet, ik stel het op z'n minst een jaar uit. Dan weet iedereen waar hij aan toe is. Dit hoeft echt niet te wachten, volgens mij."

Wiebes respondeert: "Ik ben hier in alle openheid, dat ik denk dat voor de 'teruglever subsidie' die 2020 ingewikkeld gehaald gaat worden. Voor een formeel besluit daar over, dat doet het kabinet. Dat heb ik in gang gezet, om daar met het kabinet over te spreken, en dan komt er formeel duidelijkheid ... Ik vind het altijd ingewikkeld om spastisch te gaan zitten doen over iets wat ik op m'n klompen aanvoel, en waar de Kamer naar vraagt. Dus dan ben ik open, zonder dat ik een geformaliseerd besluit te bieden heb. Maar de haast waartoe de heer van der Lee mij aanmaant, zie ik volledig".

Tijdens het formuleren van die passages zag je dat Wiebes het ongemakkelijk had: hij kan nog geen formele toezegging doen, dat salderen nog een jaar kan continueren (ergo, tot "ergens in het jaar 2021, wellicht"), maar hij zal er voor zorgen dat die "formele duidelijkheid" er spoedig gaat komen. Dit, voor zover het blijvend hete dossier "salderen, en wat daarna"?

Particulieren en SDE

Wiebes serveert verder de suggestie van Mulder af, dat particulieren zouden kunnen "participeren" in de SDE regeling, vanwege het grootschalige karakter ervan. Weliswaar zijn er al de nodige crowdfunding projecten die al lang zijn gerealiseerd, met SDE subsidie beschikkingen, wat indirecte participatie is, maar waar Wiebes het niet over heeft. Maar hij doet de vraag af met zijn antwoord, "Iedere doelgroep heeft zijn eigen instrument".

Postcoderoos

De postcoderoos was tijdens Wiebes' vorige baan (staatssecretaris van Financiën, als opvolger van afgetreden Frans Weekers) al een regelmatig terugkerend onderwerp. Energie collectieven zouden in de nieuwe opzet ook gebruik moeten kunnen maken van de "teruglever subsidie". De "strijd om de postcoderoos willen we op een andere manier voortzetten", zo maakte hij de aanwezige kamerleden duidelijk. De nieuwe regeling moet ook voor de energie coöps laagdrempeliger gaan worden, en makkelijker te begrijpen. In zijn vorige job noemde hij de regeling wat de uitvoerings-problematiek betreft al "een draak". En nu, om Nederlanders te enthousiasmeren voor duurzame energie, noemt hij het "opnieuw een draak" (Agnes Mulder, naast hem, schud beamend het hoofd). Wiebes denkt dat een verplichting voor energieleveranciers om mee te doen met PCR trajecten niet mogelijk is. Ook wat dat betreft denkt hij dat het contra-productief gaat werken, en dat een laagdrempelige aanpak met een gemakkelijker en beter "instrument" voor de energie coöps een verstandiger route is om te verkiezen. De postcoderoos zal al onze problemen niet oplossen, "ik geloof daar zo langzamerhand niet zo veel meer van". Hier lijkt Wiebes dus definitief al het einde van de PCR regeling (formeel: "regeling verlaagd tarief") aan te kondigen.

Minister Wiebes wil salderingsregeling voor zonnepanelen 1 jaar langer verlengen (artikel met de "breaking scoop" in Solar Magazine, 5 september 2018)

Reactie van Polder PV op de "scoop" van Solar Magazine (Twitter, 5 september 2018)

Tweet van Groenlinks kamerlid Tom van der Lee ("Helder & winstpuntje" m.b.v. nieuwe "terugleversubsidie" regeling pas in te voeren in 2021; 5 september 2018)

https://debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/klimaat-en-energie (5 september 2018, opgelet, download video, is zeer groot, 3,4 GB !)

Verder uitgebreide documentatie salderen, postcoderoos, en "what's next" in het gedetailleerde link overzicht op de Polder PV pagina "het nieuwe salderen".



7 september 2018: CertiQ augustus rapportage 3. Nieuwe prognose eindejaars-volume 2018. Op basis van de eerste pogingen van Polder PV om het mogelijk geaccumuleerde gecertificeerde PV volume bij CertiQ voor eind 2018 af te schatten, en de nu bekende cijfers voor augustus, doe ik in dit artikel een nieuwe poging tot een betere voorspelling. Voor de eerste 2 exemplaren zie artikelen van 6 juli, en van 23 augustus jl.

Net als bij de eerste pogingen n.a.v. de juni en juli rapportages, heb ik op basis van de nieuwe toevoeging voor augustus zowel een rechtlijnige (zwart), als een (best-fit 6e graads) polynoom (rood) trendlijn uitgezet. Eerstgenoemde, die door de begin- en eind-waarden van de snelle groei periode is getrokken (juni 2015 resp. augustus 2018), geeft een "logische minimum waarde" van, eind 2018, grofweg zo'n 1.280 MWp. Minimum, omdat er een enorme groei versnelling in die periode heeft plaatsgevonden, zoals weergegeven door de gele kolommen (= data uit maandrapportages CertiQ). Een "logischer" curve is de best-fit 6e graads polynoom (berekend door Excel), die bij gecontinueerde (doch niet "zekere") trend, uit zou komen op een "maximale" waarde van zo'n 1.490 MWp, eind 2018. Beide volumes zijn alweer hoger dan geprognosticeerd op basis van de eerder verschenen cijfers voor juli.

Om aan de voorzichtige kant te blijven, nemen we het midden tussen deze twee uitersten als voorlopige nieuwe extrapolatie voor het te behalen geaccumuleerde volume aan gecertificeerde capaciteit bij CertiQ. Polder PV verwacht nu dus (minimaal) zo'n 1.385 MWp capaciteit in de boeken bij de TenneT dochter, eind dit jaar. Als ook de - zeer onzekere - prognose voor het totale volume van de Nederlandse markt er naast wordt gelegd (4.377 MWp op basis van extrapolaties vanuit halfjaar cijfers Alliander), zou dat kunnen betekenen dat het aandeel van CertiQ (bijna gehele volume: SDE gesubsidieerd) op het totaal van die accumulatie richting de 32% zou kunnen gaan, eind dit jaar. Of dat ook uit gaat komen, zullen we t.z.t. wel zien, als alle cijfers min of meer als "definitief" kunnen worden beschouwd. Er kan beslist nog het een en ander aan die uitgangs-data gaan veranderen. Zie dit s.v.p. dan ook als een "denkrichting", en niet als een betrouwbaar eind resultaat.

In onderstaande tabel de verschillen tussen de EOY 2018 prognoses zoals gedaan op basis van de maandrapportages van juni tot en met augustus 2018.

trendlijn extrapolaties CertiQ PV volume EOY 2018 (MWp)
Juni 2018
Juli 2018
Augustus 2018
 
Verschil juni - juli (MWp)
Verschil juli - aug. (MWp)
Verschil juni - aug. (MWp)
Verschil juni - aug. (%)
rechtlijnig
1.180
1.225
1.280
 
45
55
100
+8,5%
polynoom
1.425
1.470
1.490
 
45
20
65
+4,6%
gemiddelde
1.303
1.348
1.385
 
45
37
82
+6,3%

Hieraan is te zien dat er alweer een opwaartse bijstelling van 8,5% voor de rechtlijnige extrapolatie, 4,6% voor de verwachting op basis van een polynoom trendlijn, en 6,3% voor het gemiddelde van die twee trends is geweest, tussen de voorspellingen gedaan op basis van de cijfers in de juni resp. augustus rapportages.

In een volgende update zal ik weer een nieuwe, bijgestelde prognose gaan doen. Deze zal "steeds beter" worden, omdat een steeds langere data reeks aan de basis zal staan van de berekende trendlijnen. En we zijn inmiddels natuurlijk al aardig op streek in de tweede helft van het jaar. Nog maar 4 maandrapportages te gaan. Én de wetenschap, dat CertiQ later, reeds gepubliceerde jaarcijfers altijd heeft aangepast. En wel: in opwaartse richting. Zie daarvoor ook de paragraaf "Eerdere prognose PPV voor jaargroei 2018 wellicht nog 'te conservatief' ?" in de eerste publicatie van Polder PV n.a.v. het recent verschenen augustus rapport.

CertiQ rapportage bespreking augustus 2018 1 - zonnestroom
CertiQ rapportage bespreking augustus 2018 2 - garanties van oorsprong
Prognoses evolutie CertiQ capaciteit 2018: juni, juli, augustus (huidige artikel)

Brondata: CertiQ, uitwerking: Polder PV



7 september 2018: CertiQ augustus rapportage 2. Aanmaak, import en export van groencertificaten, warmte dossier. Dit artikel beschrijft de evolutie van de uitgifte en import / export van garanties van oorsprong (GvO's) voor duurzame elektriciteit en warmte, volgens de CertiQ rapportages over augustus 2018. Voor de aparte analyse van de evolutie van gecertificeerde zonnestroom capaciteit, en productie, zie deel 1. De unieke dynamische grafiek die de variërende contributie van GvO's voor elektra per land, voor import Nederland in toont, is weer bijgewerkt.

Import / export GvO's

Hier onder vindt u de import- en export staatjes voor GvO's van CertiQ, met de door mij berekende aandelen per optie (percentages in geel, bovenaan), en per land (idem in blauw/rood, rechts), t.o.v. de totalen aan geïmporteerde resp. ge-exporteerde GvO's.

Er is in augustus 2018 weer fors minder volume aan GvO's Nederland in ge-importeerd dan in juli, wat juist weer meer import kende dan in juni. Toen ging het nog om 2.481 GWh, in juli was het volgens CertiQ 3.673 GWh, maar in augustus is er nog maar voor ruim 2.000 GWh aan groene papierwaren ingevoerd ter vergroening van grotendeels in Nederland geproduceerde en geconsumeerde grijze stroom. Een forse 46% minder dan in de voorgaande maand. In augustus 2017 lag het niveau echter nóg lager dan in dezelfde maand in 2018: 1.750 GWh (bijna 13% minder dan in augustus 2018). Dus in dat opzicht lijkt er, wederom, een achteruitgang waar te nemen: er zijn kennelijk meer certificaten nodig uit het buitenland, dan een jaar geleden.


^^^
Tabel zoals verschenen op 3 september 2018 op de CertiQ website. Percentages berekend door Polder PV.

De landen die als grootste GvO exporteur naar Nederland kunnen worden bestempeld wijzigden in het verleden vaak met de maand. In augustus was het, nadat Italië, uitzonderlijk, vanaf februari dit jaar, 6 maanden achter elkaar de grootste contribuant bleek te zijn, ditmaal Zweden. Wat met 30,3% Italië (27,9%) net voor was. Alleen Denemarken kon, met 15,5% nog enigszins volgen. Deze eerste drie landen namen in augustus maar liefst 74% van het totaal van de import van NL voor hun rekening. In juni was dat voor de eerste drie nog 56%, In juni maar 48%.

In augustus werden GvO's geïmporteerd voor 4 getoonde energie modaliteiten, met windenergie wederom ver aan kop, op 53% (vergelijkbaar met juli; ditmaal grootste contribuant Italië, met 33% van dat volume), en nog eens 8 andere landen als leverancier - in sterk wisselende omvang. Waterkracht (hydropower) volgde met slechts ruim 31%, met Zweden als veruit de grootste contribuant (500 GWh, ruim 79% van totaal aan geïmporteerde hydropower GvO's). 6 andere landen droegen matige (Noorwegen, Duitsland), tot zeer kleine hoeveelheden bij aan het totaal volume waterkracht GvO's. De oosterburen vielen in het voorgaande rapport al op, op dit gebied, en dit lijkt zich in het huidige besproken maandrapport, op een minder hoog niveau, te herhalen.

Biomassa had weer het derde hoogste aandeel van 8,8% van het totaal, beduidend hogere dan de 3,6% in juli. Het grootste deel, net als in de vorige 2 maand rapporten, geleverd door Italië (43%). En kleinere hoeveelheden uit nog eens 7 andere landen (met name Denemarken, Estland en Tsjechië).

Zonnestroom volgde op de laatste plaats, met toch weer een behoorlijk andeel van 6,9% (juli: 1,4%). Italië met de overgrote meerderheid aan PV GvO's, 96% aandeel, Tsjechië wederom met de kleine rest-hoeveelheid.

In totaal waren er 13 contribuerende landen bij de export van GvO's naar Nederland. Duitsland, groene stroom kampioen van Europa, en lang bijna afwezig op het gebied van de verstrekking van GvO's aan de westerburen (toelichting in een vorige update), is wederom, zei het minder duidelijk dan in juli, "present", met 1,9% (juli: 5,3%) van de import, Nederland in.

Het totaal volume van Nederland in geïmporteerde zon-GvO's, 137,7 GWh, zou, bij 2.910 kWh/HH.jr (plm. gemiddeld 243 kWh/HH.mnd), theoretisch bezien, in augustus ongeveer het stroomverbruik van bijna 568.000 normaliter 100% "grijze stroommix" afnemende huishoudens kunnen hebben "vergroend". Dit komt nog eens bovenop de door de Martien Visser van Hanzehogeschool voor de energieopwek.nl site berekende 0,43 TWh, wat in Nederland met eigen PV installaties zou zijn opgewekt in die maand. Totaal "eigen opwek" + "zonnestroom GvO import" in augustus: zo'n 568 GWh, wat puur theoretisch bezien het stroomverbruik van ruim 2,3 miljoen huishoudens heeft kunnen vergroenen in die maand. Ook al trokken al die huishoudens de hele maand lang grijze stroommix uit hun vele stopcontacten.


Totale import GvO's

Absoluut bezien is de import van GvO's t.o.v. de voorgaande maand met 46% afgenomen, na een terugval van het hoge volume in januari (van 6,0 naar 3,3 in februari) een tussentijdse stijging naar 4,1 TWh in maart, minder grote volumes in april tot en met juni (2,3 - 2,2 - 2,5 TWh), en weer een behoorlijke stijging in juli (3,7 TWh). Zie ook discussie in de bespreking van het december 2017 rapport).

In historisch perspectief bezien waren de - soms fors fluctuerende - totale import volumes per maand als volgt (jan. 2016 - augustus 2018):

Import per maand (TWh)
Jan
Feb
Mrt
Apr
Mei
Jun
Jul
Aug
Sep
Okt
Nov
Dec
2016
5,0*
1,2*
2,6*
3,2*
2,9*
3,3
5,3
0,6
1,6
4,2
1,4
5,4
2017
4,2
4,3
4,4
2,7
2,2
1,9
2,8
<1,8
2,0
2,8
2,3
7,1
2018
6,0
3,3
4,1
2,3
2,2
2,5
3,7
2,0
       

* Tot en met mei 2016 waren hierin ook nog in NL aangemaakte certificaten die eerder Nederland uit ge-exporteerd werden en later weer werden ge-importeerd bij inbegrepen. Die zijn er vanaf juni 2016 uit gehaald door CertiQ, dus vanaf die datum alleen nog maar echt uit het buitenland afkomstige GvO's (certificaten gebaseerd op aldaar geproduceerde duurzame elektriciteit).

De 7,1 TWh aan import van groene papierwaren in "record maand" december 2017 is het equivalent van bijna 6% (!) van de fysieke jaarlijkse stroom consumptie in ons land (laatst bekend, voorlopig cijfer: 119,9 TWh in 2017). Om een andere vergelijking te gebruiken: die 7,1 TWh aan groene papier import was het equivalent aan een factor 1,8 maal de normale totale jaarproductie van kernsplijter Borssele. Ook al is het in de eerste acht maanden van 2018 fors lager (gemiddeld bijna 3,3 TWh/mnd), de volumes blijven hoog. Dit heeft ongetwijfeld te maken met het rap "vergroenen" van bestaande (fysiek grijze) stroom contracten. Niet alleen bij burgers (die ontwikkeling is al jaren gaande). Maar vooral, bij het bedrijfsleven. En daar gaat het niet om maar een paar duizend kWh per jaar, maar al gauw om tienduizenden tot vele malen meer kilowatturen. Dan gaat het hard bij de "druk" op de beschikbare GvO's. En dus "moet" er massaal extra "groen" worden geïmporteerd. Want die tover je niet zomaar ineens uit je goochelhoed, zelfs al zijn de volumes "echt groen geproduceerde stroom van Hollandse bodem" aan het toenemen ...

In bovenstaand taartdiagram het exemplaar voor augustus 2018, met daarin de aandelen van de landen die GvO's "verscheepten" naar Nederland in de laatste 12 maanden. Italië, wat al langer de eerste plaats ten koste van Noorwegen heeft ingenomen, heeft weer extra terrein veroverd sedert de status in juli (25,2%), en zit nu op 26,1% van het totaal (dat was nog 16,9% in december 2017). Het aandeel record werd echter geboekt in mei dit jaar (26,3%).

Het aandeel van Noorwegen, in de juli 2017 rapportage voor het eerst niet meer het hoogste aandeel, is gedaald tot 15,1% (was 0,6 procent-punt hoger in juli dit jaar).

Spanje heeft sedert haar late start, via 1,1% (januari 2016), een sterke evolutie doorgemaakt, is inmiddels zelfs van plaats gewisseld t.o.v. Denemarken, en dus op de derde plaats gekomen. Het land had in juli 2017 Finland al ingehaald. Het aandeel nam wel met een tiende procentpunt af t.o.v. de 12,3% in juli (in december 2017 was het aandeel nog 12,9%).

Denemarken verloor weer behoorlijk terrein t.o.v. juli (12,5%), en kwam op 11,9%. In dec. 2016 was dat nog 16,3%.En daarmee dus op de vierde plek gekomen, vlak achter Spanje. Zweden* ging aanvankelijk van 7,5% (januari 2016) naar 10,4% in oktober 2017, haalde Frankrijk in januari 2018 in (12,0%), zakte daarna weer iets terug (juli 2018: 11,5%), maar blaast nu Denemarken in de nek met een tiende procentpunt minder (11,8%). In juni 2016 was het aandeel nog 15,8%, die tijden lijken echter voorbij.

De andere landen zitten onder de 5% aandeel op het totaal. Frankrijk had Finland weer ingehaald in de mei 2018 rapportage, maar is inmiddels op een nog lager dieptepunt beland dan in juli (4,9%; dat was in juni 2016 zelfs nog 17,0%). Evenals Finland heeft het land nog maar 4,7% aandeel. België (3,9% in juli 2018, een terugval van de 5,2% in november 2017), pakte een tiende procentpunt er bij in augustus. IJsland leverde juist weer 0,1% in, en belandde op 3,1% (record tot nog toe jan. 2017, 4,2%). Estland maakte 0,2 procentpunten winst, en eindigde op 1,5%. Europees groene stroom productie kampioen Duitsland steeg door naar 1,3%, maar haalde nog steeds niet de max. van 1,4% in december 2017. Slovenië, Tsjechië, Oostenrijk, en Ierland stabiliseerden op hun - lage - niveaus van juli. Kroatië tot slot, vorige maand nog op 0,1%, heeft kennelijk geen meetbaar volume tot 1 cijfer achter de komma over.

* Helaas weer verdwenen in de legenda in de originele grafiek van CertiQ. Ik heb het land onderaan in de legenda weer toegevoegd, zoals vaker in het verleden.


Verschuiving GvO import naar land van herkomst

Het continue verschuiven in de verdeling van de GvO's over de landen had Polder PV in de januari bijdrage van 2017 voor het eerst grafisch al verder uitgediept. Zie aldaar voor de (statische) grafieken en toelichting. Sinds de februari rapportage van 2017 is Polder PV nog een stapje verder gegaan, door de resultaten in de loop van de tijd in de vorm van een dynamische grafiek te presenteren in alle opvolgende updates.

Polder PV heeft van de afgelopen 26 maandelijkse rapportages, waarbij Nederland als "zelf-importerend land" uit de basis cijfers is gegooid door CertiQ (sedert het juni 2016 rapport), een animatie gemaakt. Tsjechië, nieuw ingetreden bij CertiQ, is voor het eerst in de update van juli 2017 toegevoegd. Het filmpje is als een oneindige "loop" getoond, met een pauze aan het eind van de reeks. De rangschikking is met België telkens bovenaan beginnend (blauw), en kloksgewijs de landen volgorde alfabetisch afwerkend, via Italië onderaan (donkergrijs), uiteindelijk eindigend met Zweden (geel):



Voor een uitgebreide toelichting op de jaarcijfers van CertiQ, import, export, en "consumptie" van groene stroom certificaten in eigen land ("afboekingen"), zie de details in een vorige bespreking. Goed is in de animatie te zien dat Noorwegen haar langjarige leiders-positie in juli 2017 kwijt raakte aan Italië, en dat het aandeel van laatstgenoemde gemiddeld genomen verder is toegenomen. Dat Zweden haar aanvankelijk prominente plaats zag afzwakken in de loop van de tijd, maar recent weer iets aangroeide. Verder is goed de groei van Denemarken en, later, van Spanje te zien als belangrijke nieuwe contribuanten aan de GvO import, Nederland in. Frankrijk, lang een significante GvO leverancier, fluctueerde fors qua absoluut aandeel en is inmiddels opvallend ver terug gevallen.

In de afgelopen 12 maanden inclusief augustus 2018 werd volgens CertiQ voor een volume van maar liefst 40.128 GWh aan GvO's Nederland in geïmporteerd, afgerond, 0,5 procent meer dan het 12-maandelijkse import volume tm. juli (39.878 GWh). Over de afgelopen 20 maanden heb ik de wijzigingen in die import van een aaneengesloten periode van een jaar op een rijtje gezet (omvang import Garanties van Oorsprong, afgerond in TWh). Per maand is de verandering t.o.v. de voorgaande maand weergegeven, in procent. Tot en met augustus 2018 is er een behoorlijke hoeveelheid meer in die 12 maanden geïmporteerd, dan in de 12 maanden tm. augustus 2017: 40,1 t.o.v. 36,8 TWh, een stijging van 9%. In 2018 is de omvang in 5 van de 8 nu bekende maanden, dat 12-maandelijkse import volume groter geweest dan in dezelfde "ijkmaand" in 2017.

Import 12 mnd. (TWh)
Jan
Feb
Mrt
Apr
Mei
Jun
Jul
Aug
Sep
Okt
Nov
Dec
2017
35,6
38,8
40,6
40,3
39,6
38,2
35,6
36,8
37,2
35,8
36,7
38,2
Wijziging
-2,2%
+9,0%
+4,6%
-0,7%
-1,7%
-3,5%
-6,8%
+3,4%
+1,1%
-3,8%
+2,5%
+4,1%
                         
2018
40,1
39,1
38,9
38,4
38,4
39,0
39,9
40,1
       
Wijziging
+5,0%
-2,5%
-0,5%
-1,3%
+0,05%
+1,6%
+2,3%
+0,5%
       

In de periode van 12 maanden tm. juli 2018 werd er, met nog voorlopige cijfers voorhanden, slechts voor ruim 15,6 TWh fysiek aan eigen opwek (op eigen bodem, inclusief de Noordzee) van stroom uit hernieuwbare bronnen gerealiseerd. Een equivalent van slechts 39% van het volume aan import GvO's tm. juli werd in eigen land opgewekt. Zelfs al moet er nog het nodige volume aan fysieke opwek bijgeschreven worden in toekomstige updates, en stijgt de eigen opwek traag verder: het gat tussen eigen groene productie, en de import van GvO's voor het vergroenen van onze voornamelijk gas/steenkolen gevoedde stroommix, blijft onverminderd groot.

Export

Het "detail" plaatje voor de export van GvO's in augustus 2018. Veel simpeler dan dat voor de import.

In augustus 2018 werd, na 2 maanden met vrij hoge niveaus (259 GWh in juni, resp. 289 GWh in juli) een heel wat lager volume aan GvO's Nederland uit ge-exporteerd dan in de voorgaande maand, 232 GWh (bijna 20% minder). In maart lag het volume op een nog veel lager niveau, 67 GWh. Voor de progressie in de loop van de tijd, zie de tabel hier onder.

Tijdens het regelmatig stuivertje wisselen tussen de lange tijd enige overgebleven "export kandidaten" was het in augustus i.p.v. "verrassing" Duitsland (juni rapport) nu wederom middels hoogspanningskabel Norned aan Nederland verbonden Noorwegen wat het overgrote deel van de groene papierwaren mocht ontvangen van Nederland. 104 GWh, bijna 45% van het totaal. "The usual suspects" België (28,2%) en Duitsland (27,1%) kregen de rest van de door Nederlandse leveranciers verhandelde export certificaten.

Ook nu weer waren biomassa certificaten dominant bij de export, 59% van totaal (evenredig verdeeld over Noorwegen en België). Windcertificaten bleven steken op een aandeel van bijna 41%. Ditmaal in de verhouding ruim 66% naar "windstroom productie kampioen" Duitsland, ruim 33% naar Noorwegen, en nog een miezerig restant naar België.

Waar in de vorige (juli) rapportage nog een record hoeveelheid van 20,1 GWh aan zonnestroom certificaten werden ge-exporteerd uit het fossielen-rijke Nederland, is daar in augustus maar een schijntje voor in de plaats gekomen, 0,3 GWh, wat maar 0,1% van het totale export volume was. Noorwegen mocht ze - tegen betaling van wat Noorse Kronen - in ontvangst nemen. Hydropower certificaten, in de export van juli nog een rol van betekenis hebbend, ontbraken in de maand augustus.

Onderaan in de tabellen / figuren het taartdiagram voor de laatste 12 maanden, waarbij het aandeel van Noorwegen slechts marginaal is afgenomen. Het nam in de reeks vanaf november 2016 toe van 48% naar ruim 81% in december 2017. Daarna zakte het weer in, via 79% (januari) naar nog maar 66,9% in augustus (67,5% in juli). Het aandeel van België daalde van 54% (oktober 2016) naar ruim 11% in december 2017. Daarna steeg het weer tot ruim 15% in het april rapport, zakte weer naar ruim 14% in juni-juli, en klom weer omhoog naar 16,3% in augustus. Duitsland klom de afgelopen 12 maanden snel omhoog, wisselde van bijna 15% naar 14,4% in juli, en pakte extra aandeel in augustus: 16,6% van totaal. Vooral veroorzaakt door de "machtsgrepen" in februari, april tot en met juni, en in augustus. Dit ging ook ten koste van de positie van Zweden. Die aanvankelijk op de derde plaats kwam vanwege de contributie in augustus 2017, (7,1% van totaal), maar sindsdien fors daalde, en met het augustus rapport uit de rating is verdwenen met 0% over de afgelopen 12 maanden. Italië hield vast aan haar in de vorige maand verworven 0,2%. Terwijl het land de grootste contribuant voor de import van GvO's is, Nederland in, is geworden (met véél grotere hoeveelheden energie equivalenten) ...

De ratio export / import van GvO's is in augustus 2018 weer toegenomen, en wel naar een voorlopig record dit jaar: 11,5% t.o.v. de "relatief lage" 7,8% in juli. Hoe deze - soms sterk wisselende - verhoudingen in 2018 en in het het afgelopen jaar zijn geweest, toon ik in de volgende tabel (percentages berekend met aangegeven waarden, hoeveelheden weergegeven in Terawattuur; 1 TWh = 1.000 GWh). De import cijfers zijn identiek aan die in de eerste tabel in dit artikel.

   
Jan
Feb
Mrt
Apr
Mei
Jun
Jul
Aug
Sep
Okt
Nov
Dec
Export per mnd. (TWh)
2017
0,27
0,19
0,004
0,08
0,11
0,12
0,11
0,28
0,24
0,19
0,29
0,68
Import per mnd (TWh)
 
4,2
4,3
4,4
2,7
2,2
1,9
2,8
<1,8
2,0
2,8
2,3
7,1
Exp / Imp verhouding
 
6,4%
4,4%
4,4%
3,0%
5,0%
6,3%
3,9%
16,0%
12,0%
6,8%
12,6%
9,6%
                           
Export per mnd. (TWh)
2018
0,21
0,28
0,07
0,25
0,23
0,26
0,29
0,23
       
Import per mnd (TWh)
 
6,0
3,3
4,1
2,3
2,2
2,5
3,7
2,0
       
Exp / Imp verhouding
 
3,5%
8,5%
1,7%
10,9%
10,5%
10,4%
7,8%
11,5%
       

Over de laatste 12 maanden gemeten is het export volume tm. augustus 2018 3.209 GWh geweest. Wat nog steeds een zeer bescheiden deel is t.o.v. de totale import van GvO's in dezelfde periode (40.128 GWh; tweede tabel in dit artikel): 8,0%. Dat was in juli nog 8,2%, in juni 7,9%, in mei 7,6%, april 7,3%, maart 6,8%, in februari 6,6%, in januari 6,2%, in december 2017 6,7%, in november 4,8%, in oktober 5,4%, in september 5,2%, in augustus 4,8%, in juli 4,3%, in juni 4,1%, in mei 4,0%, in april 3,7%, en in januari 2017 was het 4,2%. Dus zelfs al is die ratio gemiddeld genomen beslist wel verder gestegen: Nederland blijft, uniek in Europa, nog steeds massaal netto importeur van "papieren groenheid" op het gebied van (verduurzaming van) grotendeels fossiel opgewekte elektriciteit.


Warmte incl. thermische zonne-energie

In het separaat verschenen "warmte equivalent" maandrapport van augustus blijken de aantallen projecten biomassa verwerkende installaties met maar liefst 9 exemplaren te zijn toegenomen, tot 288 stuks. Geothermie en thermische zonne-energie bleven steken op 17 resp. 14 gecertificeerde projecten. Netto bezien ging de wijziging bij biomassa gepaard met een totale capaciteit uitbreiding van slechts 9,2 MWth. Dus, tenzij er tussentijds ook een groot project is bijgekomen en afgevallen, en we het gemiddelde van toepassing verklaren op 9 installaties met 9,2 MWth, zou het maar om kleine projecten van gemiddeld zo'n MWth per stuk gaan, die zijn toegevoegd.

Met de 9 (netto) toegevoegde biomassa projecten, komt bij de geaccumuleerde opgestelde thermische capaciteiten in augustus 2018 de verdeling uit op 88,9% voor biomassa (2.397 MWth), 11,1% voor geothermie (300 MWth), en nog een verwaarloosbaar aandeel voor thermische zonne-energie projecten (14 stuks, 4,02 MWth., ruim 0,1% van totale gecertificeerde warmte capaciteit). NB: dit betreft uiteraard alleen de gecertificeerde (grotere) installaties. Er staat in Nederland natuurlijk veel meer zonnecollector capaciteit: zie de bijgewerkte statistiek van het CBS voor de kleine installaties tot 6 m², en de totale impact op de energie productie, in vergelijking met de evolutie bij PV (zonnestroom).

Voor korte bespreking van het grootste thermische zonne-energie project in Nederland, zie stukje in analyse van juni 2018.

Productie "warmte uit HE bronnen"
De tot nog toe geregistreerde hoeveelheid (gecertificeerde) duurzame warmte, waarvoor ook door CertiQ "warmte GvO's" worden verstrekt, kwam over de laatste 12 maanden tm. juni / juli 2018 (grafiek in rapport) op een warmte equivalent van 4.186 GWh (th.). Weer 1,4% meer dan de 4.127 GWh in het vorige rapport. Maar gezien dit nog "jonge" dossier, kan er nog een hoop daadwerkelijk geproduceerde energie bij gaan komen, omdat de rapportage verplichtingen vooral op het gebied van warmte complex zijn, en veel tijd kosten. Onder de door CertiQ getoonde progressie grafiek in het maand rapport staat dan ook een expliciete disclaimer, "De grafiek ... laat gedurende het lopende kalenderjaar ... altijd slechts het totaal van productiecijfers zien dat door CertiQ is ontvangen en vastgesteld". Genoemde hoeveelheid duurzaam geproduceerde warmte is in ieder geval energetisch bezien het equivalent van al 27% van de 15,6 TWh (el.) die in de laatste 12 maanden tot en met juli 2018 bij elektriciteit "duurzaam" werd geregistreerd volgens het al vele jaren lang lopende vergelijkbare dossier bij CertiQ.

(Voorgaande) analyses van maand rapportages CertiQ, door Polder PV:

2018:
Augustus 2 (huidige artikel, focus op import/export GvO's, warmte)
Augustus 1 (focus op evolutie zonnestroom)
Juli 3 (bijstelling PV capaciteit prognose voor eind 2018)
Juli 2 (import/export GvO's, warmte)
Juli 1 (focus op evolutie zonnestroom, 1,1 GWp gecertificeerde PV capaciteit gepasseerd)
Juni 3 (eerste prognose PV capaciteit eind 2018)
Juni 2 (import/export GvO's, warmte)
Juni 1 (focus op evolutie zonnestroom, historisch record: gecertificeerde capaciteit zonnestroom passeert 1 GWp)
Mei 2 (import/export GvO's, warmte)
Mei 1 (focus op evolutie zonnestroom)
April 2 (import/export GvO's, warmte)
April 1 ((focus op evolutie zonnestroom, wederom nieuw registratie record van bijna 80 MWp in 1 maand tijd)
Maart 2 (import/export GvO's, warmte)
Maart 1 (focus op evolutie zonnestroom, registratie record van bijna 71 MWp)
Januari & Februari 2 (import/export GvO's, warmte)
Februari 1 (focus op evolutie zonnestroom, nieuw registratie record bijna 57 MWp)
Januari 1 (focus op evolutie zonnestroom)

2017:
Jaaroverzicht 2017 DEF. (volledige revisie; vervangt hier onder gelinkte oude, eerste versie)
Jaaroverzicht 2017 (eerste, voorlopige jaar rapport - intro resp. grafische uitwerking)
December 2 (import/export GvO's, warmte)
December 1 (focus op evolutie zonnestroom)
November 2 (import/export GvO's, warmte)
November 1 (focus op evolutie zonnestroom, bijna 650 MWp geaccumuleerde gecertificeerde PV capaciteit in databank)
Oktober 2 (import/export GvO's, warmte)
Oktober 1 (focus op evolutie zonnestroom)
September 3 (... majeure neerwaartse correctie van cijfers zonnestroom in eerste rapport vanwege fouten netbeheerder en onoplettendheid CertiQ !)
September 2 (import/export GvO's, warmte)
September 1 (focus op evolutie zonnestroom, spectaculaire, voorheen ongekende record toevoeging gecertificeerde PV capaciteit ... zie verder deel 3 !)
Augustus 2 (import/export GvO's, warmte)
Augustus 1 (focus op evolutie zonnestroom, wederom nieuw maandelijks productie record / GvO evolutie zonnestroom)
Juli 2 (import/export GvO's, warmte)
Juli 1 (focus op evolutie zonnestroom, nieuw maand record aantal netto toegevoegde PV installaties)
Juni 2 (import/export GvO's, warmte)
Juni 1 (focus op evolutie zonnestroom, nieuw maand productie record / GvO's zonnestroom)
Mei 2 ( import/export GvO's, warmte)
Mei 1 (focus op evolutie zonnestroom; doorbreking 500 MWp accumulatie, nieuw maand productie record)
April 2 (import/export GvO's, warmte / thermische zonne-energie)
April 1 (focus op evolutie zonnestroom; maandrecord uitgegeven aantal GvO's zonnestroom)
Maart 2 (import/export GvO's en warmte)
Maart 1 (focus op evolutie zonnestroom)
Februari 2 (import/export GvO's en warmte; primeur - dynamische weergave import GvO's)
Februari 1 (focus op evolutie zonnestroom)
Januari 2 (import/export GvO's en warmte)
Januari 1 (focus op evolutie zonnestroom; record toename capaciteit/mnd)

2016-2015: zie links onderaan november rapportage 2017; zie verder voor oudere artikelen overzichten via index (vrijwel altijd aan begin van de maand bespreking nieuwe CertiQ maandrapport)

Statistische overzichten CertiQ (extern)


5 september 2018: CertiQ maand rapport augustus 2018 - geaccumuleerd gecertificeerd PV vermogen 1.175 MWp; nieuw productie record juli. Kort na publicatie van de herziene cijfers voor zonnestroom voor 2017 (analyse Polder PV alhier), verschenen de maand rapportages voor augustus 2018 bij TenneT dochter CertiQ. Met een netto toevoeging van 245 nieuwe PV projecten, die netto weer een grote hoeveelheid van 68,1 MWp nieuwe capaciteit toevoegden, werd eind augustus een geaccumuleerd, gecertificeerd volume van 1.174,7 MWp bereikt. In juli dit jaar werd een nieuw maandrecord gevestigd met de uitgegeven Garanties van Oorsprong voor gecertificeerde zonnestroom productie, ruim 165 GWh. In dit artikel de grafische en numerieke weergave van deze progressie, als vanouds elke maand voor u samengesteld door Polder PV.

In het op 3 september dit jaar over de maand augustus gepubliceerde maandrapport van TenneT dochter CertiQ worden de volgende data gepresenteerd in historische context.

Wat de maandelijkse toevoegingen (of: tijdelijke afnames) van aantallen installaties betreft in bovenstaande grafiek, rode curve, met als referentie de rechter Y-as, zijn er in augustus "netto" 245 nieuwe PV projecten bij gekomen (juli rapport 260, in augustus dus 6% minder). Dat blijft fors minder dan het opvallende maand record van (netto) 445 nieuwe PV projecten in juli 2017, maar wat voortschrijdend gemiddelde per kalenderjaar betreft zit er beslist al langer weer een stijgende lijn in. In 2016 was dat bij de (deels verouderde) maand rapportages nog gemiddeld 105 nieuwe projecten per maand, in 2017 158, en het gemiddelde in de eerste 8 maanden van 2018 ligt inmiddels op 200 stuks per maand. Overigens worden de aantallen later in jaarlijkse revisies bijgewerkt. Voor de net verschenen update voor 2017 lag deze op gemiddeld 143 nieuwe installaties per maand (1.717 nieuwe installaties in 2017). 9,5% lager dan uit de oorspronkelijke maand rapportages afgeleid kon worden. Zie de volgende grafiek voor de trends per jaar bij de aantallen installaties / projecten, op basis van de maand rapportages. NB, voor alle CertiQ data geldt: Netto effect = aantal bijschrijvingen minus het aantal uit de CertiQ databank verwijderde PV-projecten per maand.

De accumulatie is te zien aan de gele curve in bovenstaande grafiek (referentie: linker Y-as) die, na het "plateau" in 2013-2015, de laatste 3 jaar weer opvallend is gaan stijgen. De curve geeft eind augustus 2018 een accumulatie van 16.029 gecertificeerde PV projecten in de database van CertiQ (gemarkeerd data punt rechts bovenaan). De 15.000 stuks werd, zoals al in een vorige analyse voorspeld, in april dit jaar overschreden.

Grafiek met de variatie in de (netto) groei van de aantallen installaties per maand (rapport) bij CertiQ. De fluctuaties kunnen fors zijn. Het gemiddelde installatie niveau is sedert 2011 behoorlijk terug gevallen, werd in de grafiek door de her-registratie operatie in 2013-2015 flink vertroebeld, maar trekt zeker het laatste jaar weer aan. De eerste acht maanden van 2018 laten weer een gezonde maandelijkse groei van de aantallen nieuwe registraties zien. In augustus kwamen er netto weer 245 projecten bij. Wat het gemiddelde tot en met die maand voor 2017 op 200 projecten per maand brengt. Op basis van de maand rapportages waren dat voor de afgeronde kalenderjaren 2016 en 2017 105 resp. 158 stuks per maand (bijpassende gekleurde horizontale stippellijnen).

Dat er weer "aardige" groei volumes van de aantallen bij CertiQ geregistreerde projecten zijn te zien is voor een aanzienlijk deel te wijten aan de lopende realisaties van omvangrijke volumes onder de diverse SDE "+" regelingen beschikte PV projecten (voor overzicht beschikkingen en "officiële" realisaties, zie meest recente analyse van RVO cijfers van 8 juni jl.). De grootste groei zit hem echter niet in het "aantal" installaties, maar met name in de opgestelde productie capaciteit, wat daarmee wordt ingebracht. Dat stijgt ronduit spectaculair, zoals we hier onder zullen zien. Dat heeft alles te maken met het feit dat het om (gemiddeld en absoluut) véél grotere PV projecten gaat dan wat enkele jaren geleden "gebruikelijk" was voor Nederland. Hier bovenop zijn de nu daadwerkelijk fysiek gebouwde grondgebonden zonneparken gekomen. Die stuk voor stuk bij CertiQ worden aangemeld - en die met hun enorme capaciteit volumes in de databank worden opgenomen.


Voetnoot bij grafiek: de cijfers voor sep. 2017 zijn na vragen van Polder PV door CertiQ aangepast. Voor de reden, zie analyse herziening september 2017 rapportage !

In vergelijking met de groei van de aantallen nieuw geregistreerde gecertificeerde PV projecten (vorige grafiek), gaat het bij de netto toegevoegde capaciteit al een tijdje echt om substantieel grotere volumes dan wat we in eerdere jaren hebben gezien. Het verloop van de kolommen in 2018 is sterk verschillend van de situatie bij de "aantallen" projecten! Voor 2018 (paarse kolommen) heb ik voor het vierde jaar op rij alweer een nieuw capaciteits-bouw record voorspeld voor de totale Nederlandse markt. O.a. tijdens de informele winter-sessie van SolarPlaza, en recent nog in artikelen in Energeia, bij SolarPlaza / The Solar Future, en, tot slot, n.a.v. de halfjaar cijfers voor 2017 bij de grootste netbeheerder, Alliander (analyse met prognose). Het was derhalve niet vreemd dat ook in de sub"markt" van het CertiQ dossier, het ene na het andere record of hoge volume werd gepubliceerd door CertiQ: januari netto 38,6 MWp, feb. 56,6 MWp, maart 70,9 MWp, april 79,6 MWp (nieuw maand record tot nog toe, ruim 12% meer dan in maart, en 74% meer dan het record voor kalenderjaar 2017 (45,7 MWp nieuwbouw januari). Ook daarna bleven de volumes hoog, al was er een "terugval" naar 51,3 MWp in mei. Dat werd door de daar op volgende maanden weer ruimschoots goedgemaakt, met volumes van 75,4 (juni), 62,2 (juli), resp. (augustus) 68,1 MWp. Daarmee is augustus de op drie na beste maand met de hoogste capaciteit toevoegingen geweest bij CertiQ (na april, juni, en maart 2018).

In de eerste 8 maanden van 2018 is nu door CertiQ in de maand rapportages maar liefst 502,7 MWp netto nieuwe gecertificeerde PV capaciteit gerapporteerd. Dat was in 2017, in dezelfde periode, nog slechts 173,0 MWp, dus dat is dit jaar al een factor 2,9 maal zo hoog! Genoemd volume voor de eerste 8 maanden in 2018 is zelfs al een factor 4,4 hoger dan de 115,1 MWp in die periode in het jaar 2016. De groei in het opgeleverde project vermogen gaat onvervaard door, dat mag duidelijk zijn. Eerder al werden de spectaculaire groei cijfers in het eerste halve jaar voor de jaren 2010-2017 in de rapportage voor juni 2018 door mij grafisch weergegeven.

Eerdere prognose PPV voor jaargroei 2018 wellicht nog "te conservatief" ?
Als we de maand rapportages voor het volledige kalenderjaar 2017 bij elkaar optellen, komen we uit op een toegevoegd jaar volume van 273,4 MWp. Echter, uit de recent gepubliceerde gecorrigeerde volumes in het gereviseerde jaar rapport van CertiQ (EOY 2017: 729,1 MWp), is, gecombineerd met het bijgestelde EOY volume voor 2016 in een voorgaand revisie rapport (426,0 MWp), een nieuwe jaargroei van alweer 303,1 MWp vast te stellen. Dat ligt dus fors, bijna 11%, boven het volume opgeteld vanuit de maand rapportages. We moeten er dus van uitgaan, dat een dergelijke - forse - opwaartse bijstelling ook voor 2018 en later zal gaan gelden. Ergo: de volumes in de maand rapporten zijn absolute minima, die later nog stevig omhoog zullen worden bijgesteld.

Deze nog te verwachten opwaartse bijstelling, tezamen met bovengenoemd spectaculair volume van al een halve GWp aan (vrijwel uitsluitend) gerealiseerde nieuwe SDE "+" PV projecten, gedocumenteerd door CertiQ, met nog vier maanden te gaan dit jaar, sterkt mij in mijn overtuiging, dat voor de totale Nederlandse markt anderhalf GWp groei in 2018, gesuggereerd in het hierboven gelinkte artikel met analyse van data van Alliander, beslist géén spectaculaire of "overspannen" prognose is. En wellicht zelfs, als deze trend doorzet, een nogal conservatieve schatting zou kunnen zijn ...

Gemiddelde groei per maand naar hoog niveau
Het maandelijkse gemiddelde van januari - augustus 2018, 62,8 MWp/mnd (paarse stippellijn in de vorige grafiek), weer gestegen t.o.v. het gemiddelde tm. juli (62,1 MWp/mnd), komt hiermee ver (175%) uit boven het maandelijkse gemiddelde voor 2017, (bijna 22,8 MWp/mnd, groene stippellijn). Het gemiddelde over 2016 (rose stippellijn) lag nog veel lager, rond de 16 MWp/mnd, zo'n 30% minder dan in 2017. De reden dat de volumes tot en met augustus 2018 weer zo hoog liggen, kan haast niet anders liggen aan het feit dat er, naast de "reguliere", nu al regelmatig gerapporteerde grote SDE rooftop projecten, waarschijnlijk al diverse grote, grondgebonden installaties doorgedrongen moeten zijn tot de CertiQ databank. Druppelsgewijs voeg ik ook meer opleveringen van dergelijke projecten toe aan mijn eigen projectenlijst. We hebben in 2 separate fietsvakantie weken (juli en augustus) in zuid-west, en in noord-oost Nederland, diverse, deels vrij kort geleden opgeleverde zonneparken met de fiets bezocht. Waaronder het met een nieuwe SDE beschikking uit te breiden project Schipsloot te Wolvega, van Tautus dochter Zonnepark Noordwolde (foto hier onder).


^^^
Zonnepark (Schipsloot) Wolvega, ruim 13 en een half duizend zonnepanelen op een nooit "geclaimd" stuk bedrijventerrein in noordelijk Wolvega
(Weststellingwerf, Friesland), gebouwd door de ervaren installateurs van het Duitse Pfalz Solar. Verwachte oplevering: september 2018.
De geprognosticeerde productie van het park is bijna 3,8 GWh/jaar. Er is inmiddels alweer een beschikking voor een uitbreiding bekend geworden...
Foto genomen tijdens fietstocht door Friesland, Groningen, Drenthe en Overijssel, op 5 augustus 2018.

Gemiddelde capaciteit PV projecten augustus 2018

Als we uitgaan van "relatief weinig uitstroom" uit de CertiQ bestanden, en de maandelijkse netto toevoeging van 245 nieuwe installaties, met genoemde 68,1 MWp netto nieuwe capaciteit combineren, zou hier uit resulteren dat een "netto nieuw toegevoegd project" in de augustus 2018 update een gemiddeld systeem vermogen zou hebben van zo'n 278 kWp per stuk. Dat is ondanks het forse volume nog een stuk lager dan in een vorige (record) update van april (460 kWp gemiddeld). Aangezien het hier om een gemiddelde gaat, zitten er natuurlijk ook (veel) grotere projecten bij, zoals de ook in augustus waarschijnlijk bijgeschreven, een of meer zonneparken op de grond, en waarschijnlijk ook de nodige grote rooftop projecten. Die per stuk al enkele megawattpieken groot kunnen zijn tegenwoordig. CertiQ geeft geen informatie over individuele projecten, dus die kunnen niet als zodanig "getraceerd" worden in de geopenbaarde cijfers.

Voor het overige blijven er stapsgewijs grote grondgebonden zonneparken opgeleverd worden, er staat een enorme capaciteit klaar, deels al met SDE beschikking, in mijn pending lijst. Zie ook mijn recente analyse van alle "veldopstelling" projecten bekend binnen de SDE regelingen. Naast de paar grote grondgebonden installaties verschijnen ook regelmatig kleinere veld projectjes, die, wat hun opgestelde capaciteit betreft, nauwelijks opvallen tussen de talloze rooftop systemen. Al dit soort grotere PV projecten stuwen de maandgemiddeldes inmiddels flink omhoog. Als ze tenminste als "administratief opgeleverd" in de betreffende maand worden opgenomen in het CertiQ register. Daar kan beslist een vertraging van een maand, of wellicht zelfs langer in zitten. Dit is voor het publiek echter "onzichtbare materie". We kennen immers in het geheel geen verplichte publieke registratie zoals in Duitsland, waar zelfs de inbedrijfstellings-datum openbaar wordt gemeld (die is immers doorslaggevend voor het betreffende feed-in tarief wat die installaties gaan krijgen) ...


Na het bereiken van de halve GWp aan gecertificeerde zonnestroom capaciteit in het rapport van mei 2017 ging de groei verder, en na de heftige "correctie" t.a.v. het september rapport, op een behoorlijk consistent, gemiddeld hoog niveau in de laatste maand rapportages. De eerste acht maanden van 2018 gaven bovenop die recente trend weer een zeer flinke - record - "boost" te zien. De Y-as van deze grafiek werd "daartoe gebruikelijk" diverse malen aangepast. En, een primeur, zoals reeds enkele malen voorspeld dat 'ie er aan zat te komen: In het juni rapport werd eindelijk de eerste "Gieg" in de CertiQ annalen bereikt voor zonnestroom capaciteit.

De enorme versnelling in het CertiQ dossier, sedert de nazomer van 2015 (juni: 129,5 MWp), is kristalhelder in deze al jaren door Polder PV geactualiseerde grafiek. De gecertificeerde PV capaciteit, bij CertiQ in januari nog slechts de zevende "100 MWp piketpaal" gepasseerd, ging met de toevoeging in augustus dit jaar al naar bijna 1.175 MWp. Een factor 53 maal het volume eind 2009 (22 MWp). En al 9,1 maal het volume in juni 2015 (129,5 MWp), vlak voordat de hoge groei bij CertiQ manifest werd. De tussenpozen tussen het bereiken van een nieuwe "100 MWp" grens bij de geaccumuleerde gecertificeerde PV capaciteiten zijn de afgelopen drie jaar in ieder geval steeds korter geworden. Ik heb deze in de huidige grafiek inmiddels vervangen door "piketpalen" voor het bereiken van, telkens, 200 MWp aan volume groei. De afstanden tussen de vertikale blauwe stippellijnen bij het bereiken van een nieuwe hoeveelheid van 200 MWp worden steeds korter.

En er zal nog heel veel op bovenstaande gaan volgen, gezien de grote hoeveelheid SDE beschikkingen die er op het vlak van zonnestroom al eerder zijn afgegeven door RVO. Verhevigd door de enorme toevoeging van de eerste SDE 2017 ronde (4.386 beschikte projecten met een nieuwe record omvang van 2.354 MWp, analyse Polder PV hier). De in mei dit jaar gepubliceerde extra hoeveelheid van de najaars-ronde in dat jaar (nog eens 3.945 toegekende projecten, totaal volume 1.911 MWp). En de inmiddels bekende resultaten voor de eerste ronde voor SDE 2018 (beschikt 3.774 projecten, met 1.710 MWp, zie hier). We mogen hopen dat de "tweede GWp" bij CertiQ binnen veel kortere tijd gehaald zal gaan worden dan de eerste.

De rode lijn in de grafiek is de "best match" bepaald via Excel, met een 5e graads polynoom trendlijn.


Aandeel CertiQ t.o.v. "CBS totale PV capaciteit" sterk gegroeid sedert 2014

De cijfers van het net gepubliceerde gereviseerde jaaroverzicht van CertiQ over 2017 suggereren dat eind van dat jaar het gecertificeerde volume bekend bij de TenneT dochter al ruim 25% van de (grotendeels niet gecertificeerde) capaciteit in heel Nederland zou kunnen omvatten.

In de "hernieuwbare energie rapportage" voor heel Nederland publiceerde En-Tran-Ce voor de laatst bekende maand, juni, waarin een record percentage "hernieuwbaar" bij de totale energie productie werd vastgesteld (8,6%, waarbij alleen elektra uit hernieuwbare bronnen een aandeel van 15,4% haalde op de totale stroom consumptie), weer de nieuwe "potentiële" capaciteits-data voor PV. Hierbij is met terugwerkende kracht het destijds eerst afgeschatte cijfer van het CBS voor eind 2017 genomen (afgerond 2.750 MWp, pers. comm.*). En wordt er - mogelijk zelfs nog conservatief - van uitgegaan dat er gemiddeld dit jaar 100 MWp per maand bijgebouwd zou kunnen worden in 2018. Vorig jaar nog werd de maandelijkse groei van 40 naar 50 MWp opgehoogd, en dit - theoretische - volume is in 2018 dus alweer verdubbeld. Derhalve wordt door En-Tran-Ce nu voor begin juni verondersteld dat er 3.250 MWp zou staan opgesteld in ons land. Voor begin september zou dat dan mogelijk 3.550 MWp gaan worden, op basis van het nieuwe uitgangspunt van 100 MWp groei per maand. In het CertiQ rapport over augustus stond voor eind die maand 1.175 MWp genoteerd in de databank. Derhalve zou er bij de TenneT dochter eind van augustus, bij deze aannames, dus mogelijk al zo'n 33% van die veronderstelde nationale capaciteit daar bekend staan als "gecertificeerd vermogen". Als de nationale groei in 2017 nog hoger zou zijn geweest, zoals Solar Trendrapport suggereert, is het aandeel echter kleiner op het totaal.

* Inmiddels alweer opgewaardeerd naar 2.873 MWp (meest recente CBS cijfer voor voorgaand jaar).

Als we december 2014 als ijkpunt van vóór de versnelling bij CertiQ gebruiken (118,6 MWp volgens gereviseerd jaar rapport 2014, wat 4,6% hoger ligt dan de 113,4 MWp in de eerder gepubliceerde, "voorlopige" december rapportage voor dat jaar), en het neerwaarts gewijzigde officiële (internationaal erkende) CBS cijfer ernaast leggen (1.008 MWp, zie 1e grafiek in mijn meest recente artikel over de CBS stats), komen we voor dát jaar op een verhouding van slechts bijna 12% uit! Ergo: eind augustus 2018, 3 en driekwart jaar later, is dat aandeel van CertiQ capaciteit bij zonnestroom dus mogelijk met een factor 2,8 toegenomen, een ronduit opmerkelijke groei. Een trend die waarschijnlijk gaat doorzetten, als de residentiële markt "relatief matig" groeit / blijft groeien (zie 3e grafiek in artikel over markt segmentatie). En de (grote) projecten markt daarentegen versneld groter zal gaan worden. Uiteraard meestal met forse SDE "plus" beschikkingen op zak, die in grote hoeveelheden zijn toegekend de afgelopen twee en een half jaar (tabel in het gelinkte artikel, zie ook resultaten SDE 2018 I).


Systeemgemiddelde capaciteit
Met de aanhoudend forse groei van de accumulatie van (gecertificeerde) zonnestroom capaciteit, blijft ook de gemiddelde projectgrootte nog steeds sterk groeien in de cijfers van CertiQ. Zoals weergegeven in bovenstaande grafiek, met een "best fit" 4e graads polynoom als trendlijn (rood). Het systeemgemiddelde nam afgelopen maanden verder sterk toe, van 46,6 kWp (eind december 2017) naar 73,3 kWp gemiddeld voor alle eind augustus 2018 bij CertiQ bekende (grotendeels SDE-gesubsidieerde) projecten. Dit is een factor 12,6 maal het gemiddelde begin 2010. En is al een factor 4,9 maal zo hoog dan de minimum omvang waarvoor een SDE "+" project sedert SDE 2011 (volgens wettelijk voorschrift) wordt geaccepteerd door RVO (15 kWp, blauwe stippellijn). Een minimum wat waarschijnlijk binnenkort "opgetrokken" gaat worden voor nieuwe aanvragen onder SDE 2018 (zie bespreking kamerbrief Min. Eric Wiebes).

De gemiddelde systeemgrootte van de netto toevoegingen in de augustus rapportage lag, zoals gebruikelijk, op een nog véél hoger niveau, 278 kWp. Dit hoge niveau wordt structureler, omdat er steeds meer zeer grote (druppelsgewijs ook grondgebonden) projecten worden opgeleverd. Het gemiddelde van de toevoegingen in de eerste 8 maandrapporten van 2018 lag zelfs op 324 kWp.

Dat het in de grafiek getoonde gemiddelde voor alle geaccumuleerde projecten bij elkaar een stuk lager ligt dan bij de maandelijkse toevoegingen, komt door het blijvend "drukkende effect" van de duizenden kleine residentiële PV installaties uit de eerste 3 SDE regelingen (vaak met een omvang van maar een paar kWp per stuk). De verwachting is, dat dit effect op het totale systeemgemiddelde nog lang zal aanhouden gezien hun volume. Pas als er continu véél, en ook zeer grote fysiek opgeleverde nieuwe SDE projecten gaan cq. blijven instromen bij CertiQ, zal dat effect (deels) worden opgeheven. Daarbij s.v.p. niet vergeten dat de duizenden kleine residentiële installaties ook voor 15 jaar een SDE (2008-2010) beschikking hebben (zie grafiek met de actuele aantallen per grootte categorie). Dus het gros daarvan zal beslist nog tot en met 2023 in dienst zijn, en geregistreerd blijven bij CertiQ. Zonder registratie immers géén (voorschot-betalingen voor) SDE subsidie meer.


"Niet SDE projecten" bij CertiQ
Zie hiervoor het commentaar bij de rapportage van juli 2018 in een vorig verslag.


Gecertificeerde productie seizoens-gerelateerd wederom naar een nieuw record

De accumulatie van de (gecertificeerde) PV capaciteit (magenta curve) is terug te vinden op de linker Y-as. Let op dat de GvO productie (blauwe curve, rechter Y-as, in GWh uitgegeven GvO's per maand) een maand achter loopt bij die voor de toegevoegde capaciteiten.

Het voorgaande record volume van 132,1 GWh aan Garanties van Oorsprong door CertiQ aangemaakt voor zonnestroom in mei 2018 heeft het niet lang volgehouden. In juni volgde een kortstondige "dip" (124,9 GWh), synchroon met die welke Polder PV bij zijn eigen oude PV systeem heeft waargenomen. Maar in het net verschenen rapport over augustus 2018, wat als laatste cijfer de (voorlopige) productie voor juli laat zien, blijkt duidelijk wat voor spectaculaire maand dat is geweest. CertiQ gaf al een nieuw record volume van 165,2 GWh aan GvO's uit voor Nederlandse gecertificeerde zonnestroom (gemarkeerd blauwe data punt met rode rand, rechts bovenaan). Dat is alweer 25% (!) hoger dan het vorige record voor mei dit jaar. En de hoeveelheid gerapporteerd voor juli 2018 is zelfs al 138% meer dan de 69,5 GWh vermeld voor juli 2017, een jaar eerder. Op het dipje in juni na, loopt de curve steil omhoog in deze zeer productieve (voor)zomer maanden.

Dit alles, nadat in dec. '17 / jan. '18 het laatste "winterse dieptepunt" werd bereikt met maar 13,8 GWh/maand. In deze maanden wordt normaliter al minder zonnestroom geproduceerd dan in de voorgaande zomerse maanden (zie begin 2018 ververste procentuele overzicht van het kern-systeem bij Polder PV). De cijfers liggen voor die wintermaanden echter wel alweer een stuk hoger dan het laagste niveau's in de winters van 2015/2016 en 2016/2017 (januari 2016 4,5 GWh; december 2016 10,4 GWh). Deze "winterdips", steeds hoger wordend qua output, zijn in de grafiek met blauwe pijltjes weergegeven.

De steeds hogere niveaus van de aangegeven "winter-dips" zijn het resultaat van de forse tussentijdse groei van de gecertificeerde PV capaciteit, en de meer-productie van die nieuwe installaties bovenop de output van de al bestaande projecten. Te verwachten valt dat, door de reeds door CertiQ gepubliceerde, als nog komende forse capaciteits-toevoegingen in 2018, die "winter dip" in de komende koude periode (winter 2018-2019) alweer flink hoger zal komen te liggen. Daarbij dient wel rekening gehouden te worden met het feit, dat zeker de recenter gepubliceerde volumes achteraf altijd nog - meestal relatief bescheiden - aangepast kunnen gaan worden. De vorm van de curve kan dan ook nog enigszins gaan wijzigen (in ieder geval: een gladder verloop krijgen). Idealiter, zou die curve ongeveer de vorm moeten krijgen van de prachtige grafiek die Martien Visser van En-Tran-Ce maakte voor de berekende nationale zonnestroom productie (in GWh per dag), op basis van de databank, die ook gebruikt wordt voor de inmiddels aardig bekende energieopwek.nl website. De site waarop het ene na het ander dagelijkse - berekende - momentane output, en dag productie record werd vermeld, in mei tot en met juli. Waarover Polder PV regelmatig heeft getwitterd. Zie ook de bijgewerkte grafiek tm 17 augustus.

De komende maand rapportages, inclusief die voor augustus, zullen hoogstwaarschijnlijk geen nieuwe record volumes aan uitgegeven zonnestroom GvO's meer tonen, omdat we alweer over de hoogste productie per maand heen zijn dit jaar, en de tussentijdse (veronderstelde) capaciteit bijbouw, met de daarmee gepaard gaande extra berekende zonnestroom opbrengsten, die terugval niet genoeg kan "opvangen". Juli 2018 was wat maand productie betreft absolute record houder bij veel recent opgeleverde PV installaties. Pas volgend jaar, met een flinke extra hoeveelheid tussentijds gebouwde capaciteit, kunnen we in 1 van de maanden mei tm. juli, waarschijnlijk weer nieuwe record volumes gaan verwachten bij CertiQ.

De nieuwe record - gecertificeerde - zonnestroom productie van 165,2 GWh in juli 2018, is het equivalent van het gemiddelde maandelijkse stroom-verbruik van ruim 681.200 gemiddelde Nederlandse huishoudens (2.910 kWh/HH.jr anno 2016 volgens Open Data van CBS, dat is nog exclusief het op landelijk totaal bezien nog relatief lage eigen verbruik van zonnestroom).

Uiteraard is het gecertificeerde volume tot nog toe slechts een onderdeel van de totale, onbekende Nederlandse zonnestroom productie. Die inmiddels mogelijk (maximaal) het 3 tot 4-voudige van de productie bekend bij CertiQ zou kunnen omvatten, dus - voor juli 2018 - het equivalent van het (elektra) verbruik van zo'n 2,0 tot 2,7 miljoen Nederlandse huishoudens. Echter, de capaciteit toename van de CertiQ bijschrijvingen groeit al lang, en snel, zoals we dit maandrapport voor de zoveelste maal hebben kunnen vaststellen. Het is te voorzien dat een steeds groter aandeel van de totale fysieke zonnestroom productie in ons land afkomstig zal zijn van die rap groeiende, bij CertiQ bekend wordende populatie van - soms zéér grote - SDE gesubsidieerde PV projecten.


Gecertificeerde PV capaciteit en gecertificeerde zonnestroom productie per jaar volgens (gereviseerde) jaar overzichten CertiQ

In een vorige maand overzicht heb ik ook de eerste resultaten voor het hele kalenderjaar 2017 weergegeven, n.a.v. het eerste verschenen jaar rapport van CertiQ. Die data zijn inmiddels fors bijgesteld in de revisie die CertiQ net heeft gepubliceerd. Zie uitgebreide analyse van de wijzigingen en de stand van zaken, van de hand van Polder PV.


Landelijke zonnestroom en andere duurzame productie - berekend

Voor het destijds - mogelijk conservatief berekende (!) - nationale zonnestroom dagproductie record op de Energieopwek.nl site van 1 juni 2017 verwijs ik naar de korte bijdrage in de bespreking van een vorig maandrapport. Voor overige "oude records" in dat portal, zie de analyse van de september 2017 rapportage. De hoogst behaalde, berekende "momentane" (piek) vermogens bij zonnestroom, die zeer kort zullen zijn aangehouden waren per maand, de afgelopen jaren, als volgt (tabel). In mei - juli 2018 volgde het ene record snel op het andere in dat portal. Sommige data kunnen in recentere versies zijn en/of worden aangepast op basis van nieuwe inzichten en berekenings-methodieken.

Het portal is na de zomer van 2018 behoorlijk sterk gewijzigd en uitgebreid (SER bericht: "Hiermee hebben we een compleet beeld van de opwekking van duurzame energie in Nederland"), Martien Visser van Hanzehogeschool meldde op Twitter dat de nieuwe opzet 28 augustus live is gegaan. Het portal bevat de producties van inmiddels, naast de oude bekende drie opties wind (nu gesplitst in on- en off-shore), zon, en biogas, nu alle (berekende) energie modaliteiten die officieel een bijdrage aan de "duurzame" opwek geven (inclusief hoogst twijfelachtige steenkolencentrales met biomassa bijstook, en afval centrales die forse hoeveelheden buitenlands afval mee stoken). Jammer genoeg is ook, indien de berekende output boven de 1 gigawatt uitkomt, deze weergegeven in gigawatten, tot 2 cijfers achter de komma. Daarmee gaat helaas wat detail verloren in de output waarden. Ónder de 1 GW output wordt wel in megawatten weergegeven, dus in meer winterse maanden, met sowieso minder hoge producties, is wat meer detail beschikbaar in de aangegeven waardes.

Check van de laatst bekende historische waardes heb ik gedaan op 4 september 2018. De historische reeks is nu langer beschikbaar voor PV output (vanaf eind januari 2016), en er zijn kennelijk capaciteit aanpassingen gedaan in het brondata bestand. Want er duiken soms nieuwe record output dagen op per maand voor zonnestroom. Het tot nog toe door Energieopwek.nl geregistreerde, berekende momentane output record midden op de dag was voorheen gevallen op 2 juli 2018: 2.394 megawatt, zie de Tweet van Polder PV, en de oude tabel bijgewerkt tot en met de CertiQ update van juli 2018. Dit is in de nieuwe opzet, en met een kennelijke tussentijdse aanpassing van de aan de berekeningen ten grondslag liggende (vermeend) opgestelde capaciteit, grover weergegeven als 2,65 Gigawatt, wat trouwens nu ook voor de 1e juli 2018 als maximum wordt weergegeven.

Max. output zonnestroom (GW nieuw)
Jan.
Feb.
Mrt.
Apr.
Mei
Jun.
Jul.
Aug.
Sep.
Okt.
Nov.
Dec.
2016
0,262 *
(31e)
0,818 **
(27e)
0,957
(17e)
1,20
(21e)
1,29
(5e)
1,32
(6e)
1,33
(19e, 20e)
1,33
(17e)
1,18
(7e)
1,04
(5e)
0,760
(29e)
0,711
(5e)
2017
0,922
(22e)
0,938
(14e)
1,44
(27e)
1,66
(30e)
1,78
(26e, 27e)
1,82
(1e)
1,75
(9e)
1,67
(14e)
1,46
(3e, 23e)
1,19
(15e)
0,918
(6e)
0,654
(17e)
2018
0,897
(21e)
1,55
(25e)
1,93
(20e)
2,18
(19e, 21e)
2,44
(6e, 7e)
2,63
(30e)
2,65 ***
(1e, 2e)
2,55
(6e)
2,24
(2e)
     

* Eerst bekende meting 30 jan. 2016, hoogste waarde op 31 jan. 2016

** Er wordt een "onmogelijk hoge" waarde van 1,81 GW gegeven voor 29 feb. 2016. Dit is, gezien de andere (maximale) meetwaarden in deze periode, hoogst onwaarschijnlijk, en vermoedelijk een fout.

*** Voorlopig hoogste resultaat op 2 juli 2018 in de orginele, fijnere output cijfers weergevende opzet Energieopwek.nl site: 2.394 MW. In de nieuwe opzet, die de maximale output in Gigawatten weergeeft (boven 1 GW output), is voor zowel de 1e als de 2e juli 2018 een momentaan, kort durende vermogen output van 2,65 GW weergegeven door het - fors aangepaste - portal.

In september is, vóór publicatie van dit artikel (5 sep. 2018), op de 2e het hoogste niveau te zien (2,24 GW), maar dat zal later vermoedelijk nog wel gepasseerd kunnen worden, later in deze maand. Energieopwek.nl "auteur" Martien Visser twitterde nog over deze opmerkelijke hoge output voor een septemberse dag in Nederland.

Januari 2018 was erg somber, zonder extreem zonnige dagen. Vandaar dat het resultaat onder dat van januari 2017 bleef steken, ondanks de tussentijdse groei van de capaciteit. En ook in de nieuwe opzet van het portal, met deels aanpassingen aan de verondersteld aanwezige opgestelde capaciteit. Februari was een prachtige, zonnige, en koude maand. De 25e werd een spectaculair record voor die maand gevestigd, met een tijdelijke maximum output van 1,55 GW (nieuwe opzet, het "oude" portal toonde nog 1.168 MW) aan PV vermogen in Nederland. België piekte, met nog een veel groter basis bestand aan PV capaciteit, zelfs op 2,17 GW op die dag. Sowieso waren er meer mooie zonnige dagen in februari. April kende met name in de derde week prachtig zonnig weer, culminerend in het momentane output record voor die maand, berekend voor, in de nieuwe opzet, zowel voor de 19e als voor de 21e, 2,18 GW. In mei was het zeer zonnig, met o.a. een prachtige eerste week, en nieuwe record cijfers voor zowel de 6e als de 7e mei (2,44 GW). De record output werd in de oude opzet echter berekend op de 21e, 2.155 MW. Juni liet meerdere nieuwe records zien, maar wachtte tot de laatste dag om het puntje op de i te zetten (30 juni, 2,63 GW "nieuw", dit was in de oude opzet nog 2.373 MW).

Dat record werd nog even wat verder aangescherpt op zowel de 1e als de 2e juli, die zonder twijfel het nieuwe jaar record voor 2018 zullen hebben opgetekend: 2,65 GW berekende momentane output midden op de dag. Dat is maar liefst 46% hoger dan het record in 2017 (1,82 GW op 1 juni). En zelfs ruim 51% hoger dan het juli record in dat jaar (1,75 GW op de 9e). Het lag bovendien vrijwel op het dubbele niveau van het - gedeelde - record gevonden in het jaar 2016: op drie dagen dat jaar, 19, 20 juli, en 17 augustus, werd net aan 1,33 GW aangetikt.

Het record voor augustus 2018 viel op de 6e (2,55 GW). Voor september moeten we nog even de rest van de maand afwachten.

Per jaar zijn naast de hoogst gevonden waarden (rood) ook de laagste output maxima weergegeven in blauw. Uiteraard altijd in de wintermaanden december of januari te vinden. Voor 2016, met slechts de laatste 2 dagen in januari gemeten, lag het "maximum" op 262 MW (31e). In 2017 werd het "minimale maximum" op 17 december gevestigd (654 MW). Tot nog toe is 21 januari de dag met dat "record" in 2018, met alweer 897 MW maximale output op de teller. Dit zou nog "onderboden" kunnen gaan worden in december 2018.

In de nieuwe opzet van het energieopwek.nl portal zijn ook "profielen" met de dag maxima te zien per maand, en per jaar.

Voor een uitgebreider intermezzo "stroom productie records" van het energieopwek.nl portal, zie de bespreking bij januari 2018. Het vorige record voor het totaal aan berekende output voor windstroom, zonnestroom, en elektra opwek uit biogas was gevestigd op 2 mei dit jaar. Door een combinatie van met name harde wind en stralend zonnig weer, werd voor die dag kort (berekend) een gezamenlijke output van 5,79 GW (oude portal: 5.522 megawatt) genoteerd door Energieopwek.nl (Tweet Polder PV). Maar dat is nota bene op de langste dag van 2018, 21 juni, alweer verbroken. Wederom door een combi van stralend weer met veel wind, werd toen een momentane output gehaald van maar liefst 6,14 GW (nieuwe portal; in het oude was het nog 5.990 MW) door deze drie modaliteiten. Alleen 1 juli kwam daar nog enigszins - onder vergelijkbare omstandigheden - in de buurt, met max. 6,01 GW in het nieuwe portal.

In de nieuwe opzet van het portal, kunnen bovenop de reeds genoemde energie opwek opties nog eens momentaan berekende vermogens van 7 andere modaliteiten gestapeld worden, alsmede een "restpost" met kleine opties (waar ook thermische zonne-energie onder valt). Zo was voor 4 september, met alle opties aangevinkt, de maximale output van alle "duurzame" energie opties 4,5 gigawatt, waarbij midden op de dag zonnestroom bijna de helft van de output verzorgde. Maar dat kan natuurlijk per dagdeel fors variëren, zeker met de variabele input bronnen wind- en zonnestroom.


Energie producties - alleen actueel voorhanden, of per maand in nieuwsbericht SER

Op het nieuwe portal is helaas uitsluitend voor de actueel geldende dag de dagelijkse energie productie weergegeven. Voor eerdere dagen is deze optie niet meer te raadplegen, wat dus een verslechtering van de data verstrekking betekent. Vandaar dat er ook geen staatjes met de minimale en maximale energie producties (in inwoner equivalent energie verbruik) per maand meer gegeven kunnen worden. Voor een laatste staatje, dat van juli 2018, zie het desbetreffende artikel op Polder PV.

We moeten voor een indruk van de verdeling tegenwoordig kennelijk in het maandbericht van de SER kijken, zoals ook is gepubliceerd voor augustus 2018, met als titel: "Matige windopbrengst, afnemend zon in augustus". Daar wordt gemeld: "De beste dag deze maand was 10 augustus als we alle duurzame-energie bij elkaar optellen, zoals ook biomassa, warmtepompen en geothermie. Goed voor het (finaal) verbruik van 1,2 mln Nederlanders. De slechtste dag was 21 augustus met een productie goed voor 644 duizend Nederlanders". De productie van zonnestroom daalde, door een combinatie van lagere zonnestanden en kortere daglengtes t.o.v. record maand juli van 2,1 naar 1,3 Petajoule. Waarbij als disclaimer staat opgegeven, dat er is gemeten tot 27 augustus dit jaar. Dus er moet nog wat voor de laatste 4 dagen bij worden gerekend. 1,3 PJ is het equivalent van ongeveer 361 GWh elektrische energie (361 miljoen kilowattuur).

De beste resp. slechtste "zonnedagen" waren volgens het SER bericht 6 resp. 13 augustus, met 21 resp. 8 GWh aan zonnestroom productie. Een verschil factor 2,6. Overigens was de variatie bij wind nog veel groter, op land tussen de 39 en 1 GWh (10 resp. 1 augustus). Op zee was het verschil bij windenergie productie iets minder extreem: 17 versus 0,2 GWh (factor 34).

In een tweet van 18 juli jl., merkte Martien Visser van Hanzehogeschool (brein achter de data levering voor Energieopwek.nl) op, dat er toen al 12 dagen waren geweest, waarbij zonnestroom (berekend) meer dan 20 GWh productie op een dag zou hebben bereikt in Nederland, vanaf het eerste signalement van die record productie begin juni.

De berekeningen van het Groningse onderzoeks-instituut En-Tran-Ce zijn gebaseerd op o.a. aannames over de opgestelde capaciteit in ons land, zeker wat het opgestelde PV vermogen betreft. Bij windstroom en biogas zijn de cijfers makkelijker en zeer actueel te verkrijgen, het gaat daarbij om relatief geringe aantallen. Zonnestroom capaciteit is een compleet ander verhaal: er zijn enkele honderdduizenden installaties (zie ook analyse, de daar op volgende op basis van nieuwe Klimaatmonitor data voor het jaar 2016, en de meest recente markt segmentatie van de hand van het CBS), en de groei blijft ook op dat vlak fenomenaal. Het is jarenlang nauwelijks mogelijk geweest om daar een accuraat beeld van te krijgen, gezien de brakke cijfers over zonnestroom.

De laatst bekende berekeningen van En-Tran-Ce lieten voor de maanden mei resp. juni 2018 zonnestroom producties zien van ongeveer 0,48 resp. 0,42 TWh, voor heel Nederland (1 TWh = 1.000 GWh = 1 miljard kWh). De 0,48 TWh voor mei zou volgens hun eigen (historische) berekeningen maar liefst 71% hoger hebben gelegen dan het niveau in mei 2017 (0,28 TWh). Het was dan ook een zeer goede maand wat aantal zonuren betreft volgens het KNMI (landelijk 36% meer "zonuren" dan het langjarig gemiddelde). De berekende opbrengst in juni 2018 ligt 40% hoger dan de 0,30 TWh bepaald voor juni 2017. De werkelijke producties zullen in 2017 (en wellicht ook in 2018) mogelijk wat hoger hebben gelegen. Recente ophoging van de voorlopige cijfers voor het markt volume door CBS suggereert dat er in 2017 mogelijk meer capaciteit stond dan waar En-Tran-Ce toen nog van uitging. Gezien de gewijzigde records (allemaal hoger dan de oude), lijkt daar inmiddels een mouw aan gepast.

In augustus zouden de Nederlandse PV installaties 0,43 TWh aan zonnestroom hebben opgeleverd volgens een recente berekening van Hanzehogeschool. Wat 26% minder is dan de 2,1 PJ (plm. 0,58 TWh) voor record maand juli. Wel blijkt zonnestroom van alle "hernieuwbare energie" modaliteiten in augustus, samen met wind-on-shore het hoogste aandeel gehad te hebben bij de berekende producties, beiden 1,1% van de relatieve bijdragen, die met alle opties bij elkaar uitkwamen op totaal 6,5% van het nationale energie verbruik (Tweet Martien Visser 4 sep. 2018).

Voor de uitgebreide maand rapportages van En-Tran-Ce, zie de website. Helaas is er voor publicatie van dit artikel nog geen rapport te vinden vanaf juli op hun site.

Data: CertiQ maandrapportages (maandelijkse analyse updates door Polder PV), Energieopwek.nl (landelijk berekend voor Energieakkoord), en "Renewable Energy in The Netherlands" maand rapportages (En-Tran-Ce / Energy Transition Centre, Groningen); diverse Twitter berichten van Martien Visser (Hanzehogeschool)

Matige windopbrengst, afnemend zon in augustus (28 augustus 2018, website borgings-commissie Energie Akkoord / SER)

 
 
 
© 2018 Peter J. Segaar/Polder PV, Leiden (NL)
^
TOP